Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

13 juli 1874

van

Multatuli, Mimi Douwes Dekker bio

aan

Carel Vosmaer (bio)

 

Volledige Werken. Deel 25. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1871-1886 en registers (1995)

terug naar lijst

13 juli 1874

Notitie en brief van Mimi en Multatuli aan C. Vosmaer. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (Vosmaer-archief, A.R.A., Den Haag; fotokopie M.M.)

13 Juli

Ergens [1.] Ergens: Tot en met de aanhaling uit de Ideeën is deze notitie van de hand van Mimi. Zie V.W. IV, blz. 718 e.v., alwaar de noot van 1874 begint met ‘Behalve Dr. Feringa in z'n tydschrift Vrye Gedachte, en Mejuffrouw Mina Kruseman in haar kurieus go-ahead-bundeltje: “De moderne Judith” heeft voornamelijk de heer Mr. C. Vosmaer’ enz. in den derden bundel waar D. zoo klaagt over doodzwygen voegt hy van daag deze noot in:

(Noot van 1874) De heer Mr. C. Vosmaer heeft onlangs den moed gehad dit onwaardig stilzwygen te breken. Een reeks keurige artikelen van zyne hand verschenen dezer dagen in het ‘Vaderland’. Ik heb ze gelezen met innige dankbaarheid, doch vooral met eerbied voor z'n karakter. Mochten velen - als ikzelf - den my toegebrachten lof overdreven vinden - minder overdreven toch, naar ik hoop, dan de my sedert zooveel jaren aangedane smaad! - toch zullen de goeden onder ons aangenaam getroffen zyn door de edelmoedige mannelykheid, waarmee die schryver de handschoen voor myn streven en werken durft opvatten. Men zou byna wenschen langen tyd miskend te zyn geweest, om zoo gewroken te worden door den dichter van ‘Londinias’ en der ‘Vogels van diverse pluimage’.

Dit notaatje lag op Mimi's schryftafel [2.] Deze regel in Multatuli's handschrift, geschreven met blauw potlood.

By 't sluiten schreef ik op 't boven begin hoekje [3.] De tekst wordt verder door Multatuli in inkt voortgezet, waarschijnlijk als slot van een op 14 en 15 juli begonnen brief aan Vosmaer (zie V.W. XVI, blz. 611-615).: ‘schryf niet als u geen lust hebt, en verdenk ook my niet van lauwheid als ik me traag toon.’ Ja, dit is gemeend. Ik merkte vaak op hoe men zich 't leven lastig maken kon door aandringen op brieven. Dit hebt gy nooit gedaan, maar ik ondervind het van anderen en 't maakt my verdrietig. Lieve god, men heeft soms geen adem! En er is iets wantrouwends in. 't Heeft er iets van of betuigingen van genegenheid zoo telkens moeten gerenoveerd worden, om niet als buskruit dat te lang stil ligt te bederven (vraag je kanonnier [4.] Kanonnier: een van Vosmaers zonen volgde een militaire opleiding. die al lang ondervinding hebben zal van ‘kruitkeeren’ [5.] kruitkeeren: het bederven van kruit, onder inwerking van vocht..)

Maar als jelui lust hebt in schryven zal je brief heel belangstellend ontv. worden.-

De Steuerempfänger [6.] Steuerempfänger: belastingontvanger (du.); zie voor het begin van deze kwestie V.W. XVI, blz. 611. (hy is NB van 't Ryk, en schynt de gehoorzamen dienaar van de Kerk te wezen!) heeft my beleefd geschreven dat-i er niets aan doen kon. En hy verwees me naar den Vorstand [7.] Vorstand: bestuur (du.) der Evang. Gemeinde.

Aan dien vorstand schreef ik:

1. Ik behoor niet tot uwe noch tot eenige andere gemeente.
2. Bestaat er 'n wet die my dwingt 'n keus te doen?
3. Zoo neen, dan kies ik niet. Zoo ja, dan verklaar ik my, onder protest, R.C. omdat dit geloof goedkooper is, naar ik hoor.

Ik ben benieuwd naar 't antwoord.