Multatuli.online

Volledige Werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886

Voorwoord

Verantwoording

Het jaar 1887

Brieven en dokumenten

[1 januari 1887 Briefkaart van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[1 januari 1887 Brief van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer, wrsch. aan mevr. H.L. Bruinsma-van den Berg]

[2 januari 1887 Briefkaart van Multatuli aan H.C. Muller]

[4 januari 1887 Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan F. Domela Nieuwenhuis]

[4 januari 1887 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[4 januari 1887 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[4 januari 1887 Brief van F. Domela Nieuwenhuis aan Mimi]

[5 januari 1887 Brief van mevr. C. Schuitemaker aan Mimi]

[6 januari 1887 Briefkaart van Multatuli aan H.C. Muller]

[7 januari 1887 Brief van Multatuli aan P.H. Ritter]

[9 januari 1887 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[10 januari 1887 Briefkaart van Mimi aan Marie Anderson]

[10 januari 1887 Briefkaart van Multatuli aan H.C. Muller]

[10 januari 1887 Telegram van F. Domela Nieuwenhuis aan Multatuli]

[11 januari 1887 Briefkaart van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[11 januari 1887 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[13 januari 1887 Briefkaart van Multatuli en Mimi aan H.C. Muller]

[14 januari 1887 Brief van Mimi aan M.J. de Witt Hamer]

[16 januari 1887 Brief van H.C. Muller aan Multatuli]

[17 januari 1887 Briefkaart van Multatuli aan H.C. Muller]

[19 januari 1887 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[19 januari 1887 Briefkaart van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[19 januari 1887 Brief van advokatenfirma aan Mimi]

[21 januari 1887 Briefkaart van Mimi aan H.C. Muller]

[22 januari 1887 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[22 januari 1887 Brief van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[24 januari 1887 Briefkaart van Multatuli aan H.C. Muller]

[25 januari 1887 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[26 januari 1887 Brief van P.H. Ritter aan Multatuli]

[26 januari 1887 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[27 januari 1887 Briefkaart van Multatuli en Mimi aan H.C. Muller]

[28 januari 1887 Briefkaart van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[29 januari 1887 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[29 januari 1887 Brief van mevr. C. Schuitemaker aan Mimi]

[29 januari 1887 Brief van Mimi aan P.H. Ritter]

[30 januari 1887 Brief van Mimi aan H.C. Muller]

[1 februari 1887 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[2 februari 1887 Briefkaart van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[3 februari 1887 Briefkaart van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[6 februari 1887 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[8 februari 1887 Brief van P.H. Ritter aan Multatuli]

[11 februari 1887 Brief van Multatuli aan P.H. Ritter]

[12 februari 1887 Brief van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[12 februari 1887 Bericht in Het Nieuws van den Dag]

[14 februari 1887 Briefkaart van Multatuli aan A. Gorter]

[16 februari 1887 Briefkaart van A. Gorter aan Multatuli]

[18 februari 1887 Brief van Mimi aan P.H. Ritter]

[19 februari 1887 Brief van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[19 februari 1887 Telegram van N. Braunius Oeberius aan de heer en mevrouw De Haas-Hanau]

[20 februari 1887 Brief van A. Gorter aan Mimi]

[20 februari 1887 Brief van H.C. de Wolff aan Mimi]

[20 februari 1887 Brief van C. Vosmaer aan Mimi]

[20 februari 1887 Brief van Mimi aan J.H. de Haas en mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[20 februari 1887 Brief van Mimi aan mevr. M.C. Funke-de Koning]

[20 februari 1887 Brief van mevr. N. Baarslag-Zürcher aan Mimi]

[20 februari 1887 Herdenkingsartikel in de Nieuwe Rotterdamsche Courant]

[21 februari 1887 Overlijdensadvertentie in de Nieuwe Rotterdamsche Courant]

[21 februari 1887 Akte van overlijden van Multatuli]

[21 februari 1887 Brief van Mimi aan Marie Anderson]

[21 februari 1887 Telegram van W. van Zuylen aan Mimi]

[21 februari 1887 Brief van R.J.A. Kallenberg van den Bosch aan Mimi]

[21 februari 1887 Brief van J. van Looy aan W. Kloos]

[21 februari 1887 Condoleance-kaartje van W. Gosler aan Mimi en Wouter]

[21 februari 1887 Gedicht van J. van Looy]

[21 februari 1887 Brief van A. van Collem aan Mimi]

[21 februari 1887 Brief van P.A.M. Boele van Hensbroek aan Mimi]

[22 februari 1887 Bericht in het Nieuws van den Dag]

[22 februari 1887 Bericht in het Algemeen Handelsblad]

[22 februari 1887 In memoriam-artikel in het Algemeen Handelsblad]

[22 februari 1887 Berichten in De Amsterdammer]

[22 februari 1887 Bericht in de Opregte Haarlemsche Courant]

[22 februari 1887 Overlijdensbericht in Het Vaderland]

[22 februari 1887 Brief van J.H. de Haas aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[22 februari 1887 Brief van A.W. Tresling aan Mimi]

[22 februari 1887 Brief van mevr. M. Wibaut-Berdenis van Berlekom aan J.J. Berdenis van Berlekom]

[22 februari 1887 Telegram van P.L. Tak aan F.M. Wibaut]

[22 februari 1887 Brief van F.P.J. Was aan Mimi]

[22 februari 1887 Brief van [?] Van Buuren en mevr. M. van Buuren-van Heutsz aan Mimi

[22 februari 1887 Brief van mevr G.A.G.P. Diest Lorgion-Van Hoëvell aan Mimi]

[22 februari 1887 Brief van J. Schippers aan Mimi]

[22 februari 1887 Brief van mevr. A.J.F. Clant van der Myll-Piepers aan Mimi]

[22 februari 1887 Herdenkingsartikel in De Echo]

[22 februari 1887 Bericht in het Utrechts Provinciaal en Stedelijk Dagblad]

[22 februari 1887 Bericht in de Goesche Courant]

[22 februari 1887 Bericht in het Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage]

[22 februari 1887 Bericht in The Times]

[22 februari 1887 Bericht in de Haagsche Courant]

[22 februari 1887 Overlijdensadvertentie in Het Vaderland]

[22 februari 1887 Advertentie in Het Nieuws van den Dag]

[22 februari 1887 Bericht in De Tijd]

[22 februari 1887 Overlijdensbericht in Het Vliegend Blad van Amsterdam]

[22 februari 1887 Overlijdensbericht in het Leidsch Dagblad]

[22 februari 1887 Bericht in De Avondpost]

[22 februari 1887 Herdenkingsartikel in de Middelburgsche Courant]

[22 februari 1887 Bericht in De Standaard]

[23 februari 1887 Herinneringen van F.M. Wibaut aan de crematie van Multatuli]

[23 februari 1887 Overlijdensbericht in de Leeuwarder Courant]

[23 februari 1887 Overlijdensbericht in de Schiedamsche Courant]

[23 februari 1887 Officieel bewijs van crematie]

