Multatuli.online

Volledige Werken. Deel 8. Brieven en dokumenten uit de jaren 1820-1846

Voorbericht

Nota

Dekkers afkomst

De familie Douwes Dekker

Kwartierstaat van Eduard Douwes Dekker

Aantekeningen en dokumenten

Amsterdam 1820-1838

Dekkers jeugd

Brieven en dokumenten

[2 maart 1820 Geboorte van Eduard (Douwes) Dekker]

[Bijlage betreffende het huis Korsjespoortsteeg 10]

[28 augustus 1823 Geboorte van Willem (Douwes) Dekker]

[Bijlage betreffende de huizen Korsjespoortsteeg 10 en Haarlemmerdijk 94]

[7 mei 1827 Eduards vader koopt het huis Haarlemmerdijk]

[maart 1832 Inschrijving van Eduard in het Album van de Latijnse school]

[20 juli 1832 Huwelijk van Eduards zuster Catharina]

[1832 Eduards broer Pieter Engel wordt student]

[Bijlage betreffende Abraham van de Velde en zijn gezin]

[1838 Gedicht: Mijn Schaatsen]

[8 maart 1838 Eduard voorgesteld als lid van het Nut]

[26 april 1838 Eduard lid van het Nut]

[1838 Lidmaatschapskaart van het Nut]

[20 juni 1838 Gedicht: In den Vriendenrol van A.C. Kruseman]

[21 juni 1838 Gedicht van Abr. des Amorie van der Hoeven]

[28 juni 1838 Eduard draagt voor bij het Nut]

[26 juli 1838 Eduard neemt een spreekbeurt aan]

[30 augustus 1838 Eduards spreekbeurt wordt afgeschreven]

[22 september 1838 Afscheidsgroet van Eduard aan P.G. te Winkel]

Batavia 1839-1842

Dekkers eerste Indische jaren

Brieven en dokumenten

[4 januari 1839 Aankomst van Dekker te Batavia]

[Bijlage betreffende Batavia en omgeving]

[Bijlage betreffende de bevolking van Batavia]

[14 februari 1839 Dekker werkzaam bij de Rekenkamer]

[1 maart 1839 Dekker klerk bij de Rekenkamer]

[28 maart 1839 Akte van toelating in Ned.-Indië]

[10 april 1839 Missive van de Rekenkamer aan de G.-G.]

[11 april 1839 Staat van dienst van Dekker]

[17 april 1839 Dekker benoemd tot klerk]

[17 april 1839 Akte van benoeming]

[26 april 1839 Akte van eedaflegging]

[31 januari 1840 Missive van de Rekenkamer aan de G.-G]

[6 februari 1840 Dekker benoemd tot tweede kommies]

[6 februari 1840 Akte van benoeming]

[21 februari 1840 Dekkers broer Willem verdrinkt bij Ierland]

[1841 Losse bladen uit het dagboek van een oud man: Het Schoone, Geluk]

[20 januari 1841 Brief van Caroline Versteegh]

[voorjaar 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]

[voorjaar 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]

[voorjaar 1841 Brief van pastoor Scholten]

[15 april 1841 Brief van de heer Versteegh; fragment]

[april 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]

[29 april 1841 Brief van de heer Versteegh; fragment]

[mei 1841 Gedicht van Dekker voor Caroline Versteegh]

[14 juni 1841 Brief van Caroline Versteegh]

[16 juni 1841 Brief van Dekker aan Caroline Versteegh]

[4 juli 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]

[22 juli 1841 Huwelijk van Dekkers broer Pieter]

[2 augustus 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]

[28 augustus 1841 Dekker te Batavia katholiek gedoopt]

[28 augustus 1841 Dekker ontvangt het H. Vormsel]

[3 september 1841 Brief van Caroline Versteegh]

[8 oktober 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]

[23 juni 1842 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[23 juni 1842 Dienststaat, bijlage bij het rekest]

[9 juli 1842 Dekker benoemd tot controleur tweede klasse]

[9 juli 1842 Akte van benoeming]

[15 juli 1842 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[19 juli 1842 Beslissing van de Dir.-Gen. van Financiën]

[19 juli 1842 Missive van de Inspecteur van Financiën aan Michiels]

[24 augustus 1842 Brief van de heer Versteegh]

Natal 1842-1843

Dekker als bestuursambtenaar op Sumatra

Brieven en dokumenten

[7 oktober 1842 Aankomst van Dekker te Padang]

[10 oktober 1842 Advies van Michiels aan Weddik]

[7 november 1842 Weddik plaatst Dekker te Natal]

[10 november 1842 Missive van Weddik aan Michiels]

[24 november 1842 Missive van Michiels aan de G.-G.]

[25 november 1842 Dekker dient een declaratie in]

[30 november 1842 Overdracht functie van vendumeester]

[30 november 1842 Missive aan Weddik inzake overdracht functie]

[Bijlage betreffende Natal, door E. Francis]

[1 december 1842 Dekkers eerste dienstbrief te Natal]

[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake buskruit]

[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake terugzending van stukken]

[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake vervoer van bannelingen]

[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake zout]

[5 december 1842 Missive van Dekker aan Pakhuismeester te Aijer Bangies inzake zout]

[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake papier en pennen]

[6 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake geldkistjes]

[7 december 1842 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake deurhengsels]

[7 december 1842 Missive van Dekker aan Goldie inzake een wissel]

[11 december 1842 Missive van Dekker aan Mil. commandant]

[14 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake een proces-verbaal]

[14 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake een circulaire]

[14 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake boekwerken]

[14 december 1842 Weddik vraagt inlichtingen over geld uit 1835]

[15 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake rijst]

[20 december 1842 Weddik zendt Dekker papier en pennen]

[23 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake geld uit 1835]

[23 december 1842 Missive van Dekker aan de Kapitein te Loender inzake rijst en zout]

[23 december 1842 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake tamarinde-pitten]

[23 december 1842 Agent NHM. te Padang vraagt opzending adviesbrief]

[25 december 1842 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake godsdienstoefeningen]

[25 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik]

[25 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake beboeting van fuselier Spiess]

[27 december 1842 Missive van Dekker aan de Ass-Res. van Mandheling inzake zout]

[27 december 1842 Missive van Dekker aan de Ass-Res. van Mandheling inzake gevluchte pandelingen]

[29 december 1842 Antwoord van Weddik inzake geldkistjes]

[2 januari 1843 Dekker zendt Weddik een wissel]

[4 januari 1843 Huwelijk van Caroline Versteegh]

[6 januari 1843 Weddik vraagt Dekker inlichtingen inzake zout]

[6 januari 1843 Weddik keurt rijstverkoop goed]

[7 januari 1843 Weddik vraagt rapporten inzake gevangenen]

[7 januari 1843 Weddik geeft opdracht de zoutmaten te verifiëren]

[9 januari 1843 Missive van de Ass.-Res. van Mandheling inzake godsdienst]

[10 januari 1843 Antwoord van de Ass.-Res. van Mandheling inzake pandelingen]

[14 januari 1843 Weddik vraagt Dekker inzending van beantwoording]

[15 januari 1843 Weddik antwoordt Dekker inzake boete]

[15 januari 1843 Weddik vraagt Dekker opzending van een wissel]

