Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

7 juni 1881

van

Multatuli

aan

D.R. Mansholt (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882 (1990)

terug naar lijst

7 juni 1881

Brief van Multatuli aan D.R. Mansholt. Twee dubbele velletjes postpapier, waarvan blz. 1-7 en 8(⅔) beschreven. (M.M.)

Met envelop, waarop poststempels Nieder-Ingelheim 7 6 en Veendam 8 Jun 81 en de adressering WED Heer D.R. Mansholt Meeden prov. Groningen Holland.

Nieder Ingelheim 7 Juni 81

beste Mansholt! Hartelyk dank voor Tandem - dat me evenwel naar aanleiding van 'n paar zinsneden uit Uwen brief bezwaart. Die zaak is anders geloopen dan ik gedacht had, niet wat U betreft, maar over 't geheel. Wanneer ze zich over zeer veel personen had uitgebreid zou ze makkelyker te dragen geweest zyn. Voor de bydragers, meent ge? Natuurlyk! Maar niet juist dit wilde ik zeggen, daar 't vanzelf spreekt. Neen, ik bedoel: voor my. Een algemeene yver om my [1.] om my: oorspr. gevolgd door in-plaats van de Regeering. te pensioneeren (in-plaats van de Regeering, die 't 1o volgens de reglementen niet doen mag, en van wie ik ook, 2o geen onderstand in die vorm zou aannemen) had me vereerend toegeschenen. Gebrek aan uitbreiding echter maakt de zaak drukkend. Meen niet dat ik hier met: ‘uitbreiding’ op verhooging van bydragen doel. Juist andersom. Lage bydragen doch aangebracht door 'n grooter aantal ‘geestverwanten’ zouden my aangenamer zyn. Dat grooter aantal ‘geestverwanten’ was my dan ook voorgespiegeld. De gewone term luidde dan ook, als ik my beklaagde [2.] my beklaagde: oorspr. stond er klaagde. over gebrek aan belangstelling: je vergist je! Duizenden en duizenden in den lande wenschen niets liever dan je blyk te geven van sympathie. Ze weten maar niet hoe ze 't moeten aanleggen.’

Heel eindelyk, na zulke betuigingen 100 maal ongeloovig te hebben aangehoord, zeide ik: ‘welnu, pensioneert me dan!’ Daarin lag dan tevens een praktische manifestatie tegenover 't officieel welvaren van honderden Slymeringen en Van Twisten die, hun plicht niet hebbende gedaan, reglementair behoorlyk gepensioneerd zyn. Ja, t zou 'n demonstratie vóór Recht tegenover de geschreven wet geweest zyn.

De ‘duizenden’ nu die daartoe (volgens myn zegslieden) zouden genegen geweest zyn, bepalen zich tot zeer enkelen, tot vyf sectiehoofden die, denk ik, 'n twintig- of dertigtal bydragers vertegenwoordigen. ‘'t Zou zich als 'n loopend vuurtje verspreiden’ dacht men! Inplaats van verspreiding, dooft het vuurtje uit.

Nog eens, beste Mansholt, ik spreek niet over 't bedrag. Integendeel. Dat drukt my, als van ieder der sectiehoofden te hoog. Ik kan berekenen (uit het niet toenemen en zelfs afvallen van leden) dat de geestdrift niet sterk is, en moet nu vreezen dat ook de nog niet afgevallenen 't niet gaarne doen. In dat geval tornen de sectiehoofden op voor de onaangename taak om òf my te moeten meedeelen dàt de zaak beroerd gaat, òf misschien zèlf meer bytedragen dan hun schikt.

De heele zaak is me zeer verdrietig! Slechts 'n schitterende uitslag had haar gewettigd, (geadeld, had ik byna gezegd) -

Het doet my erg leed dat er zooveel bezwaren zyn tegen Uw komst te N. Ingelheim! Ik had er my een feest van gemaakt met U samen te zyn in een niet-voordraag periode, want in zulke dagen ben ik mezelf nièt. Ik was dan ook uitgeput en ungeniessbar [3.] ungeniessbar: uit mijn humeur (in duitse schrijfletters) (du.) door zenuwachtigheid thuis gekomen. Het duurde weken voor ik wat opknapte. Veel was 't niet want telkens gebeurden er - neen, gebeuren is 't woord niet! - telkens drongen zich weer andere dingen op den voorgrond die my aangrepen. En 't aangename bleef en blyft uit. Nu weer uw niet-komen! Maar ik erken dat dit geen hoofdzaak is. Erger pakt my de korrektie van den Havelaar aan. Dat boek maakt zoo'n opgang, godbeter't! Zoo zegt de tegenwoordige uitgever die telkens op spoed aandringt omdat er zoo op den nieuwen druk gewacht wordt!