[23 februari 1887 Herdenkingsartikel door F.M. Wibaut]

[23 februari 1887 Brief van A.S. Kok aan Mimi]

[23 februari 1887 Telegram van de Groninger Afdeeling van den Nederlandschen Bond voor Algemeen Kiesrecht aan Mimi]

[23 februari 1887 Brief van P.H. Ritter aan Mimi]

[23 februari 1887 Brief van mevr. M. Funke-Koning aan een harer zoons]

[23 februari 1887 Brief van het bestuur van ‘Nut en Genoegen’ aan Mimi]

[23 februari 1887 Brief van Q. Moggenstorn (?) aan Mimi]

[23 februari 1887 Briefkaart van W.L. Penning aan Mimi]

[23 februari 1887 Brief van F.P. Schuitemaker aan Mimi]

[23 februari 1887 In memoriam-artikel van H.J. Schimmel in de Delftsche Opmerker]

[23 februari 1887 Herinneringen van mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[23 februari 1887 Bericht in Het Nieuws van den Dag]

[24 februari 1887 Telegram van F. Smit Kleine aan Mimi]

[24 februari 1887 Brief van [?] Van der Ven aan Mimi]

[24 februari 1887 Bericht in Het Nieuws van den Dag]

[24 februari 1887 In memoriam-bericht in Jupiter (Batavia Indra)]

[24 februari 1887 Bericht in De Tijd]

[24 februari 1887 Bericht in het Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage]

[24 februari 1887 Bericht in de Zierikzeesche Nieuwsbode]

[24 februari 1887 Overlijdensbericht in le Journal de Bruxelles]

[24 februari 1887 Bericht in het Leidsch Dagblad]

[24 februari 1887 Bericht in Het Vliegend blad van Amsterdam]

[25 februari 1887 Ingezonden stuk van J. Zürcher in het Nieuws van den Dag]

[25 februari 1887 Brief van Mimi aan Marie Berdenis van Berlekom]

[25 februari 1887 Brief van J.W. Fabius en J.IJ. Havinga Portwijn aan Mimi]

[25 februari 1887 Ingezonden brief in De Portefeuille]

[25 februari 1887 Ingezonden stuk in het Bataviaash Handelsblad]

[25 februari 1887 Bericht in de Schiedamsche Courant]

[25 februari 1887 Bericht in het Leidsch Dagblad]

[26 februari 1887 In memoriam-artikel in Recht voor Allen]

[26 februari 1887 Brief van J.G. ten Bokkel aan Mimi]

[26 februari 1887 Brief van mevr. M. Breunissen Troost-Coenders]

[26 februari 1887 Brief van J.H. de Haas aan F.M. Wibaut]

[26 februari 1887 Brief van S. Gazan aan Mimi]

[26 februari 1887 Bericht in De Zeeuw]

[26 februari 1887 Redaktioneel herdenkingsartikel in De Indische Merkuur]

[26 februari 1887 In memoriam-artikel in de Nieuwe Zaansche Courant]

[26 februari 1887 In memoriam-artikel in het Groninger Weekblad]

[26 februari 1887 Herdenkingsartikel van C. Vosmaer in De Nederlandsche Spectator]

[26 februari 1887 Bericht in het Utrechts Provinciaal en Stedelijk Dagblad]

[26 februari 1887 Bericht in Het Vliegend blad van Amsterdam]

[26 februari 1887 Herdenkingsartikel in de Schiedamsche Courant]

[27 februari 1887 Herdenkingsartikel van T.H. de Beer in De Portefeuille]

[27 februari 1887 Overlijdensbericht in het Evangelisch Zondagsblad]

[27 februari 1887 Herdenkingsartikel in de Delftsche Courant]

[27 februari 1887 Herdenkingsartikel van Demophilus in De Vrije Pers]

[Eind februari 1887 Herdenkingsartikel van R. de Waal in Het Leeskabinet]

[27 februari 1887 Herdenkingsartikel in Argus]

[27 februari 1887 Brief van het bestuur van ‘De Unie’ aan Mimi]

[27 februari 1887 Brief van mevr. M. Wibaut-Berdenis van Berlekom aan Mimi]

[27 februari 1887 Artikel in het Algemeen Handelsblad]

[27 februari 1887 Herdenkingsartikel van K. Koorevaar in de Bredasche Courant]

[27 februari 1887 In Memoriam-artikel in Flandria]

[27 februari 1887 In Memoriam-artikel in De Zweep]

[27 februari 1887 Twee advertenties in De Portefeuille]

[27 februari 1887 Artikel van T.H. de Beer in De Portefeuille]

[27 februari 1887 Herdenkingsartikel van J. ten Brink in De Amsterdammer]

[27 februari 1887 Artikel in De Amsterdammer]

[27 februari 1887 Bericht in De Maasbode]

[27 februari 1887 Herdenkingsartikel in het Journal de Bruxelles]

[28 februari 1887 Brief van J. Pik aan Mimi]

[28 februari 1887 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[28 februari 1887 Artikel ‘Kroniek XII’ in De Avondpost]

[28 februari 1887 Herdenkingsartikel in de Haagsche Courant]

[28 februari 1887 Bericht in de Schiedamsche Courant]

[Eind februari 1887 Herdenkingsartikel van P.H. Ritter in Eigen Haard]

[Eind februari 1887 Herdenkingsartikel van C. de Paepe in La Société Nouvelle]

[1 maart 1887 Brief van J.H. de Haas aan F.M. Wibaut]

[1 maart 1887 Artikel van W. Gosler in De Leeswijzer]

[1 maart 1887 Artikel van S.E.W. Roorda van Eysinga in De Leeswijzer]

[1 maart 1887 Artikel van V. Bruinsma in het Nieuwe Schoolblad]

[1 maart 1887 Bericht in De Standaard]

[1 maart 1887 Telegrammen in het Nieuw Padangsch Handelsblad]

[2 maart 1887 Herdenkinsartikel over Multatuli in de Köllnische Zeitung]

[2 maart 1887 Briefkaart van J.A. Roessingh van Iterson aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[2 maart 1887 Brief van Mimi aan H.C. de Wolff]

[2 maart 1887 Brief van G.P. Rouffaer aan Mimi]

[2 maart 1887 Bericht in het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage]

[2 maart 1887 Kommentaar in het Bataviaasch Handelsblad]

[3 maart 1887 Herdenkingsartikel in Asmodée]

[4 maart 1887 Brief van Mimi aan C. Vosmaer]

[4 maart 1887 Brief van Mimi aan A.H.E. Douwes Dekker]

[4 maart 1887 Briefkaart van W.Ph. Scheuer aan Mimi]

[4 maart 1887 Artikel van J. Versluys in het Nieuwe Schoolblad]

[5 maart 1887 Herdenkingsartikel van J.W. van der Linden in De Hervorming]

[5 maart 1887 Overlijdensbericht in de Illustrierte Zeitung]

[5 maart 1887 Aanhef van een artikel van S.E.W. Roorda van Eysinga in het Groninger Weekblad]

[6 maart 1887 Brief van Mimi aan P.A.M. Boele van Hensbroek]

[6 maart 1887 Getekende bijdrage in het Bijvoegsel van de Amsterdammer]

[7 maart 1887 Brief van Mimi aan mevr. M.C. Funke-de Koning]

[7 maart 1887 Brief van Mimi en Annette Hamminck Schepel aan mevr. F. Faassen-Post]

[7 maart 1887 Brief van P.H. Ritter aan Mimi]

[7 maart 1887 Bericht in De Standaard]

[8 maart 1887 Advertentie van de firma Elsevier in de NRC]

[8 maart 1887 Koncept voor een brief van V. Bruinsma aan de Uitgeverij Elsevier]

[8 maart 1887 Brief van H.C. de Wolff aan V. Bruinsma]

[8 maart 1887 Brief van J.H. de Haas aan F.M. Wibaut.]

