Volledige Werken. Deel 8. Brieven en dokumenten uit de jaren 1820-1846
Kwartierstaat van Eduard Douwes Dekker
[2 maart 1820 Geboorte van Eduard (Douwes) Dekker]
[Bijlage betreffende het huis Korsjespoortsteeg 10]
[28 augustus 1823 Geboorte van Willem (Douwes) Dekker]
[Bijlage betreffende de huizen Korsjespoortsteeg 10 en Haarlemmerdijk 94]
[7 mei 1827 Eduards vader koopt het huis Haarlemmerdijk]
[maart 1832 Inschrijving van Eduard in het Album van de Latijnse school]
[20 juli 1832 Huwelijk van Eduards zuster Catharina]
[1832 Eduards broer Pieter Engel wordt student]
[Bijlage betreffende Abraham van de Velde en zijn gezin]
[1838 Gedicht: Mijn Schaatsen]
[8 maart 1838 Eduard voorgesteld als lid van het Nut]
[26 april 1838 Eduard lid van het Nut]
[1838 Lidmaatschapskaart van het Nut]
[20 juni 1838 Gedicht: In den Vriendenrol van A.C. Kruseman]
[21 juni 1838 Gedicht van Abr. des Amorie van der Hoeven]
[28 juni 1838 Eduard draagt voor bij het Nut]
[26 juli 1838 Eduard neemt een spreekbeurt aan]
[30 augustus 1838 Eduards spreekbeurt wordt afgeschreven]
[22 september 1838 Afscheidsgroet van Eduard aan P.G. te Winkel]
[4 januari 1839 Aankomst van Dekker te Batavia]
[Bijlage betreffende Batavia en omgeving]
[Bijlage betreffende de bevolking van Batavia]
[14 februari 1839 Dekker werkzaam bij de Rekenkamer]
[1 maart 1839 Dekker klerk bij de Rekenkamer]
[28 maart 1839 Akte van toelating in Ned.-Indië]
[10 april 1839 Missive van de Rekenkamer aan de G.-G.]
[11 april 1839 Staat van dienst van Dekker]
[17 april 1839 Dekker benoemd tot klerk]
[17 april 1839 Akte van benoeming]
[26 april 1839 Akte van eedaflegging]
[31 januari 1840 Missive van de Rekenkamer aan de G.-G]
[6 februari 1840 Dekker benoemd tot tweede kommies]
[6 februari 1840 Akte van benoeming]
[21 februari 1840 Dekkers broer Willem verdrinkt bij Ierland]
[1841 Losse bladen uit het dagboek van een oud man: Het Schoone, Geluk]
[20 januari 1841 Brief van Caroline Versteegh]
[voorjaar 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]
[voorjaar 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]
[voorjaar 1841 Brief van pastoor Scholten]
[15 april 1841 Brief van de heer Versteegh; fragment]
[april 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]
[29 april 1841 Brief van de heer Versteegh; fragment]
[mei 1841 Gedicht van Dekker voor Caroline Versteegh]
[14 juni 1841 Brief van Caroline Versteegh]
[16 juni 1841 Brief van Dekker aan Caroline Versteegh]
[4 juli 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]
[22 juli 1841 Huwelijk van Dekkers broer Pieter]
[2 augustus 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]
[28 augustus 1841 Dekker te Batavia katholiek gedoopt]
[28 augustus 1841 Dekker ontvangt het H. Vormsel]
[3 september 1841 Brief van Caroline Versteegh]
[8 oktober 1841 Brief van Caroline Versteegh; fragment]
[23 juni 1842 Rekest van Dekker aan de G.-G.]
[23 juni 1842 Dienststaat, bijlage bij het rekest]
[9 juli 1842 Dekker benoemd tot controleur tweede klasse]
[9 juli 1842 Akte van benoeming]
[15 juli 1842 Rekest van Dekker aan de G.-G.]
[19 juli 1842 Beslissing van de Dir.-Gen. van Financiën]
[19 juli 1842 Missive van de Inspecteur van Financiën aan Michiels]
[24 augustus 1842 Brief van de heer Versteegh]
Dekker als bestuursambtenaar op Sumatra
[7 oktober 1842 Aankomst van Dekker te Padang]
[10 oktober 1842 Advies van Michiels aan Weddik]
[7 november 1842 Weddik plaatst Dekker te Natal]
[10 november 1842 Missive van Weddik aan Michiels]
[24 november 1842 Missive van Michiels aan de G.-G.]
