Multatuli.online

Artikelen in Volledige Werken

[24 oktober 1866
Van den Rijn (XVIII)

24 oktober 1866

Bijdrage van Multatuli in de Opregte Haarlemsche Courant, no. 251.

Daar deze bijdrage een eendere datum draagt als de korte vorige, zullen ze samen behoren tot éen inzending.

slag bij Leipzig: op 16-19 oktober 1813 dwong een bijna tweevoudige overmacht van oostenrijkse, pruisische en russische troepen Napoleon de stad Leipzig prijs te geven en zich terug te trekken tot achter de Rijn.

roodwitte linten: de kleuren van Oostenrijk.

Van den Rijn, 21 October.

Het baart in zekere kringen nogal opzien, dat Prins Maurits van Hanau, vroeger majoor à la suite bij het leger van Keurhessen, in dien rang is overgegaan bij het leger, dat zijns vaders land innam.

- De leden der Rijnsche ridderschap hebben te Coblenz eene conferentie gehouden. - Prins Willem van Wied is aangesteld als tweede luitenant bij het pruissische grenadiers-regiment Koningin Augusta. - Te Keulen heeft een groot volksfeest plaats gehad ter viering der verjaring van den slag bij Leipzig, op 18 October, tevens den geboortedag van den Kroonprins.

Er worden in de Rijnprovincie gelden ingezameld tot oprigting van een seminarium voor joodsche geestelijken. - De nieuwe spoorweg tusschen Heidelberg en Würzburg is den 15den dezer ingewijd met een goed gelukten proeftogt. - Volgens de Rheinische-Zeitung, heeft de heer Bresgen, Afgevaardigde van Ahrweiler, zich in eene vergadering van kiezers verantwoord wegens de door hem bij onderscheidene gelegenheden uitgebragte stemmen. Er werd besloten, hem den dank zijner kiezers te betuigen, en hem hun vertrouwen toetezeggen. - De bekende Afgevaardigde Harkort roept de bewoners der Rijnstreken op tot het stichten eener groote Noordzeevisscherij. Hij zegt, dat dit een natuurlijk en pligtmatig gevolg is van Pruissens uitbreiding aan de zeekust. - De militairen te Trier hebben verlof bekomen, op straat te rooken, en den baard te laten groeijen naar verkiezing. Alleen het dragen van een kinbaard, zonder meer, is verboden. - Naar men verneemt, zal er in het begin des volgenden jaars een aanvang worden gemaakt met den spoorweg Mainz-Alzey-Bingen. - Er heerscht groote levendigheid tusschen Trier en Frankrijk, langs het Saar-kanaal. Er worden langs dien weg maandelijks 200 à 250 kolenschepen geëxpedieerd, die ½ à ¼ millioen centenaars kolen naar het zuiden van Frankrijk vervoeren. - Te Trier is men bezig met het vervaardigen eener machine, die het voor de locomotiven benoodigde water uit de Moezel naar het spoorstation zal opwerken. Dit heeft nogal bezwaren in. - In de omstreken dier stad doen zich de gevolgen gevoelen van de in Holland en Belgie geheerscht hebbende veeziekte, en wel door eene zeer merkbare vermeerdering van den uitvoer van runderen naar die landen, waardoor dan ook de prijs van het vleesch gedurig stijgt. De landhuishoudkunde zoekt haar heil hoe langer hoe meer in de veeteelt, daar de graanbouw weinig winst afwerpt, en de consumtie van vleesch allerwegen schijnt toetenemen.

- Men schrijft uit Birkenfeld: ‘De arbeid in agaatwerken neemt in den omtrek dermate toe, dat daarvan omstreeks voor 1½ millioen th. wordt uitgevoerd. Deze industrie heeft onder anderen ook daardoor eene groote uitbreiding erlangd, dat men sedert eenige jaren begonnen is, ook andere half-edelsteenen (chalcedoon, boheemschen steen, enz.) te slijpen, te bearbeiden tot doozen, lustres, schotels, toilet-artikelen, enz. Hierbij komt nog, dat men sedert eenige jaren door chemische middelen aan den agaat allerlei kleuren weet te geven.’

