Multatuli.online

Volledige Werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868

Voorbericht

Nota

Het jaar 1867

Brieven en dokumenten

[2 januari 1867 Van den Rijn (I)]

[3 januari 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[8 januari 1867 Van den Rijn (II)]

[9 januari 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[9 januari 1867 Advertentie Handelsblad]

[9 januari 1867 Brief van Huet aan Multatuli]

[10 januari 1867 Bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel]

[10 januari 1867 Brief van d'Ablaing aan Multatuli]

[10 januari 1867 Brief van d'Ablaing aan Lebègue]

[11 januari 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[15 januari 1867 Van den Rijn (III)]

[16 januari 1867 Brief van d'Ablaing aan Multatuli]

[17 januari 1867 Bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel]

[18 januari 1867 Van den Rijn (IV)]

[20 januari 1867 Uitnodiging van De Geyter aan Multatuli]

[23 januari 1867 Van den Rijn (V)]

[24 januari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[26 januari 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[28 januari 1867 Brief van Baron van Dedem aan Van Vloten]

[29 januari 1867 Van den Rijn (VI)]

[3 februari 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[5 februari 1867 Van den Rijn (VII)]

[8 februari 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[8 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[8 februari 1867 Van den Rijn (VIII)]

[11 februari 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Gelder Zonen]

[12 februari 1867 Van den Rijn (IX)]

[12 februari 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Bommel]

[13 februari 1867 Brief van Multatuli aan Ris]

[15 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[19 februari 1867 Van den Rijn (X)]

[20 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[22 februari 1867 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]

[23 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[25 februari 1867 Van den Rijn (XI)]

[25 februari 1867 Circulaire voordracht te Antwerpen]

[25 februari 1867 Aankondiging in Le Précurseur]

[27 februari 1867 Aankondiging in Het Handelsblad]

[27 februari 1867 Aankondiging in De Koophandel]

[27 februari 1867 Bericht in Le Précurseur]

[27 februari 1867 Ingezonden Stuk in de Sneeker Courant]

[28 februari 1867 Brief van A. de Vos aan Multatuli]

[28 februari 1867 Voordracht van Multatuli te Antwerpen]

[28 februari 1867 Bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel]

[28 februari 1867 Verslag in de De Koophandel]

[2 maart 1867 Brief van Multatuli aan De Vos]

[2 maart 1867 Artikel in De Vlinder]

[2 maart 1867 Tweede voordracht van Multatuli in Antwerpen]

[2 maart 1867 Ingezonden stuk in de Sneeker Courant]

[3 maart 1867 Mededeling over Multatuli's voordrachten]

[4 maart 1867 Van den Rijn (XII)]

[6 maart 1867 Ingezonden stuk in de Sneeker Courant]

[7 maart 1867 Van den Rijn (XIII)]

[9 maart 1867 Van den Rijn (XIV)]

[9 maart 1867 Ingezonden stuk in de Sneeker Courant]

[12 maart 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[12 maart 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Helden]

[13 maart 1867 Van den Rijn (XV)]

[14 maart 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[16 maart 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[16 maart 1867 Rond den Heerd over Multatuli]

[17 maart 1867 Artikel in De Vooruitgang]

[20 maart 1867 Van den Rijn (XVI)]

[21 maart 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[22 maart 1867 Bericht over derde voordracht]

[23 maart 1867 Brief van Multatuli aan Van Vloten]

[24 maart 1867 Derde voordracht van Multatuli in Antwerpen]

[25 maart 1867 Van den Rijn (XVII)]

[26 maart 1867 Van den Rijn (XVIII)]

[28 maart 1867 Multatuli naar Kinderdijk]

[31 maart 1867 Multatuli keert terug naar Keulen]

[1 april 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[3 april 1867 Van den Rijn (XIX)]

[4 april 1867 Van den Rijn (XX)]

[4 april 1867 Brief van Multatuli aan Flemmich]

[4 april 1867 Brief van Multatuli aan Flemmich]

