Volledige Werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
Een en ander over Pruisen en Nederland
Een en ander over Pruisen en Nederland
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
Naschrift bij den tweeden druk
Een en ander over Pruisen en Nederland
609.
Ge meent dat het te veel is?
Welnu, ge vergist u. Het gegeven staaltjen is slechts 'n zeer onbeduidend onderdeel van de marteling die den spreekbeurthouder wacht.
In weinige minuten kunt ge Rammelslags vertellingen uitspreken. De redenaar, die over twee, drie uren zal optreden, moet zulke cant aanhoren, die volle twee, drie uren lang! Ik voerde gemakshalve slechts één Rammel in... hy ondergaat dozynen. Men vraagt er niet naar, of hy bejaard is, niet of hy vermoeid is van de reis, niet of hy straks zal nodig hebben zich enigszins in te spannen, niet - erger dan dat alles! - of wellicht al die wawelpraat het verband breekt tussen z'n nadenken tehuis, en zyn spreken dat straks volgen zal... niet ook of de grief der ontdekking hoe weinig 't baatte dat hy zich steeds toelegde op duidelykheid van uitdrukking, hem smart - immers hy slaagde hierin niet, wanneer lieden, die ‘alles van hem gelezen hebben’ zó tot hem spreken - en niet, eindelyk, of al deze oorzaken tezamen hem ongeschikt maken voor de zware taak, die hy zo graag goed vervullen wou, neen... naar dit alles vraagt men niet! En het staat te bezien, of 't slachtoffer van zúlke sympathie niet nog dieper te beklagen is, dan de redevoerende boeteling die geplaagd wordt door haat...