Multatuli.online

Volledige Werken. Deel 8. Brieven en dokumenten uit de jaren 1820-1846

Voorbericht

Nota

Dekkers afkomst

De familie Douwes Dekker

Kwartierstaat van Eduard Douwes Dekker

Aantekeningen en dokumenten

Amsterdam 1820-1838

Dekkers jeugd

Brieven en dokumenten

[2 maart 1820 Geboorte van Eduard (Douwes) Dekker]

[Bijlage betreffende het huis Korsjespoortsteeg 10]

[28 augustus 1823 Geboorte van Willem (Douwes) Dekker]

[Bijlage betreffende de huizen Korsjespoortsteeg 10 en Haarlemmerdijk 94]

[7 mei 1827 Eduards vader koopt het huis Haarlemmerdijk]

[maart 1832 Inschrijving van Eduard in het Album van de Latijnse school]

[20 juli 1832 Huwelijk van Eduards zuster Catharina]

[1832 Eduards broer Pieter Engel wordt student]

[Bijlage betreffende Abraham van de Velde en zijn gezin]

[1838 Gedicht: Mijn Schaatsen]

[8 maart 1838 Eduard voorgesteld als lid van het Nut]

[26 april 1838 Eduard lid van het Nut]

[1838 Lidmaatschapskaart van het Nut]

[20 juni 1838 Gedicht: In den Vriendenrol van A.C. Kruseman]

[21 juni 1838 Gedicht van Abr. des Amorie van der Hoeven]

[28 juni 1838 Eduard draagt voor bij het Nut]

[26 juli 1838 Eduard neemt een spreekbeurt aan]

[30 augustus 1838 Eduards spreekbeurt wordt afgeschreven]

[22 september 1838 Afscheidsgroet van Eduard aan P.G. te Winkel]

Batavia 1839-1842

Dekkers eerste Indische jaren

Brieven en dokumenten

[4 januari 1839 Aankomst van Dekker te Batavia]

[Bijlage betreffende Batavia en omgeving]

[Bijlage betreffende de bevolking van Batavia]

[14 februari 1839 Dekker werkzaam bij de Rekenkamer]

[1 maart 1839 Dekker klerk bij de Rekenkamer]

[28 maart 1839 Akte van toelating in Ned.-Indië]

[10 april 1839 Missive van de Rekenkamer aan de G.-G.]

[11 april 1839 Staat van dienst van Dekker]

[17 april 1839 Dekker benoemd tot klerk]

[17 april 1839 Akte van benoeming]

[26 april 1839 Akte van eedaflegging]

[31 januari 1840 Missive van de Rekenkamer aan de G.-G]

[6 februari 1840 Dekker benoemd tot tweede kommies]

[6 februari 1840 Akte van benoeming]

[21 februari 1840 Dekkers broer Willem verdrinkt bij Ierland]

[1841 Losse bladen uit het dagboek van een oud man: Het Schoone, Geluk]

[20 januari 1841 Brief van Caroline Versteegh]

[voorjaar 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]

[voorjaar 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]

[voorjaar 1841 Brief van pastoor Scholten]

[15 april 1841 Brief van de heer Versteegh; fragment]

[april 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]

[29 april 1841 Brief van de heer Versteegh; fragment]

[mei 1841 Gedicht van Dekker voor Caroline Versteegh]

[14 juni 1841 Brief van Caroline Versteegh]

[16 juni 1841 Brief van Dekker aan Caroline Versteegh]

[4 juli 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]

[22 juli 1841 Huwelijk van Dekkers broer Pieter]

[2 augustus 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]

[28 augustus 1841 Dekker te Batavia katholiek gedoopt]

[28 augustus 1841 Dekker ontvangt het H. Vormsel]

[3 september 1841 Brief van Caroline Versteegh]

[8 oktober 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]

[23 juni 1842 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[23 juni 1842 Dienststaat, bijlage bij het rekest]

[9 juli 1842 Dekker benoemd tot controleur tweede klasse]

[9 juli 1842 Akte van benoeming]

[15 juli 1842 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[19 juli 1842 Beslissing van de Dir.-Gen. van Financiën]

[19 juli 1842 Missive van de Inspecteur van Financiën aan Michiels]

[24 augustus 1842 Brief van de heer Versteegh]

Natal 1842-1843

Dekker als bestuursambtenaar op Sumatra

Brieven en dokumenten

[7 oktober 1842 Aankomst van Dekker te Padang]

[10 oktober 1842 Advies van Michiels aan Weddik]

[7 november 1842 Weddik plaatst Dekker te Natal]

[10 november 1842 Missive van Weddik aan Michiels]

[24 november 1842 Missive van Michiels aan de G.-G.]

[25 november 1842 Dekker dient een declaratie in]

[30 november 1842 Overdracht functie van vendumeester]

[30 november 1842 Missive aan Weddik inzake overdracht functie]

[Bijlage betreffende Natal, door E. Francis]

[1 december 1842 Dekkers eerste dienstbrief te Natal]

[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake buskruit]

[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake terugzending van stukken]

[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake vervoer van bannelingen]

[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake zout]

[5 december 1842 Missive van Dekker aan Pakhuismeester te Aijer Bangies inzake zout]

[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake papier en pennen]

[6 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake geldkistjes]

[7 december 1842 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake deurhengsels]

[7 december 1842 Missive van Dekker aan Goldie inzake een wissel]

[11 december 1842 Missive van Dekker aan Mil. commandant]

[14 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake een proces-verbaal]

[14 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake een circulaire]

[14 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake boekwerken]

[14 december 1842 Weddik vraagt inlichtingen over geld uit 1835]

[15 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake rijst]

[20 december 1842 Weddik zendt Dekker papier en pennen]

[23 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake geld uit 1835]

[23 december 1842 Missive van Dekker aan de Kapitein te Loender inzake rijst en zout]

[23 december 1842 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake tamarinde-pitten]

[23 december 1842 Agent NHM. te Padang vraagt opzending adviesbrief]

[25 december 1842 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake godsdienstoefeningen]

[25 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik]

[25 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake beboeting van fuselier Spiess]

[27 december 1842 Missive van Dekker aan de Ass-Res. van Mandheling inzake zout]

[27 december 1842 Missive van Dekker aan de Ass-Res. van Mandheling inzake gevluchte pandelingen]

[29 december 1842 Antwoord van Weddik inzake geldkistjes]

[2 januari 1843 Dekker zendt Weddik een wissel]

[4 januari 1843 Huwelijk van Caroline Versteegh]

[6 januari 1843 Weddik vraagt Dekker inlichtingen inzake zout]

[6 januari 1843 Weddik keurt rijstverkoop goed]

[7 januari 1843 Weddik vraagt rapporten inzake gevangenen]

[7 januari 1843 Weddik geeft opdracht de zoutmaten te verifiëren]

[9 januari 1843 Missive van de Ass.-Res. van Mandheling inzake godsdienst]

[10 januari 1843 Antwoord van de Ass.-Res. van Mandheling inzake pandelingen]

[14 januari 1843 Weddik vraagt Dekker inzending van beantwoording]

