Multatuli.online

Artikelen in Volledige Werken

[4 februari 1869
Van den Rijn (X)]

4 februari 1869

Bijdrage van Multatuli in de Opregte Donderdagsche Haarlemsche Courant, no. 30. (M.M.)

Van den Rijn, 1 Februarij.

Sedert eenigen tijd levert de Kreuz-Zeitung beschouwingen over de posterijen en het verlaagde briefport. Het conservative blad vaart hevig uit tegen het thans bestaande tarief, en vooral tegen de tot dekking van het voorziene deficit voorgeslagen equivalenten. Het dringt voorts zeer ernstig aan op inkrimping van verleende vrijheid van briefport en tevens op afschaffing der bemoeijenis met personen- en goederen-transporten. De bewering, dat het in ministeriële kringen een punt van overweging zou uitmaken, daartoe overtegaan, wordt tegengesproken; wel echter schijnt er spraak te zijn van belangrijke inkrimping der thans verleende vrijheid van briefport.

- De heer Krupp, eigenaar der kanongieterij te Essen, heeft in het dorp Sayn, nabij Coblenz, de gronden en gebouwen aangekocht, die vroeger voor de Koninklijke Geschutgieterij werden gebezigd. Men verneemt, dat de genoemde industrieel op die plaats zijne onderneming op reusachtige schaal zal uitbreiden.

- Men schrijft uit Baden: ‘Indien wij ons niet bedriegen, bestaan er heden ten dage slechts zeer weinige Staten, die niet in het bezit zijn van eene handelsbank, en het doet ons leed, te moeten zeggen, dat wij tot die weinige behooren. Reeds sedert jaren was er dan ook herhaaldelijk spraak van, zulk eene inrigting in het leven te roepen, doch de uitvoering heeft altijd op allerlei bezwaren schipbreuk geleden. Thans verneemt men, dat het ministerie van Koophandel deze zaak op nieuw in ernstige overweging heeft genomen, en dat de hoog-leeraar in de staathuishoudkunde Wagner, te Freiburg, belast is met het opmaken van een op wetenschap en ervaring gegrond project, 't welk (naar wij hopen) publiek zal worden gemaakt. Hoe dit zij, men is hier algemeen van oordeel, dat het oprigten van eene handelsbank op ruime grondslagen in eene wezenlijke behoefte van de industriële en handelswereld zal voorzien.’


Uit: Volledige Werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869, (1980)