[16 januari 1843 Weddik vraagt Dekker verantwoordingsstukken]

[18 januari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zout]

[18 januari 1843 Missive van Weddik inzake godsdienst]

[21 januari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]

[21 januari 1843 Ass.-Res. van Mandheling vraagt bezending zout]

[23 januari 1843 Missive van Weddik inzake amfioenpacht]

[25 januari 1843 Weddik vraagt opsporing van Jan Potan]

[28 januari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zout]

[31 januari 1843 Secr. van Aijer Bangies bericht dat er stukken zoek zijn]

[3 februari 1843 Missive van Dekker aan Godin inzake vrijheidsberoving]

[4 februari 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake zout]

[4 februari 1843 Ass.-Res. van Mandheling vraagt kopergeld]

[6 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]

[7 februari 1843 Secr. Van der Ven zendt zout en wenst stipte meting]

[10 februari 1843 Weddik vraagt inlichtingen over gevangenen]

[14 februari 1843 Missive van Weddik inzake pepertuinen]

[14-15 februari 1843 Michiels te Natal wegens de zaak-Si Pamaga]

[15 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]

[15 februari 1843 Van der Pool vraagt Dekker inlichtingen inzake post]

[17 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zout]

[17 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake de reis van Michiels]

[19 februari 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake geld]

[19 februari 1843 Missive van Dekker aan Van der Pool inzake post]

[20 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake een verzoekschrift]

[22 februari 1843 Weddik vraagt opgave inzake vagebondage]

[25 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake ziekte]

[25 februari 1843 Missive van Weddik inzake verzoekschrift]

[25 februari 1843 Missive van Weddik inzake verantwoordingsstukken]

[26 februari 1843 Antwoord van Godin inzake vrijheidsberoving]

[27 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake gevangenen]

[28 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake het zoutpakhuis]

[28 februari 1843 Wissel van Dekker inzake amfioenpacht]

[28 februari 1843 Kwitantie van Dekker inzake amfioenpacht]

[2 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutmeting]

[3 maart 1843 Weddik vraagt naar inkomsten en uitgaven uit 1840]

[3 maart 1843 Weddik zendt acht zilveren knoppen]

[4 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake prauwhuur]

[4 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake rijst]

[4 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]

[4 maart 1843 Weddik vraagt opzending van kettinggangers]

[5 maart 1843 Weddik geeft Dekker machtiging betreffende klerk Hesselink]

[6 maart 1843 Missive van Weddik inzake het zoutpakhuis]

[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verzoekschrift]

[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake Inkomende en Uitgaande rechten]

[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutvervoer]

[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Agent NHM. te Padang inzake een wissel]

[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Padang inzake een wissel]

[8 maart 1843 Missive van Weddik inzake kasrekening over februari]

[8 maart 1843 Weddik vraagt opzending rapport zoutmeting]

[8 maart 1843 Missive van Weddik inzake prauwhuur]

[9 maart 1843 Weddik zal Dekker rijst zenden]

[9 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake inkomsten en uitgaven 1840]

[10 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake kettinggangers]

[10 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake herstel na ziekte]

[10 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake gewenst ontslag van een datoe]

[10 maart 1843 Weddik geeft opdracht betreffende kapitein Langkap]

[11 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutmaten]

[12 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake vagebondage]

[12 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake vagebondage betreffende klerk Hesselink]

[12 maart 1843 Missive van Weddik inzake ontslag van een datoe]

[13 maart 1843 Missive van Dekker van Weddik inzake scheepspapieren]

[13 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]

[15 maart 1843 Dekker vraagt Weddik instructies betreffende Hesselink]

[15 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zilveren knoppen]

[15 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake prauwhuur]

[16 maart 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Tapanoeli betreffende onderhorigen]

[16 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake pepertuinen]

[16 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake toezicht zoutpakhuis]

[16 maart 1843 Weddik zendt model proces-verbaal inzake zoutmaten]

[17 maart 1843 Weddik zendt rijst]

[18 maart 1843 Rapport van Michiels aan de G.-G. betreffende Si Pamaga]

[20 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik betreffende kapitein Langkap]

[20 maart 1843 Missive van Weddik inzake zoutpakhuis]

[20 maart 1843 Missive van Weddik inzake prauwhuur]

[21 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutmaten]

[21 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake de pepertuinen]

[21 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake de pepertuinen]

[22 maart 1843 Agent NHM. te Padang meldt het terugvinden van een adviesbrief]

[24 maart 1843 Resident Weddik door Michiels geschorst]

[26 maart 1843 Weddik vraagt opzending van de zoutmaten]

[27 maart 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake zout]

[28 maart 1843 Missive van Weddik inzake pepertuinen]

[30 maart 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake gelden]

[3 april 1843 Dekker ontvangt nieuwe zoutmaten]

[3 april 1843 Missive van Weddik inzake lijfstraf]

[4 april 1843 Ass.-Res. van Padang vraagt opzending inlander]

[10 april 1843 Van der Ven neemt het ambt van Weddik over]

[13 april 1843 Van der Van vraagt opzending van een betalingsbewijs]

[14 april 1843 Missive van Dekker aan Michiels betreffende inlandse Hoofden]

[15 april 1843 Beslissing van Michiels inzake prauwhuur]

[16 april 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake geld]

[18 april 1843 Van der Ven vraagt opzending van verantwoordingsstukken]

[20 april 1843 Klerk Hesselink komt te Natal aan]

[20 april 1843 Van der Ven vraagt opgave van kosteloze leveringen]

[21 april 1843 Van der Ven vraagt opgave van kosteloze leveringen inzake zegelstaten]

[21 april 1843 Missive van Van der Ven inzake opsporingen]

[22 april 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Krijgsman en Hesselink]

[25 april 1843 Missive van Dekker aan de controleur te Baros betreffende een inlandse vrouw]

[25 april 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. te Pontjang inzake gelden]

[26 april 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake gelden]

[26 april 1843 Missive van Van der Ven aan Dekker betreffende Hesselink]

[28 april 1843 Kwitantie van Dekker inzake amfioenpacht]

[1 mei 1843 Van der Ven vraagt opnieuw opzending van de zoutmaten]

[1 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[1 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake lijfstraf]

[2 mei 1843 Van der Ven vraagt inlichtingen over gelden uit 1840]

[3 mei 1843 Dekker schrijft een wissel van f 8931.92 en boekt f 6825,92]

[Facsimile A. De berekening]

[Facsimile B. De wissel]

[Facsimile C. Het wisselregister]

[5 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake amfioenpacht]

[6 mei 1843 Missive van Michiels aan Van der Ven over Dekker]

[11 mei 1843 De controleur van Baros antwoordt betreffende inlandse vrouw]

[14 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[16 mei 1843 Dekker zendt geld naar Mandheling]

[17 mei 1843 Ass.-Res. van Mandheling antwoordt inzake gelden]

[22 mei 1843 Van der Ven geeft opdracht inzake verstrekkingen aan militairen]

[22 mei 1843 Missive van Van der Ven betreffende Gout]

[23 mei 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake een wissel]

[25 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[29 mei 1843 Ass.-Res. van Mandheling meldt dat f75 zoek is]

[31 mei 1843 Kas-memoriaal van Dekker over de maand mei]

