Volledige Werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
Een en ander over Pruisen en Nederland
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
Naschrift bij den tweeden druk
Een en ander over Pruisen en Nederland
791.
Wysbegeerte, zucht om te weten, te begrypen, is de roeping van allen. Dit moet erkend worden door ieder die 't woord etymologisch juist opvat.
Dat men, by ándere opvatting, en stilstaande by den zotten akademischen zin dien de meesten daaraan hechten, de filosofie zonder scha missen kan, stem ik toe. Het is dan ook alleen door spraakverwarring, door spekulatie op misverstand, dat valse apostelen het algemeen eigendom tot 'n privatieve broodwinning van weinigen hebben weten te maken. (340)
Een zwakke poging om dit bedrog te fnuiken, vinden wy in den titel die te onzent aan een leraar in de Natuurkunde wordt toegekend. De zodanige heet doctor of magister in de philosophia naturalis, in de natuurlyke wysbegeerte. Hy leraart over den aard van de dingen die bestaan.
Deze benaming is niet zonder ironie op zekere kollega's, welker leraarschap zeer speciaal de dingen schynt te omvatten die niet bestaan.
Het is eigenaardig dat deze, welker specialiteit officieel met de al te hoffelyke woorden: bespiegelend, transcendentaal, enz. wordt aangeduid, in het dagelyks leven de geenszins overbodige omschryving van de soort der door hen beoefende Wysheid achterwege laten, ten gevolge waarvan het woord wysbegeerte zonder meer, allengs de betekenis heeft erlangd, die wy daaraan in de Duitse School, en ook by ons, gehecht zien. Als gewoonlyk berust dit wanbegrip op 't verwringen der betekenis van een woord, op mis-verstaan, op misverstand. En met behulp hiervan hebben de beroeps-wysgeren hun vakje tot een voor het plebs onbereikbare specialiteit weten te maken.