Volledige Werken. Deel 6. Ideeën, vierde bundel. Ideeën, vyfde bundel
Tweede bedryf
Vier Lakeien, later Weis.
De zaal is flauw verlicht. Links op den voorgrond zitten twee lakeien kaart te spelen. De twee anderen slapen op fauteuils. Een daarvan wordt geeuwend wakker.
Eerste Lakei
Hoe laat is 't?
Tweede Lakei,
By half-een.
Eerste Lakei
Niet later nog?
Dat valt me tegen.
Tweede Lakei,
't Is aan jou, spreek op!
Ik heb gegeven.
Derde Lakei,
Ik heb... vyfblad, kwart-majoor...
Eerste Lakei,
Dat is een luitenant.
Derde Lakei,
En veertien vrouwen.
Eerste Lakei
Nou, daarmee kan je 't doen, vooreerst!
Derde Lakei,
Drie heren...
Eerste Lakei
Ik vind dat één al wel is.
Tweede Lakei,
Ik heb niets...
Laat zien... drie boeren, maar die gelden niet.
Derde Lakei,
Da's zes-en-twintig dus...
Vierde Lakei,
Hoe laat is 't al?
Eerste Lakei
Half-een pas! Vrind Colyn, zo'n wacht is taai,
En 't stukje brood dat wy hier eten, is
Wat zuur...
Vierde Lakei,
Dat's een vervelend spel.
Derde Lakei,
Kapot!
Vierde Lakei
Wat is er nou kapot? Ben jy kapot?
Allen
Gescheld! Roep Weis... de kaarten weg... daar is-i!
Eerste Lakei
Z'n Majesteit heeft hard gescheld!
Weis
Ik ga.
Eerste Lakei
Wat zou er nu te doen zyn? Ongesteld?
Tweede Lakei
Waarom? 't Gebeurt wel meer...
Weis,
Roep meester Landsheil,
Den kleremaker hier. Z'n Majesteit
Wil dat-i ogenbliklyk hier zy, met
Den koffer.
Derde Lakei
Kleremaker? Landsheil? Nu?
Weis,
Den ka! el! é! er! kleremaker Landsheil!
Sta me niet aan te gapen als een gek!
Hy moet z'n koffer medebrengen... ga!
Tot den vierden lakei
Zeg dat men inspant, neem den kleinen wagen,
En breng hem hier...
Vierde Lakei
Den wagen?
Weis,
Néén, den mán!
Den kle-re-ma-ker-Lands-heil, met z'n koffer!
En jy, maak vuur aan, gauw! De nacht is koud,
Z'n Majesteit wil opstaan... spoedig... licht!
Tweede Lakei
By nacht een kleremaker... nou, dat 's mal!
Eerste Lakei
't Zal wezen voor het passen van een slaapmuts...
Tweede Lakei
Dat kan men overdag wel doen.
Eerste Lakei
Wel neen!
Het hoofd zet overdag door denken uit,
En krimpt weer in zodra je slaapt. Dat staat
Te lezen in een boek... die kachel trekt niet!
Tweede Lakei
Dat heb ik aan mezelf toch nooit gemerkt.
Eerste Lakei
Probeer eens... als je slaapt. Vervloekte kachel!
De hoed die je anders knypt is dan te wyd,
En wat je 's nachts past, is je daags te nauw.
Tweede Lakei
M'n vader droeg toch nacht en dag één muts,
Die altyd paste...
Eerste Lakei
Juist! Dat was omdat
Jouw vader weinig dacht. Dan zet het hoofd
Zo erg niet uit. Maar als je in dienst van 't hof,
Als jy en ik... 't staat in een boek... hy brandt.
Koning
Ik wil alleen zyn, gaat! Neen, Weis kan blyven.
Wie is van dienst?
Weis
De heer Van Huisde, Sire.
Koning,
Van Huisde... 'n achtenswaardig man... 't kan zyn!
En zeer ervaren, zegt men, in de rechten...