[25 november 1842 Dekker dient een declaratie in]
[30 november 1842 Overdracht functie van vendumeester]
[30 november 1842 Missive aan Weddik inzake overdracht functie]
[Bijlage betreffende Natal, door E. Francis]
[1 december 1842 Dekkers eerste dienstbrief te Natal]
[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake buskruit]
[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake terugzending van stukken]
[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake vervoer van bannelingen]
[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake zout]
[5 december 1842 Missive van Dekker aan Pakhuismeester te Aijer Bangies inzake zout]
[5 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake papier en pennen]
[6 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake geldkistjes]
[7 december 1842 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake deurhengsels]
[7 december 1842 Missive van Dekker aan Goldie inzake een wissel]
[11 december 1842 Missive van Dekker aan Mil. commandant]
[14 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake een proces-verbaal]
[14 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake een circulaire]
[14 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake boekwerken]
[14 december 1842 Weddik vraagt inlichtingen over geld uit 1835]
[15 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake rijst]
[20 december 1842 Weddik zendt Dekker papier en pennen]
[23 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake geld uit 1835]
[23 december 1842 Missive van Dekker aan de Kapitein te Loender inzake rijst en zout]
[23 december 1842 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake tamarinde-pitten]
[23 december 1842 Agent NHM. te Padang vraagt opzending adviesbrief]
[25 december 1842 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake godsdienstoefeningen]
[25 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik]
[25 december 1842 Missive van Dekker aan Weddik inzake beboeting van fuselier Spiess]
[27 december 1842 Missive van Dekker aan de Ass-Res. van Mandheling inzake zout]
[27 december 1842 Missive van Dekker aan de Ass-Res. van Mandheling inzake gevluchte pandelingen]
[29 december 1842 Antwoord van Weddik inzake geldkistjes]
[2 januari 1843 Dekker zendt Weddik een wissel]
[4 januari 1843 Huwelijk van Caroline Versteegh]
[6 januari 1843 Weddik vraagt Dekker inlichtingen inzake zout]
[6 januari 1843 Weddik keurt rijstverkoop goed]
[7 januari 1843 Weddik vraagt rapporten inzake gevangenen]
[7 januari 1843 Weddik geeft opdracht de zoutmaten te verifiëren]
[9 januari 1843 Missive van de Ass.-Res. van Mandheling inzake godsdienst]
[10 januari 1843 Antwoord van de Ass.-Res. van Mandheling inzake pandelingen]
[14 januari 1843 Weddik vraagt Dekker inzending van beantwoording]
[15 januari 1843 Weddik antwoordt Dekker inzake boete]
[15 januari 1843 Weddik vraagt Dekker opzending van een wissel]
[16 januari 1843 Weddik vraagt Dekker verantwoordingsstukken]
[18 januari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zout]
[18 januari 1843 Missive van Weddik inzake godsdienst]
[21 januari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]
[21 januari 1843 Ass.-Res. van Mandheling vraagt bezending zout]
[23 januari 1843 Missive van Weddik inzake amfioenpacht]
[25 januari 1843 Weddik vraagt opsporing van Jan Potan]
[28 januari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zout]
[31 januari 1843 Secr. van Aijer Bangies bericht dat er stukken zoek zijn]
[3 februari 1843 Missive van Dekker aan Godin inzake vrijheidsberoving]
[4 februari 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake zout]
[4 februari 1843 Ass.-Res. van Mandheling vraagt kopergeld]
[6 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]
[7 februari 1843 Secr. Van der Ven zendt zout en wenst stipte meting]
[10 februari 1843 Weddik vraagt inlichtingen over gevangenen]
[14 februari 1843 Missive van Weddik inzake pepertuinen]
[14-15 februari 1843 Michiels te Natal wegens de zaak-Si Pamaga]
[15 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]
[15 februari 1843 Van der Pool vraagt Dekker inlichtingen inzake post]
[17 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zout]
[17 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake de reis van Michiels]
[19 februari 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake geld]
[19 februari 1843 Missive van Dekker aan Van der Pool inzake post]
[20 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake een verzoekschrift]
[22 februari 1843 Weddik vraagt opgave inzake vagebondage]
[25 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake ziekte]
[25 februari 1843 Missive van Weddik inzake verzoekschrift]
[25 februari 1843 Missive van Weddik inzake verantwoordingsstukken]
[26 februari 1843 Antwoord van Godin inzake vrijheidsberoving]
[27 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake gevangenen]
[28 februari 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake het zoutpakhuis]
[28 februari 1843 Wissel van Dekker inzake amfioenpacht]
[28 februari 1843 Kwitantie van Dekker inzake amfioenpacht]
[2 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutmeting]
[3 maart 1843 Weddik vraagt naar inkomsten en uitgaven uit 1840]
[3 maart 1843 Weddik zendt acht zilveren knoppen]
[4 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake prauwhuur]
[4 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake rijst]
[4 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]
[4 maart 1843 Weddik vraagt opzending van kettinggangers]
[5 maart 1843 Weddik geeft Dekker machtiging betreffende klerk Hesselink]
[6 maart 1843 Missive van Weddik inzake het zoutpakhuis]
[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verzoekschrift]
[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake Inkomende en Uitgaande rechten]
[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutvervoer]
[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Agent NHM. te Padang inzake een wissel]
[7 maart 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Padang inzake een wissel]
[8 maart 1843 Missive van Weddik inzake kasrekening over februari]
[8 maart 1843 Weddik vraagt opzending rapport zoutmeting]
[8 maart 1843 Missive van Weddik inzake prauwhuur]
[9 maart 1843 Weddik zal Dekker rijst zenden]
[9 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake inkomsten en uitgaven 1840]
[10 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake kettinggangers]
[10 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake herstel na ziekte]
[10 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake gewenst ontslag van een datoe]
[10 maart 1843 Weddik geeft opdracht betreffende kapitein Langkap]
[11 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutmaten]
[12 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake vagebondage]
[12 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake vagebondage betreffende klerk Hesselink]
[12 maart 1843 Missive van Weddik inzake ontslag van een datoe]
