Volledige Werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
Een en ander over Pruisen en Nederland
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
Naschrift bij den tweeden druk
Een en ander over Pruisen en Nederland
573.
Hoe ontdekken wy dien verraderlyken aanval tegen onze vrye studie? En hoe zeilen wy - om een zeemans-uitdrukking te bezigen - dien stroom dood?
De stuurman kiest vaste punten, buiten de macht van 't vlietend water gelegen. Hy vertrouwt zyn uitgeworpen loglyn niet - deze toch spant samen met den vyand, en dryft leugenachtig mee met schip en watermassa - neen, hy zoekt zyn steun in hoger dingen dan de beweeglyke zee. Zon, maan en sterren bieden dáárom vaste uitgangspunten aan ter berekening, wyl ze niet worden meegestuwd met het vaartuig, door het water. Waar nu vindt iemand die z'n weg naar waarheid streng-stipt wil vervolgen, zodanige steunpunten tot het bepalen van koers en verheid?
Elke professor in de theologie, ja ieder dorpspastoor, zou hierop terstond een antwoord gereed hebben. De maatstaf der waarheid is volgens deze heren: de Schrift - dat wil zeggen de duizenderlei wyzen waarop die schrift door onderscheidene heren wordt uitgelegd - maar ik vrees dat wy ons, op het terrein van die zeemanschap, zeer dikwyls zouden moeten vergenoegen met het antwoord van den Amsterdamsen geneesheer.
Want zie, de navigatie-begrippen van de schriftgeleerden veranderen soms, en daarop vertrouwende zouden wy weldra het vreemde schouwspel zien, dat van de vele passagiers op één schip, de een zou menen in Afrika, de ander in Engeland, de derde aan de Zuidpool aangeland te zyn.
De waarheid is, dat zy die op 't kompas zeilen van gepatenteerde waarheidsstuurlieden, nooit ergens aanlanden. De eigenaardigheid van den groten ontdekkingstocht dien wy allen behoren mee te maken, ligt juist hierin, dat ieder onzer aan het roer behoort te staan van zyn eigen verstand. Ieder onzer is zyn eigen Jason op de Argonauten-vaart naar 't Colchis der waarheid, en wie 't sturen opdraagt of overlaat aan anderen, heeft het zichzelf te wyten dat hy, in plaats van gouden-vlies en eer, slyk en schande tehuis brengt.