Volledige Werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868
[2 januari 1867 Van den Rijn (I)]
[3 januari 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[8 januari 1867 Van den Rijn (II)]
[9 januari 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[9 januari 1867 Advertentie Handelsblad]
[9 januari 1867 Brief van Huet aan Multatuli]
[10 januari 1867 Bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel]
[10 januari 1867 Brief van d'Ablaing aan Multatuli]
[10 januari 1867 Brief van d'Ablaing aan Lebègue]
[11 januari 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[15 januari 1867 Van den Rijn (III)]
[16 januari 1867 Brief van d'Ablaing aan Multatuli]
[17 januari 1867 Bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel]
[18 januari 1867 Van den Rijn (IV)]
[20 januari 1867 Uitnodiging van De Geyter aan Multatuli]
[23 januari 1867 Van den Rijn (V)]
[24 januari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[26 januari 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[28 januari 1867 Brief van Baron van Dedem aan Van Vloten]
[29 januari 1867 Van den Rijn (VI)]
[3 februari 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[5 februari 1867 Van den Rijn (VII)]
[8 februari 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[8 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[8 februari 1867 Van den Rijn (VIII)]
[11 februari 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Gelder Zonen]
[12 februari 1867 Van den Rijn (IX)]
[12 februari 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Bommel]
[13 februari 1867 Brief van Multatuli aan Ris]
[15 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[19 februari 1867 Van den Rijn (X)]
[20 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[22 februari 1867 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]
[23 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[25 februari 1867 Van den Rijn (XI)]
[25 februari 1867 Circulaire voordracht te Antwerpen]
[25 februari 1867 Aankondiging in Le Précurseur]
[27 februari 1867 Aankondiging in Het Handelsblad]
[27 februari 1867 Aankondiging in De Koophandel]
[27 februari 1867 Bericht in Le Précurseur]
[27 februari 1867 Ingezonden Stuk in de Sneeker Courant]
[28 februari 1867 Brief van A. de Vos aan Multatuli]
[28 februari 1867 Voordracht van Multatuli te Antwerpen]
[28 februari 1867 Bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel]
[28 februari 1867 Verslag in de De Koophandel]
[2 maart 1867 Brief van Multatuli aan De Vos]
[2 maart 1867 Artikel in De Vlinder]
[2 maart 1867 Tweede voordracht van Multatuli in Antwerpen]
[2 maart 1867 Ingezonden stuk in de Sneeker Courant]
[3 maart 1867 Mededeling over Multatuli's voordrachten]
[4 maart 1867 Van den Rijn (XII)]
[6 maart 1867 Ingezonden stuk in de Sneeker Courant]
[7 maart 1867 Van den Rijn (XIII)]
[9 maart 1867 Van den Rijn (XIV)]
[9 maart 1867 Ingezonden stuk in de Sneeker Courant]
[12 maart 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[12 maart 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Helden]
[13 maart 1867 Van den Rijn (XV)]
[14 maart 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[16 maart 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[16 maart 1867 Rond den Heerd over Multatuli]
[17 maart 1867 Artikel in De Vooruitgang]
[20 maart 1867 Van den Rijn (XVI)]
[21 maart 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[22 maart 1867 Bericht over derde voordracht]
[23 maart 1867 Brief van Multatuli aan Van Vloten]
[24 maart 1867 Derde voordracht van Multatuli in Antwerpen]
[25 maart 1867 Van den Rijn (XVII)]
[26 maart 1867 Van den Rijn (XVIII)]
[28 maart 1867 Multatuli naar Kinderdijk]
[31 maart 1867 Multatuli keert terug naar Keulen]
[1 april 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[3 april 1867 Van den Rijn (XIX)]
[4 april 1867 Van den Rijn (XX)]
[4 april 1867 Brief van Multatuli aan Flemmich]
[4 april 1867 Brief van Multatuli aan Flemmich]
[5 april 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[5 april 1867 Van den Rijn (XXI)]
[6 april 1867 Brief van Multatuli aan mevrouw Flemmich]
[7 april 1867 Kritiek op Multatuli's derde voordracht]