[13 maart 1843 Missive van Dekker van Weddik inzake scheepspapieren]
[13 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake verantwoordingsstukken]
[15 maart 1843 Dekker vraagt Weddik instructies betreffende Hesselink]
[15 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zilveren knoppen]
[15 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake prauwhuur]
[16 maart 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Tapanoeli betreffende onderhorigen]
[16 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake pepertuinen]
[16 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake toezicht zoutpakhuis]
[16 maart 1843 Weddik zendt model proces-verbaal inzake zoutmaten]
[17 maart 1843 Weddik zendt rijst]
[18 maart 1843 Rapport van Michiels aan de G.-G. betreffende Si Pamaga]
[20 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik betreffende kapitein Langkap]
[20 maart 1843 Missive van Weddik inzake zoutpakhuis]
[20 maart 1843 Missive van Weddik inzake prauwhuur]
[21 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutmaten]
[21 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake de pepertuinen]
[21 maart 1843 Missive van Dekker aan Weddik inzake de pepertuinen]
[22 maart 1843 Agent NHM. te Padang meldt het terugvinden van een adviesbrief]
[24 maart 1843 Resident Weddik door Michiels geschorst]
[26 maart 1843 Weddik vraagt opzending van de zoutmaten]
[27 maart 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake zout]
[28 maart 1843 Missive van Weddik inzake pepertuinen]
[30 maart 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake gelden]
[3 april 1843 Dekker ontvangt nieuwe zoutmaten]
[3 april 1843 Missive van Weddik inzake lijfstraf]
[4 april 1843 Ass.-Res. van Padang vraagt opzending inlander]
[10 april 1843 Van der Ven neemt het ambt van Weddik over]
[13 april 1843 Van der Van vraagt opzending van een betalingsbewijs]
[14 april 1843 Missive van Dekker aan Michiels betreffende inlandse Hoofden]
[15 april 1843 Beslissing van Michiels inzake prauwhuur]
[16 april 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake geld]
[18 april 1843 Van der Ven vraagt opzending van verantwoordingsstukken]
[20 april 1843 Klerk Hesselink komt te Natal aan]
[20 april 1843 Van der Ven vraagt opgave van kosteloze leveringen]
[21 april 1843 Van der Ven vraagt opgave van kosteloze leveringen inzake zegelstaten]
[21 april 1843 Missive van Van der Ven inzake opsporingen]
[22 april 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Krijgsman en Hesselink]
[25 april 1843 Missive van Dekker aan de controleur te Baros betreffende een inlandse vrouw]
[25 april 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. te Pontjang inzake gelden]
[26 april 1843 Missive van Dekker aan de Ass.-Res. van Mandheling inzake gelden]
[26 april 1843 Missive van Van der Ven aan Dekker betreffende Hesselink]
[28 april 1843 Kwitantie van Dekker inzake amfioenpacht]
[1 mei 1843 Van der Ven vraagt opnieuw opzending van de zoutmaten]
[1 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]
[1 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake lijfstraf]
[2 mei 1843 Van der Ven vraagt inlichtingen over gelden uit 1840]
[3 mei 1843 Dekker schrijft een wissel van f 8931.92 en boekt f 6825,92]
[Facsimile C. Het wisselregister]
[5 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake amfioenpacht]
[6 mei 1843 Missive van Michiels aan Van der Ven over Dekker]
[11 mei 1843 De controleur van Baros antwoordt betreffende inlandse vrouw]
[14 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]
[16 mei 1843 Dekker zendt geld naar Mandheling]
[17 mei 1843 Ass.-Res. van Mandheling antwoordt inzake gelden]
[22 mei 1843 Van der Ven geeft opdracht inzake verstrekkingen aan militairen]
[22 mei 1843 Missive van Van der Ven betreffende Gout]
[23 mei 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake een wissel]
[25 mei 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]
[29 mei 1843 Ass.-Res. van Mandheling meldt dat f75 zoek is]
[31 mei 1843 Kas-memoriaal van Dekker over de maand mei]
[3 juni 1843 Van der Ven te Natal]
[6 juni 1843 Ass.-Res. van Mandheling vraagt opsporing van kinderen]
[9 juni 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels over Dekker]
[12 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Gout]
[12 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Hesselink]
[13 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Hesselink inzake rijst]
[14 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende inzake vogelnestjes]
[15 juni 1843 Van der Ven vraagt storting van geld voor schoten]
[16 juni 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]
[17 juni 1843 Hesselink overlijdt ten huize van Dekker]
[1843 Prozatekst van Dekker: Nog eens ‘Graven’]
[17 juni 1843 Van der Ven zendt declaratie terug]
[17 juni 1843 Ontvanger geeft inlichtingen inzake vogelnestjes]
[17 juni 1843 Van der Ven meldt zending van rijst]
[18 juni 1843 Missive van Dekker aan Postkommies te Padang]
[21 juni 1843 Van der Ven zendt instructies inzake nalatenschap]
[24 juni 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels betreffende Dekker]
[24 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake verantwoordingsstukken over mei]
[24 juni 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]
[25 juni 1843 Natal verzendt f 3750 naar Mandheling]
[26 juni 1843 Aan Van der Ven wordt een wissel gezonden]
[26 juni 1843 Bericht aan Van der Ven inzake wissels]
[26 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake transportloon]
[26 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake herstelkosten]
[26 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake prauwhuur]
[26 juni 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]
[26 juni 1843 Verzoekschrift van de Hoofden van Natal aan Michiels]
[28 juni 1843 Aan Van der Ven worden gedrukte stukken gevraagd]
[30 juni 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels betreffende Dekker]
[2 juli 1843 De Militaire Commandant vraagt arrestantenlokaal]
[2 juli 1843 Dekker stelt civiel arrestantenlokaal ter beschikking]
[3 juli 1843 Beslissing van Michiels betreffende Dekker]
[3 juli 1843 Antwoord van Van der Ven inzake transportloon]
[3 juli 1843 Antwoord van Van der Ven inzake herstelkosten]
[4 juli 1843 Van der Ven geeft opdracht inzake zoekgeraakt geld]
[6 juli 1843 Van der Ven vraagt opnieuw inlichtingen inzake gelden uit 1840]
[6 juli 1843 Verantwoordingsstukken eerste halfjaar 1843 worden ingezonden]
[8 juli 1843 Verantwoordingsstukken eerste halfjaar 1843 worden ingezonden over juni 1843]
[10 juli 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake geld]
[11 juli 1843 Betalingsbewijzen worden ingezonden]
[11 juli 1843 Verzoek aan Van der Ven inzake postgelden]
[11 juli 1843 Missive van Dekker aan de Wees- en Boedelkamer te Padang]
[13 juli 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]
[13 juli 1843 Missive van Van der Ven inzake verantwoordingsstukken betreffende Jan Potan]
[15 juli 1843 Rapport van Michiels aan de G.-G.]