[8 maart 1887 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[9 maart 1887 Brief van Mimi aan P.H. Ritter]

[10 maart 1887 Brief van Mimi aan V. Bruinsma]

[10 maart 1887 Brief van D. Post aan de uitgeverij Elsevier te Rotterdam]

[10 maart 1887 Brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan J.A. Roessingh van Iterson]

[10 maart 1887 Brief van J.M. Haspels aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[10 maart 1887 Boedelbeschrijving door notaris Carl Wolf]

[10 maart 1887 Bericht van C. Vosmaer in De Nederlaandsche Spectator]

[10 maart 1877 Circulaire betreffende een gevelsteen]

[10 maart 1887 Brief van J. van Santen Kolff aan Mimi]

[11 maart 1887 Brief van Mimi aan C. Vosmaer]

[11 maart 1887 Brief van Mimi aan V. Bruinsma]

[11 maart 1887 Brief van Jan C. de Vos aan Mimi]

[12 maart 1887 Brief van D. Post aan de Uitgeverij Elsevier te Rotterdam]

[12 maart 1887 Brief van Mimi aan J. van Santen Kolff]

[12 maart 1887 Artikel in Argus]

[12 maart 1887 Artikel in de Sumatra-Courant]

[12 maart 1887 Artikel van verweer door T.H. de Beer in De Portefeuille]

[13 maart 1887 Ingezonden brief van V. Bruinsma in de NRC]

[13 maart 1887 Brief van Henriëtte Dupont aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[13 maart 1887 Brief van H.C. Muller aan N. de Roever en W.R. Veder]

[14 maart 1887 Ingezonden brief van V. Bruinsma in het Algemeen Handelsblad]

[15 maart 1887 Ingezonden brief van V. Bruinsma in De Nederlandsche Spectator]

[15 maart 1887 Bericht over een gedenksteen in Het Nieuws van den Dag]

[maart 1887 Brief van de Rederijkers-kamer Gysbert Japicx aan Mimi]

[15 maart 1887 Redaktionele mededelingen in De Dageraad]

[15 maart 1887 Herdenkingsartikel van H.C. Muller in De Dageraad]

[15 maart 1887 Artikel van J.J. van Laar in De Dageraad]

[15 maart 1887 Artikel van H. de Vries in De Dageraad]

[15 maart 1887 Artikel van Marie Berdenis van Berlekom in De Dageraad]

[15 maart 1887 Artikel van C. v.d. Zeyde in De Dageraad]

[15 maart 1887 Gedicht van H. Cosman in De Dageraad]

[15 maart 1887 Artikel van H.F.A. Peijpers in De Dageraad]

[15 maart 1887 Artikel, ingeleid door P. Westra in De Dageraad]

[15 maart 1887 Artikel J. Winkler Prins in De Leeswijzer]

[15 maart 1887 Drie advertenties in De Leeswijzer]

[16 maart 1887 Brief van Mimi aan P.A. Tiele]

[16 maart 1887 Brief van J.A. Roessingh van Iterson aan V. Bruinsma en echtgenote]

[16 maart 1887 Herdenkingsartikel in De West-Indiër]

[16 maart 1887 Bericht over een huldeblijk voor Multatuli in de NRC]

[16 maart 1887 Brief van F.M. Wibaut aan N.C. de Roever]

[17 maart 1887 Brief van Mimi aan mevr. M. Funke-de Koning]

[17 maart 1887 Ingezonden brief in De Amsterdammer]

[17 maart 1887 Bericht in de Kamper Courant]

[18 maart 1887 Kaartje met geldelijke toezegging van mevr. A.H. Jacobs]

[19 maart 1887 Bericht in The Athenaeum]

[19 maart 1887 Bericht in De Nederlandsche Spectator]

[19 maart 1887 Brief van Mimi aan D.R. Mansholt]

[19 maart 1887 Ingezonden Brief van J. Wiersma in De Hervorming]

[19 maart 1887 Bericht in de Sumatra-Courant]

[19 maart 1887 Brief van Mimi aan A.H.E. Douwes Dekker]

[maart 1887 Herdenkingsartikel van J.N. van Hall in De Gids]

[20 maart 1887 Brief van Mimi aan J.F. Snelleman]

[20 maart 1887 Brief van L.E. Gerdessen aan Mimi]

[20 maart 1887 Briefkaart van F. van Eeden aan N.C. de Roever]

[21 maart 1887 Brief van W. Pik aan Mimi]

[wsch. 21 maart 1887 Brief van Mimi aan J.F. Snelleman]

[22 maart 1887 Brief van J.A. Roessingh van Iterson aan D.J. Korteweg en echtgenote]

[23 maart 1887 Brief van H.C. de Wolff aan N.C. de Roever en W.R. Veder]

[24 maart 1887 Brief van J. Waltman aan Mimi]

[24 maart 1887 Herdenkingsartikel in het Soerabaiaasch Handelsblad van G.J.P. de la Valette]

[24 maart 1887 Brief van de fa. Guillot en Smit aan N.C. de Roever]

[26 maart 1887 Brief van mevr. C. Schuitemaker aan Mimi]

[26 maart 1887 Herdenkingsartikel in The Athenaeum]

[26 maart 1887 Artikel van S.E.W. Roorda van Eysinga in het Groninger Weekblad]

[Voorjaar 1887 Dagboekaantekeningen van Mimi]

[27 maart 1887 Brief van J.A. Roessingh van Iterson aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[27 maart 1887 Ingezonden stuk in De Amsterdammer]

[27 maart 1887 Redaktioneel kommentaar in het Algemeen Handelsblad]

[28 maart 1887 Briefkaart van Mimi aan J.F. Snelleman]

[28 maart 1887 Brief van een Multatuli Huldeblijk-commissie aan V. Bruinsma]

[31 maart 1887 Bericht in de Sumatra-Courant]

[Eind maart 1887 Brief van Mimi aan C. Vosmaer]

[1 april 1887 Artikel in De Leeswijzer]

[1 april 1887 Beschouwing van J. Versluys in Het Nieuwe Schoolblad]