[8 april 1867 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]
[Bijlage Kopie van brief aan Multatuli, november 1866]
[april 1867 Nederland publiceert Huets beoordeling]
[9 april 1867 Mededeling postbeambte]
[9 april 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[10 april 1867 Van den Rijn (XXII)]
[11 april 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[12 april 1867 Brief van Multatuli aan Flemmich]
[14 april 1867 Brief van Multatuli aan mevrouw Flemmich]
[17 april 1867 Van den Rijn (XXIII)]
[20 april 1867 Van den Rijn (XXIV)]
[23 april 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[24 april 1867 Van den Rijn (XXV)]
[26 april 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[28 april 1867 Artikel over Multatuli in Het Vrije Woord]
[30 april 1867 Van den Rijn (XXVI)]
[1 mei 1867 Van den Rijn (XXVII)]
[2 mei 1867 Brief van De Vos aan Multatuli]
[6 mei 1867 Van den Rijn (XXVIII)]
[7 mei 1867 Van den Rijn (XXIX)]
[11 mei 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[11 mei 1867 Van den Rijn (XXX)]
[14 mei 1867 Van den Rijn (XXXI)]
[16 mei 1867 Van den Rijn (XXXII)]
[17 mei 1867 Van den Rijn (XXXIII)]
[21 mei 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[22 mei 1867 Van den Rijn (XXXIV)]
[27 mei 1867 Van den Rijn (XXXV)]
[28 mei 1867 Van den Rijn (XXXVI)]
[29 mei 1867 Van den Rijn (XXXVII)]
[31 mei 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[1 juni 1867 Artikel in The North British Review]
[3 juni 1867 Van den Rijn (XXXVIII)]
[6 juni 1867 Brief van Rooses aan De Geyter]
[7 juni 1867 Brief van J. van Lennep aan Multatuli]
[8 juni 1867 Van den Rijn (XXXIX)]
[10 juni 1867 Brief van Multatuli aan Van Lennep]
[14 juni 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[14 juni 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[14 juni 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[17 juni 1867 Van den Rijn (XL)]
[21 juni 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[22 juni 1867 Van den Rijn (XLI)]
[22 juni 1867 Brief van Rooses aan Multatuli]
[24 juni 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Hall]
[25 juni 1867 Brief van d'Ablaing aan Koorn]
[28 juni 1867 Van den Rijn (XLII)]
[1 juli 1867 Van Vloten krijgt ontslag als hoogleraar]
[4 juli 1867 Van den Rijn (XLIII)]
[5 juli 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[6 juli 1867 Brief van Rooses aan De Geyter]
[10 juli 1867 Van den Rijn (XLIV)]
[22 juli 1867 Van den Rijn (XLV)]
[26 juli 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[27 juli 1867 Van den Rijn (XLVI)]
[29 juli 1867 Van den Rijn (XLVII)]
[29 juli 1867 Brief van d'Ablaing aan Scheurleer]
[1 augustus 1867 Artikel in de Revue Britannique]
[2 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[2 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[2 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Van Lennep]
[2 augustus 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[2 augustus 1867 Van den Rijn (XLVIII)]
[3 augustus 1867 Van den Rijn (XLIX)]
[9 augustus 1867 Van den Rijn (L)]
[10 augustus 1867 Van den Rijn (LI)]
[11 augustus 1867 Brief van J. van Lennep aan Multatuli]
[12 augustus 1867 Rondschrijven Van Crombrugghe's Genootschap]
[13 augustus 1867 Van den Rijn (LII)]
[14 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[14 augustus 1867 Van den Rijn (LIII)]
[14 augustus 1867 Programma van de feesten in Gent]
[17 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[17 augustus 1867 Aankondiging letterkundig feest]
[17 augustus 1867 Artikel in Het Volksbelang]
[19 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[19 augustus 1867 Programma feestavond]
[20 augustus 1867 Toespraak van Multatuli in het congres]
[20 augustus 1867 Verslag van Multatuli's toespraak]
[20 augustus 1867 Van den Rijn (LIV)]
[20 augustus 1867 Bericht in de Beurzencourant]
[21 augustus 1867 Multatuli op de derde Algemene Zitting]
[21 augustus 1867 Multatuli verdedigt De Geyter]
[21 augustus 1867 Multatuli aan het banket]
[21 augustus 1867 Van den Rijn (LV)]
[21 augustus 1867 Ingezonden brief van Rolin-Jaequemyns]
[21 augustus 1867 Verslag in Le commerce de Gand]