[18 juli 1843 Missive van Dekker aan Burg. Stand Aijer Bangies]
[18 juli 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake de boedel-Hesselink, met bijlage]
[18 juli 1843 Missive van Dekker aan Van der inzake gelden uit 1840]
[18 juli 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling betreffende kinderen]
[18 juli 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels betreffende Dekker, met bijlage]
[21 juli 1843 Dekker ontvangt posttarieven]
[22 juli 1843 Missive van Van der Ven inzake zoutmaten]
[22 juli 1843 Van der Ven vraagt boedelstaten uit 1836-1838]
[22 juli 1843 Besluit van Michiels tot overplaatsing van Dekker]
[27 juli 1843 Voor Natal worden twee pakhuisbedienden toegestaan]
[27 juli 1843 Van der Ven vraagt verantwoordingsstukken eerste en tweede kwartaal]
[27 juli 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. Mandheling betreffende inlandse kinderen]
[27 juli 1843 Opzending van een proces-verbaal inzake zoutvervoer]
[28 juli 1843 Mil. Commandant vraagt inlichtingen inzake vervoer]
[28 juli 1843 Antwoord van Dekker aan de Mil. Commandant]
[28 juli 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven betreffende Jan Potan]
[31 juli 1843 Verzending van zout naar Mandheling]
[2 augustus 1843 De aangifte van Hesselinks overlijden wordt geretourneerd]
[2 augustus 1843 De bijlagen inzake Hesselinks boedel worden geretourneerd]
[4 augustus 1843 Huwelijk van Dekkers broer Jan]
[4 augustus 1843 De verantwoordingsstukken over juli worden ingezonden]
[4 augustus 1843 Bericht aan Van der Ven inzake een wissel]
[7 augustus 1843 Bericht aan Van der Ven inzake een wissel]
[9 augustus 1843 De zoutmaten worden aan Van der Ven gezonden]
[9 augustus 1843 Verzoek aan Van der Ven om schrijfbenodigdheden]
[9 augustus 1843 Opgave aan Van der Ven inzake boedelstaten]
[11 augustus 1843 Missive van Dekker aan de Mil. Commandant inzake stormschade]
[12 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake stormschade]
[15 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake afschrijvingen]
[17 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake pakhuisrekening 1842]
[17 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]
[17 augustus 1843 Missive van Dekker aan Mil. Commandant inzake post]
[20 augustus 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake geld]
[20 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake geld]
[20 augustus 1843 Missive van Dekker aan Ass.-Res. van Mandheling inzake geldkist en zadels]
[22 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake declaraties]
[23 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake verantwoordingsstukken]
[23 augustus 1843 Missive van Michiels aan Van der Ven inzake amfioenpacht]
[24 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake prauwhuur]
[24 augustus 1843 Inzending van de beantwoording betreffende maart-juni]
[24 augustus 1843 Van der Ven zendt papier enz.]
[25 augustus 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake stempels]
[27 augustus 1843 Schuldbekentenis van Dekker aan de Toeankoe Bezaar]
[28 augustus 1843 Vendutie van Dekker]
[28 augustus 1843 Vendutie-bewijs van Dekker aan zichzelf]
[28 augustus 1843 Ontvangstbewijs inzake vendutie]
[31 augustus 1843 Proces-verbaal van overdracht van functie]
[2 september 1843 Certificaat van ophouding van betaling]
[2 september 1843 Missive van Dekker aan Van der Ven inzake rijst]
[september 1843 Gedicht van Dekker: Vaarwel aan Natal]
Dekkers kastekort en zijn schorsing
[3 september 1843 Klacht van Tin Aijon tegen Dekker]
[13 september 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake amfioenpacht]
[14 september 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake Dekkers particuliere schulden]
[15 september 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake Dekkers verantwoordingsstukken]
[15 september 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake posten ten laste van Dekker]
[15 september 1843 Aantoning van posten]
[Bijlage betreffende Padang en omgeving]
[25 september 1843 Missive van Michiels aan Van der Ven inzake kastekort]
[25 september 1843 Missive van Michiels aan de G.-G. inzake ambtelijke verhoudingen]
[25 september 1843 Missive van Diepenhorst aan Van der Ven inzake pakhuis]
[26 september 1843 Michiels vraagt Van der Ven inlichtingen inzake klacht]
[2 oktober 1843 Michiels vraagt Van der Ven inlichtingen inzake wissels]
[2 oktober 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake pakhuis]
[2 oktober 1843 Missive van Michiels aan Dekker, hem verplichtende te Padang te blijven]
[2 oktober 1843 Besluit van Michiels betreffende Dekker]
[3 oktober 1843 Missive van Dekker aan Michiels inzake verantwoordingsstukken]
[3 oktober 1843 Beantwoording van Dekker inzake verantwoordingsstukken]
[3 oktober 1843 Resident van de Padangse Bovenlanden verzoekt Michiels, Dekker niet te zenden]
[4 oktober 1843 Missive van Michiels aan Dekker inzake zegelgelden]
[7 oktober 1843 Missive van Michiels aan Van der Ven inzake Dekkers vendu-administratie]
[7 oktober 1843 Michiels stelt proces-verbaal in handen van de comptabiliteit]
[10 oktober 1843 Ass.-Res. van Padang vraagt Michiels toestemming inzake wissel voor Dekker]
[10 oktober 1843 Besluit van Michiels inzake Dekkers vendu-acceptatie]
[14 oktober 1843 Missive van Michiels aan Direkteur Producten inzake zout]
[14 oktober 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake venduacceptatie]
[14 oktober 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake klacht, met drie processen-verbaal]
[16 oktober 1843 Van der Ven zendt Michiels lijst van wissels]
[17 oktober 1843 Michiels antwoordt de Resident der Padangse Bovenlanden]
[19 oktober 1843 Besluit van Michiels inzake zout en rijst
[20 oktober 1843 Missive van Dekker aan Mr. Van Hemert inzake uitstel]
[20 oktober 1843 Van Hemert vraagt Michiels: uitstel of gijzeling]