[3 juni 1843 Van der Ven te Natal]

[6 juni 1843 Ass.-Res. van Mandheling vraagt opsporing van kinderen]

[9 juni 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels over Dekker]

[12 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Gout]

[12 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Hesselink]

[13 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Hesselink inzake rijst]

[14 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende inzake vogelnestjes]

[15 juni 1843 Van der Ven vraagt storting van geld voor schoten]

[16 juni 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[17 juni 1843 Hesselink overlijdt ten huize van Dekker]

[1843 Prozatekst van Dekker: Nog eens ‘Graven’]

[17 juni 1843 Van der Ven zendt declaratie terug]

[17 juni 1843 Ontvanger geeft inlichtingen inzake vogelnestjes]

[17 juni 1843 Van der Ven meldt zending van rijst]

[18 juni 1843 Missive van Dekker aan Postkommies te Padang]

[21 juni 1843 Van der Ven zendt instructies inzake nalatenschap]

[24 juni 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels betreffende Dekker]

[24 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake verantwoordingsstukken over mei]

[24 juni 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[25 juni 1843 Natal verzendt f 3750 naar Mandheling]

[26 juni 1843 Aan Van der Ven wordt een wissel gezonden]

[26 juni 1843 Bericht aan Van der Ven inzake wissels]

[26 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake transportloon]

[26 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake herstelkosten]

[26 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake prauwhuur]

[26 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[26 juni 1843 Verzoekschrift van de Hoofden van Natal aan Michiels]

[28 juni 1843 Aan Van der Ven worden gedrukte stukken gevraagd]

[30 juni 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels betreffende Dekker]

[2 juli 1843 De Militaire Commandant vraagt arrestantenlokaal]

[2 juli 1843 Dekker stelt civiel arrestantenlokaal ter beschikking]

[3 juli 1843 Beslissing van Michiels betreffende Dekker]

[3 juli 1843 Antwoord van Van der Ven inzake transportloon]

[3 juli 1843 Antwoord van Van der Ven inzake herstelkosten]

[4 juli 1843 Van der Ven geeft opdracht inzake zoekgeraakt geld]

[6 juli 1843 Van der Ven vraagt opnieuw inlichtingen inzake gelden uit 1840]

[6 juli 1843 Verantwoordingsstukken eerste halfjaar 1843 worden ingezonden]

[8 juli 1843 Verantwoordingsstukken eerste halfjaar 1843 worden ingezonden over juni 1843]

[10 juli 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake geld]

[11 juli 1843 Betalingsbewijzen worden ingezonden]

[11 juli 1843 Verzoek aan Van der Ven inzake postgelden]

[11 juli 1843 Missive van Dekker aan de Wees- en Boedelkamer te Padang]

[13 juli 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[13 juli 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken betreffende Jan Potan]

[15 juli 1843 Rapport van Michiels aan de G.-G.]

[18 juli 1843 Missive van Dekker aan Burg. Stand Aijer Bangies]

[18 juli 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake de boedel-Hesselink, met bijlage]

[18 juli 1843 Missive van Dekker aan Van der inzake gelden uit 1840]

[18 juli 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling betreffende kinderen]

[18 juli 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels betreffende Dekker, met bijlage]

[21 juli 1843 Dekker ontvangt posttarieven]

[22 juli 1843 Missive van Van der Ven inzake zoutmaten]

[22 juli 1843 Van der Ven vraagt boedelstaten uit 1836-1838]

[22 juli 1843 Besluit van Michiels tot overplaatsing van Dekker]

[27 juli 1843 Voor Natal worden twee pakhuisbedienden toegestaan]

[27 juli 1843 Van der Ven vraagt verantwoordingsstukken eerste en tweede kwartaal]

[27 juli 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. Mandheling betreffende inlandse kinderen]

[27 juli 1843 Opzending van een proces-verbaal inzake zoutvervoer]

[28 juli 1843 Mil. Commandant vraagt inlichtingen inzake vervoer]

[28 juli 1843 Antwoord van Dekker aan de Mil. Commandant]

[28 juli 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Jan Potan]

[31 juli 1843 Verzending van zout naar Mandheling]

[2 augustus 1843 De aangifte van Hesselinks overlijden wordt geretourneerd]

[2 augustus 1843 De bijlagen inzake Hesselinks boedel worden geretourneerd]

[4 augustus 1843 Huwelijk van Dekkers broer Jan]

[4 augustus 1843 De verantwoordingsstukken over juli worden ingezonden]

[4 augustus 1843 Bericht aan Van der Ven inzake een wissel]

[7 augustus 1843 Bericht aan Van der Ven inzake een wissel]

[9 augustus 1843 De zoutmaten worden aan Van der Ven gezonden]

[9 augustus 1843 Verzoek aan Van der Ven om schrijfbenodigdheden]

[9 augustus 1843 Opgave aan Van der Ven inzake boedelstaten]

[11 augustus 1843 Missive van Dekker aan de Mil. Commandant inzake stormschade]

[12 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake stormschade]

[15 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake afschrijvingen]

[17 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake pakhuisrekening 1842]

[17 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[17 augustus 1843 Missive van Dekker aan Mil. Commandant inzake post]

[20 augustus 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake geld]

[20 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake geld]

[20 augustus 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake geldkist en zadels]

[22 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake declaraties]

[23 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[23 augustus 1843 Missive van Michiels aan Van der Ven inzake amfioenpacht]

[24 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake prauwhuur]

[24 augustus 1843 Inzending van de beantwoording betreffende maart-juni]

[24 augustus 1843 Van der Ven zendt papier enz.]

[25 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake stempels]

[27 augustus 1843 Schuldbekentenis van Dekker aan de Toeankoe Bezaar]

[28 augustus 1843 Vendutie van Dekker]

[28 augustus 1843 Vendutie-bewijs van Dekker aan zichzelf]

[28 augustus 1843 Ontvangstbewijs inzake vendutie]

[31 augustus 1843 Proces-verbaal van overdracht van functie]

[2 september 1843 Certificaat van ophouding van betaling]

[2 september 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake rijst]

[september 1843 Gedicht van Dekker: Vaarwel aan Natal]

Padang 1843-1844

Dekkers kastekort en zijn schorsing

Brieven en dokumenten

[3 september 1843 Klacht van Tin Aijon tegen Dekker]

[13 september 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake amfioenpacht]

[14 september 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake Dekkers particuliere schulden]

[15 september 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake Dekkers verantwoordingsstukken]

[15 september 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake posten ten laste van Dekker]

[15 september 1843 Aantoning van posten]

[Bijlage betreffende Padang en omgeving]

[25 september 1843 Missive van Michiels aan Van der Ven inzake kastekort]

[25 september 1843 Missive van Michiels aan de G.-G. inzake ambtelijke verhoudingen]

[25 september 1843 Missive van Diepenhorst aan Van der Ven inzake pakhuis]

[26 september 1843 Michiels vraagt Van der Ven inlichtingen inzake klacht]

[29 september 1843 Michiels zendt de Resident van de Padangse Bovenlanden inlichtingen betreffende Dekker]

[2 oktober 1843 Michiels vraagt Van der Ven inlichtingen inzake wissels]

[2 oktober 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake pakhuis]