[21 augustus 1867 Bericht in Le Bien Public]
[21 augustus 1867 Bericht in Het Vlaemsche Land]
[22 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[22 augustus 1867 Verslag in de Gentsche Mercurius]
[22 augustus 1867 Artikel in Le Bien Public]
[23 augustus 1867 Bericht in de Beurzencourant]
[24 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[24 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[24 augustus 1867 Artikel in de Beurzencourant]
[24 augustus 1867 Artikel in Le Bien Public]
[26 augustus 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[26 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Vreede]
[26 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Te Winkel]
[27 augustus 1867 Brief van Vreede aan Multatuli]
[27 augustus 1867 Van den Rijn (LVI)]
[27 augustus 1867 Ingezonden brief van Rolin-Jaequemyns]
[27 augustus 1867 Bericht Utrechtsch Dagblad]
[28 augustus 1867 Van den Rijn (LVII)]
[28 augustus 1867 Bericht Utrechtsch Dagblad]
[30 augustus 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[31 augustus 1867 Hoofdartikel in Het Volksbelang]
[augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[3 september 1867 Van den Rijn (LVIII)]
[10 september 1867 Van den Rijn (LIX)]
[10 september 1867 Brief van d'Ablaing aan Koning]
[13 september 1867 Van den Rijn (LX)]
[september 1867 Brief van Multatuli aan redactie Handelingen]
[17 september 1867 Van den Rijn (LXI)]
[19 september 1867 Van den Rijn (LXII)]
[20 september 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[23 september 1867 Van den Rijn (LXIII)]
[24 september 1867 Van den Rijn (LXIV)]
[26 september 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[28 september 1867 Van den Rijn (LXV)]
[2 oktober 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[3 oktober 1867 Van den Rijn (LXVI)]
[4 oktober 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[8 oktober 1867 Van den Rijn (LXVII)]
[10 oktober 1867 Van den Rijn (LXVIII)]
[12 oktober 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]
[14 oktober 1867 Van den Rijn (LXIX)]
[14 oktober 1867 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]
[16 oktober 1867 Van den Rijn (LXX)]
[17 oktober 1867 Van den Rijn (LXXI)]
[19 oktober 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[19 oktober 1867 Bericht Sneeker Courant]
[23 oktober 1867 Van den Rijn (LXXII)]
[24 oktober 1867 Van den Rijn (LXXIII)]
[29 oktober 1867 Van den Rijn (LXXIV)]
[30 oktober 1867 Van den Rijn (LXXV)]
[1 november 1867 De Revue moderne publiceert Max Havelaar]
[5 november 1867 Van den Rijn (LXXVI)]
[8 november 1867 Brief van d'Ablaing aan De Mol van Otterloo]
[12 november 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[12 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[12 november 1867 Van den Rijn (LXXVII)]
[14 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[18 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[18 november 1867 Van den Rijn (LXXVIII)]
[19 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[21 november 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]
[22 november 1867 Van den Rijn (LXXIX)]
[23 november 1867 Feuilleton van H. de Pène]
[27 november 1867 Brief van Multatuli aan Rochussen]
[28 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[29 november 1867 Van den Rijn (LXXX)]
[30 november 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[3 december 1867 Van den Rijn (LXXXI)]
[6 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[7 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[7 december 1867 Van den Rijn (LXXXII)]
[10 december 1867 Van den Rijn (LXXXIII)]
[12 december 1867 Van den Rijn (LXXXIV)]
[13 december 1867 Rekest van Multatuli aan de Koning]
[13 december 1867 Van den Rijn (LXXXV)]
[14 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[15 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[15 december 1867 Huet schrijft een voorbericht]
[18 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[Bijlage De verkladde blaadjes]
[Bijlage Mededeling van C.Th. van Deventer]
[18 december 1867 Brief van Tine aan Potgieter]
[19 december 1867 De Minister van Justitie schrijft de Proc. Gen.]