[24 oktober 1843 Missive van Michiels aan Van Hemert inzake uitstel]
[24 oktober 1843 De G.-G. keurt Michiels' maatregelen van 25 september goed]
[26 oktober 1843 Missive van Michiels aan de G.-G. betreffende Dekker]
[27 oktober 1843 Missive van de ambtenaar der comptabiliteit aan Michiels]
[3 november 1843 Het pakhuis te Natal stort in]
[4 november 1843 Michiels geeft toestemming tot uitbetaling van een wissel]
[5 november 1843 Kolonel Michiels ontvangt bericht van bevordering tot Generaal-Majoor titulair]
[7 november 1843 Michiels vraagt Van der Ven inlichtingen betreffende Dekker]
[9 november 1843 Brief van Diepenhorst aan Dekker met vendurol]
[17 november 1843 Missive van Van der Ven aan Diepenhorst inzake de wissel van 3 mei]
[19 november 1843 Missive van Dekker aan Michiels inzake vendutie]
[20 november 1843 Mr. Van Hemert vraagt Michiels inlichtingen inzake vendutie]
[24 november 1843 Missive van Diepenhorst aan Van der Ven inzake de wissel van 3 mei]
[26 november 1843 Missive van Michiels aan Van Hemert]
[28 november 1843 Missive van Van der Ven aan Diepenhorst inzake dokumenten]
[30 november 1843 Missive van Dekker aan Michiels inzake vendutie]
[4 december 1843 Besluit van Michiels inzake de voorgaande missive]
[6 december 1843 Missive van Diepenhorst aan Van der Ven inzake dokumenten]
[8 december 1843 Van der Ven meldt Michiels ontvangst vendu-gelden]
[15 december 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake de wissel van 3 mei]
[16 december 1843 Missive van de Ass.-Res. van Padang aan Michiels inzake Dekkers salaris]
[18 december 1843 Michiels zendt Van der Ven Dekkers bewijs van ophouding van betaling]
[18 december 1843 Missive van Michiels aan de Ass.-Res. van Padang inzake Dekkers salaris]
[23 december 1843 Missive van Van der Ven aan Michiels inzake gelden]
[30 december 1843 Missive van Michiels aan de Fiskaal inzake gelden]
[30 december 1843 Missive van Michiels aan de G.-G. betreffende Dekker]
[1843-1844 Prozaschets van Dekker. Losse bladen uit het dagboek van een oud man: Jongelingsdroomen]
[4 januari 1844 De deurwaarder krijgt opdracht inzake de wissel van 3 mei 1843]
[6 januari 1844 Verslag van de deurwaarder aan de Fiskaal]
[6 januari 1844 Missive van Dekker aan Michiels inzake de wissel van 3 mei 1843]
[8 januari 1844 Besluit van Michiels om Dekker te schorsen]
[15 januari 1844 Tweede verslag van de deurwaarder]
[16 januari 1844 Missive van Dekker aan Michiels inzake een reis naar Natal]
[18 januari 1844 Missive van de Fiskaal aan Michiels inzake de wissel van 3 mei 1843]
[18 januari 1844 Gouvermentsbesluit inzake zout en rijst]
[20 januari 1844 Besluit van Michiels inzake de wissel van 3 mei 1843]
[20 januari 1844 Missive van Michiels aan de G.-G. betreffende Dekker]
[29 januari 1844 Missive van de Dir. Producten inzake zout en rijst]
[3 februari 1844 Missive van de NHM. te Natal aan Diepenhorst inzake de wissel]
[9 februari 1844 Advies van de Dir.-Gen. van Financiën aan de G.-G. betreffende Dekker]
[16 februari 1844 Advies van de Raad van Indië]
[29 februari 1844 Van der Ven zendt Michiels dokumenten inzake de wissel]
[1 maart 1844 Advies van de Dir.-Gen. van Financiën betreffende Dekker]
[11 maart 1844 Consideratiën van de Raad van Indië en besluit van de G.-G.]
[22 maart 1844 De Alg. Secretaris meldt Michiels opzending van dokumenten]
[25 maart 1844 Missive van Diepenhorst aan Res. van Tapanoelie inzake Dekkers vendutie]
[4 april 1844 Begeleidingsbrief en Rekest van Dekker aan Michiels]
[12 april 1844 Resident van Tapanoelie zendt Diepenhorsts missive aan Michiels]
[26 april 1844 De Alg. Rekenkamer zendt Michiels dokumenten]
[28 april 1844 Missive van Michiels aan de Resident van Tapanoelie]
[29 april 1844 Missive van Michiels aan de President van de Raad van Justitie te Padang]
[25 mei 1844 Michiels stelt dokumenten in handen van de Fiskaal]
[28 mei 1844 Missive van de Fiskaal aan Michiels inzake criminele of civiele procedure]
[29 mei 1844 Missive van Michiels aan de Fiskaal inzake civiele procedure]
[6 juni 1844 Vonnis van de Raad van Justitie, die zich onbevoegd verklaart]
[14 juni 1844 De Fiskaal deelt Michiels het vonnis mee]
[19 juni 1844 Missive van Michiels aan de G.-G. betreffende Dekker]
[19 juni 1844 Rekening-courant, bijlage bij de voorgaande missive]
[11 juli 1844 De Fiskaal krijgt ongevraagd ontslag]
[18 juli 1844 Advies van de Raad van Indië inzake de missive van Michiels]
[21 juli 1844 Besluit van de wnd. G.-G.]
[2 augustus 1844 Gouverneur-Generaal Merkus overlijdt]
[16 augustus 1844 De Alg. Secretaris vraagt de Rekenkamer advies inzake missive van Michiels]
[16 augustus 1844 De Alg. Secretaris geeft Michiels opdracht, Dekker naar Batavia te doen gaan]
[18 september 1844 Missive van Michiels aan Ass.-Res. van Padang inzake Dekkers vertrek]
[20 september 1844 Missive van Ass.-Res. van Padang aan Michiels]
[± 25 september 1844 Dekker vertrekt van Padang naar Batavia]
Dekker wachtende op herplaatsing
[12 oktober 1844 Adviezen van de Raad van Indië]
[13 oktober 1844 Dekker richt zich tot de Directeur-Generaal van Financiën]
[20 oktober 1844 Rekest van Dekker aan de G.-G.]
[23 oktober 1844 Besluit van de wnd. G.-G. betreffende Dekker]
[29 oktober 1844 Besluit van de Algemene Rekenkamer]
[1 november 1844 Besluit van de G.-G. inzake Dekkers passage-kosten]
[9 november 1844 Rekest van Dekker aan de G.-G.]
[15 november 1844 Bericht van de Alg. Rekenkamer inzake Dekkers rekest van 20 okt.]
[25 november 1844 Adviezen van de Raad van Indië inzake Dekkers rekest van 20 okt.]
[30 november 1844 Beschikking van de wnd. G.-G.]
[4 december 1844 Adviezen van de Raad van Indië]
[14 december 1844 Besluit van de wnd. G.-G. betreffende Dekker]
[26 december 1844 Adviezen van de Raad van Indië]
[1 januari 1845 Gedicht van Dekker: Nieuwjaar 1845]
[5 januari 1845 Beslissing van de wnd. G.-G. betreffende Dekker]
[21 februari 1845 Missive van de Alg. Rekenkamer aan de G.-G.]