[2 oktober 1843 Missive van Michiels aan Dekker, hem verplichtende te Padang te blijven]

[2 oktober 1843 Besluit van Michiels betreffende Dekker]

[3 oktober 1843 Missive van Dekker aan Michiels inzake verantwoordingsstukken]

[3 oktober 1843 Beantwoording van Dekker inzake verantwoordingsstukken]

[3 oktober 1843 Resident van de Padangse Bovenlanden verzoekt Michiels, Dekker niet te zenden]

[4 oktober 1843 Missive van Michiels aan Dekker inzake zegelgelden]

[7 oktober 1843 Missive van Michiels aan Van der Ven inzake Dekkers vendu-administratie]

[7 oktober 1843 Michiels stelt proces-verbaal in handen van de comptabiliteit]

[10 oktober 1843 Ass.-Res. van Padang vraagt Michiels toestemming inzake wissel voor Dekker]

[10 oktober 1843 Besluit van Michiels inzake Dekkers vendu-acceptatie]

[14 oktober 1843 Missive van Michiels aan Direkteur Producten inzake zout]

[14 oktober 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake venduacceptatie]

[14 oktober 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake klacht, met drie processen-verbaal]

[16 oktober 1843 Van der Ven zendt Michiels lijst van wissels]

[17 oktober 1843 Michiels antwoordt de Resident der Padangse Bovenlanden]

[19 oktober 1843 Besluit van Michiels inzake zout en rijst

[20 oktober 1843 Missive van Dekker aan Mr. Van Hemert inzake uitstel]

[20 oktober 1843 Van Hemert vraagt Michiels: uitstel of gijzeling]

[24 oktober 1843 Missive van Michiels aan Van Hemert inzake uitstel]

[24 oktober 1843 De G.-G. keurt Michiels' maatregelen van 25 september goed]

[26 oktober 1843 Missive van Michiels aan de G.-G. betreffende Dekker]

[27 oktober 1843 Missive van de ambtenaar der comptabiliteit aan Michiels]

[3 november 1843 Het pakhuis te Natal stort in]

[4 november 1843 Michiels geeft toestemming tot uitbetaling van een wissel]

[5 november 1843 Kolonel Michiels ontvangt bericht van bevordering tot Generaal-Majoor titulair]

[7 november 1843 Michiels vraagt Van der Ven inlichtingen betreffende Dekker]

[9 november 1843 Brief van Diepenhorst aan Dekker met vendurol]

[17 november 1843 Missive van Van der Ven aan Diepenhorst inzake de wissel van 3 mei]

[19 november 1843 Missive van Dekker aan Michiels inzake vendutie]

[20 november 1843 Mr. Van Hemert vraagt Michiels inlichtingen inzake vendutie]

[24 november 1843 Missive van Diepenhorst aan Van der Ven inzake de wissel van 3 mei]

[26 november 1843 Missive van Michiels aan Van Hemert]

[28 november 1843 Missive van Van der Ven aan Diepenhorst inzake dokumenten]

[30 november 1843 Missive van Dekker aan Michiels inzake vendutie]

[4 december 1843 Besluit van Michiels inzake de voorgaande missive]

[6 december 1843 Missive van Diepenhorst aan Van der Ven inzake dokumenten]

[8 december 1843 Van der Ven meldt Michiels ontvangst vendu-gelden]

[15 december 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake de wissel van 3 mei]

[16 december 1843 Missive van de Ass.-Res. van Padang aan Michiels inzake Dekkers salaris]

[18 december 1843 Michiels zendt Van der Ven Dekkers bewijs van ophouding van betaling]

[18 december 1843 Missive van Michiels aan de Ass.-Res. van Padang inzake Dekkers salaris]

[23 december 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake gelden]

[30 december 1843 Missive van Michiels aan de Fiskaal inzake gelden]

[30 december 1843 Missive van Michiels aan de G.-G. betreffende Dekker]

[1843-1844 Prozaschets van Dekker. Losse bladen uit het dagboek van een oud man: Jongelingsdroomen]

[4 januari 1844 De deurwaarder krijgt opdracht inzake de wissel van 3 mei 1843]

[6 januari 1844 Verslag van de deurwaarder aan de Fiskaal]

[6 januari 1844 Missive van Dekker aan Michiels inzake de wissel van 3 mei 1843]

[8 januari 1844 Besluit van Michiels om Dekker te schorsen]

[15 januari 1844 Tweede verslag van de deurwaarder]

[16 januari 1844 Missive van Dekker aan Michiels inzake een reis naar Natal]

[18 januari 1844 Missive van de Fiskaal aan Michiels inzake de wissel van 3 mei 1843]

[18 januari 1844 Gouvermentsbesluit inzake zout en rijst]

[20 januari 1844 Besluit van Michiels inzake de wissel van 3 mei 1843]

[20 januari 1844 Missive van Michiels aan de G.-G. betreffende Dekker]

[29 januari 1844 Missive van de Dir. Producten inzake zout en rijst]

[3 februari 1844 Missive van de NHM. te Natal aan Diepenhorst inzake de wissel]

[9 februari 1844 Advies van de Dir.-Gen. van Financiën aan de G.-G. betreffende Dekker]

[16 februari 1844 Advies van de Raad van Indië]

[29 februari 1844 Van der Ven zendt Michiels dokumenten inzake de wissel]

[1 maart 1844 Advies van de Dir.-Gen. van Financiën betreffende Dekker]

[11 maart 1844 Consideratiën van de Raad van Indië en besluit van de G.-G.]

[22 maart 1844 De Alg. Secretaris meldt Michiels opzending van dokumenten]

[25 maart 1844 Missive van Diepenhorst aan Res. van Tapanoelie inzake Dekkers vendutie]

[4 april 1844 Begeleidingsbrief en Rekest van Dekker aan Michiels]

[12 april 1844 Resident van Tapanoelie zendt Diepenhorsts missive aan Michiels]

[26 april 1844 De Alg. Rekenkamer zendt Michiels dokumenten]

[28 april 1844 Missive van Michiels aan de Resident van Tapanoelie]

[29 april 1844 Missive van Michiels aan de President van de Raad van Justitie te Padang]

[25 mei 1844 Michiels stelt dokumenten in handen van de Fiskaal]

[28 mei 1844 Missive van de Fiskaal aan Michiels inzake criminele of civiele procedure]

[29 mei 1844 Missive van Michiels aan de Fiskaal inzake civiele procedure]

[6 juni 1844 Vonnis van de Raad van Justitie, die zich onbevoegd verklaart]

[14 juni 1844 De Fiskaal deelt Michiels het vonnis mee]

[19 juni 1844 Missive van Michiels aan de G.-G. betreffende Dekker]

[19 juni 1844 Rekening-courant, bijlage bij de voorgaande missive]

[11 juli 1844 De Fiskaal krijgt ongevraagd ontslag]

[18 juli 1844 Advies van de Raad van Indië inzake de missive van Michiels]

[21 juli 1844 Besluit van de wnd. G.-G.]

