Multatuli.online

[12 december 1867
Van den Rijn (LXXXIV)]

12 december 1867

Bijdrage van Multatuli in de Opregte Donderdagsche Haarlemsche Courant, no. 293.

Van den Rijn, 10 December.

De Kölnische-Zeitung, welke onlangs den tekst heeft kunnen mededeelen van het antwoord van Hessen op de uitnoodiging van Keizer Napoleon voor de Conferentie over de romeinsche kwestie, is thans ook in staat gesteld, het antwoord van Saksen op die uitnoodiging openbaar te maken, en spreekt over dit laatste met even veel hoog-achting als zij afkeurend en berispend over het eerste gesproken heeft. De reden daarvan is, dat de saksische minister von Friesen, door tusschenkomst van den saksischen gezant te Parijs, aan de fransche Regering heeft doen weten, dat Saksen met Pruissen wenschte te overleggen, in hoe ver die mogendheid het geraden achtte om als Hoofd van het Noordduitsch-Verbond aan de Conferentie deeltenemen, en dat Saksen in geen geval voornemens was, zich in die vergadering anders te doen vertegenwoordigen dan als lid van genoemd Verbond. - Men noemt het opmerkelijk, dat de heer von Friesen reeds den 20^sten November schijnt voorzien te hebben, dat de Conferentie niet tot stand komen zou. Hij schrijft althans onder die dagteekening aan den gezant van Saksen te Parijs: ‘Ik zal de eer hebben, op 's Keizers uitnoodiging zoodra mogelijk regtstreeks te antwoorden; indien althans het denkbeeld tot het houden van een Congres niet blijkt, geene kans van slagen te hebben, gelijk zich laat aanzien, dat het geval zou kunnen zijn.’