[15 januari 1843 Weddik antwoordt Dekker inzake boete]

[15 januari 1843 Weddik vraagt Dekker opzending van een wissel]

[16 januari 1843 Weddik vraagt Dekker verantwoordingsstukken]

[18 januari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zout]

[18 januari 1843 Missive van Weddik inzake godsdienst]

[21 januari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]

[21 januari 1843 Ass.-Res. van Mandheling vraagt bezending zout]

[23 januari 1843 Missive van Weddik inzake amfioenpacht]

[25 januari 1843 Weddik vraagt opsporing van Jan Potan]

[28 januari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zout]

[31 januari 1843 Secr. van Aijer Bangies bericht dat er stukken zoek zijn]

[3 februari 1843 Missive van Dekker aan Godin inzake vrijheidsberoving]

[4 februari 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake zout]

[4 februari 1843 Ass.-Res. van Mandheling vraagt kopergeld]

[6 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]

[7 februari 1843 Secr. Van der Ven zendt zout en wenst stipte meting]

[10 februari 1843 Weddik vraagt inlichtingen over gevangenen]

[14 februari 1843 Missive van Weddik inzake pepertuinen]

[14-15 februari 1843 Michiels te Natal wegens de zaak-Si Pamaga]

[15 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]

[15 februari 1843 Van der Pool vraagt Dekker inlichtingen inzake post]

[17 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zout]

[17 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake de reis van Michiels]

[19 februari 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake geld]

[19 februari 1843 Missive van Dekker aan Van der Pool inzake post]

[20 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake een verzoekschrift]

[22 februari 1843 Weddik vraagt opgave inzake vagebondage]

[25 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake ziekte]

[25 februari 1843 Missive van Weddik inzake verzoekschrift]

[25 februari 1843 Missive van Weddik inzake verantwoordingsstukken]

[26 februari 1843 Antwoord van Godin inzake vrijheidsberoving]

[27 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake gevangenen]

[28 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake het zoutpakhuis]

[28 februari 1843 Wissel van Dekker inzake amfioenpacht]

[28 februari 1843 Kwitantie van Dekker inzake amfioenpacht]

[2 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutmeting]

[3 maart 1843 Weddik vraagt naar inkomsten en uitgaven uit 1840]

[3 maart 1843 Weddik zendt acht zilveren knoppen]

[4 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake prauwhuur]

[4 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake rijst]

[4 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]

[4 maart 1843 Weddik vraagt opzending van kettinggangers]

[5 maart 1843 Weddik geeft Dekker machtiging betreffende klerk Hesselink]

[6 maart 1843 Missive van Weddik inzake het zoutpakhuis]

[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verzoekschrift]

[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake Inkomende en Uitgaande rechten]

[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutvervoer]

[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Agent NHM. te Padang inzake een wissel]

[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Padang inzake een wissel]

[8 maart 1843 Missive van Weddik inzake kasrekening over februari]

[8 maart 1843 Weddik vraagt opzending rapport zoutmeting]

[8 maart 1843 Missive van Weddik inzake prauwhuur]

[9 maart 1843 Weddik zal Dekker rijst zenden]

[9 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake inkomsten en uitgaven 1840]

[10 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake kettinggangers]

[10 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake herstel na ziekte]

[10 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake gewenst ontslag van een datoe]

[10 maart 1843 Weddik geeft opdracht betreffende kapitein Langkap]

[11 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutmaten]

[12 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake vagebondage]

[12 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake vagebondage betreffende klerk Hesselink]

[12 maart 1843 Missive van Weddik inzake ontslag van een datoe]

[13 maart 1843 Missive van Dekker van Weddik inzake scheepspapieren]

[13 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]

[15 maart 1843 Dekker vraagt Weddik instructies betreffende Hesselink]

[15 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zilveren knoppen]

[15 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake prauwhuur]

[16 maart 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Tapanoeli betreffende onderhorigen]

[16 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake pepertuinen]

[16 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake toezicht zoutpakhuis]

[16 maart 1843 Weddik zendt model proces-verbaal inzake zoutmaten]

[17 maart 1843 Weddik zendt rijst]

[18 maart 1843 Rapport van Michiels aan de G.-G. betreffende Si Pamaga]

[20 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik betreffende kapitein Langkap]

[20 maart 1843 Missive van Weddik inzake zoutpakhuis]

[20 maart 1843 Missive van Weddik inzake prauwhuur]

[21 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutmaten]

[21 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake de pepertuinen]

[21 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake de pepertuinen]

[22 maart 1843 Agent NHM. te Padang meldt het terugvinden van een adviesbrief]

[24 maart 1843 Resident Weddik door Michiels geschorst]

[26 maart 1843 Weddik vraagt opzending van de zoutmaten]

[27 maart 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake zout]

[28 maart 1843 Missive van Weddik inzake pepertuinen]

[30 maart 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake gelden]

[3 april 1843 Dekker ontvangt nieuwe zoutmaten]

[3 april 1843 Missive van Weddik inzake lijfstraf]

[4 april 1843 Ass.-Res. van Padang vraagt opzending inlander]

[10 april 1843 Van der Ven neemt het ambt van Weddik over]

[13 april 1843 Van der Van vraagt opzending van een betalingsbewijs]

[14 april 1843 Missive van Dekker aan Michiels betreffende inlandse Hoofden]

[15 april 1843 Beslissing van Michiels inzake prauwhuur]

[16 april 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake geld]

[18 april 1843 Van der Ven vraagt opzending van verantwoordingsstukken]

[20 april 1843 Klerk Hesselink komt te Natal aan]

[20 april 1843 Van der Ven vraagt opgave van kosteloze leveringen]

[21 april 1843 Van der Ven vraagt opgave van kosteloze leveringen inzake zegelstaten]

[21 april 1843 Missive van Van der Ven inzake opsporingen]

[22 april 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Krijgsman en Hesselink]

[25 april 1843 Missive van Dekker aan de controleur te Baros betreffende een inlandse vrouw]

[25 april 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. te Pontjang inzake gelden]

[26 april 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake gelden]

[26 april 1843 Missive van Van der Ven aan Dekker betreffende Hesselink]

[28 april 1843 Kwitantie van Dekker inzake amfioenpacht]

[1 mei 1843 Van der Ven vraagt opnieuw opzending van de zoutmaten]

[1 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[1 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake lijfstraf]

[2 mei 1843 Van der Ven vraagt inlichtingen over gelden uit 1840]

[3 mei 1843 Dekker schrijft een wissel van f 8931.92 en boekt f 6825,92]

[Facsimile A. De berekening]

[Facsimile B. De wissel]

[Facsimile C. Het wisselregister]

[5 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake amfioenpacht]

[6 mei 1843 Missive van Michiels aan Van der Ven over Dekker]

[11 mei 1843 De controleur van Baros antwoordt betreffende inlandse vrouw]

[14 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[16 mei 1843 Dekker zendt geld naar Mandheling]

[17 mei 1843 Ass.-Res. van Mandheling antwoordt inzake gelden]

[22 mei 1843 Van der Ven geeft opdracht inzake verstrekkingen aan militairen]