[2 augustus 1844 Gouverneur-Generaal Merkus overlijdt]

[16 augustus 1844 De Alg. Secretaris vraagt de Rekenkamer advies inzake missive van Michiels]

[16 augustus 1844 De Alg. Secretaris geeft Michiels opdracht, Dekker naar Batavia te doen gaan]

[18 september 1844 Missive van Michiels aan Ass.-Res. van Padang inzake Dekkers vertrek]

[20 september 1844 Missive van Ass.-Res. van Padang aan Michiels]

[± 25 september 1844 Dekker vertrekt van Padang naar Batavia]

Batavia en omgeving 1844-1845

Dekker wachtende op herplaatsing

Brieven en dokumenten

[1 oktober 1844 Advies van de Alg. Rekenkamer aan de G.-G. inzake de missive van Michiels van 19 juni]

[12 oktober 1844 Adviezen van de Raad van Indië]

[13 oktober 1844 Dekker richt zich tot de Directeur-Generaal van Financiën]

[20 oktober 1844 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[23 oktober 1844 Besluit van de wnd. G.-G. betreffende Dekker]

[29 oktober 1844 Besluit van de Algemene Rekenkamer]

[1 november 1844 Besluit van de G.-G. inzake Dekkers passage-kosten]

[9 november 1844 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[15 november 1844 Bericht van de Alg. Rekenkamer inzake Dekkers rekest van 20 okt.]

[25 november 1844 Adviezen van de Raad van Indië inzake Dekkers rekest van 20 okt.]

[30 november 1844 Beschikking van de wnd. G.-G.]

[4 december 1844 Adviezen van de Raad van Indië]

[10 december 1844 Missive van de Dir.-Gen. van Financiën aan de G.-G. met bijgevoegd rekest van Dekker van 9 november]

[14 december 1844 Besluit van de wnd. G.-G. betreffende Dekker]

[26 december 1844 Adviezen van de Raad van Indië]

[1 januari 1845 Gedicht van Dekker: Nieuwjaar 1845]

[5 januari 1845 Beslissing van de wnd. G.-G. betreffende Dekker]

[21 februari 1845 Missive van de Alg. Rekenkamer aan de G.-G.]

[11 mei 1845 Missive van Michiels aan de Alg. Secretaris; met bijlagen]

[14 juni 1845 Gouvernementsbesluit om Dekkers wachtgeld te verlengen]

[4 augustus 1845 Aankomst van Everdina Huberta van Wijnbergen in Indië]

[16 augustus 1845 Missive van de Dir.-Generaal van Financiën aan de G.-G.]

[18 augustus 1845 Dekker en Everdina van Wijnbergen officieus verloofd]

[10 september 1845 Besluit van de wnd. G.-G. betreffende Dekker]

[13 september 1845 Benoeming van Dekker tot tijdelijk ambtenaar te Krawang]

[26 september 1845 Officiële verloving van Dekker en Tine]

[28 september 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[30 september 1845 G.-G. Rochussen aanvaardt zijn ambt]

[2 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]

Krawang 1845

Tine's familie

Brieven en dokumenten

[Bijlage Geboorte-akte van Tine]

[2-11 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[14 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[19-22 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[24-27 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[29 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[1 november 1845 Missive van de Directeur-Generaal van Financiën aan Michiels]

[5-8 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[10-12 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[15 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[15-19 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[20-22 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[27 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[30 november - 3 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[7-10 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[10-13 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[15 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[17-20 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[19 december 1845 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[22-24 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[vóor 31 december 1845 Dekker stort in 's lands kas f 2106]

Buitenzorg 1846

Opnieuw wachtende op herplaatsing

Brieven en dokumenten

[11 januari 1846 Beslissing van de G.-G. inzake twee rekesten van Dekker]

[17 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[18-19 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[19-20 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[20-22 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[25 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[25 januari 1846 De echtgenote van Dekkers broer Jan overlijdt]

[26-29 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[29 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[30 januari 1846 Jan P. van der Hucht overlijdt te Parakan Salak]

[31 januari 1846 Dekker op audiëntie bij de G.-G.]

[1 februari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[2 februari 1846 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[4 februari 1846 Dekker opnieuw op audiëntie bij de G.-G.]

[5 februari 1846 Tweede rekest van Dekker aan de G.-G.]

[12 februari 1846 Besluit van de G.-G. tot wederplaatsing van Dekker te Krawang]

Krawang 1846

De laatste verlovingsweken

Brieven en dokumenten

[28 februari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[4 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[6-7 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[9 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[10-11 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[13-14 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[ong. 18 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine, in het Frans]

[19 maart 1846 Dekker en Tine te Tjiandjoer ondertrouwd]

[23 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[24-25 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[26-27 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[29 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[30 maart 1846 Twee brieven van Dekker aan Tine]

[1 april 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[Bijlage betreffende Tjiandjoer en omgeving]

[10 april 1846 Huwelijksakte van Dekker en Tine]

[10 april 1846 Huwelijksadvertentie van Dekker en Tine]

[5 mei 1846 Dekkers moeder overlijdt te Amsterdam]

[Bijlage Testament van Dekkers moeder]

[mei 1846 Advies van H.J. Hoogeveen, lid van de Raad van Indië, betreffende Dekker]

[18 mei 1846 Akte van Dekkers benoeming tot kommies in de residentie Bagelen]

[31 juli 1846 Overlijden van Tine's zuster Sophia]

[6 augustus 1846 Huwelijk van Tine's zuster Henriëtte]

Biografische aantekeningen

Biografische aantekeningen

Verklaring

Verbeteringen


[3 oktober 1843
Missive van Dekker aan Michiels inzake verantwoordingsstukken]

* 3 oktober 1843

Missive van Dekker aan Michiels inzake zijn verantwoordingstukken. (Bescheiden 1910, blz. 172)

Barissans: gewapend geleide.

De heren Dresse, Moser, Wigger en Van Meerten, in § 2 genoemd, hadden achtereenvolgens de leiding te Natal gehad sedert 1832.

Voor een prauw naar Poeloe Karakara mocht officieel f 6. - worden betaald, het dubbele dus als van een prauw naar de rede van Natal en terug. De missive, bedoeld in § 3c, is uiteraard die van 16 maart 1843. Terzake van § 5 kan worden opgemerkt, dat Dekkers opvatting onjuist was: de inhouding behoorde aan te vangen met de derde maand, en ofschoon hij zijn functie te Natal pas op 1 december had aanvaard, had hij als ambtenaar op Sumatra reeds salaris ontvangen over november.

Ook in § 7 is Dekker niet geheel conform de voorschriften; art. 12 van de instructie voor de vendukantoren, dd. 25 juni 1822 (Staatsblad no 29) luidde:vendumeesteren zullen gehouden zijn, uit de voorschreven procenten, aan hen toegelegd, te onderhouden een behoorlijk kantoor, en te bekostigen alle kantoor-, schrijf- en andere behoeften, die daartoe zullen worden vereischt.

La. A.

Bijlage Eéne.

Padang, 3 October 1843.

Ik heb de Eer gehad te mogen ontvangen Uhedg. missive dd. gisteren No. 2175, begeleidende eene aantooning van ten mijnen laste loopende posten, ter zake mijner geldelijke administratie te Natal van November 1842 tot ulto. Augustus 1843, houdende tevens den last mij omtrent een en ander te verantwoorden; - in opvolging daarvan heb ik de eer het navolgende te doen dienen:

§ 1. Te veel betaald en in uitgaaf gesteld voor conducteurs van geldtransporten.