[11 mei 1845 Missive van Michiels aan de Alg. Secretaris; met bijlagen]
[14 juni 1845 Gouvernementsbesluit om Dekkers wachtgeld te verlengen]
[4 augustus 1845 Aankomst van Everdina Huberta van Wijnbergen in Indië]
[16 augustus 1845 Missive van de Dir.-Generaal van Financiën aan de G.-G.]
[18 augustus 1845 Dekker en Everdina van Wijnbergen officieus verloofd]
[10 september 1845 Besluit van de wnd. G.-G. betreffende Dekker]
[13 september 1845 Benoeming van Dekker tot tijdelijk ambtenaar te Krawang]
[26 september 1845 Officiële verloving van Dekker en Tine]
[28 september 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[30 september 1845 G.-G. Rochussen aanvaardt zijn ambt]
[2 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[Bijlage Geboorte-akte van Tine]
[2-11 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[14 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[19-22 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[24-27 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[29 oktober 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[1 november 1845 Missive van de Directeur-Generaal van Financiën aan Michiels]
[5-8 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[10-12 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[15 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[15-19 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[20-22 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[27 november 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[30 november - 3 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[7-10 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[10-13 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[15 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[17-20 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[19 december 1845 Rekest van Dekker aan de G.-G.]
[22-24 december 1845 Brief van Dekker aan Tine]
[vóor 31 december 1845 Dekker stort in 's lands kas f 2106]
Opnieuw wachtende op herplaatsing
[11 januari 1846 Beslissing van de G.-G. inzake twee rekesten van Dekker]
[17 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[18-19 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[19-20 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[20-22 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[25 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[25 januari 1846 De echtgenote van Dekkers broer Jan overlijdt]
[26-29 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[29 januari 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[30 januari 1846 Jan P. van der Hucht overlijdt te Parakan Salak]
[31 januari 1846 Dekker op audiëntie bij de G.-G.]
[1 februari 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[2 februari 1846 Rekest van Dekker aan de G.-G.]
[4 februari 1846 Dekker opnieuw op audiëntie bij de G.-G.]
[5 februari 1846 Tweede rekest van Dekker aan de G.-G.]
[12 februari 1846 Besluit van de G.-G. tot wederplaatsing van Dekker te Krawang]
[28 februari 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[4 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[6-7 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[9 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[10-11 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[13-14 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[ong. 18 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine, in het Frans]
[19 maart 1846 Dekker en Tine te Tjiandjoer ondertrouwd]
[23 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[24-25 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[26-27 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[29 maart 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[30 maart 1846 Twee brieven van Dekker aan Tine]
[1 april 1846 Brief van Dekker aan Tine]
[Bijlage betreffende Tjiandjoer en omgeving]
[10 april 1846 Huwelijksakte van Dekker en Tine]
[10 april 1846 Huwelijksadvertentie van Dekker en Tine]
[5 mei 1846 Dekkers moeder overlijdt te Amsterdam]
[Bijlage Testament van Dekkers moeder]
[mei 1846 Advies van H.J. Hoogeveen, lid van de Raad van Indië, betreffende Dekker]
[18 mei 1846 Akte van Dekkers benoeming tot kommies in de residentie Bagelen]
[31 juli 1846 Overlijden van Tine's zuster Sophia]
[27 november 1845
Brief van Dekker aan Tine]
* 27 november 1845
Brief van Dekker aan Tine. (Brieven I, blz. 267; Brieven WB I, blz. 174). Met het ‘Inlandsch hoofd van Sumatra’ is Soetan Salim bedoeld, die op 15 februari 1843 gevankelijk door Michiels uit Natal was weggevoerd en daarna verbannen.
Poerwakarta 27 November 1845.
Donderdagavond. Heden morgen van Tjikao teruggekeerd zijnde, gevoel ik mij nu weder wat opgeruimder dan gedurende dat togtje. Het was niet geheel en al dienst, maar de Assist.-Res. was er, scheen het, op gesteld. Ik heb mij weer vreesselijk verveeld door het hooren van zaken die mij evenmin interesseren als de menschen die ze vertellen. Ik ben heel onaangenaam geweest, geloof ik, ten minste niet vrolijk. Ik gaf mij niet eens de moeite de faire semblant de m'amuser. Maar op het oogenblik amuseer ik mij, want ik heb uwe laatste brieven, die ik gelijk ontving, voor mij liggen. Niemand stoort mij, en ik heb den geheelen avond ter beschikking voor datgene wat mij zooveel nader aan het hart ligt dan de koffijpakhuizen van Tjikao. Ik zoude hier weder gaan vertellen dat ik u zoo lief heb, en dan blijf ik weer achter in de beantwoording, en dat mag niet.
‘Het is nog niet zeker of Neef hier blijft wonen,’ schrijft ge. Ik kan dit zeer goed begrijpen. Parakan Salak is niet uitgebreid genoeg voor de middelen die naar ik hoor, den Heer van der Hucht ten dienste staan, en het is de vraag of er juist in den omtrek land is dat hem en het gouvernement zoude convenieren. Ik ben zeer benieuwd naar den uitslag, en geloof dat dit zich wel gaauw beslissen zal. Behalve het belang dat ik natuurlijk in den heer v.d. H. stel, verlang ik bovendien te weten of eene beslissing in zijne zaken ook invloed op ons hebben zal. Toen ik namelijk voor zijne aankomst op P.S. was, sprak W.v.d.H. er dikwijls over dat hij van plan was mij aan zijnen broeder aan te bevelen wanneer deze in Indie landelijke ondernemingen aanving. Het zoude er dan natuurlijk van afhangen of de conditiën mij voordeelig genoeg toeschenen om van het gouvernement af te zien. Er zijn vele redenen voor en tegen. Bij het gouvernement heb ik bijna zeven jaren dienst en aanspraak op een redelijke betrekking; als ik kwam te sterven zoudt gij pensioen genieten, dat wel niet veel is, maar toch altijd genoeg om u in Holland onafhankelijk te doen zijn. Daarbij is eene gouvernementsbediening vast, en hangt niet van sterfgeval van een chef of staking van zaken af. Hier staat echter weder tegenover dat ik het land niet gaarne dien, omdat ik niet hollandsch gezind ben, en dat vele principes die voorgeschreven zijn mij zeer tegen de borst stuiten. Het is mij menigmaal gebeurd (op Sumatra) dat ik in verzoeking kwam om met opoffering van alles tegen het gouvernement de partij van Inlanders te kiezen. Daarbij hangt men zoo geheel van de willekeur af die ons dikwijls plaatst onder menschen die geheel en al boven hunne eigenlijke aanspraken geplaatst zijn. Ik behoef mij op het oogenblik nog niet te vermoeijen met het berekenen der voor of nadeelen die uit eene verandering van carrière zouden voortvloeijen daar het mij nog niet gepresenteerd is, en gij begrijpt wel dat ik mij niet zal aanbieden. Laat u ook nooit een woord ontvallen alsof ik daar idee op had. Ik zoude zelf W.v.d.H. nooit aan zijne belofte willen herinneren, en zal mij geheel houden alsof ik dat vergeten heb, totdat hij zelf er van mogt beginnen. Dit neemt niet weg dat ik verlangend ben om te weten wat er van komen zal. Ik heb den Ass. Resident toen hij onlangs van Batavia terugkeerde, gevraagd of hem iets van eene plaatsing hier bekend was, hetgeen hij met neen beantwoordde. Het is ook nog niet zeker of er prolongatie zal aangevraagd worden van mijn verblijf te Krawang. Ik hoop het niet want ik erger mij hier zeer. God geve dat ik na N.J. spoedig voor vast moge geplaatst worden, ik verlang er vreesselijk naar dat gij geheel en al de mijne wordt, en als ik eenigszins fatsoenlijk geplaatst word, zullen wij haast maken, niet waar, lieve?