[22 mei 1843 Missive van Van der Ven betreffende Gout]

[23 mei 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake een wissel]

[25 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[29 mei 1843 Ass.-Res. van Mandheling meldt dat f75 zoek is]

[31 mei 1843 Kas-memoriaal van Dekker over de maand mei]

[3 juni 1843 Van der Ven te Natal]

[6 juni 1843 Ass.-Res. van Mandheling vraagt opsporing van kinderen]

[9 juni 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels over Dekker]

[12 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Gout]

[12 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Hesselink]

[13 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Hesselink inzake rijst]

[14 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende inzake vogelnestjes]

[15 juni 1843 Van der Ven vraagt storting van geld voor schoten]

[16 juni 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[17 juni 1843 Hesselink overlijdt ten huize van Dekker]

[1843 Prozatekst van Dekker: Nog eens ‘Graven’]

[17 juni 1843 Van der Ven zendt declaratie terug]

[17 juni 1843 Ontvanger geeft inlichtingen inzake vogelnestjes]

[17 juni 1843 Van der Ven meldt zending van rijst]

[18 juni 1843 Missive van Dekker aan Postkommies te Padang]

[21 juni 1843 Van der Ven zendt instructies inzake nalatenschap]

[24 juni 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels betreffende Dekker]

[24 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake verantwoordingsstukken over mei]

[24 juni 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[25 juni 1843 Natal verzendt f 3750 naar Mandheling]

[26 juni 1843 Aan Van der Ven wordt een wissel gezonden]

[26 juni 1843 Bericht aan Van der Ven inzake wissels]

[26 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake transportloon]

[26 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake herstelkosten]

[26 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake prauwhuur]

[26 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[26 juni 1843 Verzoekschrift van de Hoofden van Natal aan Michiels]

[28 juni 1843 Aan Van der Ven worden gedrukte stukken gevraagd]

[30 juni 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels betreffende Dekker]

[2 juli 1843 De Militaire Commandant vraagt arrestantenlokaal]

[2 juli 1843 Dekker stelt civiel arrestantenlokaal ter beschikking]

[3 juli 1843 Beslissing van Michiels betreffende Dekker]

[3 juli 1843 Antwoord van Van der Ven inzake transportloon]

[3 juli 1843 Antwoord van Van der Ven inzake herstelkosten]

[4 juli 1843 Van der Ven geeft opdracht inzake zoekgeraakt geld]

[6 juli 1843 Van der Ven vraagt opnieuw inlichtingen inzake gelden uit 1840]

[6 juli 1843 Verantwoordingsstukken eerste halfjaar 1843 worden ingezonden]

[8 juli 1843 Verantwoordingsstukken eerste halfjaar 1843 worden ingezonden over juni 1843]

[10 juli 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake geld]

[11 juli 1843 Betalingsbewijzen worden ingezonden]

[11 juli 1843 Verzoek aan Van der Ven inzake postgelden]

[11 juli 1843 Missive van Dekker aan de Wees- en Boedelkamer te Padang]

[13 juli 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[13 juli 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken betreffende Jan Potan]

[15 juli 1843 Rapport van Michiels aan de G.-G.]

[18 juli 1843 Missive van Dekker aan Burg. Stand Aijer Bangies]

[18 juli 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake de boedel-Hesselink, met bijlage]

[18 juli 1843 Missive van Dekker aan Van der inzake gelden uit 1840]

[18 juli 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling betreffende kinderen]

[18 juli 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels betreffende Dekker, met bijlage]

[21 juli 1843 Dekker ontvangt posttarieven]

[22 juli 1843 Missive van Van der Ven inzake zoutmaten]

[22 juli 1843 Van der Ven vraagt boedelstaten uit 1836-1838]

[22 juli 1843 Besluit van Michiels tot overplaatsing van Dekker]

[27 juli 1843 Voor Natal worden twee pakhuisbedienden toegestaan]

[27 juli 1843 Van der Ven vraagt verantwoordingsstukken eerste en tweede kwartaal]

[27 juli 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. Mandheling betreffende inlandse kinderen]

[27 juli 1843 Opzending van een proces-verbaal inzake zoutvervoer]

[28 juli 1843 Mil. Commandant vraagt inlichtingen inzake vervoer]

[28 juli 1843 Antwoord van Dekker aan de Mil. Commandant]

[28 juli 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Jan Potan]

[31 juli 1843 Verzending van zout naar Mandheling]

[2 augustus 1843 De aangifte van Hesselinks overlijden wordt geretourneerd]

[2 augustus 1843 De bijlagen inzake Hesselinks boedel worden geretourneerd]

[4 augustus 1843 Huwelijk van Dekkers broer Jan]

[4 augustus 1843 De verantwoordingsstukken over juli worden ingezonden]

[4 augustus 1843 Bericht aan Van der Ven inzake een wissel]

[7 augustus 1843 Bericht aan Van der Ven inzake een wissel]

[9 augustus 1843 De zoutmaten worden aan Van der Ven gezonden]

[9 augustus 1843 Verzoek aan Van der Ven om schrijfbenodigdheden]

[9 augustus 1843 Opgave aan Van der Ven inzake boedelstaten]

[11 augustus 1843 Missive van Dekker aan de Mil. Commandant inzake stormschade]

[12 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake stormschade]

[15 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake afschrijvingen]

[17 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake pakhuisrekening 1842]

[17 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[17 augustus 1843 Missive van Dekker aan Mil. Commandant inzake post]

[20 augustus 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake geld]

[20 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake geld]

[20 augustus 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake geldkist en zadels]

[22 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake declaraties]

[23 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]

[23 augustus 1843 Missive van Michiels aan Van der Ven inzake amfioenpacht]

[24 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake prauwhuur]

[24 augustus 1843 Inzending van de beantwoording betreffende maart-juni]

[24 augustus 1843 Van der Ven zendt papier enz.]

[25 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake stempels]

[27 augustus 1843 Schuldbekentenis van Dekker aan de Toeankoe Bezaar]

[28 augustus 1843 Vendutie van Dekker]

[28 augustus 1843 Vendutie-bewijs van Dekker aan zichzelf]

[28 augustus 1843 Ontvangstbewijs inzake vendutie]

[31 augustus 1843 Proces-verbaal van overdracht van functie]

[2 september 1843 Certificaat van ophouding van betaling]

[2 september 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake rijst]

[september 1843 Gedicht van Dekker: Vaarwel aan Natal]

Padang 1843-1844

Dekkers kastekort en zijn schorsing

Brieven en dokumenten

[3 september 1843 Klacht van Tin Aijon tegen Dekker]

[13 september 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake amfioenpacht]

[14 september 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake Dekkers particuliere schulden]

[15 september 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake Dekkers verantwoordingsstukken]

[15 september 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake posten ten laste van Dekker]

[15 september 1843 Aantoning van posten]

[Bijlage betreffende Padang en omgeving]

[25 september 1843 Missive van Michiels aan Van der Ven inzake kastekort]

[25 september 1843 Missive van Michiels aan de G.-G. inzake ambtelijke verhoudingen]