[1 april 1887 Lijst van de ontvangers der circulaire inzake de gevelsteen]

[2 april 1887 Herdenkingsartikel in De Telefoon]

[4 april 1887 Brief van W.A. Baron van Haersolte aan Mimi]

[6 april 1887 Brief van H. de Vries aan Mimi]

[8 april 1887 Bericht in de NRC]

[9 april 1887 Brief van Mimi aan F. Smit Kleine]

[11 april 1887 Briefkaart van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[11 april 1887 Brief van Mimi aan C. Vosmaer]

[11 april 1887 Brief van Mimi aan J.H. de Haas en echtgenote]

[12 april 1887 Voorwoord van Onafgewerkte blaadjes gevonden op Multatuli's schryftafel]

[15 april 1887 Brief van Mimi aan mevr. M.C. Funke-de Koning]

[16 april 1887 Ingezonden brief in het Groninger Weekblad]

[16 april 1887 Ingezonden brief van J.W. van der Linden in De Hervorming]

[19 april 1887 Ingezonden brief in het Groninger Weekblad]

[22 april 1887 Brief van F. van Eeden aan W. Kloos]

[26 april 1887 Brief van Mimi aan mevr. M.C. Funke-de Koning]

[27 april 1887 Briefkaart van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[30 april 1887 Brief van J.A. Roessingh van Iterson aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[30 april 1887 Brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan J.A. Roessingh van Iterson]

[april 1887 Artikel van R.A. Kollewijn in Vragen van den Dag]

[april 1887 In Memoriam van H. Blink in Vragen van den Dag]

[Eind april 1887 Aantekeningen van W.R. Veder]

[3 mei 1887 Brief van C. Vosmaer aan F. Smit Kleine]

[3 mei 1887 Brief van Mimi aan Marie Berdenis van Berlekom]

[3 mei 1887 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[6 mei 1887 Brief van Mimi aan J.H. de Haas]

[7 mei 1887 Advertentie in De Portefeuille]

[9 mei 1887 Brief van F. van Eeden aan W. Kloos]

[11 mei 1887 Brief van A.C. Kruseman aan F. Smit Kleine]

[12 mei 1887 Bericht in de NRC]

[13 mei 1887 Brief van Mimi aan F.M. Wibaut]

[14 mei 1887 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[15 mei 1887 Herdenkingsartikel van J. ten Brink in De Indische Gids]

[15 mei 1887 Brief van Mimi aan F. Smit Kleine]

[17 mei 1887 Brief van mevr. A.J.F. Clant van der Myll-Piepers aan Mimi]

[18 mei 1887 Brief van J.J. van Laar aan Mimi]

[19 mei 1887 Brief van D.J. Korteweg aan Mimi]

[25 mei 1887 Brief van Mimi aan D.J. Korteweg]

[28 mei 1887 Briefkaart van C. Vosmaer aan F. Smit Kleine]

[Eind mei 1887 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[31 mei 1887 Brief van Mimi aan Wouter]

[2 juni 1887 Reeks essays van H.J. Polak in de NRC]

[3 juni 1887 Brief van F.P.J. Was aan Mimi]

[4 juni 1887 Briefkaart van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[5 juni 1887 Brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan H.J. Polak]

[5 juni 1887 Brief van H.J. Polak aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[6 juni 1887 Briefkaart van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas- Hanau]

[7 juni 1887 Briefkaart van Mimi aan J.F. Snelleman]

[9 juni 1887 Brief van H. Hussem aan Mimi]

[9 juni 1887 Brief van J.J. Janssen Schollmann aan J.H. de Haas]

[Omstr. 10 juni 1887 Herdenkingsartikel van F. van Eeden in De Nieuwe Gids]

[11 juni 1887 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[12 juni 1887 Brief van C.Th. van Deventer aan een onbekende]

[12 juni 1887 Brief van Mimi aan Marie Berdenis van Berlekom]

[13 juni 1887 Brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan Mimi]

[14 juni 1887 Brief van Mimi aan A.H.E. Douwes Dekker]

[15 juni 1887 Herdenkingsartikel in De Lantaarn]

[15 juni 1887 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[15 juni 1887 Herdenkingsartikel van J.W. Spin in De Leeswijzer]

[18 juni 1887 Briefkaart van N. Braunius Oeberius aan J.H. de Haas en echtenote]

[6 juli 1887 Artikel van Van den Brandt in Recht voor Allen]

[13 juli 1887 Brief van Mimi aan P.H. Ritter]

[1887 Herdenkingsartikel van F. Smit Kleine in Die Nation]

[25 juli 1887 Brief van Mimi aan F. Smit Kleine]

[25 juli 1887 Artikel van S.E.W. Roorda van Eysinga in Recht voor Allen]

[6 augustus 1887 Bericht in De Nederlandsche Spectator.]

[17 augustus 1887 Briefkaart van Edu aan de redaktie van het Nieuws van den Dag]

[25 augustus 1887 Brief van Edu aan Sietske Abrahamsz]

[28 augustus 1887 Brief van Mimi aan het echtpaar de Haas]

[29 augustus 1887 Brief van Mimi aan Edu]

[30 augustus 1887 Brief van Sietske Abrahamsz aan Edu]

[Omstr. 15 november 1887 Lijst van intekenaren voor de gedenksteen]

[Omstr. 15 november 1887 Circulaire over de gedenksteen]

[14 december 1887 Bericht over de gevelsteen in het Algemeen Handelsblad]

[16 december 1887 Bericht over de gevelsteen in Het Nieuws van den Dag]

[23 december 1887 Bericht over de aankoop van het huis in Nieder-Ingelheim in de NRC]

[Omstr. 24 december 1887 Bericht over een comité tot de aankoop van het huis in Nieder-Ingelheim in de Arnhemsche Courant]

[24 december 1887 Bericht over de aankoop van het huis in Nieder-Ingelheim in De Amsterdammer]

Nagekomen brieven en dokumenten 1839-1870

Nagekomen brieven en dokumenten

[1839-1842 Herinneringen van A.P. Godon]

[27 september 1839 Brief van W. Douwes Dekker aan C. Abrahamsz-Douwes Dekker]

[Omstr. 1840 Berijming door E. Douwes Dekker van een sprookje van Grimm]

[22 mei 1841 Brief van E. Douwes Dekker aan J.H. Scholten]

[27 juli 1841 Brief van E. Douwes Dekker aan J.H. Scholten]

[21 augustus 1841 Brief van M. Wessels aan J.H. Scholten]

[17 april 1842 Brief van P. Bleeker aan A.C. Kruseman]

[10 augustus 1842 Brief van E. Douwes Dekker aan H.J. Huskus Koopman]

[juni 1843 Gedicht van E. Douwes Dekker]

[3 augustus 1845 Gedicht van E. Douwes Dekker]

[Fragmenten uit de autobiografie van C. Abrahamsz]

[4 september 1847 Brief van P. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman]

[8 oktober 1849 Beantwoording van vraagpunten, mogelijk door E. Douwes Dekker, inzake nieuw strafrecht voor Nederlands-Indië]