Gij schrijft iets over drift en uwen afkeer van driftige menschen. Al wat gij daarvan zegt ben ik volkomen met u eens, doch bij het lezen dacht ik: ‘zoude die afkeuring van drift, die ik al meer in uwe brieven vond, ook eene zachte vermaning voor den ondergeteekende wezen?’ Het is zeker eene lieve manier om mij mijne gebreken onder het oog te brengen, en hetzij mijne Eefje het zoo gemeend heeft of niet, ik zal het mij ten nutte maken. Men zeide altijd van mij dat ik zoo driftig was, ik geloof dat dit waar is, maar ik ben toch niet oploopend, dit is geheel iets anders. Oploopende menschen heeft men veel. Driftige menschen heel weinig. Ik ken er bijna geene. Dit komt u vreemd voor, maar ik verzeker u dat ik daaromtrent altijd vrij naauwkeurige opmerkingen gemaakt heb; een driftig mensch zal zelden boven de 120 pond wegen. Lach er vrij om, ik meen dat heel ernstig; maak er echter niet uit op dat ieder die beneden dat gewicht is, driftig is. Maar, vraagt ge, welke verband is er tusschen ligchaamszwaarte en karakter? Heel veel. Er zijn paarden die men bij de beste verzorging niet goed in 't vleesch zoude krijgen. Oploopendheid is eene irritatie die verschillende oorzaken kan hebben, als zwakheid, verkeerde opvoeding, schuldbesef, vrees, onbespraaktheid, dikwijls is het enkel gewoonte, en heel dikwijls affectatie en geforceerde opwinding. Ik zeide zoo even dat ik meende niet oploopend te zijn. Dit neemt niet weg dat ik er mij dikwijls aan schuldig heb gemaakt, maar daarom juist weet ik vrij goed waaruit die fout meestal voortvloeit, en ik zoude u voorbeelden kunnen aanhalen waarin alle bovengenoemde oorzaken voorkomen. Ik stel er groot belang in te weten of Sophie driftig of oploopend is. Oploopendheid is te genezen, maar drift niet, want het laatste is aangeboren en hangt af van de overeenstemming der onderdeelen van ons gestel, zoowel stoffelijk als geestelijk. Het is een der moeielijkste vraagpunten welk verband er tusschen ligchaam en ziel bestaat, en welke materiele organen, morelen invloed uitoefenen, maar dat er verband bestaat is zeker. De ziel influenceert op het ligchaam, en ook omgekeerd het ligchaam op de ziel; maar hoe deze mutuele werking is weten wij niet. Geestrijke dranken zijn materieel, ook de damp die daaruit opgaat is stoffelijk en toch werken die dampen op de geest die onstoffelijk is. Hebt gij hieraan wel eens gedacht? Een klein kind vindt het natuurlijk dat iemand van veel wijn dronken wordt, en ik kan het niet verklaren, evenmin als dat een voorwerp dat ik loslaat, zooals men het noemt, valt, dat is naar beneden gaat. Men spreekt van zwaartekracht van aantrekking van het middelpunt der aarde. Dat zijn woorden in de natuurkunde even als ‘verlossing’, ‘verzoening’ in het godsdienstige; voor wien ze verstaat zijn ze afdoende, maar voor anderen (voor mij ook) zin ledig.
Om nu op drift terug te komen. Drift bestaat in een onvolkomen evenwigt tusschen de organen die het temperament daarstellen. Het is eene overhelling naar eene zijde, die wel gewijzigd kan worden maar niet weggenomen. Ware drift uit zich zelden. Ik ben nooit minder driftig, dan wanneer ik luid en vurig spreek, want dan is het slechts irritatie, en juist door het uiten van de gedachte die mij op dat oogenblik bezig houdt, geeft zich de aandoening lucht. Drift echter beklemt het hart en verteert de levenskracht. Men kan zeer zachtzinnig en tevens driftig wezen. Drift behoeft niet altijd aanleiding van buiten. Ik word gejaagd en koortsachtig op eene gedachte die mij treft, als zat ik alleen in mijne kamer. Ik word driftig in dien zin als ik denk aan den dag waarop ik u zal weerzien; dan is het mij alsof ik den tijd en de ruimte die ons scheidt, wil overvliegen, dan klopt mij het hart zoo sterk en dan beef ik. Ik zie niets meer van hetgeen mij omringt, maar ik verbeeld mij in den koffietuin te rijden op de plek waar men het eerst het huis ziet, en onwillekeurig wil ik het paard aanzetten dat mij te traag is. Op zulk een oogenblik voel ik hoe verterend zulk een drift is, en hoe het komt dat een driftig mensch nooit gezet kan wezen; dan gloeit mij het bloed als vuur. Wanneer een dergelijk idee mij bezielt, gebeurt het wel dat mij een enkel woord ontvalt dat daarmede in verband staat, doch dat aan anderen, die er toevallig bij zijn, onverklaarbaar voorkomt, omdat zij niet weten wat zich van binnen bij mij beweegt, dan zijn er die zeggen zouden: hij is niet regt wijs! Iemand die niet driftig was en u evenals ik beminde, zoude bedaard genieten wat er op 't oogenblik te genieten was, hij zoude zich tevreden stellen met uwe lieve brieven en de hoop u weder te zien. Ik geniet niet van de hoop u terug te zien, maar ik begeer, ik wil u wederzien, nu reeds; er is geen harmonie tusschen verstand en begeerte, ik wil het onmogelijke dwingen en vermoei mij daarmede; dat verhit mij, dat mat mij af; het is alsof het in mijn binnenste kookt. Men verwart drift meestal met toorn, geraaktheid. Een driftig mensch is gepassioneerd, een oploopend mensch irascible. Hier was eigenlijk nog veel over te zeggen.