[25 september 1843 Missive van Diepenhorst aan Van der Ven inzake pakhuis]

[26 september 1843 Michiels vraagt Van der Ven inlichtingen inzake klacht]

[29 september 1843 Michiels zendt de Resident van de Padangse Bovenlanden inlichtingen betreffende Dekker]

[2 oktober 1843 Michiels vraagt Van der Ven inlichtingen inzake wissels]

[2 oktober 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake pakhuis]

[2 oktober 1843 Missive van Michiels aan Dekker, hem verplichtende te Padang te blijven]

[2 oktober 1843 Besluit van Michiels betreffende Dekker]

[3 oktober 1843 Missive van Dekker aan Michiels inzake verantwoordingsstukken]

[3 oktober 1843 Beantwoording van Dekker inzake verantwoordingsstukken]

[3 oktober 1843 Resident van de Padangse Bovenlanden verzoekt Michiels, Dekker niet te zenden]

[4 oktober 1843 Missive van Michiels aan Dekker inzake zegelgelden]

[7 oktober 1843 Missive van Michiels aan Van der Ven inzake Dekkers vendu-administratie]

[7 oktober 1843 Michiels stelt proces-verbaal in handen van de comptabiliteit]

[10 oktober 1843 Ass.-Res. van Padang vraagt Michiels toestemming inzake wissel voor Dekker]

[10 oktober 1843 Besluit van Michiels inzake Dekkers vendu-acceptatie]

[14 oktober 1843 Missive van Michiels aan Direkteur Producten inzake zout]

[14 oktober 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake venduacceptatie]

[14 oktober 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake klacht, met drie processen-verbaal]

[16 oktober 1843 Van der Ven zendt Michiels lijst van wissels]

[17 oktober 1843 Michiels antwoordt de Resident der Padangse Bovenlanden]

[19 oktober 1843 Besluit van Michiels inzake zout en rijst

[20 oktober 1843 Missive van Dekker aan Mr. Van Hemert inzake uitstel]

[20 oktober 1843 Van Hemert vraagt Michiels: uitstel of gijzeling]

[24 oktober 1843 Missive van Michiels aan Van Hemert inzake uitstel]

[24 oktober 1843 De G.-G. keurt Michiels' maatregelen van 25 september goed]

[26 oktober 1843 Missive van Michiels aan de G.-G. betreffende Dekker]

[27 oktober 1843 Missive van de ambtenaar der comptabiliteit aan Michiels]

[3 november 1843 Het pakhuis te Natal stort in]

[4 november 1843 Michiels geeft toestemming tot uitbetaling van een wissel]

[5 november 1843 Kolonel Michiels ontvangt bericht van bevordering tot Generaal-Majoor titulair]

[7 november 1843 Michiels vraagt Van der Ven inlichtingen betreffende Dekker]

[9 november 1843 Brief van Diepenhorst aan Dekker met vendurol]

[17 november 1843 Missive van Van der Ven aan Diepenhorst inzake de wissel van 3 mei]

[19 november 1843 Missive van Dekker aan Michiels inzake vendutie]

[20 november 1843 Mr. Van Hemert vraagt Michiels inlichtingen inzake vendutie]

[24 november 1843 Missive van Diepenhorst aan Van der Ven inzake de wissel van 3 mei]

[26 november 1843 Missive van Michiels aan Van Hemert]

[28 november 1843 Missive van Van der Ven aan Diepenhorst inzake dokumenten]

[30 november 1843 Missive van Dekker aan Michiels inzake vendutie]

[4 december 1843 Besluit van Michiels inzake de voorgaande missive]

[6 december 1843 Missive van Diepenhorst aan Van der Ven inzake dokumenten]

[8 december 1843 Van der Ven meldt Michiels ontvangst vendu-gelden]

[15 december 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake de wissel van 3 mei]

[16 december 1843 Missive van de Ass.-Res. van Padang aan Michiels inzake Dekkers salaris]

[18 december 1843 Michiels zendt Van der Ven Dekkers bewijs van ophouding van betaling]

[18 december 1843 Missive van Michiels aan de Ass.-Res. van Padang inzake Dekkers salaris]

[23 december 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake gelden]

[30 december 1843 Missive van Michiels aan de Fiskaal inzake gelden]

[30 december 1843 Missive van Michiels aan de G.-G. betreffende Dekker]

[1843-1844 Prozaschets van Dekker. Losse bladen uit het dagboek van een oud man: Jongelingsdroomen]

[4 januari 1844 De deurwaarder krijgt opdracht inzake de wissel van 3 mei 1843]

[6 januari 1844 Verslag van de deurwaarder aan de Fiskaal]

[6 januari 1844 Missive van Dekker aan Michiels inzake de wissel van 3 mei 1843]

[8 januari 1844 Besluit van Michiels om Dekker te schorsen]

[15 januari 1844 Tweede verslag van de deurwaarder]

[16 januari 1844 Missive van Dekker aan Michiels inzake een reis naar Natal]

[18 januari 1844 Missive van de Fiskaal aan Michiels inzake de wissel van 3 mei 1843]

[18 januari 1844 Gouvermentsbesluit inzake zout en rijst]

[20 januari 1844 Besluit van Michiels inzake de wissel van 3 mei 1843]

[20 januari 1844 Missive van Michiels aan de G.-G. betreffende Dekker]

[29 januari 1844 Missive van de Dir. Producten inzake zout en rijst]

[3 februari 1844 Missive van de NHM. te Natal aan Diepenhorst inzake de wissel]

[9 februari 1844 Advies van de Dir.-Gen. van Financiën aan de G.-G. betreffende Dekker]

[16 februari 1844 Advies van de Raad van Indië]

[29 februari 1844 Van der Ven zendt Michiels dokumenten inzake de wissel]

[1 maart 1844 Advies van de Dir.-Gen. van Financiën betreffende Dekker]

[11 maart 1844 Consideratiën van de Raad van Indië en besluit van de G.-G.]

[22 maart 1844 De Alg. Secretaris meldt Michiels opzending van dokumenten]

[25 maart 1844 Missive van Diepenhorst aan Res. van Tapanoelie inzake Dekkers vendutie]

[4 april 1844 Begeleidingsbrief en Rekest van Dekker aan Michiels]

[12 april 1844 Resident van Tapanoelie zendt Diepenhorsts missive aan Michiels]

[26 april 1844 De Alg. Rekenkamer zendt Michiels dokumenten]

[28 april 1844 Missive van Michiels aan de Resident van Tapanoelie]

[29 april 1844 Missive van Michiels aan de President van de Raad van Justitie te Padang]

[25 mei 1844 Michiels stelt dokumenten in handen van de Fiskaal]

[28 mei 1844 Missive van de Fiskaal aan Michiels inzake criminele of civiele procedure]

[29 mei 1844 Missive van Michiels aan de Fiskaal inzake civiele procedure]

[6 juni 1844 Vonnis van de Raad van Justitie, die zich onbevoegd verklaart]

[14 juni 1844 De Fiskaal deelt Michiels het vonnis mee]

[19 juni 1844 Missive van Michiels aan de G.-G. betreffende Dekker]

[19 juni 1844 Rekening-courant, bijlage bij de voorgaande missive]

[11 juli 1844 De Fiskaal krijgt ongevraagd ontslag]

[18 juli 1844 Advies van de Raad van Indië inzake de missive van Michiels]

[21 juli 1844 Besluit van de wnd. G.-G.]

