Volledige Werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
Aan den Heer...... Doctor in de Letteren.
Brief aan de kiezers van Nederland
Van een gouverneur-generaal in ruste
Over vryen arbeid in Nederlands Indië
[Over vryen arbeid in Nederlandsch-Indië]
430.
Ik zeide: niemand weet wat god aangenaam is, en hoe hy dus zou willen gediend worden.
Die god zelf zou immers, in z'n eigen belang, hebben gezorgd dat er geen twyfel bestond over de wyze van dienen.
Stel u voor, dat velen u belasting schuldig zyn, en die behoren op te brengen in natura. Gy hebt in uw huishouding zeker artikel nodig... de opbrengst dáárvan zou u aangenaam wezen, daarmee zou men u dienen.
Maar de personen die verplicht zyn u die dienst te bewyzen,
*
hebben geen kennis gekregen van uw behoefte aan 'n bepaalde zaak. Zy wensen u tevree te stellen, want zy weten dat gy de macht hebt - en den wil! - hen te straffen, als de geleverde waren niet naar uw zin zyn. Nu brengt u de één dit, de ander dat, maar niemand raadt uw begeerte. Duizenden jaren ziet gy uit naar de verlangde zaak, maar altyd tevergeefs.
Wat zou eenvoudiger wezen dan eens-voor-al te zeggen: ‘goede lieden, ik begeer dát!’
Waarom die arme belastingschuldigen te plagen met de voortdurende onzekerheid of 't opgebrachte wel inderdaad strekt tot kwyting van hun schuld?