Multatuli.online

Artikelen in Volledige Werken

[23 juli 1869
Van den Rijn (LXXII)]

23 juli 1869

Bijdrage van Multatuli in de Opregte Vrijdagsche Haarlemsche Courant, no. 171. (Stadsbibliotheek Haarlem; fotokopie M.M.)

Florence: hoofdstad van het koninkrijk Italië, zolang Rome tot de kerkelijke staat behoorde.

Van den Rijn, 21 Julij.

Aan de wurtembergsche Staats-Anzeiger wordt uit Weenen het volgende geschreven: ‘Men meent hier met zekerheid te weten, dat tusschen Frankrijk en Italie eene nieuwe overeenkomst gesloten is, volgens welke de fransche troepen uiterlijk binnen drie maanden den Kerkelijken-Staat zullen ontruimen. Men voegt daarbij, dat de vriendschappelijke bemiddeling van Oostenrijk veel tot het tot stand komen dezer overeenkomst heeft bijgedragen.’

Uit Rome is, onder dagteekening van 15 Julij, aan de Kölnische-Zeitung omtrent dezelfde zaak het volgende gemeld: ‘De onderhandelingen tusschen Italie en Frankrijk voor den pauselijken Stoel geheim te houden, is moeijelijk, want er loopen veel fijne, ten deele zelfs onzigtbare, draden uit de Tuilerien naar het Vaticaan. De reis van de heer Conti (chef van 's Keizers Kabinet) naar Italie baart hier minder bezorgdheid dan de berigten, welke pater Troullet uit Parijs herwaarts heeft overgebragt. Deze geestelijke is aan het fransche gezantschap te Rome verbonden en staat in persoonlijke betrekkingen tot de keizerlijke familie; hij is binnen weinige weken reeds voor de derde maal heen en weder gereisd. Men wil weten, dat Keizer Napoleon juist bij de laatste verkiezingen zekerheid heeft zoeken te verkrijgen, in hoe ver de geestelijkheid hem nog van dienst zal kunnen zijn, en dat hij in het vervolg overeenkomstig de daaromtrent verkregen ervaring wil handelen. Al kan er nu niet wel spraak zijn van eene pressie der keizerlijke politiek op de besluiten van den Paus, zoo is toch hier ter stede niet onduidelijk de wensch te kennen gegeven om vóór de bijeenkomst van het Concilie eene schikking tusschen Rome en Florence tot stand te zien komen. Om dit te bevorderen worden onderscheidene demonstratien gedaan, en wordt het uitzigt geopend op buitengewone gebeurtenissen, welke gevaarlijk voor het Concilie zouden kunnen worden.’


Uit: Volledige Werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869, (1980)