[2 augustus 1844 Gouverneur-Generaal Merkus overlijdt]

[16 augustus 1844 De Alg. Secretaris vraagt de Rekenkamer advies inzake missive van Michiels]

[16 augustus 1844 De Alg. Secretaris geeft Michiels opdracht, Dekker naar Batavia te doen gaan]

[18 september 1844 Missive van Michiels aan Ass.-Res. van Padang inzake Dekkers vertrek]

[20 september 1844 Missive van Ass.-Res. van Padang aan Michiels]

[± 25 september 1844 Dekker vertrekt van Padang naar Batavia]

Batavia en omgeving 1844-1845

Dekker wachtende op herplaatsing

Brieven en dokumenten

[1 oktober 1844 Advies van de Alg. Rekenkamer aan de G.-G. inzake de missive van Michiels van 19 juni]

[12 oktober 1844 Adviezen van de Raad van Indië]

[13 oktober 1844 Dekker richt zich tot de Directeur-Generaal van Financiën]

[20 oktober 1844 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[23 oktober 1844 Besluit van de wnd. G.-G. betreffende Dekker]

[29 oktober 1844 Besluit van de Algemene Rekenkamer]

[1 november 1844 Besluit van de G.-G. inzake Dekkers passage-kosten]

[9 november 1844 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[15 november 1844 Bericht van de Alg. Rekenkamer inzake Dekkers rekest van 20 okt.]

[25 november 1844 Adviezen van de Raad van Indië inzake Dekkers rekest van 20 okt.]

[30 november 1844 Beschikking van de wnd. G.-G.]

[4 december 1844 Adviezen van de Raad van Indië]

[10 december 1844 Missive van de Dir.-Gen. van Financiën aan de G.-G. met bijgevoegd rekest van Dekker van 9 november]

[14 december 1844 Besluit van de wnd. G.-G. betreffende Dekker]

[26 december 1844 Adviezen van de Raad van Indië]

[1 januari 1845 Gedicht van Dekker: Nieuwjaar 1845]

[5 januari 1845 Beslissing van de wnd. G.-G. betreffende Dekker]

[21 februari 1845 Missive van de Alg. Rekenkamer aan de G.-G.]

[11 mei 1845 Missive van Michiels aan de Alg. Secretaris; met bijlagen]

[14 juni 1845 Gouvernementsbesluit om Dekkers wachtgeld te verlengen]

[4 augustus 1845 Aankomst van Everdina Huberta van Wijnbergen in Indië]

[16 augustus 1845 Missive van de Dir.-Generaal van Financiën aan de G.-G.]

[18 augustus 1845 Dekker en Everdina van Wijnbergen officieus verloofd]

[10 september 1845 Besluit van de wnd. G.-G. betreffende Dekker]

[13 september 1845 Benoeming van Dekker tot tijdelijk ambtenaar te Krawang]

[26 september 1845 Officiële verloving van Dekker en Tine]

[28 september 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[30 september 1845 G.-G. Rochussen aanvaardt zijn ambt]

[2 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]

Krawang 1845

Tine's familie

Brieven en dokumenten

[Bijlage Geboorte-akte van Tine]

[2-11 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[14 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[19-22 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[24-27 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[29 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[1 november 1845 Missive van de Directeur-Generaal van Financiën aan Michiels]

[5-8 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[10-12 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[15 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[15-19 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[20-22 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[27 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[30 november - 3 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[7-10 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[10-13 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[15 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[17-20 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[19 december 1845 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[22-24 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]

[vóor 31 december 1845 Dekker stort in 's lands kas f 2106]

Buitenzorg 1846

Opnieuw wachtende op herplaatsing

Brieven en dokumenten

[11 januari 1846 Beslissing van de G.-G. inzake twee rekesten van Dekker]

[17 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[18-19 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[19-20 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[20-22 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[25 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[25 januari 1846 De echtgenote van Dekkers broer Jan overlijdt]

[26-29 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[29 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[30 januari 1846 Jan P. van der Hucht overlijdt te Parakan Salak]

[31 januari 1846 Dekker op audiëntie bij de G.-G.]

[1 februari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[2 februari 1846 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[4 februari 1846 Dekker opnieuw op audiëntie bij de G.-G.]

[5 februari 1846 Tweede rekest van Dekker aan de G.-G.]

[12 februari 1846 Besluit van de G.-G. tot wederplaatsing van Dekker te Krawang]

Krawang 1846

De laatste verlovingsweken

Brieven en dokumenten

[28 februari 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[4 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[6-7 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[9 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[10-11 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[13-14 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[ong. 18 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine, in het Frans]

[19 maart 1846 Dekker en Tine te Tjiandjoer ondertrouwd]

[23 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[24-25 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[26-27 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[29 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[30 maart 1846 Twee brieven van Dekker aan Tine]

[1 april 1846 Brief van Dekker aan Tine]

[Bijlage betreffende Tjiandjoer en omgeving]

[10 april 1846 Huwelijksakte van Dekker en Tine]

[10 april 1846 Huwelijksadvertentie van Dekker en Tine]

[5 mei 1846 Dekkers moeder overlijdt te Amsterdam]

[Bijlage Testament van Dekkers moeder]

[mei 1846 Advies van H.J. Hoogeveen, lid van de Raad van Indië, betreffende Dekker]

[18 mei 1846 Akte van Dekkers benoeming tot kommies in de residentie Bagelen]

[31 juli 1846 Overlijden van Tine's zuster Sophia]

[6 augustus 1846 Huwelijk van Tine's zuster Henriëtte]

Biografische aantekeningen

Biografische aantekeningen

Verklaring

Verbeteringen


Padang
1843-1844

Dekkers kastekort en zijn schorsing

Het jaar te Padang is voor Dekker het zwartste geweest uit zijn ambtelijke loopbaan. Gouverneur Michiels, met bijna dictatoriale macht, heeft hem er achtereenvolgens zijn bewegingsvrijheid, zijn inkomsten en zijn ambt ontnomen, en getracht hem crimineel te doen veroordelen. De administratieve fouten, door Dekker te Natal gemaakt, staan in geen verhouding tot de hardvochtige maatregelen, door Michiels, ten dele zelfs wederrechtelijk, getroffen.

Aangezien de Natalse kas het principiële punt in deze zaak is, moeten thans enkele financiële kwesties worden besproken en zoveel mogelijk opgehelderd. Het materiaal dat ons ten dienste staat, hoe omvangrijk ook, is verre van volledig. Het vergunt ons, met zekerheid enige der gemaakte fouten aan te wijzen; het vergunt ons niet, met diezelfde zekerheid Dekkers gehele boekhouding te reconstrueren. Verder dan veronderstellingen met het merk van waarschijnlijkheid, zal men niet kunnen komen.