't Is mooglyk! Maar wat my den slaap ontrooft,
Eist andre kennis dan van 't corpus juris.
Prins Oskar zei... 't is moeilyk!
Waar blyft Landsheil?
Weis
Hy moet terstond verschynen, Majesteit,
Ik heb hem ogenbliklyk hier ontboden.
Koning
Laat voortaan... neen! De kamerheer van dienst!
Koning, alleen. Weldra Van Huisde.
O zorgen van een koning, die den nacht
Een dagtaak geven, zwaarder dan de taak
Die menig onderdaan des daags verricht!
Bekommering en onrust, dat 's het lot
Van wien de kroon den moeden schedel drukt...
Vermoeid van 't peinzen! Maar Prins Oskar...
Van Huisde
Sire!
Koning
Wel, Huisde, goeie morgen! 't Is wat laat,
Of... vroeg, maar dat 's om 't even. Wees zo goed
Bevel te geven in de stallen, dat
Er steeds een rytuig klaar sta, nacht en dag.
De dienst, m'n waarde Huisde, eist dikwyls spoed.
En 't kon gebeuren, ziet ge, dat een denkbeeld
Dat soms des nachts zich vormt in m'n gedachten,
Verloren ging door 't wachten op den dag.
Hoe noemt ge 't ook, gy man van 't corpus juris,
Als door vertoef gevaar ontstaat?
Van Huisde
In mora!
Periculum in mora, Majesteit...
Koning
Juist, dát is 't woord! Welnu, zo'n mo... mo... mora,
Of zulk periculum is...
Weis,
Meester Landsheil!
Koning
Kom nader, vriend. Ik zie, je hebt geslapen?
Landsheil
Ja, met verlof van uwe Majesteit,
Ik... sliep.
Koning
Je had er 't recht toe, man, als jy
Slechts nu behoorlyk wakker bent! De zaak
Die my bewoog met spoed je hier te ontbieden,
Eist overleg... wat dunkt je, meester Landsheil,
Van 't nieuw model der schouderweren, hè?
Landsheil
Het denkbeeld van uw Majesteit was schoon:
Die driehoek...
Koning
Juist! Maar zeg eens, als-i rond was?
Zie... laat den koffer brengen... 'k heb bedacht
Dat rond, of wel... langwerpig rond...
Tot Landsheil
Neen, blyf!
(Geef spelden, Weis!) Ziehier, zo valt de plooi...
(Strek uit dien arm!) de plooi valt schuins naar achter.
(Roep iemand hier, Weis!) Jy... blyf staan!
Omhoog!
Keer om! (Geef spelden, Weis!) Ziehier het blauw...
(Strek uit! Verroer je niet!) Wat zeg je, Landsheil?
Landsheil
Met uwer Majesteits verlof, het is... subliem!
Koning
Nietwaar? Dat zei prins Oskar ook. (Een speld!)
En nu... (keerrr-óm!) van achter ziet men 't rood,
Of zou misschien... (roep iemand hier!) zou wit
Misschien... wie weet! (Sta stil!) (Geef spelden, Weis!)
Wat dunkt je, meester Landsheil, van het wit?
Landsheil
Met uwer Majesteit verlof, het wit
Is... als een kleur beschouwd...
Koning
Wat licht?
Dat zei prins Oskar ook. (Roep iemand hier,
En spelden, Weis!) Ja, wit is licht van kleur.
Maar... geel?
Het geel is minder licht, en toch
Niet donker. 't Geel is waarlyk niet te donker.
Landsheil
Het geel, met uwer Majesteits verlof,
Is niet... foncé.
Koning
Dat zei prins Oskar ook.
't Is minder licht dan wit, en toch niet donker.
(Roep iemand hier.) (Sta stil!) (Geef spelden, Weis!)
(Keer-óm!) (Een speld!) (Keer-om weer! Sta recht-op,
Rrré...cht-óp!) Wat heeft die man een zonderling
Figuur...
