Multatuli.online

Artikelen in Volledige Werken

[22 mei 1869
Van den Rijn (XLVII)]

22 mei 1869

Bijdrage van Multatuli in de Opregte Zaturdagsche Haarlemsche Courant, no. 117 (M.M.)

praetoriaansche bende: ofschoon in principe de lijfwacht van de keizer, waren de praetorianen later vaak zo machtig dat sommige keizers door hen zijn uitgeroepen en afgezet.

Van den Rijn, 19 Mei.

Gelijk bekend is, werd onlangs, ter gelegenheid van het pauselijk jubileum, door eene vereeniging van Roomsch-Katholieken besloten, den H. Vader een model van den Keulschen Dom ten geschenke aantebieden. Van onderscheidene zijden werd deze keus gelaakt, en thans wordt door belangstellenden met groote voldoening vernomen, dat niet alleen dit geschenk door den Paus met de meeste welwillendheid is aangenomen, maar zelfs, dat de Paus den vervaardiger, prof. Conrad, benoemd heeft tot lid der Orde van Verdienste, waarvan de versierselen (eene groote gouden medalje) eigenhandig door Z.H. aan den betrokkene zijn uitgereikt.

- De Rijnsche dagbladen spreken over zeker dezer dagen verschenen vlugschrift, naar aanleiding van de op den 13den dezer maand door den generaal von Steinmetz in den Rijksdag gehouden redevoering over het stemregt der militairen. De schrijver van dat stuk (zich noemende ‘een hoofdofficier’) ontzegt den heer von Steinmetz het regt, namens het leger het woord te voeren, gelijk deze gedaan had, door het bezigen der uitdrukking: ‘het leger bedankt u, mijne heeren! voor de uit-oefening van het stemregt.’ Hij had voorts beweerd, dat het niet goed is, ‘eene delibererende armee’ te hebben, dewijl dit (gelijk uit de geschiedenis blijken zou) hoogst verderfelijke gevolgen na zich slepen kan. Men erlangt daardoor (volgens den heer von Steinmetz) een reactie-leger, een Parlements-leger, eene praetoriaansche bende, eene geloofs-armee. Het leger behoort te zijn de uitdrukking van trouw, van gehoorzaamheid, van orde. Mogt de welwillendheid jegens de gewapende verdedigers des vaderlands sommige Afgevaardigden bewegen tot het doen van voorstellen in het belang des legers, dan hoopte de heer von Steinmetz, dat deze gezindheid zich mogt openbaren in het aannemen van voorstellen ten behoeve van dat leger, vooral op financieel gebied, - voorstellen, die herhaaldelijk gedaan, doch niet immer gunstig ontvangen waren.

Bedoeld vlugschrift wederlegt al deze bedenkingen, en beweert, dat alle militairen burgerlijke regten te verdedigen en burgerlijke pligten te vervullen hebben. Het maken van uitzondering ten hunnen behoeve stelt de deur open voor prerogativen, die indruischen tegen den geest der eeuw en het welbegrepen belang des vaderlands. De bedenking, dat de toekenning van stemregt aan militairen het leger tot eene praetoriaansche bende zou kunnen maken, wijst de schrijver terug, onder opmerking, dat juist de uitsluiting van het leger uit burgerlijke en politieke verhoudingen aanleiding geeft tot het misbruiken der militaire magt in handen van despoten. ‘Voor zoo ver wij weten (aldus wordt in de bedoelde brochure geredeneerd) werden de oproerige legioenen, die Otto's, Galba's en Vitelliussen afzetten of benoemden, niet tot hunne buitensporigheden aangezet door te groote bemoeijenis met de publieke zaak, en wij betwijfelen het zeer, dat de dappere von Steinmetz met minder eer dan te Königgrätz een legercorps zou aanvoeren, omdat hij nu sedert eenige maanden heeft deelgenomen aan civile beraadslagingen.’

- In het stadje Heimdingen heeft dezer dagen eene zamenscholing van boeren-arbeiders plaats gehad, waarbij de geopperde vraag naar hooger loon aanleiding tot ongeregeldheden schijnt gegeven te hebben. Na eenige pogingen om eene algemeene werkstaking in het leven te roepen, is het echter gelukt, het meerendeel der arbeiders te bewegen om weder aan het werk te gaan. Eenige der belhamels zijn in hechtenis genomen en zullen te Dusseldorp teregtstaan.

- Sedert eenigen tijd vallen in de nabijheid van Coblenz groote rots-stukken uit de wanden der leigroeven. Voornamelijk bij het dorp Cappellen heeft men maatregelen van voorzorg moeten nemen om den spoorweg te beveiligen.


Uit: Volledige Werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869, (1980)