Behalve een aantal kleine bedragen, door Dekker in zijn boekhouding hetzij vergeten, hetzij ingeschreven in afwijking van de bestaande bepalingen, zijn er vier belangrijke posten; drie daarvan zijn in de ambtelijke correspondentie uitvoerig ter sprake gekomen, terwijl de vierde destijds aan ieders kritiek is ontsnapt. Deze punten zijn:

a. de venduschulden van Soetan Salim en de Toeankoe Bezaar;
b. Dekkers eigen vendu-acceptatie;
c. de wissel van 3 mei 1843;
d. de wissel van 24 mei 1843.

Drie van deze vier zaken betreffen niet alleen de kas maar ook de vendu-administratie, daar in het geval c de wissel ten dele met vendugelden werd betaald. Over de administratie van het vendukantoor is volstrekt niets bekend. De vraag echter of er behalve een lijst van openstaande vorderingen en van eventuele verplichtingen, ook een afzonderlijke vendu-kas met bijbehorend vendu-kasboek was, kan ten aanzien van Dekker met stelligheid ontkennend worden beantwoord. Hij wist immers niet eens, dat zijn functie van vendumeester géen onderdeel was van zijn functie als controleur; men vindt dit duidelijk uitgesproken in zijn verantwoording van 3 oktober 1843. Het ‘verwarren’ van 's lands gelden met de particuliere gelden van de vendumeester was zelfs voor de Directeur Generaal van Financiën geen reden tot ernstige kritiek (9 februari 1844).

a. Men mag aannemen dat Dekker van de aanvang af 's lands kas en de vendukas heeft vereenzelvigd, en ook dat zijn voorganger het hem zo heeft voorgedaan. De schulden immers van Soetan Salim en van de Toeankoe Bezaar betroffen een vendutie van vóor Dekkers ambtsaanvaarding. De koopsommen van deze vendutie waren uiteraard nog maar ten dele geïnd toen Dekkers voorganger de functie overdroeg; de resterende sommen moest Dekker innen, en op een bepaalde datum, 12 april 1843, kon het volle bedrag door de verkoper worden opgevraagd. Het risico dat niet alle koopsommen binnenkwamen, terwijl toch de volle opbrengst moest worden afgedragen, was dus door Dekkers voorganger aanvaard, niet door Dekker zelf. Dit risico kon op 30 november natuurlijk alleen door hem worden overgenomen in de veronderstelling dat het fictief was. Acht men het waarschijnlijk dat het op die datum reeds geïnde bedrag in de overgedragen kas was begrepen, en acht men het voorts waarschijnlijk dat de daarna afbetaalde koopsommen in de kas werden gestort en als ontvangsten geboekt, dan is het eveneens duidelijk dat Dekker de niet-betaalde bedragen van Soetan Salim na diens deportatie en van de Toeankoe Bezaar na diens inarrestneming, als vorderingen van de kas moest beschouwen. Vorderingen overigens, die Dekker wel met wat meer aandrang zou hebben behartigd, zo hij Michiels' beslissingen ten aanzien van deze personen als minder betwistbaar had gevoeld. Toen hij op 3 mei de gehele vendu-acceptatie uitbetaalde, zonder dat het nog ontbrekende bedrag van f2070, - binnen was, had hij dit moeten boeken als een uitgave uit de kas. In zekere zin heeft hij dit verzuim later hersteld, door dit bedrag op 31 augustus uitdrukke-lijk als tekort te vermelden. In elk geval hadden zijn chefs deze f 2070, - slechts voorlopig ten laste van Dekker mogen brengen, totdat te Natal was gebleken in hoeverre de vorderingen goed waren of dubieus. Door de activiteit van Dekkers opvolger, Diepenhorst, werd het gehele bedrag al spoedig geïnd. Daarmee was de zaak rond, behalve voorzover er bij Assistent-Resident Van der Ven en kolonel Michiels een wantrouwen jegens Dekker bleefbestaan, dat in het gehele verloop een moeilijk bepaalbare, maar stellig uiterst werkzame factor is geweest.

b. De tweede kwestie is deels van overeenkomstige orde. Toen Dekker einde juni begreep dat hij Natal zou verlaten, en kas en kasboek met elkander vergeleek, ontdekte hij een verschil van enkele duizenden guldens. Hij ging daarbij uit van de juistheid zijner boekhouding en hij veronderstelde dus eerder dat er een fout was in de kas dan in het kasboek. Zijn wanhopige pogingen om geld te lenen zijn o.i. vaststaande feiten, die niet discutabel worden omdat inderdaad twee van de drie desbetreffende personen zich wellicht ook op Dekker hebben willen wreken. (Zie 3 september en 14 oktober 1843). Dit lenen is hem niet, althans niet in voldoende mate, gelukt. Onder die omstandigheden heeft Dekker een paar dagen vóor hij zijn functie overdroeg, zelf zijn vendutie gehouden, in plaats van deze, zoals gebruikelijk was, te doen plaats vinden ná de bestuursoverdracht en dus tevens onder leiding van de opvolger. Dekker wilde dit, om met de opbrengst ervan het kastekort zoveel mogelijk aan te vullen. Hij héeft het ook gedaan: de cheque die hij bij zijn vertrek meekreeg was f200, terwijl zijn voorganger in december 1842 met een cheque van f3100 Natal verlaten had. (Zie facsimile C; 3 mei 1843)

Een onmiddellijke opbrengst was er bij zulke venduties echter niet, tenzij enerzijds de verkoper accoord ging met een bekort bedrag, en anderzijds de vendumeester het risico voor de invordering der koopsommen op zich nam. Zo'n bekort bedrag was dus een voorschot, aangezien de koopsommen eerst later allengs konden worden ingevorderd. Dekker had in december 1842 dus ook zo'n voorschot uitbetaald, toen zijn voorganger vendutie had gehouden. Uit wélke kas had hij dat kúnnen doen, tenzij uit die van het land? Men mag toch niet aannemen dat elke ambtenaar bij aankomst over een privé-kapitaal beschikte, groot ge-noeg om op te wegen tegen geheel de inboedel van zijn vertrekkende collega? Toch bestond éen van de eerste daden van een nieuwe bestuursambtenaar veelal in een vendutie ten behoeve van zijn voorganger. Het was dus onvermijdelijk, dat het hierop volgende, gebruikelijke voorschot ontleend werd aan overheidsgeld: een feit dat alleen daardoor nooit naar buiten bleek, doordat de kas in de eerstvolgende maanden niet nóg eens werd overgedragen. Nu Dekker zijn vendutie kort vóor de overdracht hield, kwam deze handelwijze natuurlijk wél aan het licht.