[5 april 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[5 april 1867 Van den Rijn (XXI)]

[6 april 1867 Brief van Multatuli aan mevrouw Flemmich]

[7 april 1867 Kritiek op Multatuli's derde voordracht]

[8 april 1867 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]

[Bijlage Kopie van brief aan Multatuli, november 1866]

[april 1867 Nederland publiceert Huets beoordeling]

[9 april 1867 Mededeling postbeambte]

[9 april 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[10 april 1867 Van den Rijn (XXII)]

[11 april 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[12 april 1867 Brief van Multatuli aan Flemmich]

[14 april 1867 Brief van Multatuli aan mevrouw Flemmich]

[17 april 1867 Van den Rijn (XXIII)]

[20 april 1867 Van den Rijn (XXIV)]

[23 april 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[24 april 1867 Van den Rijn (XXV)]

[26 april 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[28 april 1867 Artikel over Multatuli in Het Vrije Woord]

[30 april 1867 Van den Rijn (XXVI)]

[1 mei 1867 Van den Rijn (XXVII)]

[2 mei 1867 Brief van De Vos aan Multatuli]

[6 mei 1867 Van den Rijn (XXVIII)]

[7 mei 1867 Van den Rijn (XXIX)]

[11 mei 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[11 mei 1867 Van den Rijn (XXX)]

[14 mei 1867 Van den Rijn (XXXI)]

[16 mei 1867 Van den Rijn (XXXII)]

[17 mei 1867 Van den Rijn (XXXIII)]

[21 mei 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[22 mei 1867 Van den Rijn (XXXIV)]

[27 mei 1867 Van den Rijn (XXXV)]

[28 mei 1867 Van den Rijn (XXXVI)]

[29 mei 1867 Van den Rijn (XXXVII)]

[31 mei 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[1 juni 1867 Artikel in The North British Review]

[3 juni 1867 Van den Rijn (XXXVIII)]

[6 juni 1867 Brief van Rooses aan De Geyter]

[7 juni 1867 Brief van J. van Lennep aan Multatuli]

[8 juni 1867 Van den Rijn (XXXIX)]

[10 juni 1867 Brief van Multatuli aan Van Lennep]

[14 juni 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[14 juni 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[14 juni 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[17 juni 1867 Van den Rijn (XL)]

[21 juni 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[22 juni 1867 Van den Rijn (XLI)]

[22 juni 1867 Brief van Rooses aan Multatuli]

[24 juni 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Hall]

[25 juni 1867 Brief van d'Ablaing aan Koorn]

[28 juni 1867 Van den Rijn (XLII)]

[1 juli 1867 Van Vloten krijgt ontslag als hoogleraar]

[4 juli 1867 Van den Rijn (XLIII)]

[5 juli 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[6 juli 1867 Brief van Rooses aan De Geyter]

[10 juli 1867 Van den Rijn (XLIV)]

[22 juli 1867 Van den Rijn (XLV)]

[26 juli 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[27 juli 1867 Van den Rijn (XLVI)]

[29 juli 1867 Van den Rijn (XLVII)]

[29 juli 1867 Brief van d'Ablaing aan Scheurleer]

[1 augustus 1867 Artikel in de Revue Britannique]

[2 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[2 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[2 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Van Lennep]

[2 augustus 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[2 augustus 1867 Van den Rijn (XLVIII)]

[3 augustus 1867 Van den Rijn (XLIX)]

[9 augustus 1867 Van den Rijn (L)]

[10 augustus 1867 Van den Rijn (LI)]

[11 augustus 1867 Brief van J. van Lennep aan Multatuli]

[12 augustus 1867 Rondschrijven Van Crombrugghe's Genootschap]

[13 augustus 1867 Van den Rijn (LII)]

[14 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[14 augustus 1867 Van den Rijn (LIII)]

[14 augustus 1867 Programma van de feesten in Gent]

[17 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[17 augustus 1867 Aankondiging letterkundig feest]

[17 augustus 1867 Artikel in Het Volksbelang]

