Multatuli.online

Artikelen in Volledige Werken

[17 februari 1869
Van den Rijn (XIII)]

17 februari 1869

Bijdrage van Multatuli in de Opregte Woensdagsche Haarlemsche Courant, no. 41. (M.M.)

het fransche tusschenbestuur: nl. ten tijde van Napoleon.

Van den Rijn, 15 Februarij.

De Rijnsche bladen ergeren zich aan den toon van vele zuidduitsche couranten. Een derzelve zegt daaromtrent, dat de woede tegen Pruissen alle grenzen te buiten gaat, en haalt als voorbeeld, uit de clericale Volksbote, die te Munchen verschijnt, het volgende aan: ‘Het grondbeginsel van alle pruissische staatsmanswijsheid, dat geweld boven regt gaat, heeft zich in zijne schaamtelooze naaktheid, ontdaan van alle eer- en regtsgevoel, cynisch, ligtvaardig en brutaal tevens, geopenbaard in de laatste zittingen van de Volksvertegenwoordiging, waarin de debatten gevoerd zijn over de vraag, of men aan de door Pruissen uit hun land verdreven ongelukkige Vorsten, den Koning van Hannover en den Keurvorst van Hessen, het bij verdrag toegezegde particulier vermogen zou laten behouden, of hun dit ontnemen zou. Europa zou in toorn ontvlamd zijn en naar het zwaard gegrepen hebben, indien het niet sedert de tijden van den landverderver Frederik den Tweede gewoon was geworden aan de namelooze onbeschaamdheid en de zedelijke verworpenheid, die het politieke rigtsnoer kenmerken van hen, welke in Pruissen aan het hoofd der zaken staan.’ Het aangehaalde artikel in de Volksbote gaat op de heftigste wijze voort, en eindigt met het inroepen der goddelijke wraak (‘Moge weldra de bliksem het hoofd der schuldigen treffen’, enz.). De Kölnische-Zeitung maakt daarbij zeer kalm de opmerking, dat de haat tegen Pruissen alom bestaat, waar het ultramontanismus heerscht, doch zelden zich zoo rondweg openbaart. Andere bladen echter beweren, dat ook anderen dan de ultramontanen in Zuid-Duitschland zeer vijandig omtrent Pruissen gezind zijn.

- In sommige fransche bladen is met eenigen ophef gewaagd van zeker feest, 'twelk te Saarlouis, de geboorteplaats van Ney, ter gedachtenis van dien maarschalk gevierd is. De Kölnische-Zeitung behelst een correspondentie-artikel, waarin het gewigt dier (fransch-gezinde) demonstratie wordt ontkend. Volgens dat blad, hadden slechts eenige ‘oude heeren, die geboren waren onder het fransche tusschenbestuur’, daaraan deelgenomen, en ⅞ der bevolking van Saarlouis zou volgaarne tegen alle sympathie met het voormalige of tegenwoordige Keizerrijk protesteren.


Uit: Volledige Werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869, (1980)