[20 december 1867 Van den Rijn (LXXXVI)]
[21 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[23 december 1867 Brief van Huet aan Multatuli]
[24 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[24 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[24 december 1867 President Rechtbank schrijft Off. v. Justitie]
[27 december 1867 Van den Rijn (LXXXVII)]
[30 december 1867 Advies van de Officier van Justitie inzake rekest]
[31 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]
[31 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]
[31 december 1867 Van den Rijn (LXXXVII)]
[1 januari 1868 De Revue moderne publiceert Max Havelaar]
[3 januari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[3 januari 1868 Besluit tot Kamerontbinding]
[4 januari 1868 Wintgens minister van Justitie]
[7 januari 1868 Rappel van de Minister van Justitie]
[8 januari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[8 januari 1868 Van den Rijn (I)]
[8 januari 1868 Advies van de Rechtbank te Amsterdam]
[9 januari 1868 Brief van Huet aan Multatuli]
[9 januari 1868 Rapport van de Procureur-generaal]
[10 januari 1868 Rapport van de Minister van Justitie]
[11 januari 1868 Van den Rijn (II)]
[11 januari 1868 Besluit van de koning inzake gratie]
[11 januari 1868 Bericht aan de Procureur-generaal]
[12 januari 1868 Brief van Nahuijs aan d'Ablaing]
[13 januari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[14 januari 1868 Brief van d'Ablaing aan Nahuijs]
[16 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[16 januari 1868 Van den Rijn (III)]
[17 januari 1868 Van den Rijn (IV)]
[18 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[18 januari 1868 Brief van Nahuijs aan d'Ablaing]
[18 januari 1868 Brief van Nahuijs aan d'Ablaing]
[19 januari 1868 Brief van d'Ablaing aan Nahuijs]
[21 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[22 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[22 januari 1868 Verkiezingen Tweede Kamer]
[24 januari 1868 Van den Rijn (V)]
[25 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[25 januari 1868 Van den Rijn (VI)]
[25 januari 1868 Brief van Tine aan Stéphanie]
[29 januari 1868 Van den Rijn (VII)]
[30 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[1 februari 1868 Van den Rijn (VIII)]
[februari 1868 De Engelse vertaling van de M.H. verschijnt]
[4 februari 1868 Van den Rijn (IX)]
[6 februari 1868 Brief van Tine aan Stéphanie]
[8 februari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[8 februari 1868 Brief van Rochussen aan Multatuli]
[10 februari 1868 Brief van Multatuli aan Rochussen]
[10 februari 1868 Beoordeling in de Daily News]
[12 februari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[12 februari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[14 februari 1868 Van den Rijn (X)]
[14 februari 1868 Beoordeling in de Evening Star]
[15 februari 1868 Brief van Huet aan Multatuli]
[17 februari 1868 Van den Rijn (XI)]
[19 februari 1868 Van den Rijn (XII)]
[20 februari 1868 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]
[25 februari 1868 Van den Rijn (XIII)]
[3 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[3 maart 1868 Multatuli gaat naar Den Haag]
[4 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[4 maart 1868 Van den Rijn (XIV)]
[6 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[7 maart 1868 Artikel van Nahuijs in de Ned. Spectator]
[9 maart 1868 Brief van Multatuli aan Rochussen]
[9 maart 1868 Brief van Rochussen aan Van Zuylen]
[10 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[10 maart 1868 Brief van Tine aan Stéphanie]
[11 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[12 maart 1868 Koninklijk besluit inzake opdracht Huet]
[13 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[14 maart 1868 Artikel in de Sneeker Courant]
[16 maart 1868 Artikel in de Friesche Courant]
[16 maart 1868 Brief van Tine aan Potgieter]
[18 maart 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]
[19 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[22 maart 1868 Brief van De Geyter aan d'Ablaing]
[23 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[23 maart 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]
[23 maart 1868 Artikel in de Friesche Courant]
[24 maart 1868 Van den Rijn (XV)]
[26 maart 1868 Onderhoud met Hasselman]
[26 maart 1868 Artikel in de Friesche Courant]
[27 maart 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]
[28 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[29 maart 1868 Voordracht van Multatuli in Utrecht]
[31 maart 1868 Bericht over Multatuli's voordracht]
[31 maart 1868 Van den Rijn (XVI)]
[1 april 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[1 april 1868 Beoordeling in The British Quaterly Review]
[1 april 1868 Beoordeling in The Westminster Review]
[1 april 1868 Beoordeling in The Contemporary Review]
[3 april 1868 Brief van Huet aan Multatuli]
[3 april 1868 Tine int een wissel]
[5 april 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[5 april 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[6 april 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]
[6 april 1868 Brief van Huet aan Multatuli]
[11 april 1868 Het zwarte boek I in de Sneeker Courant]
[15 april 1868 Het zwarte boek II]
[april 1868 Opinions of the Press]
[17 april 1868 Van den Rijn (XVII)]
[17 april 1868 Brief van Huet aan Multatuli]
[18 april 1868 Het zwarte boek III in de Sneeker Courant]
[19 april 1868 Brief van Multatuli aan Huet]
[21 april 1868 Van den Rijn (XVIII)]
[22 april 1868 Brief van Multatuli aan Tine]
[24 april 1868 Brief van De Geyter aan d'Ablaing]
[24 april 1868 L.A. te Winkel overlijdt]
[25 april 1868 Van den Rijn (XIX)]
[25 april 1868 Het zwarte boek IV in de Sneeker Courant]
[28 april 1868 Begroting van Buitenlandse Zaken verworpen]
[Bijlage
Kopie van brief aan Multatuli, november 1866]
Bijlage
Brief van R.J.A. Kallenberg van den Bosch aan Multatuli, november 1866. Eigenhandig afschrift, gevoegd bij de voorgaande brief. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van blz. 4 beschreven. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)
Waarschijnlijk heeft Multatuli deze brief, waarvan de autograaf niet is teruggevonden, onbeantwoord gelaten; van enig contact tussen hem en Kallenberg van den Bosch blijkt gedurende meer dan tien jaar niets.