- De gewezen Landgraaf van Hessen-Homburg bezat eene vrij belangrijke verzameling schilderijen, oudheden, documenten, enz. Bij familieverdrag van 7 Julij 1864 was bepaald, dat dit museum (grootendeels op Homburg betrekking hebbende, en door Homburgsch geld bijeengebragt) bij voortduring blijven zou op de plaats, die sedert 300 jaren de residentie der landgrafelijke familie geweest was. In verband met die bepaling, en in zekeren zin als vergoeding, zou dan het ambt Meisenheim, dat niet in het hessische erfregt begrepen was, na den dood van den Landgraaf in de Darmstadtsche familie overgaan. Nu echter is Meisenheim pruissisch geworden, en het Homburgsche museum gaat naar Darmstadt. Dit is onbillijk, zegt men, en de Homburgers protesteren.

- Volgens berigten uit Frankfort, zullen de zittingen der commissie tot liquidering van Bondseigendom weldra een aanvang nemen. Het voorzitterschap wordt bekleed door een pruissisch gevolmagtigde; de secretaris der commissie is een Oostenrijker. Die zaak zal waarschijnlijk 2 à 3 maanden duren. - Men spreekt van beraadslagingen tusschen aanzienlijke inwoners dezer stad en den pruissischen minister van Financien von der Heydt, over groote plannen op financieel gebied. - ‘Sic tempora mutantur,’ zegt een Frankforter blad, en wijst er op, hoe, 50 jaren geleden, de burgers de herstelling vierden hunner onafhankelijkheid, met illuminatien, vuurwerk en toespraken. ‘Wat al eeden werden toen gezworen (aldus gaat dat blad voort), eeden op de Constitutie onzer vrije stad; wat al beloften, wat al redevoeringen in die dagen! Voorzeker staan vele toen gesproken woorden opgeteekend in de gedenkrollen der geschiedenis; maar, thans die woorden te herhalen, zou zweem en naar hoogverraad.’ Aan demonstratien van aanhankelijkheid aan den vorigen toestand ontbreekt het overigens niet. Vele dames dragen roodwitte linten, strikken en kapsels. Een politie-agent, opmerkzaam gemaakt wordende op de strekking dier kleuren, betuigde, geen last te hebben, zich daarmede intelaten. Het schijnt dus, dat men van plan is, die manifestatien te laten overlijden aan gebrek aan tegenstand. - Men verneemt, dat de gewezen Vorsten van Hessen, Nassau en Hannover het voornemen hebben, zich te Frankfort te vestigen; althans, er worden onderhandelingen gevoerd over den aankoop van woningen, voor hen bestemd. De Keurvorst zou voorloopig het huis gehuurd hebben van den gewezen pruissischen gezant von Savigny. De Koning van Hannover zou het paleis betrekken, waarin het Duitsch-Verbond zijne zittingen hield, en dat den vorst van Turn en Taxis toebehoort. Die prins had voor dat gebouw een zeer hoogen prijs gevorderd van Pruissen, dat het wilde aankoopen. De gewezen Koning heeft zich verbonden tot behoorlijk onderhoud, en betaalt overigens geene huur. Dit waren ook de voorwaarden, waarop het gebouw door het Verbond werd gebruikt. Het huis, hetwelk de gewezen Hertog van Nassau denkt te betrekken, behoorde vroeger der eerste gemalin van den hessischen Keurvorst.‘Alzoo (zegt een Frankforter blad) zal onze stad, na het verliezen harer vrijheid, het toevlugtsoord worden van de Vorsten, die hunne kroonen verloren in dezelfden storm, welke een einde maakte aan ons 300 jarig onafhankelijk bestaan.’


Uit: Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866, (1977)