[19 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[19 augustus 1867 Programma feestavond]

[20 augustus 1867 Toespraak van Multatuli in het congres]

[20 augustus 1867 Verslag van Multatuli's toespraak]

[20 augustus 1867 Van den Rijn (LIV)]

[20 augustus 1867 Bericht in de Beurzencourant]

[21 augustus 1867 Multatuli op de derde Algemene Zitting]

[21 augustus 1867 Multatuli verdedigt De Geyter]

[21 augustus 1867 Multatuli aan het banket]

[21 augustus 1867 Van den Rijn (LV)]

[21 augustus 1867 Ingezonden brief van Rolin-Jaequemyns]

[21 augustus 1867 Verslag in Le commerce de Gand]

[21 augustus 1867 Bericht in Le Bien Public]

[21 augustus 1867 Bericht in Het Vlaemsche Land]

[22 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[22 augustus 1867 Verslag in de Gentsche Mercurius]

[22 augustus 1867 Artikel in Le Bien Public]

[23 augustus 1867 Bericht in de Beurzencourant]

[24 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[24 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[24 augustus 1867 Artikel in de Beurzencourant]

[24 augustus 1867 Artikel in Le Bien Public]

[26 augustus 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[26 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Vreede]

[26 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Te Winkel]

[27 augustus 1867 Brief van Vreede aan Multatuli]

[27 augustus 1867 Van den Rijn (LVI)]

[27 augustus 1867 Ingezonden brief van Rolin-Jaequemyns]

[27 augustus 1867 Bericht Utrechtsch Dagblad]

[28 augustus 1867 Van den Rijn (LVII)]

[28 augustus 1867 Bericht Utrechtsch Dagblad]

[30 augustus 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[31 augustus 1867 Hoofdartikel in Het Volksbelang]

[augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[3 september 1867 Van den Rijn (LVIII)]

[10 september 1867 Van den Rijn (LIX)]

[10 september 1867 Brief van d'Ablaing aan Koning]

[13 september 1867 Van den Rijn (LX)]

[september 1867 Brief van Multatuli aan redactie Handelingen]

[17 september 1867 Van den Rijn (LXI)]

[19 september 1867 Van den Rijn (LXII)]

[20 september 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[23 september 1867 Van den Rijn (LXIII)]

[24 september 1867 Van den Rijn (LXIV)]

[26 september 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[28 september 1867 Van den Rijn (LXV)]

[2 oktober 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[3 oktober 1867 Van den Rijn (LXVI)]

[4 oktober 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[8 oktober 1867 Van den Rijn (LXVII)]

[10 oktober 1867 Van den Rijn (LXVIII)]

[12 oktober 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[14 oktober 1867 Van den Rijn (LXIX)]

[14 oktober 1867 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]

[16 oktober 1867 Van den Rijn (LXX)]

[17 oktober 1867 Van den Rijn (LXXI)]

[19 oktober 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[19 oktober 1867 Bericht Sneeker Courant]

[23 oktober 1867 Van den Rijn (LXXII)]

[24 oktober 1867 Van den Rijn (LXXIII)]

[29 oktober 1867 Van den Rijn (LXXIV)]

[30 oktober 1867 Van den Rijn (LXXV)]

[1 november 1867 De Revue moderne publiceert Max Havelaar]

[5 november 1867 Van den Rijn (LXXVI)]

[8 november 1867 Brief van d'Ablaing aan De Mol van Otterloo]

[12 november 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[12 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[12 november 1867 Van den Rijn (LXXVII)]

[14 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[18 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[18 november 1867 Van den Rijn (LXXVIII)]

[19 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[21 november 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[22 november 1867 Van den Rijn (LXXIX)]

[23 november 1867 Feuilleton van H. de Pène]

[27 november 1867 Brief van Multatuli aan Rochussen]

[28 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[29 november 1867 Van den Rijn (LXXX)]

[30 november 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[3 december 1867 Van den Rijn (LXXXI)]