[23 oktober 1851 Brief van P. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman]

[17 oktober 1852 Machtiging van J. van Heeckeren Brandsenburg aan E. Douwes Dekker]

[25 december 1852 Brief van E. Douwes Dekker en Tine aan P. Douwes Dekker]

[30 december 1852 Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker en echtgenote]

[8 januari 1853 Brief van E. Douwes Dekker aan mevr. A. van de Velde-Douwes Dekker]

[16 januari 1853 Brief van E. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman]

[18 januari 1853 Brief van E. Douwes Dekker en Tine aan P. Douwes Dekker en echtgenote]

[12 februari 1853 Brief van Tine aan mevr. A. van de Velde-Douwes Dekker]

[27 februari 1853 Brief van E. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman]

[9 maart 1853 Brief van E. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman]

[14 maart 1853 Brief van E. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman]

[22 maart 1853 Brief van Tine aan mevr. A. van de Velde-Douwes Dekker]

[16 mei 1853 Brief van Tine aan mevr. A. van de Velde-Douwes Dekker]

[21 mei 1853 Brief van E.H. Kol aan J. van Heeckeren Brandsenburg]

[25 mei 1853 Brief van E. Douwes Dekker aan E.H. Kol]

[2 juli 1853 Brief van E. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman]

[8 juli 1853 Brief van Tine aan mevr. A. van de Velde-Douwes Dekker]

[21 juli 1853 Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker]

[26 juli 1853 Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker]

[1 augustus 1853 Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker]

[2 augustus 1853 Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker]

[7 augustus 1853 Brief van J. van Heeckeren Brandsenburg aan E.H. Kol]

[15 september 1853 Brief van Tine aan mevr. A. van de Velde-Douwes Dekker]

[15 oktober 1853 Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker]

[6 januari 1854 Brief van E. Douwes Dekker aan mevr. M. van de Velde-Douwes Dekker]

[7 januari 1854 Brief van J. Douwes Dekker aan L.W.C. Keuchenius]

[9 januari 1854 Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker]

[21 april 1854 Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker]

[18 juni 1854 Brief van Tine aan mevr. A. van de Velde-Douwes Dekker]

[30 juni 1854 Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker]

[1 juli 1854 Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker]

[26 december 1854 Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker]

[29 december 1854 Koncept voor een brief van P. Douwes Dekker aan E. Douwes Dekker]

[6 februari 1855 Brief van Tine aan P. Douwes Dekker en mevr. M. Douwes Dekker-Abrahamsz]

[23 februari 1855 Koncept voor een brief van P. Douwes Dekker aan E. Douwes Dekker]

[6 maart 1855 Brief van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker]

[12 maart 1855 Koncept voor een brief van P. Douwes Dekker aan E. Douwes Dekker]

[17 mei 1855 Telegram van E. Douwes Dekker aan P. Douwes Dekker]

[17 mei 1855 Koncept voor een brief van P. Douwes Dekker aan E. Douwes Dekker]

[31 oktober 1855 Brief van de Directeur Generaal aan E. Douwes Dekker]

[16 februari 1856 Geheim besluit van A.J. Duymaer van Twist]

[2 april 1857 Akte van Borgtocht]

[2 januari 1858 Brief van C. Abrahamsz jr. aan mevr. A. Van de Velde-Douwes Dekker]

[9 juni 1859 Brief van P. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman]

[21 april 1860 Brief van P. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman]

[29 mei 1860 Brief van P. Douwes Dekker aan A.C. Kruseman]

[24 november 1860 Bericht in de Algemeene Konst- en Letterbode]

[Begin maart 1861 Gedicht van R.C. d'Ablaing van Giessenburg]

[4 juni 1861 Brief van J. Douwes Dekker aan mevr. A. van de Velde-Douwes Dekker]

[1 juli 1861 Bespreking van Max Havelaar in Annuaire des deux Mondes]

[18 januari 1862 Brief van Multatuli aan de firma Broese]

[28 januari 1862 Tekst van Multatuli]

[30 januari 1862 Brief van J. van Lennep aan Multatuli]

[4 februari 1862 Brief van A. Veder aan J. van Lennep]

[4 februari 1862 Feuilleton van G. Broens jr. in het Nieuw Amsterdamsch Handels- en Effectenblad]

[7 februari 1882 Feuilleton van G. Broens jr. in het Nieuw Amsterdamsch Handels- en Effectenblad]

[22 februari 1862 Advertentie van Multatuli in het Nieuw Amsterdamsch Handels- en Effectenblad]

[22 februari 1862 Verslag van een voordracht door Multatuli in het Nieuw Amsterdamsch Handels- en Effectenblad]

[8 maart 1862 Verslag van de tweede voordracht van Multatuli in het Nieuw Amsterdamsch Handels-en Effectenblad]

[Voorjaar 1862 Bewaard gebleven envelop van een brief van Multatuli aan Mimi]

[21 april 1862 Verslag van de laatste voordracht van Multatuli in het Nieuw Amsterdamsch Handels- en Effectenblad]

[Ongev. 18 mei 1862 Brief van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg]

[Omstr. 1862 Bericht van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg]

[1862 Brieven van Multatuli aan de lezers der Ideeën]

[23 juni 1862 Bericht in het Nieuw Amsterdamsch Handels- en Effectenblad]

[7 augustus 1862 Advertentie in het Nieuw Amsterdamsch Handels-en Effectenblad]

[Eind september 1862 Opdracht van Multatuli aan Richard Hol]

[20 oktober 1862 Advertentie in het Nieuw Amsterdamsch Handels-en Effectenblad]

[Omstr. januari 1863 Brief van Multatuli aan Tine]

[11 april 1863 Advertentie in het Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage]

[11 april 1863 Hoofdakte van Mimi]

[18 juli 1863 Brief van Th. Abrahamsz aan een onbekende]

[1863 Brief van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg]

[7 september 1863 Brief van Multatuli aan Mimi]

[Ongev. 20 februari 1864 Brief van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg]

[Omstr. 22 maart 1864 Brief van Multatuli aan een onbekende]

[16 juni 1864 Brieffragment van Multatuli aan Mimi]

[13 juli 1864 Toegangskaartje voor een lezing van Multatuli]

[Wsch. 14 juli 1864 Kladberekeningen door R.C. d'Ablaing van Giessenburg]

[Omstr. september 1864 Brief van Multatuli aan Mimi]

[1 oktober 1864 Vertaling door Multatuli van zijn bijdrage aan het Congres der internationale vereeniging tot bevordering der Sociale Wetenschappen]

[1 oktober 1864 Herinneringen van F. Domela Nieuwenhuis]

[20 januari 1865 Aankondiging in het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad]

[20 januari 1865 Recensie in De Rotterdamsche Courant]

[21 januari 1865 Aankondiging van De Bruid Daarboven]

[25 januari 1865 Bericht in het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad]

[26 januari 1865 Bericht in Vox Studiosorum]