Landsheil
Met uwer Majesteits verlof,
Een val heeft in z'n jeugd...
Koning
De baden, vriend!
Ook ik was in m'n jeugd wat koortsig, maar
Het bad van Lompenhügel sterkte my.
Geloof me, 'n reis naar 't bad geeft nieuwe kracht,
En maakt gebogen leden recht.
Landsheil
Ja, Sire!
Koning
Er moest een wet bestaan, dat elk die in
Z'n jeugd een val deed... (spelden, Weis!) (Keerrr-óm!
Laat vallen je arm!) dat elk die in z'n jeugd,
Of later... (sta toch stil, en houd je hoofd
Omhoog!) of ieder die door zieklykheid
Onttrokken werd aan militairen dienst...
(Zie nu dat geel, dat wit, dat blauw, dat rood!)
Of zelfs wie vrezen mocht eens ziek te worden,
Zich jaarlyks liet genezen in de baden...
Wat dunkt u, Huisde?
Van Huisde
Sire, zulk een wet...
Koning
Neen, van de kleur der schouderweren sprak ik.
Gy heren van het recht hebt geen gevoel
Voor 't hoog belang der uniform. Nu groen...
Roep iemand hier. Weis!
Weis
Er is niemand, Sire.
In de antichambre... ik zal...
Koning,
O neen, ik ben
Gereed. Ziehier (een speld!) ziehier het groen.
Nu... groen met rood! Eilieve, Huisde, ik wil...
Eén ogenblik (een speld!) slechts zien...
hoe 't groen...
Ja, groen met rood (staat stil daar!) rood met groen,
En dat op donkerblauwen grond, staat goed...
Me dunkt, ik hoor muziek?
Van Huisde
't Is, Sire, een feest
Dat jonker Schukenscheur z'n vrienden geeft.
Koning
Ei, ei, zo laat nog, zonder my! Dat rood
Is wel wat breed. Prins Oskar heeft gezegd
Dat zeven-achtste van een duim, of wel
Iets minder... spelden, Weis!
O neen, sta stil!
Waar zyn de spelden?
Weis
'k Legde 'n brief daarginds...
Koning
Verroer je niet!
Weis,
Op de console, Sire.
Koning,
Ik zie geen enklen speld, laat staan een brief...
Doch... ja, ik zie!
Om godswil staat toch stil,
Maakt al m'n moeite niet te schand. Jy zó!
Zó jy! Geen buik! Terug, omhoog, vooruit...
Staat stil! Berooft toch niet door overyling,
My van de vruchten van m'n werk!
Eén streep,
Eén streep slechts minder... zeven-achtste duim
Was wel wat breed... prins Oskar heeft gelyk.
Toch ben ik 't met myzelf nog geenszins eens,
Of 't rood, kersrood moet wezen, of ponceau?
Of... amarant, of... ietwat appelbloesem?
Wat dunkt u, Huisde? Spreek vry uit de borst,
Je weet, ik heb de waarheid lief. Cérise?
Van Huisde
Met uwer Majesteits verlof, ik ben
Tot oordeel, Sire, niet bevoegd.
Koning
Wel, wel,
Die needrigheid staat uw verdiensten goed.
En jy, Landsheil?
Landsheil
Ik kies... na ryp beraad,
De kleur... die uwe Majesteit bevalt.
Dit is m'n openhartig oordeel, Sire!
Koning,
Ja, ja, de schelm heeft smaak!
't Zal dus... ponceau,
Of appelbloesem wezen, of... cérise,
Schoon bloedrood ook niet kwaad staat by dat groen.
Hoor... weer muziek! Gelukkig wie z'n tyd
Zo onbekommerd wyden kan aan vreugd.
Ik ben vermoeid. Ik dank u, Huisde, 't is
Genoeg! Op morgen wacht opnieuw ons de arbeid.
Jy, Landsheil, ga, en overdenk de zaak,
En zend dat kromme schepsel naar de baden.