[6 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[7 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[7 december 1867 Van den Rijn (LXXXII)]

[10 december 1867 Van den Rijn (LXXXIII)]

[12 december 1867 Van den Rijn (LXXXIV)]

[13 december 1867 Rekest van Multatuli aan de Koning]

[13 december 1867 Van den Rijn (LXXXV)]

[14 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[15 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[15 december 1867 Huet schrijft een voorbericht]

[18 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[Bijlage De verkladde blaadjes]

[Bijlage Mededeling van C.Th. van Deventer]

[18 december 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[19 december 1867 De Minister van Justitie schrijft de Proc. Gen.]

[20 december 1867 Van den Rijn (LXXXVI)]

[21 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[23 december 1867 Brief van Huet aan Multatuli]

[24 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[24 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[24 december 1867 President Rechtbank schrijft Off. v. Justitie]

[27 december 1867 Van den Rijn (LXXXVII)]

[30 december 1867 Advies van de Officier van Justitie inzake rekest]

[31 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[31 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[31 december 1867 Van den Rijn (LXXXVII)]

Het voorjaar van 1868

Brieven en dokumenten

[1 januari 1868 De Revue moderne publiceert Max Havelaar]

[3 januari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[3 januari 1868 Besluit tot Kamerontbinding]

[4 januari 1868 Wintgens minister van Justitie]

[7 januari 1868 Rappel van de Minister van Justitie]

[8 januari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[8 januari 1868 Van den Rijn (I)]

[8 januari 1868 Advies van de Rechtbank te Amsterdam]

[9 januari 1868 Brief van Huet aan Multatuli]

[9 januari 1868 Rapport van de Procureur-generaal]

[10 januari 1868 Rapport van de Minister van Justitie]

[11 januari 1868 Van den Rijn (II)]

[11 januari 1868 Besluit van de koning inzake gratie]

[11 januari 1868 Bericht aan de Procureur-generaal]

[12 januari 1868 Brief van Nahuijs aan d'Ablaing]

[13 januari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[14 januari 1868 Brief van d'Ablaing aan Nahuijs]

[16 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[16 januari 1868 Van den Rijn (III)]

[17 januari 1868 Van den Rijn (IV)]

[18 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[18 januari 1868 Brief van Nahuijs aan d'Ablaing]

[18 januari 1868 Brief van Nahuijs aan d'Ablaing]

[19 januari 1868 Brief van d'Ablaing aan Nahuijs]

[21 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[22 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[22 januari 1868 Verkiezingen Tweede Kamer]

[24 januari 1868 Van den Rijn (V)]

[25 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[25 januari 1868 Van den Rijn (VI)]

[25 januari 1868 Brief van Tine aan Stéphanie]

[29 januari 1868 Van den Rijn (VII)]

[30 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[1 februari 1868 Van den Rijn (VIII)]

[februari 1868 De Engelse vertaling van de M.H. verschijnt]

[4 februari 1868 Van den Rijn (IX)]

[6 februari 1868 Brief van Tine aan Stéphanie]

[8 februari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[8 februari 1868 Brief van Rochussen aan Multatuli]

[10 februari 1868 Brief van Multatuli aan Rochussen]

[10 februari 1868 Beoordeling in de Daily News]

[12 februari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[12 februari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[14 februari 1868 Van den Rijn (X)]

[14 februari 1868 Beoordeling in de Evening Star]

[15 februari 1868 Brief van Huet aan Multatuli]

[17 februari 1868 Van den Rijn (XI)]

[19 februari 1868 Van den Rijn (XII)]

[20 februari 1868 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]

[25 februari 1868 Van den Rijn (XIII)]

[3 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[3 maart 1868 Multatuli gaat naar Den Haag]

[4 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[4 maart 1868 Van den Rijn (XIV)]

[6 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[7 maart 1868 Artikel van Nahuijs in de Ned. Spectator]

[9 maart 1868 Brief van Multatuli aan Rochussen]