Al wat ge mij van Sophie mededeelt komt volmaakt overeen met de meening die ik omtrent haar had. Die historie met de kaarten is zoo karakteristiek dat ik u van te voren zoude kunnen zeggen dat zij zoo doen zoude. Zij heeft eergevoel, hetzij nu goed of kwalijk begrepen, en voor zulk een karakter is niets grievender dan geloofd te worden als zij onwaarheid spreekt. Als men hare woorden betwijfelt, vervalt hare fout in hare oogen eenigszins door de veronderstelde mogelijkheid dat zij liegt; in dat geval is het een tweegevecht tusschen hare onwaarheid en uwen twijfel, en zij zal liever voortliegen dan kamp ge-ven. Maar gelooft gij alles, dan is 't alsof gij u ongewapend overgeeft, en haar eergevoel kant er zich tegen aan om misbruik te maken van uw vertrouwen. Toevallig ondervond ik dit zelf nog onlangs, schoon slechts in scherts. Wij speelden hombre. Cateau deed mede; zij stond even op, en ik zocht spoedig negen kaarten bij een die een heel mooi spel gaven. Ik leide dezelve voor haar, en de anderen namen slechte. Het was natuurlijk om te plagen. Zij zoude met dat mooije spel vole maken, en als zij dan heel blijde daarmee was, zouden wij zeggen dat het zoo gelegd was geworden. Noem het eene laffe aardigheid, dit doet er niet toe; ik vertel u de zaak maar om hetgeen volgt. Zij kwam terug, nam de kaarten op, en zag ons aan. Wij zagen strak voor ons om niet te lagchen.
Zij. Lieve hemel, welk een mooi spel; maar wat is dat, heb je me gefopt?
Ik. Wel neen, waarlijk niet, wat denk je wel.
Zij. Ja, ja, dat is niet in orde. Ik geloof er niets van. Geef de kaarten maar weer over, dat is een koopje!
Ik. Wel neen, Cateau. Heb je zoo'n mooi spel? Speel maar op. Als ik u een ‘koopje’ wilde geven, zou ik juist slechte kaarten uitgezocht hebben.
Zij. Is de zaak waarlijk zuiver?
Ik. Ja, speel maar op!
Zoolang zij twijfelde hield ik mij goed, en jokte stevig door. Nu vertrouwde zij mij eindelijk, en scheen de zaak te gelooven. Zij wilde beginnen te spelen, en dàt kon ik niet verdragen. Ik sprong op, nam haar de kaarten af en riep: ‘neen, neen, speel niet, ik had ze zoo uitgezocht!’
Deze zaak kwam mij onder het schrijven in de gedachte, en daarom zeide ik straks: ‘er is voor een eergierig karakter niets grievender dan geloofd te worden als men onwaarheid spreekt.’
Ik geloof dat ik u reeds vroeger schreef dat ik als kind in het geheel niet opregt was. Het is mij afgeleerd door mijn oudsten broeder. Ik had iets verteld dat niet waar was om mij voor berisping te vrijwaren, want ik voerde dikwijls kwaad uit. Mijne moeder geloofde het niet, maar Pieter zeide: ‘U moet Eduard gelooven, want hij zou niet zoo lafhartig wezen om de waarheid niet te durven zeggen.’ Dat trof mij. Ik was 15 of 16 jaar. Dat zijn oogenblikken waarin jongens vele ridderlijke idees hebben, het is de tijd waarin men romans begint te lezen, die wel is waar veel kwaad, maar geloof ik ook veel goeds stichten. Het is de tijd waarin men in verbeelding Richard Coeur de Lion naar Palestina volgt, men droomt van middeleeuwsche loyaliteit en chevalerie. Ten minste zoo was het bij mij. Begrijp eens hoe dat woordje: niet durven, mij krenkte!
Ik weet zeer goed hoe groot het onderscheid is tusschen Sophie en mij op mijn vijftiende jaar. Bij mij was het ook geen zuivere reden die mij tot oprechtheid aanspoorde. Ik had de waarheid moeten zeggen om geheel andere oorzaken, dan dat men mij verdenken zoude als of ik niet durfde; ik erken dit. Maar stem mij toe dat er veel gewonnen is als wij Sophie opregt maken, hoe dan ook dat resultaat verkregen wordt.
Ik geloof dat ik niet op Krawang geplaatst zal worden, en ik heb den Ass. Resident gezegd dat eene verlenging van mijn verblijf hier mij hoogst onaangenaam wezen zoude. Als het echter plaats mocht vinden kom ik eerst weder te P.S. terug, maar voor N.J. zal wel niet mogelijk zijn. Hoe lang mij de tijd valt behoef ik u wel niet te zeggen. Ik leef hier maar half. De plaats op zich zelf is niet onaardig. De Europesche huizen staan allen rondom een grooten vijver, maar er is geen wandelweg. Als het geregend heeft is alles vol modder. Het klimaat is heet, ik gevoel mij hier wel gezond, maar ben traag en loom. Het is mij te veel moeite om te loopen. Zoodra ik echter eerst in beweging ben gaat dit over. Ik verbeeld mij dat ik er bleek uitzie. