Volledige Werken. Deel 7. Ideeën, zesde bundel. Ideeën, zevende bundel. Aleid. Onafgewerkte blaadjes
Aleid Twee onafgewerkte bedryven uit een onvoltooid blyspel
1156.
Er zyn archaeologen die beweren dat het achtenswaardige ‘hossen’ enige tientallen jaren geleden te Rotterdam werd uitgevonden, en dat alzo deze eigenaardige manier van vooruitgang van veel jonger tyd dagtekent dan myn verhaal.
Ik heb tegen deze mening van de archaeologen twee zeer gewichtige bedenkingen in 't midden te brengen. Vooreerst hééft m'n verhaal geen dagtekening - de welberekende fout die my de vryheid verschaft naar hartelust rond te grabbelen in den aard der dingen - en ten tweede: het hossen is, op weinig dagen na, zo oud als de wereld. De welbekende Cherub die de voorvader is van alle deurwaarders, hoste Adam en Eva 't Paradys uit. Kaïn hoste z'n broer Abel den dood in. De kinderen der ‘reuzen’ hosten de kinderen Gods. God-zelf hoste het hele menselyk geslacht - op acht man na - te water. Israël hoste Kanaän, en wel op hoog bevel. Assyrië, Medië, Perzië, Syrië, Egypte, Arabië... alles hoste. Grieken en Romeinen hosten. Keizers en koningen hosten de Volkeren. Volken hosten koningen, keizers, en elkander. Amerika host Europa. Europa host Indië, dat... niet eens klagen mag, want het begón!
Men ziet dus dat die roem van de rotterdamse kermis in dit opzicht nogal wurmstekig is. Zoals meer roemen.
En... niets gemakkelyker dan de verklaring waaróm 't hossen zo'n oude zaak is! Alles streeft naar uitbreiding, en by mangel aan mogelykheid daartoe, naar verplaatsing. Wie geen kans ziet, zich groter te maken dan-i is, tracht ánders te worden dan-i is. En wie ook dit niet kan, poogt elders te wezen. By gebrek aan groei of verbetering, meent men genot te vinden in verplaatsing. A zoekt de plaats in te nemen van B, B van C, C van D, enz. Vanhier het eindeloos heen-en-weer dringen, dat - slechts middel eerst - weldra overgaat in doel. Wie aan elk individu die deel uitmaakt van 'n volksmenigte, de vraag doet: waarom hy zich zo gejaagd hér-en-dér beweegt, zou nooit 'n voldoend antwoord krygen. Ieder dringt en stuwt óm te dringen, óm te stuwen, en hieruit wordt de algemene beweging geboren, die evenmin een op beredeneerde voorkeur gegronde oorzaak van bestaan heeft, als de onderlinge woeling der delen die haar teweegbrengt. Deze werking is zuiver dynamisch. Ook op geestelyk en staatkundig terrein... maar hieraan dacht Wouter niet.