[9 maart 1868 Brief van Rochussen aan Van Zuylen]

[10 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[10 maart 1868 Brief van Tine aan Stéphanie]

[11 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[12 maart 1868 Koninklijk besluit inzake opdracht Huet]

[13 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[14 maart 1868 Artikel in de Sneeker Courant]

[16 maart 1868 Artikel in de Friesche Courant]

[16 maart 1868 Brief van Tine aan Potgieter]

[18 maart 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]

[19 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[22 maart 1868 Brief van De Geyter aan d'Ablaing]

[23 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[23 maart 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]

[23 maart 1868 Artikel in de Friesche Courant]

[24 maart 1868 Van den Rijn (XV)]

[26 maart 1868 Onderhoud met Hasselman]

[26 maart 1868 Artikel in de Friesche Courant]

[27 maart 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]

[28 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[29 maart 1868 Voordracht van Multatuli in Utrecht]

[31 maart 1868 Bericht over Multatuli's voordracht]

[31 maart 1868 Van den Rijn (XVI)]

[1 april 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[1 april 1868 Beoordeling in The British Quaterly Review]

[1 april 1868 Beoordeling in The Westminster Review]

[1 april 1868 Beoordeling in The Contemporary Review]

[3 april 1868 Brief van Huet aan Multatuli]

[3 april 1868 Tine int een wissel]

[5 april 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[5 april 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[6 april 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]

[6 april 1868 Brief van Huet aan Multatuli]

[11 april 1868 Het zwarte boek I in de Sneeker Courant]

[15 april 1868 Het zwarte boek II]

[april 1868 Opinions of the Press]

[17 april 1868 Van den Rijn (XVII)]

[17 april 1868 Brief van Huet aan Multatuli]

[18 april 1868 Het zwarte boek III in de Sneeker Courant]

[19 april 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[21 april 1868 Van den Rijn (XVIII)]

[22 april 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[24 april 1868 Brief van De Geyter aan d'Ablaing]

[24 april 1868 L.A. te Winkel overlijdt]

[25 april 1868 Van den Rijn (XIX)]

[25 april 1868 Het zwarte boek IV in de Sneeker Courant]

[28 april 1868 Begroting van Buitenlandse Zaken verworpen]

[29 april 1868 Van den Rijn (XX)]

Biografische aantekeningen


[8 januari 1867
Van den Rijn (II)]

8 januari 1867

Bijdrage van Multatuli in de Opregte Dingsdagsche Haarlemsche Courant, no. 7.

De berichten zijn ditmaal grotendeels van de hand van Mimi; zie de brief van 9 januari aan Tine. De commentaar van de Mainzer Beobachter is echter stellig van Multatuli zelf. In de tekst is de schrijf- of drukfout opmaakt verbeterd in opgemaakt.

exequatur: goedkeuring van de benoeming.

Candia: Kreta.

Van den Rijn, 4 Januarij.