Zijn superieuren zouden evenwel niet éen maar twee redenen hebben gehad tot een welwillende beoordeling. Ten eerste immers kon hier hetzelfde gelden als bij punt a: er bestond slechts risico voorzover de invordering der koopsommen dubieus was. Het tegendeel bleek, zodra Diepenhorst zich wijdde aan het innen ervan. Maar ten tweede had 's lands kas in het geheel geen recht op restitutie van deze vendupost, aangezien er bij de overdracht geen tekort van deze orde was gebleken. Indien Dekker aan zichzelf uit 's lands kas gelden had uitbetaald, moest ook dit bedrag als een tekort verschijnen in de eindberekening. Wie het proces verbaal van 31 augustus 1843 nauwgezet en onbevooroordeeld leest, kan constateren dat er tegenover een tekort van f2070.47 koper twee vorderingen staan van gezamenlijk f4030.41 zilver, zodat er dus wezenlijk - behoudens eventuele ándere fouten - een overschot was, en wel ter grootte van f2305.02 zilver. Dit is alleen te verklaren, doordat Dekker een boekhoudkundige fout heeft gemaakt. Hij heeft bedoeld, het bedrag der vendutie aan zichzelf uit te betalen, hetgeen dus als uitgaaf in het kasboek moest worden genoteerd, en dit bedrag daarna in de kas te storten. Door echter zijn vendu-acceptatie in de kas te deponeren, en de overeenkomstige uitgaafpost in het kasboek te vergeten, heeft hij zichzelf voor meer dan twee duizend gulden benadeeld. Toen dus Diepenhorst in het najaar van 1843 de vendutiegelden incasseerde, ontving het Rijk bedragen waar het geen recht op had. Dat Dekker die een slecht boekhouder was, deze fout op 31 augustus zelf heeft gemaakt, dient erkend; maar dit verontschuldigt nog niet het voordurend herhalen van deze fout door de ambtenaren te Aijer Bangies, Padang en Batavia, die ervoor betaald werden bétere boekhouders te zijn dan hij.

c. Bij het zojuist besproken punt gaat het niet meer om een verschil tussen kas en kasboek, maar om een evidente onjuistheid in de boekhouding zelf. Dit geldt ook ten aanzien van de ernstigste zaak die destijds ter discussie heeft gestaan: de wissel van 3 mei 1843. Deze wissel bedroeg f8931.92; de boeking in het wisselregister echter is f6825.92. Die boeking is onjuist, hoe men haar verder ook verklaren of interpreteren wil. Het wisselregister immers is niet anders dan een lijst van aantekeningen betreffende verrichte werkzaamheden, het is geen tweede kasboek. De aantekeningen inzake datum, naam, nummer en bedrag hebben om zo te zeggen meer archivalische dan boekhoudkundige waarde. De wissels immers werden - anders dan de vendu-acceptaties - verhandeld via 's lands kas. Dekker was wisselagent qualitate qua. Derhalve biedt het wisselregister niet op zichzelf, maar alleen tezamen met het kasboek de gelegenheid tot financiële controle. Het kasboek nu is ons over de gehele maand mei 1843 bekend (zie 31 mei 1843). Ook daarin komt op 3 mei een post voor van f 6825.92 en niet van f 8931.92. Het financiële verschil is hiermee bewezen; Dekker heeft door déze boeking het land voor f2106 benadeeld. Maar hoe dient dit feit te worden verklaard? De eerste veronderstelling luidt aldus: Dekker heeft opzettelijk een te laag bedrag geboekt, hij heeft fraude gepleegd. Het is het voorrecht van Michiels en Van der Ven, dit te hebben geloofd. Afgezien van nog andere argumenten, schijnt de onhoudbaarheid van die verdenking wel bewezen, sinds men op het omslag van het register in Dekkers eigen handschrift de berekening heeft aangetroffen inzake de totstandkoming van deze wisselpost (facsimile A). Alleen Van der Ven heeft hierin een juridisch bewijs kunnen zien van een gepleegd misdrijf (29 februari 1844). Hij heeft geen navolgers gevonden. Dat iemand, al stelende, een berekening van zijn diefstal in de boeken achterlaat, is immers zelfs voor Dekker te excentriek.

De tweede veronderstelling is deze: dat Dekker zich bij het inboeken heeft vergist, hetgeen des te gemakkelijker kon gebeuren, doordat in zijn berekeningen (facsimile A) het eindcijfer van f 8931.92 links stond, en het voorlopige cijfer van f 6825.92 rechts. Maar in dit geval zou de kas zelf natuurlijk f2106. - méer moeten bevatten dan uit het kasboek kon blijken. Het was dus ook redelijk, Dekker met dit bedrag te belasten, tenzij men reden heeft voor de mening, dat deze zaak minder eenvoudig is dan ze schijnt. Die reden bestaat. Ik kom daar aanstonds op terug.

d. Zo eenvoudig als het vorige punt schijnt, zo eenvoudig is werkelijk het feit dat Dekker op 24 mei 1843 een wissel van f2732 in het wisselregister heeft genoteerd, zonder dat een gelijke post in het kasboek voorkomt. Dit bedrag, dat aan het spiedende oog der controlerende ambtenaren te Aijer Bangies, Padang en Batavia bij voortduring is ontgaan doordat zij de stukken niet in samenhang hebben beschouwd, dient uiteraard geheel ten laste van Dekker te worden gerekend. De vraag of men in dit geval aan slordigheid of opzet moet denken, blijve buiten beschouwing, tot er gebleken is of er wel reden bestaat voor énige vraag [*] Op dit punt is voor het eerst de aandacht gevestigd door de heer Wiessing in ‘De Tijd’ van 22 mei 1953..

c, vervolg. De financiële eenvoud van punt d is bij nadere beschouwing bij punt c in het geheel niet aanwezig. Wij weten namelijk precies hoe die som van f8931.92 tot stand is gekomen. Het grootste deel daarvan werd gevormd door een vendu-acceptatie, groot f5688,27 zilver, hetgeen gelijk staat met f6825,92 koper. Ten aanzien van deze acceptatie heeft de geëmployeerde van de Nederlandse Handel-Maatschappij op 3 februari 1844 in alle argeloosheid de onthullende mededeling gedaan: ‘het bedrag der Acceptatie - is door mij, ter vermijding van noodelooze moeite natuurlijk niet in specie ontvangen, maar is hetzelve, nadat ik de Acceptatie voor voldaan geteekend had, begrepen in den door mij erlangden wissel.’ Ontleedt men nu de verrichte handelingen, dan is er op 3 mei eigenlijk dit gebeurd: de geëmployeerde van de NHM heeft eerst aan Dekker in diens kwaliteit van vendumeester een acceptatie aangeboden en daarvoor f 6825.92 uitbetaald gekregen. In dit bedrag was wegens nog niet betaalde koopsommen een post van f2070 begrepen, die later, op 31 augustus, door Dekker als tekort is geboekt (zie a). Het ontvangen bedrag van f 6825.92 werd door of namens de NHM vermeerderd met een drietal sommen van tezamen f2106 koper; daarna is bij Dekker in diens kwaliteit van wisselagent het nieuwe bedrag van f 8931.92 gestort ten behoeve van een wissel op Aijer Bangies. Dekker die kasboek en venduboek als éen beschouwde, had dus als volgt moeten boeken: eerst bij de uitgaven f 6825.92; dan bij de inkomsten f 8931.92. Hij heeft zich dus tweemaal vergist: bij de inkomsten boekte hij in plaats van f8931.92 ten onrechte f6825.92; bij de uitgaven boekte hij in plaats van f6825.92 in het geheel niets. Wie het kasboek over de maand mei raadpleegt, ziet het met eigen ogen: de uitgavepost van f6825.92 komt er niet in voor.

