Multatuli.online

Artikelen in Volledige Werken

[7 mei 1867
Van den Rijn (XXIX)]

7 mei 1867

Bijdrage van Multatuli in de Opregte Dingsdagsche Haarlemsche Courant, no. 107.

Van den Rijn, 4 Mei.

Te Stuttgart heeft eene vergadering van de nationale partij plaats gevonden, waarin de volgende besluiten eenstemmig zijn aangenomen: 1o De toetreding van Zuid-Duitschland tot het Noordduitsch-Verbond is dringend noodzakelijk: 2o De dreigende houding van Frankrijk noopt Zuid- en Noord-Duitschland tot eendragt en krijgsvaardigheid; het is de pligt der wurtembergsche Regering om het met Pruissen gesloten verbond eerlijk natekomen, en van de Volksvertegenwoordiging om de Regering daarin te ondersteunen; 3o Ware patriotten moeten alle binnenlandsche twist en partijschap ter zijde zetten. Eene onzijdige houding van Zuid-Duitschland, tegenover de mogelijke of vermoedelijke pogingen van het buitenland om Duitschland aantevallen, zou zijn verraad jegens het gemeenschappelijk vaderland, en zou eene blijvende verdeeldheid en verbrokkeling na zich slepen.’

- Het Frankfurter-Journal behelst de volgende toespraak van ‘duitsche burgers’ aan de Franschen: ‘Oorlog, oorlog! Zoo klinkt en dreigt een wild geschreeuw aan beide zijden van den Rijn. Wie zijn het echter, die dat roepen, en wien zou de oorlog voordeel aanbrengen? Noch u, noch ons. Wij haten elkander niet; wij achten elkander wederkeerig. Laat dan ook uwe stem gehoord worden, Franschen! en verkondigt overal, dat gij in vrede en eendragt met ons wilt leven! Betuigt het met ons, dat gij uwe vreedzame werkplaatsen en muzen-tempels niet in kazernen, - onze bloeijende velden en landouwen niet in woeste legerkampen wilt veranderd zien; dat wij de voortbrengselen onzer kunst en industrie niet moedwillig vernield willen zien door de blinde woede van den oorlog! Maakt het bekend, dat gij het heerlijke feest in uwe schoone hoofdstad, waar zoo vele voortbrengselen der industrie uit alle oorden van de wereld werden bijeengebragt, niet wilt verstoord zien door twist, doodslag en moord! Roept, als wij, met afgrijzen uit, dat gij niet gezind zijt, uwe medemenschen als wilde beesten te verscheuren; dat gij niet, als barbaren, onze steden en dorpen in vlammen wilt doen opgaan; dat gij niet onze velden wilt verwoesten! Verzekert, als wij, dat gij uw geweten niet wilt bezwaren met de schrikkelijke misdaad van eenen moordkrijg, die door niets gewettigd wordt! Dat ieder het wete, hoe wij, die aan het hoofd staan der beschaafde volken van Europa, voortaan gezamenlijk willen voortarbeiden aan het algemeen welzijn! In Europa is voor ons beiden ruimte genoeg. En binnen uwe grenzen, èn binnen de onze, is plaats voor den vleugelslag van den onderzoekenden, voorwaarts strevenden, scheppenden geest der menschheid. Franschen, reikt ons de hand, en houdt getrouw het verbond van vrede en eensgezindheid!’

- De reeds vroeger aangekondigde topografische opmeting van het gewezen Hertogdom Nassau schijnt ook te worden uitgestrekt tot het Frankforter gebied. De hoofdkwartieren van het daarbij werkzame personeel zijn te Wiesbaden en te Frankfort gevestigd.

- Uit Coblenz wordt berigt, dat Koningin Augusta aldaar is aange-komen. Men beweert, dat H.M. na een kort verblijf in die stad, naar Baden-Baden zal vertrekken, om aldaar eenigen tijd te vertoeven.

- Te Untersteinach, in Oberfranken (Beijeren), hebben zich onder de runderen eenige ziektegevallen voorgedaan, welke door deskundigen voor gevallen van veetyphus verklaard zijn.


Uit: Volledige Werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868, (1979)