Het ministerie van Buitenlandsche Zaken te Berlijn heeft aan den heer Gustav Rothan, gewezen consul van Frankrijk bij de Vrije Stad Frankfort, exequatur verleend als fransch consul te Frankfort aan den Main. - Gelijk bekend is, werd door eene aanzienlijke partij in genoemde stad werk gemaakt van de candidatuur voor het noordduitsche Parlement van den heer Classen-Kappelmann. Thans verneemt men, dat die heer aan zijn politieke vrienden een brief heeft geschreven, waarin hij zich, uithoofde zijner vele werkzaamheden, buiten staat verklaart, de hem toegedachte onderscheiding aante-nemen. Ook bedankt hij voor het geschenk, dat men hem wenschte aantebieden, en hij stelt voor, de daartoe ingeschreven gelden liever voor het vervullen van de eene of andere ‘dringende behoefte’ te besteden. - Sedert eenigen tijd schijnt eene bijzondere gestrengheid te worden toegepast op de drukpers. Men verneemt, dat de redactie van den Arbeitgeber, een blad, dat zich geheel op industrieel terrein beweegt, en reeds sedert 10 jaren bestaat zonder ooit staatkundige kwestien te hebben aangeroerd, aanschrijving heeft gekregen, eene borgstelling te storten. - Bij koninklijk besluit van 31 December wordt het collegie der Burger-Vertegenwoordiging bevoegd verklaard, voorloopig (en wel tot op den dag der afkondiging van de aanstaande gemeente-verordening) de functien van Wetgevend Ligchaam te vervullen. - De brief, waarin de heer von Bernus zijn ontslag vraagt als Senaatslid van Frankfort, luidt als volgt: ‘Ten gevolge der gewelddadigheden van den dit jaar gevoerden oorlog, zijn voor Frankfort, ofschoon het geenzins in den strijd betrokken was en zich volkomen onzijdig hield, omstandigheden in het leven getreden, die ik niet als regtens bestaande mag erkennen. Die omstandigheden veroorloven mij niet, getrouwelijk den door mij gezworen eed van “de regten der Vrije Stad Frankfort, van haar bestuur en van hare burgers te zullen voorstaan” naar behooren natekomen. Ik gevoel mij dus verpligt, uit den Senaat te treden, en afstand te doen van de aan die betrekking verbonden voorregten. Te gelijker tijd verzoek ik om mijn ontslag als Frankforter burger.’ ‘De heer von Bernus (zegt het Frankfurter-Journal) is een bepaalde aanhanger van Oostenrijk. Indien wij ons niet bedriegen, werd hij, bij gelegenheid van het Vorstencongres in 1863, in welk jaar hij eene in het oog loopende rol speelde, in den oostenrijkschen vrijheerstand verheven.’

- Uit Mainz wordt gemeld, dat men zich in die stad te voorbarig heeft verheugd over de kwijtschelding van straf aan de tot onbepaald-verlengden diensttijd veroordeelde landweerlieden. Het misverstand was ontstaan door het vertrek van andere militairen, welke men voor die van het 32ste regiment had aangezien. Toch hoopt men, dat de genade des Konings zich niet lang meer zal laten wachten. Aan pogingen om de kwijtschelding te bespoedigen, ontbreekt het niet. Een Mainzer blad beweert zelfs, dat het onlangs verspreide gerucht voorbedachtelijk was uitgestrooid, om, door de daarbij vermelde vreugde der Mainzer burgerij, een wenk te geven, hoe de begenadiging zou worden opgenomen.

‘Maar (gaat dat blad voort), wie verzekert ons, dat men te Berlijn zich stoort aan de goed- of afkeuring der bewoners van het gouden Mainz?’ - In het Groothertogdom Hessen is aan eenige jonge regtsgeleerden, die dongen naar eene toelating als advocaat, geantwoord, dat voorloopig geen plan bestond, het aantal advocaten te vermeerderen, en zelfs, dat waarschijnlijk hun getal weder tot op vijftig zou worden teruggebragt. - Even als de Tweede, heeft ook de Eerste Kamer te Darmstadt, zonder eenige discussie, de wet op de geldmiddelen van 26 September 1864, voor de eerstkomende zes maanden verlengd. - Men verneemt, dat, na het opheffen der Rijntollen, in eenige havens commissarissen voor de Rijnvaart zullen gevestigd blijven, tot handhaving van het reglement, dat door de centrale commissie ontworpen wordt. Gelijk reeds vroeger werd gegist, wordt ook hieruit opgemaakt, dat die commissie zelve zal blijven bestaan, daar men een oppertoezigt, vooral bij het verwacht wordend levendig verkeer, voor hoog noodzakelijk houdt.

- Uit Wiesbaden schrijft men, dat aan verscheidene gewezen nassausche officieren, die nog niet in pruissische dienst zijn overgegaan, gevraagd is, of, en zoo ja, op welke voorwaarden, zij daartoe alsnog genegen waren.