[30 januari 1865 Recensie in het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad]

[Omstr. febr. 1865 Aantekening van R.C. d'Ablaing van Giessenburg]

[3 maart 1865 Ingezonden brief van Marie Anderson in De Dageraad]

[Omstr. april 1865 Brief van N. Braunius Oeberius aan Multatuli]

[11 mei 1865 Artikel in Asmodée]

[oktober 1865 Korrespondentie van Multatuli, afgedrukt op het omslag van zijn brochure Aan het Volk van Nederland]

[november 1865 Opdracht van Multatuli in de Bloemlezing van 1865]

[november 1865 Opdracht van Multatuli in de Bloemlezing van 1865]

[november 1865 Opdracht van Multatuli in de Bloemlezing van 1865]

[november 1865 Opdracht van Multatuli in de Bloemlezing van 1865]

[1 december 1865 Herinneringen van Sietske Abrahamsz]

[26 januari 1866 Envelop van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg]

[29 oktober 1866 Brief van Tine aan mevr. S. Omboni-Etzerodt]

[26 januari 1867 Tien kwitanties, getekend door Tine]

[5 februari 1867 Brief van mevr. J. Etzerodt-van Vloten aan A.C. Kruseman]

[16 februari 1867 Brief van mevr. J. Etzerodt-van Vloten aan A.C. Kruseman]

[2 maart 1867 Brief van mevr. J. Etzerodt-van Vloten aan A.C. Kruseman]

[april 1867 Brief van A.C. Kruseman aan E.J. Potgieter]

[25 juni 1867 Brief van mevr. J. Etzerodt-van Vloten aan de heer en mevr. Kruseman]

[augustus 1867 Brief van Multatuli aan M. Rooses]

[Omstr. september 1867 Kladversie van onbekende gedeelten uit Vorstenschool]

[oktober 1867 Verslag door Lucien Jottrand in de Revue Trimestrielle]

[4 december 1867 Brief van de minister van Binnenlandse Zaken aan de Procureur-Generaal van het Provinciaal Gerechtshof in Noord-Holland]

[10 december 1867 Brief van de Procureur-Generaal in Noord-Holland aan de Minister van Justitie ad interim]

[25 maart 1868 Brief van het Ministerie van Koloniën aan Multatuli]

[30 maart 1868 Brief van Multatuli aan F.C. Donders]

[11 juni 1868 Recensie in The Scotsman]

[31 oktober 1868 Bericht in de Sneeker Courant]

[6 november 1868 Brief van Multatuli aan S.R. van der Ley]

[12 november 1868 Brief van Multatuli aan S.R. van der Ley]

[26 november 1868 Brief van Multatuli aan S.R. van der Ley]

[8 december 1868 Multatuli wordt erelid van Gijsbert Japicx]

[12 december 1868 Bericht in de Sneeker Courant]

[19 december 1868 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé]

[6 maart 1869 Tekst van een voordracht door Multatuli]

[5 mei 1869 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé]

[29 juli 1869 Brief van jhr F.A. Hartsen aan de firma Enschedé]

[30 juli 1869 Brief van de firma Enschedé aan Multatuli]

[2 augustus 1869 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé]

[3 augustus 1869 Brief van de firma Enschedé aan Multatuli]

[5 augustus 1869 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé]

[13 augustus 1869 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé]

[12 september 1869 Brief van A. Buijs aan de firma Enschedé]

[14 oktober 1869 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé]

[29 december 1869 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé]

[13 januari 1870 Brief van de firma Enschedé aan Multatuli]

[18 januari 1870 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé]

[maart 1870 Brieffragment van Multatuli aan een onbekende]

[6 september 1870 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé]

[6 september 1870 Manuskript van een bijdrage ‘Van den Rijn’ bestemd voor de Opregte Haarlemsche Courant]

[9 september 1870 Brief van de firma Enschedé aan Multatuli]

[oktober 1870 Brieffragment van Multatuli aan J. Houwink]

[Omstr. 1870 Door Multatuli opgestelde lijst van 81 woorden waarin de o de enige klinker is]

[Omstr. 26 oktober 1870 Brief van Multatuli aan T. Bokma]

[Omstr. 1870 Aantekeningen in het Memoriaal]

Biografische aantekeningen


[27 februari 1887
Artikel in het Algemeen Handelsblad]

27 februari 1887

Herdenkingsartikel in het Algemeen Handelsblad, Zondagsbijvoegsel. (fotokopie M.M.). Fragmenten.

Multatuli.


Rien ne vit que par le style, [1.] Rien ne vit enz: Iets leeft pas door zijn stijl (fr.)
St. Beuve.

Het valt moeilijk thans - meer dan een kwart eeuw na het verschijnen van den Max Havelaar - zich een eenigszins juiste voorstelling te vormen van den indruk, dien dit machtige boek op de Nederlanders dier dagen maakte.

Het Indië, dat nu, dank Atjeh-oorlog en suikercrisis, offer na offer vraagt aan het moederland, was toen nog het ‘prachtige rijk van Insulinde, zich slingerend om den evenaar als een gordel van Smaragd!’..., of prozaïscher maar juister: de kurk, waarop Nederland dreef, het land waar men op de bonne fooi henen toog om als suikerlord terug te keeren. Het Nederland dier dagen, voor zoover het niet opging in de moderne theologie, kibbelde wel over vrijen arbeid en staatskultures, maar was toch één in het bewonderen van 't batig slot en van de wijze, waarop men voor de belangen der Javanen zorgde. - En de letterkunde was aan het uitblazen. Geel, Hildebrand en Klikspaan, Potgieter en Bakhuizen van den Brink hadden hun landgenooten op hunne wijze eens flink onder handen genomen, maar schenen uitgepraat.

Te midden van die kalme zelfgenoegzaamheid viel plotseling dat bliksemende woord, dat een rilling deed gaan door den lande, gelijk in de Tweede Kamer verklaard werd.

Het boek boeide niet, het betooverde. Ik wil gelezen worden, schreef hij, en hij werd gelezen. Wie er eens het oog had ingeslagen werd vastgepakt en meêgevoerd. Gelijk Donato [2.] Donato: destijds bekend hypnotiseur/kwakzalver. heerschte over zijne ‘gevoelige sujetten’, zoo ook heerschte de schrijver over zijn lezers. Hij liet ze lachen om zijn Droogstoppel, weenen bij zijn Saïdjah, hij bracht ze in verrukking door de aanspraak tot de hoofden van Lebak en deed ze in heilige verontwaardiging dat lied zingen, waarmede Europa zijn boek zou beantwoorden als Nederland doof bleef: ‘er ligt een roofstaat aan de zee tusschen Oost-Friesland en de Schelde!’

Maar al betooverde hij zijne landgenooten, ze te bezielen vermocht hij niet. Bewondering, die hij niet vroeg, werd ruimschoots zijn deel; maar de daden, waarom hij smeekte, bleven achterwege.