Wat my dat korrigeeren van den Havelaar kost, kan ik niet uitdrukken! En die ‘opgang!’ In verband met byna alles wat ik sedert het schryven in 59 ondervond en zag gebeuren is die ‘opgang’ 'n ware bespotting! Waar zyn toch de menschen die de duizenden exemplaren der vorige uitgaven kochten? Stroomen ze toe, om lid van Tandem te worden? Dat doen ze niet! -

Uw klachten over den toestand van den landbouw doen me treurig aan. Ook hier klaagt ieder, doch misschien met minder grond omdat er niet zoo als in Holland zulke enorme pryzen voor land besteed zyn. Tot myn verwondering zag ik onlangs dat in Holland (of in zekere streken?) de pryzen weer ryzende waren. Nu weet ik wel dat dit niet alléén afhangt van vermoedelyke produktie


(de meer of minder gelegenheid om z'n geld elders voordeelig te plaatsen werkt ook mee)

maar in-verband met de slechte oogsten (of lage pryzen voor produkten) komt het me toch vreemd voor. Ook vat ik dat samengaan van lager prys en middelmatige produktie niet, tenzy door invoer. (byv. uit Amerika) Maar ook daarmee is niet alles gezegd. Om ingevoerd produkt te betalen, moet er toch waarde geproduceerd zyn. Wordt dat verschil alleen door koloniaal produkt gedragen?


(Voor 'n jaar of drie kwam m'n vrouws broêr uit Japan. Hy zocht ‘iets’ en had 'n beetje geld. Ik raadde hem aan zich te vestigen in 'n bloemryke streek en: bloemen naar Londen te zenden op groote schaal.’ Nooit had ik daarvan iets vernomen, maar ik berekende dat het goed zou gaan. Hij vond het denkbeeld te vreemd, of 't objekt te nietig, of hy was te graag - hoe 't zy er kwam niets van. Onlangs las ik dat er uit de omstreken van Haarlem dagelyks 6 a 700 manden bloemen naar Londen gaan!
Ik heb nog iets van dien aard in gedachten, en als ge niet gebonden waart aan Uw eigen zaak (doch misschien hindert dat niet) zou ik 't U zeggen. Neen, nu reeds. Kalfsvleesch in ys naar Parys en Berlyn. Maar de zaak moet in-eens in't groot worden opgezet zoodat niet iedereen terstond kan konkurreeren. Twintig agentschappen in beide steden. Stipte organisatie van 't vervoer. Vaste kontrakten met spoor en boot direktien. Groote uitgaaf voor annonces. (het hollandsche kalfsvleesch moet als 'n geheel nieuw artikel worden bekend gemaakt, wat het dan ook voor Berlyners en Paryzenaars werkelijk is.
Of de zaak even goed uit Harlingen als over Ymuiden, zou kunnen worden gedreven, weet ik niet. Ook niet of Oostfriesland in aanmerking zou kunnen komen voor de levering. Zeker wèl. Maar hoe is de kommunikatie met Londen? De zaak is belangryk genoeg om er groot kapitaal in te steken waartoe dan waarschynlyk een maatschappy met aandeelen noodig wezen zou. (Eigen booten!) -

Ook hier heeft de Noord-Oostwind erg geheerscht. Sedert 'n paar dagen NW. & West, met 'n beetje regen, maar niet genoeg. - Ook ik stel Börne [4.] Börne: Ludwig Börne (pseudoniem van Löb Baruch) (1786-1837), duits satirisch schrijver, journalist en filosoof. hoog. Meer geest dan Göthe & Schiller? Precies! En minder: auteur- of schryverachtig. Boven Heine heeft hy 't voordeel dat-i niet met (nagemaakte?) sentimenteeligheid tändelt [5.] tändelt: meedoen aan (du.). Hy is minder jongensachtig-ondeugend, ernstiger in zyn spot. En... om dit alles wordt hy door velen lager gesteld.