- Men verneemt, dat van liberale zijde het plan bestaat, aan den gemeenteraad van Keulen voortestellen, uit de stadskas daggelden te betalen aan de Rijksdags-Afgevaardigden uit het district, waarvan Keulen de hoofdplaats is. Velen twijfelen aan den goeden uitslag van dat voornemen.

- Eenige Rijnsche bladen bevatten een verslag van zeker in Frankrijk uitgekomen werk over Candia en de Candioten. De schrijver (de heer G. Perrot, vroeger lid van het Fransche Instituut te Athene) noemt die eilanders even groote leugenaars en bedriegers als hunne roumanische broeders. Ook verwijt hij hun hebzucht. Toch erkent hij, dat zij in hunne houding tegenover de Turken iets waardiger en mannelijker zijn dan andere Grieken; wat echter (volgens dien schrijver, of de verslaggevers van zijn werk) niet veel gezegd zou zijn. Hij vraagt ieder, die Creta en Griekenland leerde kennen, of men in gemoede dat eiland eene inlijving kan toewenschen in de helleensche Monarchie, en beantwoordt die vraag door te verklaren, dat Athene voorzeker niet minder zware offers zou eischen dan Konstantinopel, zonder dat die offers door eenig voordeel zouden worden opgewogen. Van verbetering van bestuur, beweert hij, zou geene spraak zijn. - Over het geheel zou het genoemde werk menige nuttige waarschuwing bevatten tegen eene al te blinde geestdrift voor de hedendaagsche Grieken, die toch vooral niet moeten worden gelijkgesteld met de land- en tijdgenooten van Pericles, Leonidas, Miltiades enz.’

- Volgens geruchten, blijft in den boezem der Conferentie tot vaststelling der Constitutie voor het Noord-duitsch-Verbond de tegenstand der stad Hamburg tegen het verliezen van hare consuls in het buitenland nog altijd voortduren. Het schijnt, dat Pruissen te dien aanzien niet kan of wil toegeven, en ook Hamburg geeft op dat punt niet toe. Er wordt waarde gehecht aan de hier en daar geuite meening, dat die stad zich te zwak zou gevoelen om hare wenschen op dit stuk zoo sterk doortedrijven, indien zij zich niet in het geheim door eene andere mogendheid ondersteund wist.

- Te Berlijn zijn, op bevel des Konings, vier straten, nabij de Brandenburgerpoort, genoemd naar de heeren von Bismarck, von Roon, Herwarth, en von Moltke.

- Men schrijft van de Moezel: ‘In weerwil van den overvloedigen oogst, hoort men over den wijn van 1866 weinig spreken. De gisting zal nu wel afgeloopen zijn, maar de wijn is scherper dan anders wijnen van dien ouderdom. De 64er wordt nu verkoopbaar. Men betaalt dien met 75 tot 140 th. In 1865er is, als gewoonlijk in dezen tijd des jaars, de handel stil. Toch houden de prijzen zich goed staande. Zij variëren voor geringere soorten tusschen 160 en 180 th. De betere soorten behalen 200 à 300 th. (het voeder). Van fijnere wijnen is moeijelijk een prijs te bepalen. De beste soort zal men niet onder de 1000 th. per voeder kunnen verkrijgen.’

- Volgens eene openbaar gemaakte statistiek, zijn in 1866 door de Coblenzer schipbrug gepasseerd: 126 groote vlotten, 230 kleinere vlotten, 3030 passagiers-stoombooten, 2581 sleepbooten, 1119 schuiten, 7754 zeilschepen; in het geheel 14,840 vaartuigen. De brug werd 7382 malen geopend, gemiddeld 20 malen daags. De drukste dag was 19 Mei (36 malen). De brug werd 533 keeren minder geopend dan in 1865. Dat nadeeling verschil is grooter dan het schijnt, daar men het verhoogd moet achten door het derven van den gewonen jaarlijk-schen vooruitgang. Men verwacht, dat 1867 de nadeelen van 1866 vergoeden zal; nadeelen, die men toeschrijft aan den oorlog.