De ‘vrijarbeiders’ vroegen wel of hij dienst wilde nemen in hunne gelederen; maar dat was niet de zaak, waarvoor hij streed, waaraan hij zijn loopbaan had geofferd.

Het is, schrijft hij, de vraag niet - nu althans niet, later zal 't misschien de vraag worden - of de Javaan behoort koffie te planten op last van een beambte (kultuurstelsel) of tengevolge eener overeenkomst tusschen particulieren en inlandsche hoofden; noch zelfs, of hij dit doe rechtstreeks uit eigen wil (vrije arbeid). De vraag is, of hij moet beroofd worden van zijn eigendom... of hij behoorlijk moet worden betaald voor zijn arbeid.

Maar dit vonden de Indische specialiteiten op hunne beurt nu de vraag niet en toen Multatuli maar niet ophield met roepen, dat de Javaan mishandeld en uitgezogen werd, trachtten zij hem dood te zwijgen.

Maar zij hadden hierin gerekend buiten de vruchtbaarheid en het talent van den oud-assistent-resident van Lebak. Hoe langer zij zwegen, hoe krachtiger en doordringender werd zijne stem. De miskenning, die hij zeide te ondervinden, de stoffelijke zorgen, die waren voortgevloeid uit zijn optreden in Lebak, scherpten de pijlen en gaven nieuwe veerkracht aan de pees, die ze voortjoeg. Geestiger en bitterder satire dan zijn Minnebrieven bevatten, werd wel nooit in onze taal geschreven.

De Minnebrieven zijn veel minder bekend dan de Max Havelaar, hoewel zij stukken bevatten, die in fijnheid van uitdrukking en in vlucht van verbeelding hun weerga nog moeten vinden.

‘De Minnebrieven, zegt mr C. Vosmaer in zijn studiën over Multatuli's werken, zijn een vonkelend vuurwerk van vernuft en geest; ze zijn de samenspreking van den dichter met zijn inspiratie, zijn verbeelding, zijn Muze; de botsing van het ideaal en de werkelijkheid; de worsteling van 't genie, dat vorm wil geven aan de wolkgestalte der Fancy; de door Plato geschilderde eenheid van Eros en Poëzie; de liefste streeling, de stoutste satire, de ruwste wanhoop, tot den grijns der naderende krankzinnigheid.

‘Voor mij is dit betooverende gedicht een van de schoonsten van Multatuli. De macht van den kunstenaar over het woord is er groot, maar grootscher noch de vormkracht en de reine, edele, schoone inhoud der ziel waarin deze gestalten en ideeën ontvangen zijn.’

Multatuli's weelderige fantazie heeft in dit stuk vorm en gestalte gekregen in Fancy. Zij, de muze, steunt en inspireert hem, zij gaf hem eerst den wil, dan de kracht en de overwinning in 't eind. (....)

Maar niet alleen in beeldspraak, ook met feiten en in cijfers herhaalt Multatuli het Havelaar-thema: de Javaan wordt mishandeld. De geschiedenis van den gestolen buffel, zoo treffend in de Max-Havelaar verhaald, wordt hier nog eens verteld, maar nu in cijfers. Waar hij tevergeefs bij het hart aanklopte, hoopt hij thans bij het hoofd gehoor te krijgen; maar ook ditmaal volgt er tegenspraak noch instemming. Nederland zweeg en is blijven zwijgen, en het eenige gevolg van Multatuli's edelmoedig pogen is, dat op 't oogenblik vele ambtenaren uit persoonlijke overtuiging zijn voetstappen drukken.

De zelfde snaar uit de Minnebrieven trilt ook nog in zijn ‘Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb’, maar in zijn Ideeën treedt Indië meer op den achtergrond.

Een denkbeeld van zijn Ideeën te geven is niet alleen zeer bezwaarlijk, maar mag overbodig heeten, daar een ieder, zoo niet alle bundels, dan toch brokstukken daarvan zal hebben gelezen. De geheele wereld brengt hij voor het voetlicht. Hij neemt zijn stof, waar hij deze vindt. Niets is hem te gering en niets te ver of te hoog. Microscoop en telescoop hanteert hij met hetzelfde bewonderenswaardige talent.

Als ge zijn Ideeën leest moet ge steeds op uw hoede zijn, want vlugger dan de voet van de gems is zijn geest. Origineel in de hoogste mate, en zoowel in keuze als uitdrukking, verrast hij u telkens met zaken, die ge wel meer gezien hebt, maar nooit op die wijze.

Zijn streven verloochent hij echter nooit. Hij zoekt naar waarheid en durft haar bij den naam te noemen. Hij noemt un chat un chat et Rolin un fripon [3.] un chat un chat enz: ‘een kat een kat en Rolin een schurk noemen’ (fr.) uitdrukking voor ‘het beestje bij de naam noemen’; naar Boileau, Satire I, vers 52.. Hij is oprecht tot het uiterste. Dat menschen en zaken soms zoo klein schijnen in zijne handen, ligt aan den absoluten maatstaf, dien hij gewoon is aan te leggen. Van alles krabt hij het vernis en de verf af om de grondstof der dingen te onderzoeken. Dit krabben wordt soms bijna een tic. Modedeugden, fatsoen, deftigheden worden onbarmhartig door hem gegeeseld.

Niet tevreden de stokpaardjes zijner landgenooten te breken, slaat hij ze nog met den ‘eenige poot’ op de knokkels. Op de heilige huisjes schildert hij caricaturen, die de schijnheiligheid in een paar trekken aan het licht brengen. En daarnaast phantaseert en dicht hij, alsof 't leven slechts bloemen bood en geeft hij heerlijke parabelen en verhaaltjes, gelijk dat van de brik La Sante Vierge, dat alleen reeds den letterkundigen naam van een schrijver zou kunnen maken.

De oudere lezers vonden in zijne ideeën over 't algemeen een verderfelijke strekking. Zij lazen hem slecht en begrepen hem dientengevolge meestal verkeerd. Maar Multatuli werd schadeloos gesteld door het jonge geslacht. In de hoogste klassen van burgerschool en gymnasium begon men hem te lezen en vóór men een jaar student was, dweepte men niet minder met zijne ideeën dan met zijn eenigen stijl.

En geen wonder: jonge, edelmoedige naturen, vol illusie en wils-kracht, konden niet anders dan aangetrokken worden door dien idealist, die met een daad (de Havelaar-zaak) was begonnen en dus toonde dat het hem ernst was.

Daarbij werkte het onderwijs en vooral het middelbaar onderwijs deze Multatulivereering eenigszins in de hand. De burgerscholen zorgden voor stortbaden van exacte wetenschappen. Het ‘tweemaal twee is vier en wat daar buiten ligt is uit den booze’ zette zich vast in de hersencellen van het opkomend geslacht en de dominee verloor in dezelfde mate terrein als de leeraren het wonnen. En toen dan ook Multatuli kwam, die hoofd en hart beide bevredigde, die de mathesis huwde aan poëzie en een geheel moderne levensbeschouwing bouwde op het nooit volprezen tweemaal twee is vier, toen vielen honderden jonge mannen hem plotseling bij en schaarden zich vrijwillig onder zijn vaandel.