Zie ook de brief aan Huet d.d. 23 april.
Copie.-
November 1866.-
Waarde Dekkers! Is het mijne schuld indien mijne stemming bij het schrijven aan U, soms noch voor U, noch voor mij aangenaam is? Ik zeg daarom niet, dat het uwe schuld is, maar soms is het mij alsof wij verkeerd à propos spelen. - Ik schreef U in mijn laatste dat indien mijne hulp niet had voldaan aan de verwachting die gij er van koesterdet, wanneer die U niet terstond aan het werken gezet had, wanneer die uwe hoop had bedrogen: ‘Ik denk dat ik er mij boven op help;’ - dat ik dan betreurde die gelden niet aan uwe vrouw gezonden te hebben. - Voor haar was f100 per maand, bij het logies dat zij bij de familie Ombroni heeft, eene steun geweest die haar werkelijk had geholpen, terwijl het niet zenden aan U, uw ondergang niet zou veroorzaakt hebben. - Men gaat niet onder, met f25 per maand, hoe luttel het is, en uwe afspraak met v: Helden, kon er U f40 bijgeven, wanneer gij had kunnen werken, terwijl gij dan tevens schulden aflostet. - Waar is in dat gezegde, afscheiding van uwe vrouw? En, geloof niet, dat ik het U kwalijk neem wanneer gij zóó aan mij schrijft; ongeluk maakt mij zelden bitter, onregt wel. - Ik besef volkomen dat uw toestand nog niet die is van ‘rust’, maar toen gij mij vroegt of ik U 3 maanden met f80 of f100 kon ondersteunen, verwachtet gij toch van die ondersteuning eene betrekkelijke rust.-
En nu, nu bijna 2½ maand zijn verloopen, hoor ik niets van dat werk, dat er U had boven op kunnen helpen.-
Ik raadde U het manifest aan den Koning af, en zou het nog doen. - Heeft uw éérste beroep op de Nederlandsche kiezers eenig gevolg gehad? Welke kiesvereeniging heeft U tot kandidaat gesteld? en toen was de Max Havelaar nog versch in ieders geheugen. - Zoudt gij nu betere uitkomst gevonden hebben, na bijna één jaar zwijgen? Neen! ik geloof niet aan mogelijkheid op regt voor U, hoe hard het ook is. - Had ik er aan gelooft, ik had U aangespoord, U moed ingesproken, ik had U opgeroepen tot strijden. - Wat waren uwe verwachtingen? Als lid der Kamer gekozen te worden? Of dat de Koning, als een nieuwerwetsche Khalif U tot groot Vizier benoemde, gij die voor kort honger leedt? Men zegt, dat toen de minister Rochussen U eene betrekking aanbood, gij hem verzocht Raad van Indie te worden, en op zijne verwondering hem antwoorddet: ‘Maar zij hebben U wel Gouvern-Genl: gemaakt’. - Men liegt waarschijnlijk maar si non è vero, è ben trovato! -
Ik beaam het, gij hebt volkomen regt mede te spreken, en dat met veel poids, over Indische zaken, maar men wil U niet hooren; gij hebt gelijk, men smoort U, maar wat kunnen wij er aan doen, uwe weinige aanhangers, die U lief hadden en waardeerden om uwen Max Havelaar, uwe Idëeen, om gelijkgezindheid van geest. - Maar dat zijn juist weinigen, geheel zonder invloed, waarvan velen U nimmer hebben gezien, die niets van uw leven weten als hetgeen zij uit uwe geschriften hebben kunnen opmaken. - Die weinigen hechten aan U, zij zouden U willen verdedigen, tegen de duizend en duizend beschuldigingen die men U naar het hoofd slingert. - Hoe kunnen zij?