Te Lompenhügel heelt men alle kwalen...
Van Huisde, roep die heren by me. Ik voel
My te opgewekt nu voor den slaap,
En wens, als zy, me 'n weinig te vermaken.
Me dunkt, ik heb er recht op, na m'n werk...
Ponceau, cérise of... bloed? Nu, dat tot morgen!
De boog kan niet altyd gespannen zyn.
Rrrr... ukt-ín!
Zeg, dat ik allen inviteer,
En... klein tenu, in kleding en in woorden!
Ik inviteer hun stemming mee, verstaat ge?
Van Huisde,
Ja, Sire!
Koning
Weis, sigaren en champagne!
Vier Lakeien, rangschikkende.
Eerste Lakei
Wat moet die kurketrekker in de baden?
Tweede Lakei
't Is gauw gezegd, maar niet zo gauw gedaan!
En 't doet me denken aan het oude lied
Van 't meisje dat ter kermis eens zou gaan:
Dat gaat naar Den Bos toe,
Wie zal dat betalen...
Eerste Lakei
Sjt!
Van Huisde,
Verstaat me wel, 't is zonder ceremonie.
Z'n Majesteit verlangt u hier te zien,
Om met u 't feest van ginder voort te zetten.
En wenst uitdruklyk dat ge...
Allen
Leef de koning!
Hoera, hoera, hoera, de koning leef!
Koning,
Ik dank u, dank u, heren! Nu geen woord
Dat ernstig klinkt, wat ik u bidden mag!
Na zwaren dagtaak, na een nacht vol studie,
Is 't billyk dat ik deel neem aan uw vreugd.
Hoe, Graaf van Weert niet by u?
Laat hem roepen!
Hesselfeld,
Hy was een ogenblik slechts by ons, Sire.
Hy... wendde bezigheden voor, en ging.
Ook gistrenavond was hy niet op 't bal.
Koning
't Is waar, hy heeft het druk, en zal nu slapen...
Om 't even, hy kan wakker zyn, als ik
Niet slaap.
Zeg dat ik hem ontbied!
En nu,
Wat viert ge, of is uw feest toevallig, heren?
Miralde
De heer von Schukenscheuer-Schiefschalheim
Had een proces...
Von Schukenscheuer
Ja, een fameus proces!
Bepaald fameus!
Koning
Het woord is aan den jonker.
Wie voor z'n beurt het neemt, moet met een toost,
Een lied of kwinkslag boeten: poenitet!
Begin, maar... denk er aan: geen ernst!
Von Schukenscheuer
Fameus! Dat is bepaald... fameus!
Koning
Allons!
Von Schukenscheuer
De eerste Schukenscheuer-Schiefschalheim...
Spiridio
Had geen papa. Dat 's klaar!
Koning
Beboet!
Allen
Beboet!
Koning
Drink, spreek, zing, dans, doe wat je wilt, maar... boete!
Spiridio
Dan kies ik wyn, en drink op de gezondheid
Van d' eersten Schukenscheuer zonder... oorzaak,
En op het welzyn van z'n moeder. 't Moet
Een kapitale vrouw geweest zyn!
Allen
Top!
Koning
Ga voort.
Von Schukenscheuer
M'n stamheer, de eerste Schukenscheuer, was
Erfschenker aan het hof...
Spiridio
Er viel niet te erven,
Als hy geen vader had, zoals je zegt.
Koning
Beboet, Spiridio!
Spiridio
Ik voeg my, Sire,
In uwen koninklyken wil... de jonker
Vertelt onmogelyke dingen!
Van Huisde
Heraldiek!
In heraldiek is alles mooglyk, vrindje.
En de eerste Schukenscheuer erfde 't ambt
Van schenker, wellicht van z'n oom...
Spiridio
Precies!
Dan was die oom de broeder van een vader
Die niet bestond, dus... mis!
Van Huisde
Dat is niet zeker.
Het was misschien z'n oom van moederszy...
Koning
Spiridio, doe boete!