Daar is toen indertijd menig hard woord gesproken tusschen vaders en zonen. En van menig komisch, maar ook van menig tragisch tafreel zouden wij hier kunnen verhalen.

Doch hoe dit zij, zijn invloed was ontzaglijk groot (....)

Toch is Multatuli niet meer de radicale man bij uitnemendheid. De jonge letterkundige bent is hem onder het roepen van: ‘dankbaar maar niet voldaan’ voorbij gedraafd, en de sociaal-democraten, die gaarne met Multatuli coquetteerden, kregen nog onlangs de boodschap, dat hij niets met hen te maken wilde hebben.

Sommigen meenden, dat Multatuli zich daarin ongelijk is geworden. Niets is minder waar. De oorzaak ligt ook hier, dat men hem slecht of slechts ten deele gelezen heeft. Anders zou men weten dat vele zijner leerstukken niet letterlijk moeten worden opgevat, maar veeleer als gelijkenissen willen beschouwd worden.

Een voorbeeld uit Een en ander, waar hij het koningschap aanroert en woorden schrijft, die uit de pen van den ‘verlichten despootvereerder’ gevloeid schijnen:

‘Er is een verzamelingspunt noodig, iemand, die de vaan opsteekt, iemand die voorgaat, een Hendrik de Vierde, wiens witte panache den weg wees ter overwinning. Ja, de wapperende vederbos van een koning, niet de gepluimde slaapmutsen van geachte leden!’

Dat boekje: Een en ander over Pruisen en Nederland, dat in 1866 het licht zag, behoort tot de beste polemische geschriften onzer eeuw. De ‘breedgerande’ brochure van den oud-minister Bosscha, die zijn Pruisenvreezende landgenooten wilde ‘bemoedigen en opwekken’, werd daarin doorboord met pijlen zoo scherp en fijn, dat ze ontleend schijnen aan den koker van den geestigste der Fransche pamflettisten. (....)

Merkwaardig is dat talent om met een enkel voor- of achtervoegsel een geheele reeks van denkbeelden aan te duiden, gelijk in dat leeuwerig, waarin hij onze nationale snoeverij hekelt of in het beministerd, dat hij als adjectief toevoegde aan onzen koning, of in zijn buitenissigheden, enz. enz.

Het boek, waarin Multatuli zich het beminnelijkst toont, is zijn Millioenenstudiën, geschreven te Wiesbaden, ver van Hollandsche ergenissen. Daarin wordt de roede nu eens rust gegund en treedt de schalk op den voorgrond.

Het is een heerlijk boek, vol luim, cijfers en poëzie, dat u o.a. een kijkje geeft in de speelzaal en in de harten der spelers van weleer. Ook aan het tooneel heeft Multatuli zijne krachten gewijd. Zijn Vorstenschool is een vorstelijk gedicht, eenvoudig en grootsch, vol verheven gedachten en fijne gevoelens. 't Ware te wenschen, dat, naar aanleiding van 's schrijvers dood, het stuk nog eens wierd opgevoerd. Goed vertolkt moet het opgang maken.

Ten slotte nog een woord over Woutertje Pieterse. Ja, eigenlijk hadden we daarmede moeten beginnen of, nog beter, daaraan dit geheele opstel moeten wijden; want zij, die na ons komen, zullen dit wellicht zijn meesterwerk noemen.

‘De lotgevallen van een mensch-exemplaartje’, noemt de schrijver het met te groote bescheidenheid, want de geschiedschrijvers zullen er uit putten als zij de Nederlandsche toestanden in de eerste helft onzer eeuw in beeld gaan brengen. Maar hoofdzaak, dat is waar, is Woutertje, het jonge, verlangende zieltje vol liefde en poëzie, dat het toeval tot kind gaf aan een burgerlijke, kortzichtige, triviale moeder. De analyse van dat zieltje, de schildering van de toestanden, waarin het komt, is eenig.

‘Om Woutertje Pieterse te kunnen schrijven en zoo te schrijven - zegt Huët - moet men in den hoogste graad de gaaf bezitten buiten zichzelf te treden; van de maatschappelijke legende, waarin men is grootgebracht, zich los te maken; in het gewone het bijzondere en karakteristieke op te merken; datgene te hooren en te zien, wat al uwe tijdgenooten evengoed gezien en gehoord hebben als gij, maar zonder dat zij er door getroffen werden.’

Wij hadden reeds gelegenheid het leven van Multatuli in zijn voor-letterkundige periode te schetsen. Wij wezen er op, hoe hij, uit den gegoeden burgerstand komend, naar Indië werd gebracht om carrière te maken; hoe hij daar 17 jaren, eerst op de bureaux te Batavia, later als controleur op verschillende plaatsen in de bezittingen, zich deed kennen als een ijverig en een kundig ambtenaar; hoe hij zijn indrukken verwerkte in een dagboek, en hoe eindelijk de Havelaar-zaak een einde maakte aan zijn Indische loopbaan en hem naar Nederland bracht. Ook stipten wij aan, dat in Multatuli de beste zijden van den autodidact te voorschijn treden, maar dat ook zelfs bij hem de keerzijde wel eens om den hoek gluurt, wat zoo aardig door Huët wordt in 't licht gesteld als hij zegt: ‘Multatuli vindt buskruiden uit, die door anderen reeds gevonden waren, en zet, zonder winst voor de wetenschap, eieren van Columbus overeind.’

De voorstelling is niet gewaagd en niet voor de eerste maal wordt zij hier uitgesproken, dat Multatuli zal blijven leven door zijn stijl. Als eenmaal de glans der mode zal gedoofd zijn, de steun der populariteit zal zijn weggevallen, ja zelfs de Javaan algemeen stemrecht zal hebben - dan nog zullen Multatuli's werken worden ter hand genomen om der wille van de kunst.

En nu ten slotte nog een woord over den persoon.

Er is wel geen man, over wien zooveel gesproken is als over Multatuli. Men zou haast kunnen spreken van de Multatuli-legenden.

De waarheid zal ook wel hier in het midden liggen en lof en blaam beide overdreven zijn. Hij was een mensch en een hartstochtelijk mensch. Ook bij hem woonden ondeugden naast deugden; maar de voortreffelijkheid der laatste mag als verzachtende omstandigheid gelden bij de beoordeeling der eerste. En daarenboven, niet de persoon, maar zijn werken gaan het nageslacht aan. Niemand verwerpt thans de goede lessen, die Rousseau in zijn Emile legde; niemand beweert thans dat Rousseau onbevoegd was over opvoeding te schrijven - en toch legde diezelfde Rousseau zijn eigen kinderen te vondeling.

Thans echter is het ‘zwakke vleesch’ in den lijkoven van Gotha tot asch gegaan. Maar uit die asch zal de Multatuli verrijzen, die het nageslacht eenstemmig zal eeren als een der uitnemendste geesten onzer eeuw.