De Hoofden zijn verantwoordelijk voor de rigtige bezorging der geldtransporten, ieder voor de onder zijn bestuur staande landstreek; die verantwoordelijkheid nemen zij op zich in de vooronderstelling dat er van gouvernementswege gezorgd worde voor de betaling van een geschikten conducteur, welke op zijne beurt aan de hoofden responsabel is.

Het ligt in de rede dat die persoon uit eenen anderen stand gekozen wordt, dan de met het dragen der babangs belaste koelies, en derhalve moet de betaling daaraan geevenredigd zijn; zoo dachten er ook de voormalige assistent Residenten van Natal over, en tevens mijn onmiddelijke voorganger, en gaven daarvan blijk door immer, even als ik, f8 en niet f4 aan den conducteur van een geldtransport uittebetalen. De bepalingen echter slechts f4 toestaande, vond men de tekortkomende f4 door één koelie méér voor het dragen van het betalingsgeld op te brengen dan daarvoor in waarheid gebruikt werd, zoodat het totaal bedrag der Koeliebons immer gelijk is gebleven.

Koeliebon voor eene verzending van 50 babangs, onder mijne voorgangers. Koeliebon als voren gedurende mijne administratie.
1 conducteur f 4.- 1 conducteur f 8.-
50 koelies 200.- 50 koelies 200.-
3 id. voor het dragen van het koeliegeld 12.- 2 id. voor het dragen van het koeliegeld 8.-
Barissans 20.- Barissans 20.-
_____ _____
totaal f236.- totaal f236.-

Ik wilde en kon niet zeggen, dat ik f4 voor een conducteur betaalde, want het was eene onwaarheid! Ik mogt niet 3 koelies opbrengen waar ik slechts 2 betaalde, want het ware een logen geweest! Ik zal er trotsch op zijn met de telkenreize voorkomende vergoeding van f4 belast te worden, omdat ik niet wilde liegen, waartoe mijne voorgangers zich door den drang der omstandigheden hadden laten dwingen.

Ik beroep mij omtrent de waarheid van mijn voorgeven op de Hoofden van Natal en de in het archief aanwezige koeliebons.

§ 2. Tractement van eenen mandoor bij het zoutpakhuis à f20. 's maands.

Ten regte merkt de fd. Assistent Resident van Aijer Bangie aan, dat de controleur van Natal die persoon noodzakelijk achtte.

Ik voeg er bij dat de Heeren Dresse, Moser, Wiggers en van Meerten ook in dat denkbeeld verkeerende, dien mandoor, evenals ik in dienst hebben gehouden, en dat zelfs de Resident Weddik mij mondelings heeft aangeraden dien man niet te ontslaan, doch een voorstel tot validering van zijn tractement intezenden.

Ik deed zulks, en stond verwonderd daarop een afkeurend antwoord te ontvangen.

Ik schreef weder, en herinnerde den Heer Resident aan zijne eigene woorden. Deze brief is in het archief te Aijer Bangie.

De Heer Resident heeft mij niet gelogenstraft, doch alleen geantwoord: ‘dat ik beter zoude gedaan hebben, den tijd aan dat schrijven besteed in het zoutpakhuis door te brengen.’

Ik ben in staat een bewijs van de noodzakelijkheid van het aanhouden des gemelden mandoors aan te voeren, en zal het hieronder laten volgen, na alvorens eenige andere punten te hebben aangehaald:

a. Het pakhuis dat ver van mijne woning verwijderd stond, is in bouwvalligen staat; men zoude om uit- of in te gaan, de deur niet behoeven te openen, daar er rondsom, eene ruime doortogt in de bewanding is; er was een vertrouwd persoon noodig om de geborgene goederen te bewaken;

b. De twee of drie Niassers welke ik eenigzins met het toezigt over het zout zoude hebben kunnen belasten, heb ik noodig gehad tot het onderhoud van de Gouvernementsweg, daar de drie kettinggangers, welke mij vroeger daartoe ten dienste stonden naar Aijer Bangie zijn opgeroepen, onder voorwendsel dat de dienst van het hospitaal die lieden vorderde. Ik verklaar en beroep mij op de onpartijdige getuigenis van de inwoners van Aijer Bangie, dat de mij ontnomene kettinggangers aldaar tot het verrigten van huiselijken arbeid gebezigd zijn!

c. Zooals ik boven zeide, hebben alle mijne voorgangers vermelden pakhuismandoor in dienst gehouden.

d. Ik verklaar als boven, dat mijn chef de Resident Weddik mij mondelingen last heeft gegeven den mandoor niet te ontslaan; het niet logenstraffen van mijn schrijven daaromtrent waarborgt opregtheid van dit voorgeven.

Natuurlijk doet zich nu de vraag op waarom ik die gelden in uitgaaf stelde, terwijl mijn voorganger nimmer getracht heeft daarvan iets ten laste van den lande te brengen. Ik ben bereid hierop te antwoorden indien ik hiertoe specialen last ontvang.

Het doorslaandst bewijs voor de noodzakelijkheid tot het aanhouden van den zoutpakhuismandoor ligt echter hierin: toen ik direct order ontving om de betaling ten laste van den lande van bedoelde f20. 's maands te staken (hebbende die staking in April jl. het eerst plaats gehad) ben ik voortgegaan met dien man voor eigen rekening in dienst te houden, ofschoon ik het geld tot betaling van denzelven heb moeten leenen. Ik heb dit volgehouden tot den laatsten maand van mijn aanzijn op Natal. Kan men vooronderstellen, dat ik zonder noodzaak maandelijks f 20. schuld zoude maken?

§ 3. Te veel betaald voor het ontlossen van 25 koij. zout f65.

Ik begrijp niet hoe de fd. Assistent Resident van Aijer Bangie hierbij de bepaling kan aanhalen dat er voor een reis naar de reede slechts f3. p. praauw van 1 koijang kan worden te goed gedaan, daar ik Zedg. uitdrukkelijk heb geschreven dat de Chinesche Wankang Kim Hijaphien (zijnde dit de naam van het vaartuig waarmede het zout te Natal is aangebracht) niet op de reede maar bij Poelo Karakara lag, dus ruim het dubbele der distantie van de monding der Natalsche rivier. Uhedg. bevond zich juist ter zelfde tijd op Natal, het weder was onstuimig, - de oorlogssloep bemand met Europesche roeijers, waarmede ik Soetan Salim naar de stoomboot begeleidde, heeft zoo als Uhedg. bewust is, vier uren met roeijen doorgebracht, - eer dezelve de stoomboot bereiken konde, - dat is met de terugreis acht uren.

De Kim Hijaphien lag ruim twee maal zoover, derhalve vorderde het lossen van 1 koijang zestien uren werks. Onbillijk zoude het zijn dit voor f3. koper te verlangen, omdat er voor eene gewone reis naar de reede slechts zoodanig bedrag wordt tegoed gedaan.

Ik weet dat de tegenwerping kan gemaakt worden dat ik te inschikkelijk ben geweest met den Chineschen gezagvoerder der Wankang, ten opzigte van het kiezen zijner ligplaats, en heb de eer daarop te repliceren:

a. De Chinees Gho King Sing vertrok van Padang naar Tappanolie met koopmansgoederen en zoude volstrekt Natal niet hebben aangedaan, indien hij niet door de autoriteiten te Aijer Bangie ware gedwongen geworden. Voormelde chinees beklaagde zich over het oponthoud aldaar, hetwelk hem door latere aankomst op Tappanolie groote schade konde veroorzaken, daar andere chinezen, welke insgelijks derwaarts vertrokken waren, hem vóór waren.

