Multatuli.online

Artikelen in Volledige Werken

[9 augustus 1867
Van den Rijn (L)]

9 augustus 1867

Bijdrage van Multatuli in de Opregte Vrijdagsche Haarlemsche Courant, no. 186.

Van den Rijn, 6 Augustus.

De dagbladen zijn opgevuld met beschouwingen over den aanstaanden kiesstrijd. Vooral tusschen de radicalen en de nationaal-liberalen is de toon zeer hevig. Over en weder beschuldigt men elkander van kwade praktijken, om de kiezers op een dwaalspoor te brengen. Te Dusseldorp verschijnt sedert eenige dagen eene Liberale Correspondenz, waarin de volgende beschouwingen voorkomen: ‘Het hoofdpunt, waarmede het aanstaande Parlement en de daarmede als eenzelvig te beschouwen commissie voor de inkomende regten (Zoll-parlement) zich zullen hebben bezig te houden, zal bestaan in het aannemen of verwerpen van de tot heil van Duitschland uitgevonden nieuwe belastingen, en hoogst waarschijnlijk zal daarin het criterium der partijen zich openbaren. De conservativen houden zich schuil. Dewijl zij, na het bekend worden der feiten, het bestaan van een plan om de indirecte belastingen zoo hoog mogelijk opteschroeven, niet kunnen loochenen, trachten zij de zaak in een nevel te hullen, of stellen zij die als nog ver verwijderd voor, ten einde de kiezers in slaap te wiegen. Zoo veel mogelijk onthouden zij zich van het bespreken dier aangelegenheid, wel inziende, dat dit onderwerp, zelfs van een ministerieel standpunt beschouwd, den geduldigsten kruidenier toornig maken zou. Geheel anders de Kölnische-Zeitung. Deze namelijk behandelt de zaak koel-wetenschappelijk, en stapt heen over de sentimentele klagt, dat de voorgenomen tabaksbelasting, door hare vertienvoudiging, den arme van zijn eenig genot berooft. Volgens haar, is de tabak een voortreffelijk voorwerp ter belasting; de tegenwoordige geringe heffing op dat artikel is eene leemte in ons financieel stelsel; de verhooging stemt met de eischen des tijds overeen; zij is een vooruitgang’.

De Kölnische-Zeitung noemt dit beweren eene grove verkrachting der waarheid. Zij betuigt, zich slechts te hebben verzet tegen het uitstrooijen van opruijende, overdreven geruchten omtrent de voorgenomen verhoogingen van belasting in het algemeen, en van die op de tabak in het bijzonder, en haalt eenige voorbeelden van die geruchten aan, waaronder voorkomt een door de Pfalzer-Zeitung medegedeeld berigt omtrent eene belasting op den most. ‘Wat nu de belasting op de tabak betreft (aldus gaat de Kölnische-Zeitung voort), niet tien, maar vijf-malen zou deze, naar men verneemt, verhoogd worden, en dit is nog niet eens zeker. Dat enkele Regeringen verder zouden willen gaan, is mogelijk; doch wij twijfelen er aan, of dit gelukken zou. In elk geval hebben wij steeds tegen dergelijke overdrijving de stem verheven, en wij gelooven, dat de nationaal-liberale partij zich evenzeer daartegen zou verzetten, als de radicale, die haar wachtwoord van den heer Harkort ontvangt.’ Genoemde courant erkent voorts, dat de belasting op tabak, suiker, koffij en spiritualien doelmatig en billijk is, en dat de hoogere heffing op inlandsche tabak, tegen afschaffing van het vervoerregt uit de zuidelijke Staten van het Tol-verbond, een vooruitgang wezen zou. Tevens is zij steeds van gevoelen geweest, dat eene matige verhooging van inkomend regt oorbaar en, vooral in verband met eene algemeene vereenvoudiging van het toltarief, wenschelijk zou zijn. Steeds had zij zich verklaard tegen eene belasting op het fabrikaat, en beweerd, dat eene verhooging van 2 th. op den centenaar veel te drukkend was.

- Te Keulen heeft eene vergadering plaats gehad om de belangen van de ultramontaansche partij te bespreken; welke bijeenkomst echter niet druk bezocht was. De slotsom der beraadslagingen schijnt geweest te zijn, dat de clericale kiezers dier stad zich willen vereenigen met de radicale. Er is besloten, den candidaat dezer partij te beschermen, ‘indien zijne persoonlijkheid slechts eenigzins met het katholiek geweten is overeentebrengen.’ - Op een dezer dagen te Deutz (Keulen) gegeven weldadigheids-concert heeft men de aanwezigheid opgemerkt van H.K.H. Prinses Marianne der Nederlanden, van Prins Albrecht van Pruissen (den zoon), en van den protestantschen bisschop van Jeruzalem.


Uit: Volledige Werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868, (1979)