Volledige Werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
Aan den Heer...... Doctor in de Letteren.
Brief aan de kiezers van Nederland
Van een gouverneur-generaal in ruste
Over vryen arbeid in Nederlands Indië
[Over vryen arbeid in Nederlandsch-Indië]
Ontwikkeling der oorzaken van den langwyligen vrede in Europa, waaruit tevens den lezer 't nut blyken kan van de gezette studie der salieavonden. - Alles is in alles. - Vervolg en slot der dichtproeven, zeer geschikt voor rederykers, en andere knappe vers-opzeggende kinderen. Arme Wouter... neen, ryke Wouter!
396.
De oplettende lezer die op menskunde gesteld is, wil natuurlyk gaarne weten welke oorzaak ons vorig hoofdstuk zo kalm deed eindigen, en waarom 't saliegezelschap zo vreedzaam berustte in 'n geval, dat nog kort geleden aanleiding had gegeven tot zo hevige ontploffing?
Nog geheel vervuld van den indruk der bakerpreek, zal ik de oorzaken der betrekkelyke kalmte die er heerste na Pennewips vonnis, splitsen in drie delen:
Vooreerst. Men was reeds driftig geweest, en dus wat uitgeput.
Ten tweede. Juffrouw Laps, de aanvoerster in den stryd, overzag met genialen blik het slagveld, en zonder juist te denken aan 't wereldberoemd gevecht van de Horatiërs en Curiatiërs, vatte zy met aangeboren talent de taktiek van 't ‘verdeel en heers!’ Mét de mogendheden Stotter, Mabbel, Krummel en Zipperman, tegen 't ‘huis’ der Pieterse's... dat kón. Maar nu dat huis gesteund werd door Pennewips meesterlyk gezag, schreef de voorzichtigheid voor, zich terug te trekken uit den stryd. Want wie verzekerde haar, dat ze rekenen kon op 'r bondgenoten? Wie kon 'r waarborgen, dat niet de baker, of misschien juffrouw Zipperman zelve, zou overgaan tot den vyand, al ware 't uit bekrompen eerbied alleen voor meesters beweeglyke pruik? Neen, neen... niet op zulken onzekeren bodem liet juffrouw Laps de artillerie voortrukken van haar welbespraaktheid. Zwygend zei ze: ‘'k zal je later wel krygen!’ en als we ons haar, en al de verhoudingen van 't gezelschap, vermenigvuldigd denken met twintig of dertig millioen, zouden we ons kunnen voorstellen den volgenden dag, in deze of gene ‘onder invloed staande’ Juffre-Lapse krant te lezen:
‘De verhouding met het ryk der Pieterse's is allercordiaalst. Men spreekt zelfs van 'n vriendschappelyke byeenkomst der respectieve soevereinen, zonder 't minste staatkundig doel, en alleen om zich te verheugen in elkanders aanschyn. Men ziet hieruit alweder hoe ongegrond de geruchten waren, omtrent zekere spanning die er zou bestaan hebben over de ware natuur van onze geëerbiedigde vorstin. De lezer zal zich herinneren dat wy die geruchten dan ook nooit zonder reserve hebben meegedeeld.’ Ten derde. De derde en voornaamste reden van den wapenstilstand was: nieuwsgierigheid. Wie zich opnieuw boos maakte, of boos blééf, of boosheid blyken liet, zou moeten vertrekken. En wie vertrok, zou niet weten waarom meester Pennewip was komen vertellen dat er weer wat aan de hand was met Wouter. Hieruit ziet men voor den duizendsten maal, dat alle zaken haar goede zyde hebben. Als Wouter Pieterse deugdzaam geweest was in meesters ogen, hadden die ogen waarschynlyk 't lot ondergaan, dat hun in zo'n geval door den archaeoloog Klesmeyer, eenmaal zou worden aangewezen in de oud-europese mythologie.