Multatuli.online

Artikelen in Volledige Werken

[16 december 1869
Van den Rijn (CXIV)]

16 december 1869

Bijdrage van Multatuli in de Opregte Donderdagsche Haarlemsche Courant, no. 296. (Stadsbibliotheek Haarlem; fotokopie M.M.)

Van den Rijn, 13 December.

De ministeriële crisis in Beijeren is nog slechts gedeeltelijk opgelost. De Koning heeft het ontslag der ministers van Binnenlandsche Zaken en van Eeredienst aangenomen. De heeren von Hörmann en von Gresser, die aan de ultramontaansche partij het meest aanstoot gaven, zijn derhalve afgetreden; de minister von Schlör daarentegen, wiens aftreding door onderscheidene clericale organen als onvermijdelijk werd beschouwd, blijft in het ministerie. De president-minister, prins von Hohenlohe, is er tot dus ver niet in geslaagd twee mannen te vinden, die bereid zijn de opengevallen portefeuilles te aanvaarden en die naast de overige liberale ministers zitting kunnen nemen zonder aan de zoogenaamde patriotische partij ongevallig te zijn.

- Volgens de Karlsruher-Zeitung, is den 9den December jl. te Bern eene overeenkomst tusschen Zwitserland en Baden onderteekend, waarbij Zwitserland zich aansluit aan de overeenkomst, die den 27sten November te Mannheim is tot stand gekomen tusschen de verschillende Rijnoever-Staten. Gelijk men zich herinnert, waren de onderhandelingen te Mannheim in de maand Augustus jl. afgestuit op bezwaren, die van de zijde van den nederlandschen gevolmagtigde te berde waren gebragt. In de thans gesloten overeenkomst is o.a. bepaald, dat het visschen met den zegen dagelijks minstens 8 uren moet geschorst worden en van den 1sten September tot den 1sten Januarij van elk jaar geheel verboden is. Daarenboven mag eene zegenvisscherij niet meer dat twee netten tegelijk in het water hebben. De vangst met andere vischwerktuigen is jaarlijks verboden van de zee af tot aan de badensche grenzen gedurende den tijd van 1 September tot 15 November, en van de badensche tot aan de zwitsersche grenzen gedurende den tijd van 15 October tot 1 Januarij. De overeenkomst behelst verder nog onderscheidene bepalingen, die ten doel hebben om de voortplanting van zalmen te bevorderen en al hetgeen daaraan schade zou kunnen toebrengen zoo veel mogelijk te weren.


Uit: Volledige Werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869, (1980)