18 juli 1882
Brief van G. Luttenberg, employé van de Germania levensverzekering, aan D.J. Korteweg en J. Versluys. Foliovel met gedrukt briefhoofd Directie van het Bureau der Germania Singel K.K. no. 286, waarvan blz. 1 en 2 (⅓) beschreven. (M.M.)
Amsterdam, 18 July 1882
Den Heeren D. Korteweg en J. Versluijs
Alhier
Mijne Heeren!
Wij hebben evenzeer de Polis voor eene doorloopende levenslange Lijfrente ad Mark 250. - p 3/m voor de Heer E.D.D & ZEd's Echtgenote ontvangen & bewaren dit Document ter Ued beschikking.
Het totaal bedrag door Ued te storten is Mark
15,759.50d à 59½ | Ned | f 9376,90c |
minus de aan Ued uitgekeerden Provisie | f 186,53 | |
dus Netto = | f 9190,37c |
De Directie heeft, met terugzending der Polis voor de Heer D.D. alléén, of beide Documenten de clausule vermeld, dat het Ued ten allen tijde zal vrij blijven, een ander tot de ontvangst der Rente aantewijzen, waardoor alle waarborg, tegen over lastige crediteuren gegeven is. Overeenkomstig uwen wensch, zal de Heer Mr J.D. van Ketwich Verschuur te Zwolle eene verklaring zenden, die dezen maatregel, ten behoeve der Renteheffers, noodzakelijk heeft gemaakt.
De Termijnen op welke de Rente der beide polissen verschijnt, zijn door de Directie eensluidend en zonder eenige korting op de tweede Polis, gesteld.
Gaarne zien wij nu nog de handteekeningen te gemoet & verblijven
Hoogachtend
UEd DWDienaar
G Luttenberg