Gij hebt mij eens gezegd: ‘Gij moet mij niet verdedigen maar vragen, of hetgeen ik schreef, waarheid was. - Goed! maar dat had betrekking op uw schrijven alleen, maar nu, wanneer wij belangstelling trachten in te boezemen voor uwen toestand, dien van uwe vrouw en kinderen, geldt het uw persoon. - Gevoelt gij wat het is, indien ieder oogenblik, wanneer wy uw lot schetsen, ons allerhande anecdoten worden verteld, oude en nieuwe, van uwe verkwisting, van uw leven, - niets te kunnen antwoorden dan: ‘Wij gelooven het niet; het is laster.’? Wij, wij gelooven in U, maar gij en ik, kennen het onderscheid tusschen ‘gelooven’ en ‘weten’. - Ziet! het walgt mij, het maakt mij mismoedig! -
Ruim een jaar geleden werd ik gewaarschuwd voor U, door iemand die ik hoogacht, en die wist dat ik met U correspondeerde; hij vertelde mij de oude anecdoten, hoe gij uwe vrouw sloegt, hoe gij uwe tantes bestolen had, enz. - Een ander, een vriend uit de Oost, verzekert mij gij geld had gevraagt aan Duymaar van Twist, gij aan den man dien gij als het ware aan de schandpaal der publieke opinie hebt geklonken. - Ik haalde de schouders op, ik ‘geloofde’ niet. - Nu, een paar dagen voor ik U het laatst schreef, herhaalde een in alle opzigten achtingswaardig man, in de Oost goed bekend en er lang vertoeft hebbende, mij al wat zijne kennissen en vrienden hem gezegd hadden over U, niets dan kwaad, niets dan déloyauteit, en hij wist hoe gij nu pas geleden, een meisje door U verleid, uit Nijmegen bij U had, en dit was reeds het tweede. - Ik weigerde te gelooven, maar altijd zijn het oor- of ooggetuigen van wie men het weet. - Gevoelt gij, wat dat is voor hen die het wél met U meenen? Hoe onze sympathie, weigerende geloof te slaan, toch gekrenkt wordt? En die beschuldigingen komen zóó ongevraagd; - men ziet uw portret bij mij hangen, men kent mijne gevoelens voor U, en dan licht men mij welwillend in, zoo als het heet. - Dit laatste berigt was ik verschuldigt, door dat die persoon eene circulaire van mij had ontvangen, waarop hij niet had geteekend; hij wilde zich bij mij verontschuldigen. - Gij begrijpt wel, dat ik U dit niet schrijf om U te verzoeken U voor mij te verdedigen; dat behoeft niet, gij weet dat ik het niet geloof, maar ik herhaal het, het walgt mij, en tevens verwondert het mij, dat die laster omtrent U, zoo algemeen is. - Had gij in Indie, geen één vriend, die U kon sints jaren, en die dien laster kon doen verstommen? De trots van te zwijgen is soms onpraktisch, geloof ik, hoewel ik die begrijp, en het is zeker dat ik ter uwer verdediging 10 maal meer woorden heb gebruikt, dan ik dit voor mij zelven zou gedaan hebben, indien men mij beschuldigde.-
Onder den indruk van die verhalen, bij het niet in het licht zien verschijnen van eenig werk van U, en geene aankondiging dat gij dat spoedig hoopte te doen, schreef ik mijn laatste. - Er was een wanklank in, dien gij natuurlijk moest hooren, en ik geef er U nu de oorzaak van aan. - Maar nu ook genoeg daarvan, want wanneer het U ontstemt, het doet mij dit niet minder.
En nu adieu! als gij werkt schrijf mij eens, en geloof mij intusschen
Uw zeer toegenegen
KvdB