Multatuli.online

Artikelen in Volledige Werken

[20 oktober 1869
Van den Rijn (CIV)]

20 oktober 1869

Bijdrage van Multatuli in de Opregte Woensdagsche Haarlemsche Courant, no. 247. (Stadsbibliotheek Haarlem; fotokopie M.M.)

Van den Rijn, 17 October.

Volgens de Berner Tagespost, is woensdag jl. te Bern de overeenkomst onderteekend betreffende den ontworpen spoorweg over den St.-Gothard. De lijn zal van Luzern over Küsznacht en Immensee naar Goldau loopen, alwaar zij zich met eene andere lijn uit Zug zal vereenigen; van Goldau is de rigting der lijn ontworpen over Fluelen naar Bellinzona, om zich aldaar in twee lijnen te splitsen naar de italiaansche grenzen.

De gezamenlijke lengte van die verschillende lijnen zal 263 kilometers bedragen. De aanzienlijkste hoogte, welke de spoorweg in den tunnel van Göschenen naar Airolo zal bereiken, is op 1162½ el boven de oppervlakte der zee bepaald. De belanghebbende naburige Staten zullen zorg dragen voor eene behoorlijke aansluiting aan de op hun gebied bestaande spoorweglijnen, en Zwitserland heeft op zich genomen om te Bazel door eene brug over den Rijn de centraal-baan aan het badensche spoorwegnet te verbinden. De tijd, die noodig zal zijn voor den aanleg der tunnels en voor de overige werken, is op negen jaren geraamd. Ten einde het mogelijk te maken, dat eene maatschappij zich met de onderneming van dit grootsche werk wil belasten, zullen de belanghebbende Staten een subsidie van 85 millioen fr. geven, waartoe Italie 45, Zwitserland 20 millioen zal bijdragen. De duitsche Staten zullen de overige 20 millioen zoo verdeelen, dat Baden een subsidie van minstens 3 millioen geeft. Indien de spoorweg meer dan 7 percent aan de aandeelhouders afwerpt, zal hetgeen daarboven gaat voor de helft aan de Staten ten goede komen, in de verhouding, naar welke zij hebben bijgedragen. Zoodra de winsten 9 percent beloopen, zullen de tarieven verminderd worden. In een afzonderlijk verdrag tusschen Italie en Zwitserland zijn de wederzijdsche regten en verpligtingen van die twee Staten nader omschreven.


Uit: Volledige Werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869, (1980)