Spiridio
Poenitet
Me pec... pec... pec...
Allen,
Peccasse... peccavisse,
Peccasse... peccavisse... neen, peccasse,
Neen, peccavisse... neen, pecc...
Koning,
Stilte, heren!
Ik geef het woord opnieuw den jonker.
Von Schukenscheuer
Sire!
Toen de eerste Schukenscheuer schenker was...
Spiridio
Van Sjach Sjech Sjich Sjuch Sjarief Khan...
Koning
Spiridio!
Miralde
Maar, Sire, dat verhaal
Is ernstig...
Von Schukenscheuer
Ja, bepaald!
Miralde
En droog...
Von Schukenscheuer
Fameus!
Miralde
De jonker is te deftig voor een grap.
Spiridio zou beter...
Koning
Dát is waar!
Ik geef het woord aan u, Spiridio.
Maar als je-n-al te ondeugend wordt... pas op,
Dan roep ik je tot de orde!
Spiridio
Hèm, hèm, hèm!
Toen de eerste Schukenscheuer sjenker was
Van Sjach Sjech Sjich Sjuch Sjarief Khan...
Von Schukenscheuer
Nu, dat 's fameus... aan 't hof van keizer Otto!
Spiridio
...beschonk hem deze koning met het recht
Voor zich en al de spruiten van z'n stam,
Om op den linkerschouder steeds een strik
Van blauw fluweel...
Koning,
Was 't hemelsblauw, of...
Spiridio
Hoe?
Koning,
...berlyns of donker? Indigo? Hoe breed?
Was 't meer dan zeven-achtste van een duim?
Was 't één streep minder?
Spiridio
'k Weet het waarlyk niet!
Von Schukenscheuer
Maar...
Koning
Sjt! Ga voort.
Spiridio
Ze hadden dus het recht,
Ten blyk van hoge koninklyke gunst,
Een blauwen strik te dragen op den schouder.
Maar eens, het was in 't jaar achthonderd zes...
Voor Christus...
Koning
Ho, beboet!
Allen
Een toost, een toost!
Von Schukenscheuer
Maar, Sire, in myn proces kwam niets van strikken!
Dat is bepaald onwaar...
Koning
Dan moet-i zingen,
Tot straf voor 't liegen. Zing!
Spiridio
Dan zingen, goed!
Het liedje van den nachtuil, heren! Hoort!
En staat me in 't prachtig koor een beetje by.
Een nachtuil was verliefd van zin... oewoe.
Hy droomde van een nachtuilin... oewoe.
En sprak aldus z'n liefjen aan:
Ik wil met jou naar bed toe gaan... oewoe.
Allen
Oewoe, oewoe!
Koning
‘Ik wil met jou naar bed toe gaan’ is fyn.
Spiridio
Nietwaar?
Von Schukenscheuer
Fameus, bepaald fameus, auf Ehre!
Spiridio,
Zy beet verlegen op haar poot... oewoe.
Een blosje verft de wangen rood...
Koning,
Hoe breed?
Was 't amarant, of steenrood... of cérise?
Spiridio
De dichter, Sire, die het feit bezong,
Zegt niets van breedte of tint.
Koning
Vervloekt! Ga voort.
Spiridio,
Ze beet verlegen op haar poot... oewoe.
Een blosje verft de wangen rood... oewoe.
Ze zei niet nee, ze zei niet ja.
Verwees hem tot haar heer papa... oewoe.
Koning
Dat was een brave nachtuilin, m'nheren,
Een voorbeeld voor de dartle jeugd voorwaar!
Een glas op haar gezondheid!
Allen,
Oewoe, oewoe!
Koning
En hoe verder?
Spiridio,
De vryer was van zessen klaar... oewoe.
Hy meldt zich aan by d' uilevaar... oewoe,
Maar spottend met z'n zielsverdriet,
Zei de ouweheer: je krygt 'r niet... oewoe.
Allen,
Oewoe, oewoe.
