Volledige Werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
Een en ander over Pruisen en Nederland
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
Naschrift bij den tweeden druk
Een en ander over Pruisen en Nederland
576.
De mensheid, en bloc genomen, is minder goed - in redelyken of zedelyken zin, zoals men 't nemen wil, en waarschynlyk is dit één - de mensheid is minder goed dan de mens. Misschien wel omdat zy langer leeft, en dus, zonder veel gelegenheid tot vrye studie, meer tyd heeft tot afdwalen. Nooit stapelde één persoon zoveel zotterny of misdaad - hetzelfde alweer - op elkander, als ons genus. We hebben heksen en ketters verbrand - ik meen u niet, myne heren - we hebben den toren van Babel gebouwd, of, wat nog zotter was, we hebben dien willen bouwen. We hebben oorlog gevoerd. We hebben keurslyven, beloonde deugd en inkomende rechten uitgevonden. We liegen dagelyks. We verstaan elkander niet... een natuurlyk gevolg van 't niet afwerken van dien toren. We zoeken deugd in gewoonte, en maken van gewoonten onze deugd. We verdraaien ons verstand, en pochen er op tegenover de andere dieren, die te bescheiden zyn om ons tegen te spreken. We verachten ons eigen ras, zodra wy exemplaren ontmoeten, die anders dwalen dan wy. We zyn verkwistend met de duurste zaak der wereld, daar wy onze rede weggeven om niet, en gierig zyn we met het goedkoopste, wy die ten eeuwigen dage de waarheid in 'n put verbergen. We hebben ‘de rechten’, malle boeken, staatkundige partyen, cylinderhoeden en theologie uitgevonden, en nog veel zotterny meer.
Welk individu heeft zo'n zondenregister? Welnu, al die pekelzondjes had de mensheid kunnen vermyden, indien zy zich op vrye studie had toegelegd, door het indringen in de wetten van het zyn.