Mogt ik (wien vooral de belangen van den handel op het hart waren gedrukt) den man ook te Natal nog meerdere moeijelijkheden in den weg leggen?

b. De Natalsche reede is gevaarlijk (getuige het klein aantal oorlogsschoeners die denzelven durven aandoen). - Binnen de rivier konde de Wankang niet komen; de helft zijner diepgang zoude zulks verhinderd hebben; - kon ik de verantwoordelijkheid op mij laden nopens de schade waaraan schip en lading 10 à 12 dagen zouden hebben bloot gestaan, indien ik de reede zelve tot legplaats had aangewezen?

c. Heb ik niet de redenen welke mij tot de hoogere betaling noodzaakten, breedvoerig ontvouwd in eene missive, waarvan ik mij de dagteekening niet herinner, doch welke in de archieven te Natal en Aijer Bangie aanwezig is? Waarom (indien men loyaal had willen handelen) die missive niet in afschrift overgelegd, instede van dat niets afdoende: ‘de controleur beweert etc.?’

Indien ik te nietig beschouwd word om notitie van mijne verdediging te nemen, had men die geringachting ook tot mijne fouten behooren uittestrekken.

§ 4 Praauwenhuur naar Taloh Baleh f20.

Ik begaf mij op reis naar de pepertuinen, betaalde f20. voor eene praauw, en bragt f20. in Rekening. Men merkte mij op dat de bepalingen een declaratie vorderen met specifike vermelding van scheepsruimte, tafelgelden etc. Het deed mij leed dat ik uit inschikkelijkheid daaraan gehoor heb gegeven; ik heb de declaratie ingediend, doch ik verklaar dat ze valsch is. Ik heb niet zooals dezelve luidt zooveel scheepsruimte betaald, zooveel voor tafelgelden uitgegeven, maar ik heb f20. praauwhuur betaald. Indien er bepalingen bestaan die de verzaking der waarheid vorderen, dan zijn dezelve voor mij van geene kracht. Ik acht de waarheid hooger dan het Staatsblad en geef openlijk deze verklaring, ook al zoude mijne ongeschiktheid tot ambtenaar als een onmiddelijk gevolg dier verzekering beschouwd worden. Wat aangaat het niet weder innemen der f20, ik verzoek dat de eventueel te valideren declaratie, daarmede moge worden verrekend.

§ 5. Genoten voorschot op Batavia.

Ik vermeen dat er eene bepaling bestaat, volgens welke de aanzuivering van genoten voorschot behoort een aanvang te nemen drie maanden na het aanvaarden eener nieuwe betrekking, ik heb in December 1842 het eerst als kashouder te Natal gefungeerd, en had dus niet zoo als de Assistent Resident van Aijer Bangie beweert in Januarij een begin met de storting moeten maken. Gesteld echter dat dit het geval ware, dan nog had men het bedrag van de niet storting over 2 maanden op den staat der ten mijnen laste loopende posten ter zake van verkeerde administratie behooren te brengen, doch niet het onafbetaald gedeelte van het voorschot; want:

Er zijn negen maanden noodig om een voorschot van 3 maanden tractement, tegen inhouding van ⅓ 's maands aan te zuiveren.

Stel ik ware in Januarij met de storting van ⅓ begonnen zooals de Assistent Resident van Aijer Bangie verlangt, en daarmede tot en met Augustus voort gegaan, dan nog zoude er ook bij eene volmaakt goede administratie, op Ulto Augustus één negende gedeelte onaangezuiverd zijn gebleven. De fd. Assistent Resident van Aijer Bangie heeft zich door zijnen ijver om de ten mijnen laste loopende posten tot een hoog bedrag te brengen, laten vervoeren, om fout te maken:

1e. In de stelling dat ik met Januarij eenen aanvang met de storting had behooren te maken etc.

2e. In de berekening van het ten mijnen laste gekomen bedrag ter zake van verkeerde administratie, ook al ware Zwedg. van eene gegronde stelling uitgegaan.

§ 6. Voor het binnenloodsen van eene praauw Pentjallang f5. -.

Deze geringe betaling is in het belang van den lande geschied, daar de bedoelde pentjallang zout of rijst (of beide) voor het Gouvernement aanbragt. De zandbanken die op de reede van Natal den toegang tot de rivier nu eens gedeeltelijk, dan weder ten eenenmale stremmen, maken het binnenkomen uiterst gevaarlijk. Ik zelve ben twee keeren zwemmende aan wal gekomen. De praauw waarmede de Surnumerair Goudt onlangs op Natal aankwam, is omgeslagen, en men behoeft slechts een optelling te maken van dergelijke voorvallen, om zich te overtuigen van de noodzakelijkheid, om daartegen door het geven van loodsen te waken; men zegt dat de praauwvoerder dit had behooren te betalen; ik meende dit ook, en stelde den zelven zulks voor; de man zeide daartoe ongenegen te zijn, en verklaarde liever naar Poelo karakara te zullen zeilen, daar hij geen uur langer op de reede vertoeven dorst.

Zoude men de in uitgaaf stelling van ongelijk grootere onkosten voor het ontlossen gevalideerd hebben, indien ik om f5. loodsgeld uit te winnen, de lading met praauwen kollek van dáár had laten halen? Met terugzigt op § 3. dezer missive, meen ik dit te mogen betwijfelen.

§ 7.

Inkoop van een venduacceptatie ten laste van den Vendumeester E. Douwes Dekker f2577.63
Af de gestorte disconto 115.98
_____
f2461.65

De Assistent Resident van Aijer Bangie geeft als reden tegen deze inkoop op, dat de vendu administratie niet met 's Lands kas mag verward worden. Men zoude een genoeglijker woord dan verwarring daarvoor kunnen bezigen, maar in allen gevalle begint het Gouvernement met daartoe een antecedent daar te stel-len door mij als Vendumeester te erkennen, zonder mij daartoe benoemd te hebben, waaruit volgt dat de benoeming tot Civiel Gezaghebber en Kashouder te Natal de benoeming tot vendumeester in zich sluit. Indien het Gouvernement de zaken cumuleert, waarom mag ik dan niet de uit die zaken voortvloeiende gelden cumuleeren?

Indien de venduadministratie een afgescheidene zaak is, en de kas met 's Lands kas niets gemeen heeft, wáár is dan het bureau van den vendumeester te Natal; wáár is de bewaarplaats der gelden die hij ambtshalve onder zich heeft; wáár zijn de schrijfbehoeften voor die betrekking benoodigd?

De vendugelden worden immer in 's Lands kas bewaard; de vendumeester schrijft op het bureau, en gebruikt de schrijfbehoeften van den Civiel Gezaghebber; alles wordt erkend te zamen te gaan, - hoe natuurlijk is de daaruit voortspruitende cumulatie der gelden.