(Ik stel Heine volstrekt niet laag, o neen! Toch beweer ik dat weinig schryvers van naam zoo makkelyk natebootsen zyn. Dit bewyst dat z'n hoofd-eigenschap meer in methode, in manier, bestaat dan in hoedanigheden van hoofd en hart, die niet zoo makkelyk natebootsen zyn.)

Wel zeker, kerel, neem van my wat ge wilt en handel er mee naar verkiezing. -

Ik hoop, maar ben niet zeker, dat ik die vervloekte voordrachten zal kunnen missen. Nu, daarover hoef ik nog niet te denken. Elke dag heeft genoeg aan z'n eigen kwaad [6.] Elken dag enz.: toespeling op Mattheus 6:34, (byv. korrektie van Havelaar!) -

Ons huis is aardig, of wordt gaandeweg aardig. Is 't nog niet klaar, vraagt ge? Och, soms blyven Maurer [7.] Maurer: metselaars (du.) en schilders dagen weg, en dan komt er ten laatste één man. De tuin ligt nog altyd half overhoop.

We hebben allerlei grieven tegen de nieuwe woning, maar 't geheel is veel mooier dan ik ooit zou verlangd of verwacht hebben. En dat ge nu niet met uw vrouw komt kyken. Dat is byna 'n misdaad.

En Wiepke naar Duitschland, zonder in de buurt te komen? Ik heb dat Liebenstein [8.] Liebenstein: klein kuuroord, ten noorden van Schweinfurt op de vroegere grens van BRD en DDR. op de kaart opgezocht, en erken dat het vry dwarsuit ligt. Dat spyt me wel. Ik had haar zoo graag by ons gezien. Mocht het haar en haar vriendinnetje nog schikken, 'tzy den weg over Mainz te nemen (wat 'n omweg wezen zou, dit is waar) 'tzy uit Thuringen 'n uitstap hierheen te maken, zy zullen hartelyk welkom zyn. Mocht Wiepke in 't laatste geval wensen dat ik haar te gemoet reisde, laat ze my dan maar schryven. Ik zal 't gaarne doen. -

Ik heb den laatsten tyd veel op werklieden gelet, en m'n opmerkingen in verband gebracht met de socialistische eischen. Welnu, m'n slotsommen luiden niet gunstig voor de beweging! Ze werken (hier althans) onbeschryfelyk slecht. Van karakter is de bevolking hier goed, goedig, zachtzinnig of... apathiek! [9.] apathiek: lusteloos, traag, onverschillig. Telkens herinneren ze my aan Javanen. Hun onverschilligheid en gebrek aan konscientie ten aanzien van 't geleverde is waarlyk stuitend. Geen hunner verstaat z'n vak. Nu weet ik wel dat Ingelheim (een dorp!) geen maatstaf is voor 't geheel, maar ook te Wiesbaden 'n ‘WELT kurstadt’) maakte ik dezelfde opmerking. Ik geloof dat weinig keizers, koningen, ministers, kapitalisten, fabriekchefs of werkgevers zoo slordig zyn in't nakomen hunner verplichtingen als de eigenlyke arbeiders. Het gebruiken van paslood en winkelhaak schynt hun 'n malle weelde, en 't verbaast me dat hier niet meer inbrekende dieven zyn, want wat 'n Ingelheimsch werkman ‘sluiting’ van deuren en vensters noemt, is kurieus. Maar 't zachtgemüthliche [10.] gemüt(h)lich: gemoedelijk (du.) van de menschen moet ik pryzen. -

Nu beste Mansholt, bedenk nog eens of ge niet komen kunt, en zend zoo mogelyk Wiepke met haar kameraadje. Is de wond aan haar been genezen? Groet Uw lieve vrouw en Hendrika en geloof my

Uw vriend DD

Gister zagen wy een heer die op U geleek, en ik heb hem aan m'n vrouw gewezen. Ook hy had iets van 'n puritein.