Spiridio,
Want de eerste-n-uil van myn geslacht... oewoe.
Is op een kerkmuur grootgebracht... oewoe.
M'n dochtertje is dus van natuur
Te fyn voor uilen uit een schuur... oewoe.
Koning
Wel, dat was mooi gesproken voor een vader!
Wat dunkt u, heren, van een dronk op 't welzyn
En 't lange leven van dien uil...
Spiridio
Die dood is.
Want, Sire, 't is uit d' ouden tyd...
Koning
Om 't even!
Op 't lange leven van den uil die dood is!
Allen,
Oewoe, oewoe!
Koning
Is 't liedjen uit?
Spiridio
Wel neen, er volgt nog wanhoop,
En zelfmoord, holle stemmen, en een graf
Met spoken, die te middernacht de buurt
In oproer brengen met: oewoe... oewoe!
Allen
Oewoe!
Koning
Ga voort nu met je blauwen strik. Ik luister.
Spiridio
Toen eens dan, in 't begin der negende eeuw,
Een Schukenscheuer-Schiefschalheim z'n trouw
Verpandde aan jonkvrouw Lanterliederling,
De-n-erfgenaam der Leuterlunterlaksen,
Nam 't schone bruidje met z'n hart een proef...
Von Schukenscheuer
Daar is geen woord van waar! Auf Ehre, 't is fameus!
Spiridio
...en eiste, als blyk van min, dat hy de kleur
Van zynen schouderstrik verandren zou
In groen.
Koning
Die eis was wreed!
Spiridio
Zeer wreed! De jonker
Moest kiezen tussen haar en z'n geslacht,
Dat met dien blauwen strik zou staan of vallen.
Hier 't hart... daar de eer! De stryd was zwaar...
Von Schukenscheuer
Maar, Sire...
Spiridio
...doch zie, een toov'naar, met z'n lot begaan,
Gaf hem een raad...
Koning
Dat noem ik toov'naars plicht!
En de onze is nu hem daarvoor te bedanken:
Die toov'naar leve!
Allen,
Goed! Lang leef die tovenaar!
Spiridio
De raad was deze: hy behield z'n strik,
Z'n blauwen strik, en hy bezocht z'n bruid
Niet anders dan by avond, en by kaarslicht.
Von Schukenscheuer
Maar, Sire, auf Ehre, 't is fameus... gelogen!
Spiridio
Wat blauw by dag was, scheen haar 's avonds groen,
En zo was elk tevreden.
Koning
Excellent!
Maar hoe hangt dit tezamen met uw feest?
Spiridio
't Verband is nauwer dan men denken zou.
De jonker huwde... by een kaarsje...
Von Schukenscheuer
Nu, 't idee!
Spiridio
...de jonker huwde, en trad in het bezit
Der Leuterlunterlaksische domeinen...
Altyd by kaarslicht.
Von Schukenscheuer
't Is bepaald onwaar!
Ik kan uw Majesteit verzeekren... 't is fameus!
In myn geslacht...
Koning
Spiridio, doe boete!
Een toost die hond noch kat verstaan kan... neen.
Een speech vol leugens!
Van Huisde
Homeopathie!
Koning
Die Huisde met z'n rechtsgeleerdheid!
Spiridio
Leugens?
Koning
Een speech vol lamme laffe lompe leugens!
Spiridio,
Hèm, hèm! M'nheren, het verheugt me zeer,
U hier opnieuw om my vereend te zien.
De toestand is perfekt, het vlees goedkoop.
De burgers zien er flink en vrolyk uit.
De burgeressen... idem. Nyverheid
En handel... idem. Landbouw... idem.
Koning
Ho,
Dat 's politiek... verboden!
Spiridio,
Onderwys,
Fabrieken... idem, idem. Onze vloot,
Ons leger, schuttery, oogst... alles idem.
De vriendschap met de vreemde hoven... idem...
Miralde
Zwyg, kerel!