Ik weet echter thans dat het disconteren der venduacceptatie volgens de bestaande bepalingen niet geschieden mogt, en heb trachten te betoogen hoe ligt men tot dit verkeerd begrip geraken kan. Ik heb hier echter het volgende bij te voegen:

Waarom stelt men op den staat der ten mijnen laste loopende posten, de uitgegevene som voor de acceptatie, zonder die acceptatie zelve in mijn credit te brengen. Neemt het Gouvernement de acceptatie aan, dan vervalt alle aanmerking, terwijl in een tegenovergesteld geval ik die betaalde som schuldig ben, wel is waar, doch tevens het Gouvernement mij, de voor die som geleverde acceptatie schuldig is. Indien ik volgens mijn beste weten in 's Gouvernements naam eenen inkoop doe, welke niet had behooren te geschieden, kan men mij volgens regt met de uitgegevene som belasten, doch de waarde van het voor die gelden aangeschafte, en in Gouvernements handen gestelde artikel behoort niet geheel en al vergeten te worden.

Men belaste den kashouder voor eene ten onrechte uitgegevene som, doch creditere tevens den Vendumeester voor het bedrag der acceptatie.

§ 8. Tekort op de kas bij de overgave f2070.47.

Het boven aangehaalde nopens de redenen die tot cumulatie der Lands- en vendukas aanleiding geven, geldt ook hier; doch kan men vooronderstellen dat ik een zo groot bedrag uit eigen middelen zoude hebben kunnen voorschieten? Dit toch zoude het woord zijn. Ik heb de ten laste van het vendukantoor loopende acceptatie op den vervaltijd voldaan; kan men in billijkheid vorderen, dat deze betaling op den bepaalden dag plaats hebbe, indien politieke maatregelen van het Gouvernement, de venduschuldigen verhinderen te betalen? Indien ik als Vendumeester verpligt ben tot betaling, moet ik ook als vendumeester gerechtigd zijn, billijke maatregelen in het werk te stellen opdat men mij betale.

Had ik de magt daartoe toen Soetan Salim van Natal werd weggevoerd, en de Toeankoe gearresteerd? Noch deze, noch gene konden de hun competerende gelden van anderen innen en derhalve was geen hunner in staat mij te voldoen.

Indien er geene tekortkomst in de kas bestaan had, zoude men mij met regt kunnen vragen: hoe ik aan de gelden kwam, waarmede ik de niet-betaling van voormelden Toeankoe en Soetan Salim had weten te dekken?

Mijns inziens behoorde dit zoogenaamd tekort tot een bewijs mijner eerlijkheid te strekken, en niet te paraisseren op den staat der ten mijnen laste komende posten.

Wil men echter aan dit denkbeeld van een tekort vasthouden, dan vergete men niet daarnevens te noteren, dat ik de pretentiën op Soetan Salim en den Toeankoe, ten zelfde bedrage als de minderheid in kas, aan het Gouvernement heb overgegeven, opdat het vóór en tegen even zij!

§ 9. Boeten voor te late indiening der verantwoording etc. ten gezamenlijke bedrage van f231.66 z. en f463.34 k.

Het zoude een vraagstuk zijn of de boeten waren opgelegd voor te late inzending, of wel dat de te late inzending een gevolg was der bedreiging om mij te beboeten. De boeten zijn echter volgens de bestaande bepalingen opgelegd, en derhalve is daar tegen niets te zeggen. Al ware er uitzigt om daar van ontheven te worden, dan nog zoude ik tot het aanwenden van middelen daartoe niet overgaan.

Ik zoude kunnen spreken van mijnen tegenzin in de nietige kibbelarijen van Aijer Bangie; - ik zoude kunnen aanhalen dat mij een geemploijeerde (de Sergt.-Majoor voor memorie Hesse-link) is toegevoegd, welke na ruim 1½ maand ten mijnen huize te hebben ziek gelegen, aldaar overleden is; ik zoude uit de eindelijke toevoeging van den surnumerair Goudt kunnen betoogen, dat er ook vroeger een geemploijeerde onder mij noodig was; doch ik ga alle deze punten voorbij, en bepaal mij tot de eenvoudige verklaring dat ik niets bezit; eene verklaring welke vreemd luidt doch niet ten nadeele kan strekken van een ambtenaar die eene plaats verlaat, waar alle zijne voorgangers fortuin gemaakt hebben.

Ik ben genaderd tot de voldoening aan den in het slot van Uhedg. missive vermelden last om optegeven waar en wanneer is ingenomen de wissel in dato 28 Februarij jl. No. 12 ten behoeve van Tjong Aijong op 's Lands kas te Padang.

Ook op Aijer Bangie heeft men mij die zaak voorgelegd, en ik vleije mij dezelve aldaar mondelings voldoende te hebben opgehelderd. - De Chinees Ke Moeda qq den amfioenpachter te Padang, betaalde mij de pachtschat van f405. koper, over de maand Januarij Ao Ct. Ik gaf daarvoor eene voorloopige kwitantie, bij wijze van inofficiële erkentenis der ontvangst, en later den wissel om dat bedrag te Padang te kunnen ontvangen. In stede van toen de eerst afgegevene kwitantie te vernietigen heb ik mij vergenoegd met daarop te noteren dat voor gemeld bedrag een wissel was in de plaats gegeven.

Indien ik op Aijer Bangie goed ben ingelicht, heeft de houder getracht én wissel, én kwittantie, - als solidair van waarde - in betaling te geven, hetgeen echter niet gelukt is, en niet gelukken konde. Er staat immers op de kwittantie duidelijk genoteerd dat dezelve door een wissel in do 28 Februarij vervangen was. De kwittantie was behalve dat, een inofficieel stuk, het welk nimmer buiten Natal had behooren te dienen. De beschuldiging van slordigheid in het opmaken van een provisioneel bewijsje, laat ik voor rekening van diegenen, welke er zich toe kunnen verledigen, om zorg, moeite en netheid ten koste te leggen, aan het opstellen van eene kladnota.

Ik kan hier ter plaatse zonder inzage der boeken den datum niet opgeven, waarop de bedoelde wissel is in ontvangst genomen, doch houd mij verzekerd dat er te Padang geen wissels zijn uitbetaald, dan die welke op Natal verantwoord zijn. Indien er ver-warring bestaan mogt, is zulks het gevolg van de tusschen beiden komende bepaling dat er geen gelden voor amfioenpacht, elders dan te Padang zouden worden aangenomen. Deze lastgeving heeft den geregelden loop der stortingen of de verantwoording daarvan gedérangeerd, doch er kan geen verschil zijn in de gezamenlijke geldswaarde van het dáár ontvangene, en hier gevalideerde.

Ik vermeen alle de in de aantooning der ten mijnen laste loopende posten, voorkomende punten te hebben afgehandeld, en weet zeer wel dat deze missive, wat den vorm aangaat, niet geschikt is Uhedg. in eene gunstige stemming omtrent mij te brengen. Ik voorzie ten volle den ernstigen uitslag welke deze zaak bij de bestaande begrippen, voor mij hebben kan, doch neem niettemin eerbiedig de vrijheid Uhedg. ten overvloede te verzoeken, mij van alle welwillende consideratiën, indien dezelve mogten kunnen bestaan, te willen verschoonen; Ik ben jong en onbeduidend in vergelijking van de magt der heerschende begrippen, waartegen mijne beginselen mij noodzaken op te staan, maar blijf niettemin trotsch op mijne zedelijke onafhankelijkheid, trotsch op mijne principes, trotsch op mijne eer!

De Controleur 2e kl.,

Dekker