Onder uitdrukkelijk voorbehoud wegens de onvolledigheid van het materiaal en de daarom noodzakelijke veronderstellingen, meen ik dus dat Dekkers administratie op vijf punten moet worden verbeterd:

er moet staan
3 mei (c vervolg) -.- 6825.92
3 mei (c) 6825.92 8931.92
24 mei (d) -.- 2732.-
31 aug. (a) 2070,- -.-
31 aug. (b) -.- 2302.02
_____ _____ _____ _____
Totaal 6825.92 2070.- 11663.92 9127.94
Verschil A 4755.92 Verschil B 2535.98
Verschil tussen de boekingswijzen A en B f2219.94

Dekkers boekhoudkundige fouten hebben hem, behalve de niet te schatten morele en ambtelijke ellende, een financiële schade bezorgd van f 2219.94, die later toen ook het wisselverschil van f2156 met hem verrekend werd, is opgelopen tot f4375.94, nog afgezien van de vele duizenden guldens nadeel als direct en indirect gevolg van zijn schorsing. Met déze cijfers voor ogen, kan men de vraag van slordigheid of opzet wel overbodig achten.

Het jaar te Padang is het zwartste geweest van Dekkers loopbaan. Op 2 oktober 1843 verbood Michiels, geheel wederrechtelijk, hem Padang te verlaten. Dat Michiels in een missive aan de Gouverneur-Generaal op 26 oktober terloops heeft voorgesteld, Dekker van Sumatra te doen vertrekken, zal deze ondanks de persoonlijke contacten die hij stellig met de gouvernements-bureaux had, wel onbekend zijn gebleven; zo ook het feit dat Michiels op 30 december, in flagrante strijd met de werkelijkheid, de G.-G. gemeld heeft, dat Dekker te Padang werd vast-gehouden door de justitie. Vier maanden lang onthield Michiels Dekker zijn salaris, uitsluitend om een formele certificaatskwestie, en op 8 januari schorste hij hem in ambt en inkomsten. Van september 1843 toen Dekker met f 200 uit Natal vertrok, tot september 1844 toen hij door ingrijpen van de G.-G. Padang verlaten kon, heeft hij, aanvankelijk samen met Si Oepi Keteh, zonder inkomsten moeten leven. Op welke wijze hij daarin, behalve door het verkopen van zijn kleren, geslaagd is, schijnt alleen Tine later bekend te zijn geweest (Werken I, blz. 161). Ofschoon er ten aanzien van de twee vendukwesties weliswaar tegen de voorschriften was gehandeld, maar geenszins oneerlijk of zelfs maar riskant, en Assistent-Resident Van der Ven dit op 15 december 1843 zeer goed wist, noemde hij niettemin toen de aan het licht gekomen wisselkwestie ‘welligt grover en misdadiger dan alle zijne overige fouten te zamen genomen’. Michiels zelf heeft daarna in deze zaak een juridische en administratieve onkunde aan den dag gelegd (vgl. het advies van de Rekenkamer, 1 oktober 1844), welke men de ironie der geschiedenis zou willen noemen, indien de gevolgen ervan voor Dekker niet zo tragisch waren geweest. Michiels heeft aanvankelijk zeker een criminele, later uitdrukkelijk een civiele procedure gewenst, en toen deze door zijn eigen informeel optreden was uitgelopen op het zich onbevoegd verklaren van de Raad van Justitie, heeft hij zich op de Fiskaal gewroken door hem vanuit Batavia te doen ontslaan. Dat Dekker, als weerloos en vrijwel onkundig slachtoffer van deze maandenlange vervolging, daarvan de details niet heeft gekend en later ook nooit heeft leren kennen, maakt het onvermijdelijk dat zijn weergave van het Padangse jaar in de Havelaar, in sommige onderdelen onjuist is.

Dekker heeft deze tijd van armoede, rechteloosheid, onvrijheid, verdenking, verdachtmaking, honger en volslagen onzekerheid, psychisch en fysiek nauwelijks overleefd: eens, misschien zelfs tweemaal, heeft hij een poging gedaan om te sterven (Rekest 2 februari 1846; Brief 24 februari - 6 mei 1851). Ondanks deze ondraaglijke omstandigheden - of moet men zeggen: juist ten gevolge daarvan - heeft Dekker zich geïnspireerd gevoeld tot literair werk. Behalve de voltooiing van de ‘Losse bladen uit het dagboek van een oud man: Jongelingsdroomen’, schreef hij te Padang de polemische puntdichten ‘Het wand'lend schorsbesluit, dat schorsend ons regeert’ en ‘Vingt florins... quel trésor!’, beide opgenomen in de Havelaar (Werken I, blz. 160-161; het eerste ook reeds in de brief van 24 febr. - 6 mei 1851); het patetische gedicht ‘Daar is een kracht uit hoger kracht gesproten’, opgenomen in Vorstenschool (Werken VI, blz. 72), een gelegenheidsrijm ‘De Nachtschuitsdroom’ met merkwaardige commentaar overgeschreven in de brief van 24 februari - 6 mei 1851, en tenslotte het toneelstuk ‘De Eerloze’, waarvan het oorspronkelijke handschrift niet is teruggevonden, maar dat in omgewerkte vorm onder de titel ‘De Bruid daarboven’ in 1864 werd uitgegeven (Werken III, blz. 447. Zie ook de brieven van 26 januari 1846 en van 6-7 maart 1846.) Over de tijd in Padang vindt men voorts nog gegevens in de brieven van 24-27 oktober 1845 en van 26 januari 1846, in het rekest van 2 februari 1846, en in de brief van 24 februari - 6 mei 1851. Deze laatste bevat talrijke details; het belangrijkst evenwel is het rekest, én omdat het geschreven werd zo kort na de gebeurtenissen, én omdat het een ambtelijk stuk betreft, gericht aan een instantie die de feitelijke juistheid ervan gemakkelijk zou kunnen controleren.

In de noten op de Havelaar (noot 99, 101, 107, 108, 109 en 116; Werken I, blz. 343-350) vermeldt Multatuli als zijn speciale vrienden J.J.M. de Chateleux, en G. Beijerman. Deze laatste zou door schuld van Michiels zijn omgekomen. (Vgl. evenwel Werken I, blz. 552). Voorts komt een zekere Waanders voor in de brief van 24 febr. - 6 mei 1851. Als intieme vriend wordt ook genoemd de eerste Luitenant Hébert, met wie Dekker eens zou hebben geduelleerd en van wie hij toen een fraaie haarlok had doen sneuvelen (G. Jonckbloet: Multatuli. Amsterdam 1894, blz. 65-66). Jonckbloet vermeldt tevens dat Dekker op Sumatra door de ambtenaren ‘de excentrieke lord’ of ‘de gek’ genoemd werd, en dat hij in wit costuum met een grote strohoed op, blootsvoets en vreselijk bemodderd, te paard aan kwam zetten bij de resident der Padangse bovenlanden, de heer Steinmetz (idem, blz. 61-62). Maar men bedenke dat er tussen de voorvallen zelf en hun anekdotisch verslag een tijdsruimte ligt van een halve eeuw.

G.S.