Spiridio,
Idem, idem, idem, idem...
Koning
Miralde, houd de hand hem op den mond!
En nu, ga voort!
Spiridio
De jonker stierf... by kaarslicht.
Z'n ega volgt... by kaarslicht, hem in 't graf.
De kindren erfden, en zo bleef de stam
Van Schukenscheuer-Schiefschalheim bezitter
Van 't Leuterlunterlaksische gebied...
Von Schukenscheuer
Auf Ehre, Sire, 't is bepaald onwaar!
Spiridio
...maar zie, de nyd, de vale nyd, m'nheren,
Ontwaakte in 't hart der Lanterliederlingen.
Men had, al snufflend in kronieken en archief,
Den sluwen list des tovenaars ontdekt...
Von Schukenscheuer
Maar, Majesteit... auf Ehre, in ons geslacht
Was nooit een tovenaar... bepaald!
Spiridio
...ontdekt,
En hoe men 't bruidje had gefopt met... kaarslicht!
Het groen, by dag gezien, was blauw geweest...
De trouwe jonker, wel bekeken, ontrouw...
Een echt, op valsen schyn gegrond, was nul...
De kindren in zo'n echt geteeld, onecht...
De goedren door zo'n echt verkregen...
Koning
Juist!
En toen... processen, advokaten, stryd,
Verbittring, vonnis, woede, appèl, en weer
Appèl?
Spiridio
Door de eeuwen heen. Zo wás het, Sire!
En onze jonker viert vandaag het eind
Van dat proces.
Koning
Je hebt gewonnen?
Von Schukenscheuer
Neen,
Bepaald gewonnen niet. Maar... vrind Spiridio
Heeft u de zaak fameus...
Spiridio,
Het Ryksgericht,
Gezien, gehoord, gelet en overwogen,
En weer gelet, en weer gehoord, gelezen,
En weer gelezen - o, 't is zonder eind! - beslist:
De goedren van den Leuterlaksen stam,
Gelegen... daar en daar, begrensd... etcetera,
Verblyven overzulks in eigendom, by dag,
Aan 't edele geslacht der Liederlingen.
Edoch...
Koning
‘Edoch’ en ‘overzulks’ is fraai.
Zo'n taal doet onzen Huisde goed, nietwaar?
Spiridio
...edoch zodra de nachtschauw valt op de aard...
Koning
‘Schauw’ is voor schaduw. Dat 's een rechtsterm zeker..
Spiridio
Zodra de dag verdwynt, behoort gezegd
Complex...
Koning
Alweer een rechtsterm!
Spiridio
...aan den stam
Der Schukenscheuer-Schiefschalheims... by kaarslicht.
Het gras en 't graan, dat 's nachts groeit, hoort aan hen.
Wat overdag gegroeid is, d' andren.
Koning
Wie bepaalt
Hun beider deel?
Spiridio
De rechter vond hierin
Geen groot bezwaar, en zei dat juist die zaak
De bron kon worden van een nieuw proces,
Zo schoon als ooit een rechtbank bezighield.
Hy wenste 't mensdom met de zaak geluk,
En meende dat de welvaart bloeien zou,
Zodra die nieuwe kwestie was beslist.
Ja zelfs nog vóór dien tyd, reeds onder 't pleiten,
Beloofde zulk een stryd, een schat van ca...
Van ca... ca... ca...
Van Huisde
Van casus positiones.
Spiridio
Precies! En de advokaten...
Weis
Weis,
Majesteit,
De Graaf Van Weert is inderdaad niet thuis.
Men heeft, uit uwen naam, in zyn hotel
Zich stipt geïnformeerd...
Koning
Waar kan-i zyn?
Hesselfeld
Louise's Rust is lief gelegen.
Koning
Ha!
Wie sprak daar van Louise's Rust? En wat
Is lief gelegen? Spreek! Gelegen? Wat?
Waar? Wie is lief gelegen? Spreek!