Een verzoek van burgers der stadjes Ober- en Nieder- Lahnstein om van regeringswege te worden begiftigd met eene brug over de Lahn, welke die twee plaatsen zou verbinden, is door den heer von Patow, civiel-gouverneur van Nassau, van de hand gewezen, met de opmerking, dat de twee bedoelde gemeenten uit eigene middelen in de behoefte behooren te voorzien. De Lahnsteiners klagen zeer over deze beschikking, en doen het mogelijke om daarin alsnog verandering te brengen.

- Reeds nu zijn de couranten opgevuld met beschouwingen over eventuële conflicten tusschen de pruissische Volksvertegenwoordiging en het noordduitsche Parlement. De Kölnische-Zeitung en de National-Zeitung meenen, dat gevaar niet beter te kunnen bezweren dan door aan al de leden der Berlijnsche Kamer in massa zitting te geven in de algemeene Vertegenwoordiging der noordduitsche Staten. Reeds is in de voorloopige kieswet voor die Vergadering de bepaling ingelascht, dat hare besluiten, voor zoo ver zij mogten ingrijpen in de regten van den pruissischen Landdag, alleen kracht van wet zullen erlangen, indien die Landdag daarmede genoegen neemt.

- De Norddeutsche Allgemeine-Zeitung schrijft: ‘Hoe meer wij het oogenblik naderen, waarop de voorloopige Constitutie van het Noordduitsch-Verbond afgekondigd zal worden, hoe meer zich overal wenschen en verwachtingen lucht geven, welke de partijen aan die Constitutie vastknoopen. Maar, is het geoorloofd, dat staatsstuk aan de critiek der partijen te onderwerpen? Wij meenen, dat dit eene dwaling zou wezen, die niet te vroeg en niet te ernstig kan bestreden worden. Het zijn niet de partijen, die den grond ontgonnen hebben, waarin deze Constitutie zal moeten wortelvatten. De conservative partij heeft, wel is waar, de politiek der Regering getrouwelijk ondersteund, maar kan daarom nog niet beweren, den tegenwoordigen toestand geschapen te hebben. Nog minder kan dit de andere partij doen, welke het ministerie bestreden en, tot op het laatste oogenblik toe, alle verantwoordelijkheid voor hetgeen voor de deur stond van zich afgeworpen heeft. Neen, de toestand zoo als die nu, door de ontwikkeling en inspanning der krachten van het geheele volk ontstaan is, is niet het eigendom van de partijen, maar van de natie.’ De Mainzer-Beobachter gispt dit artikel, als vele woorden bevattende om niets te zeggen. ‘Elke partij (zegt dat blad) beweert, de natie te vertegenwoordigen; en de vraag zal wel altijd blijven, welke partij dit met regt beweren kan? Zoo lang de wereld staat is het woord “weldenkend” eene vertaling geweest van “ik en mijne geestverwanten”, en dat zal wel altijd zoo blijven.’

- Men leest in eenige Rijnsche bladen den volgenden wensch: ‘Gij, nieuw jaar 1867, wees ons een jaar van liefde, vrede en vooruitgang. Doe de rijken arbeiden, en maak de arbeiders rijk. Ontneem den woekeraars het graan, en maak het graan tot woekeraar. Dat het brood zeer ligt te verkrijgen zij, maar laat het zoo zwaar worden als de bakkers. Maak het bier zoo sterk als onzen dorst, en zoo voedend als eene brouwerij. Geef den wijze magt, en den magtige wijsheid. Verkort de processen, maar niet het regt. Verander alle kleine heeren in groote mannen. Maak de regtsgeleerden vlijtig, en geef der vlijt hare regten. Laat uw licht schijnen in de duisternis, opdat de duisternis licht worde. Laat alle “landsheerlijke” verordeningen heerlijk zijn voor het land. Bescherm de vrijheid van den arbeid, maar dwing onderkruipers tot loyale concurrentie. Bewaar ons voor bederf, en leg dus geene belasting op tabak of zout.’