Volledige Werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
Een en ander over Pruisen en Nederland
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
Naschrift bij den tweeden druk
Een en ander over Pruisen en Nederland
627.
Die Safir is door de Duitsers benoemd tot ‘humorist’, een allergoedkoopst titeltje in 't vaderland van Jean Paul. Ze zyn er nog guller mee dan wy. Le fait est dat de man niet het minste besef van humor heeft. Het element van smart ontbreekt hem geheel, en dat is een treurig gemis. 't Spreekt vanzelf, dat ik hier van z'n werken spreek, niet van de persoon, die ik niet ken. En daar ben ik bly om, want hy is... koddig. Hy heeft z'n reputatie hoofdzakelyk te danken aan kwinkslagen die in de Fliegende Blätter, of in onze: ‘gy zult en moet lach-prullen’ een goede figuur zouden maken, maar geenszins op humor gelyken, jazelfs dien eigenaardigen dubbeltrek van 't genie uitsluiten. Hy heeft ternauwernood geest, en is slechts nu en dan - op franse manier: door woordspeling - geestig. Hy kaatst niet met gedachten, doch slechts met klank. Treft het dat zo'n klank 'n gedachte meebrengt, of opwekt... autant de gagné. Waar dit niet geschiedt, valt de zaak plat neer.
Heel aardig gaf hem z'n hebbelykheid om met woorden te spelen, een antwoord in den mond, toen Ludwig - klankspelend op Safirs hoed en z'n doorgaande financiële berooidheid, hem ‘Filz’ noemde. Dit woord betekent zeker soort van vilten hoofddeksel, en tevens: kale jonker, of zoiets.
Maar zie, de verzenmakende koning had ook 'n hoofddeksel van eigenaardig model op het hoofd, 'n regenhoed, en Safir antwoordde met het slagwoord: ‘Wasserdichter!’
Ik zal later terugkomen op het verschil tussen geest, geestigheid en kwinkslag-genie! Want zo heet het by Filisters.