Hesselfeld
De heer
Miralde roemde 'n park by... Kopenhagen,
Waar koningin Mathilde... en... Struensee...
De nachtegaal... en ik... ik meende... ik dacht...
Ik zei...
Koning
En gy?
Hesselfeld
En ik...
Koning
Vervloekte lafbek!
En gy, wat zeidet gy? Wat zeidet gy?
Hesselfeld
Ik, Sire, ik... roemde... o god!
Koning
Geen god of duivel
Geen engel, spook of satan uit de hel,
Zal hier je bystaan! Spreek, ellendling, hondsvod,
Wat weet jy, wat? Welk park is lief gelegen?
Wat weet jy van een nachtegaal? Terug!
Ik ben hier meester!
Allen
Sire!
Koning
Weg, terug!
Ik ben hier koning... neen, een man, geen koning!
Een man die je verscheuren zal. Een wolf,
Een tyger ben ik! Spreek... of 'k zal je 't spreken
Beletten voor altoos, en je de keel
Toesnoeren, dat je nooit weer spreken kunt!
Wie, wat, is nachtegaal? Wie, park? Wie, lief
Gelegen? Waar? Wat? Spreek!
Hesselfeld
Louise's Rust...
O god!
Koning
Ha, ha, ha, ha, 't is om te bersten
Van lachen, heren! Nu, dát is een grap!
Die arme Hesselfeld staat heel verbluft,
En weet niet hoe hy de ogen wenden zal...
Ha, ha, dat noem ik lachen! Ik bezwyk
Van 't lachen. Die historie wint het ver
Van uwen onzin-toost, Spiridio,
En van je kamertoespraak-parodie,
En van dien uilebruigom, kereltje!
En ook... ha, ha, ha, ha... van dat proces,
En van je heerlykheid... ha, ha... by kaarslicht!
Ik kan maar niet bedaren van de grap!
Waar blyf je nu met al je geestigheid,
Spiridio, zeg? Enfoncé! Ha, ha...
Zie Hesselfeld eens kyken... puur beteuterd!
Wat zeg je van me? Kan ik vrolyk zyn,
En potsig? En komedie-spelen... hè?
Wie lacht er mee?
Allen
Ha, ha, ha, ha, ha, ha!
Koning
Ziet, zó is 't goed! Als gy de grap maar vat!
Die Hesselfeld met z'n onnozel air,
Dacht dat-i heel wat wonders had gezegd,
En dat ik dol werd om z'n... nachtegalen,
En om z'n park by... Christiania,
Of... Petersburg! En om z'n: lief gelegen!
Een enkel glaasje, heren, tot besluit...
Erkent dat ik het koddigst ben geweest,
En met m'n nonsens 't mooist u heb gefopt.
Allen
Den Koning heil!
Koning
Top, top, ikzelf doe mee,
Op myn gezondheid!
Allen
Hoog, en leef de Koning!
Koning,
Zo'n glaasje zal je goed doen voor den schrik...
Die Hesselfeld! 't Is waarlyk onbetaalbaar...
Wat dag was 't heden, en hoe laat?
Weis
By drieën,
En woensdag, Majesteit.
Koning,
Neen, woensdag wás het,
Maar donderdag is 't nu... noteer dat, Weis!
Ik wil, zolang ik leef, den juisten dag
Onthouden, en het uur, waarop... ik Hesselfeld
Zo grappig heb doen schrikken... kwart over drie,
Den nacht voor donderdag, den tienden Mei...
Nog ziet hy bleek... ha, ha... den tienden Mei...
Slaapt wel, m'nheren... twee, drie uur... slaapt wel!
Van Huisde,
De nacht voor donderdag, den tienden Mei...
Een, twee, drie uur... Van Weert, een alibi!
Hesselfeld,
Een alibi? Dáár is wat van te maken!
Die heren van de rechten weten 't wel...
Er gaat toch, wel beschouwd, niets boven 't recht!
Precies, van Huisde... 'n alibi... schandaal...
Eurèka!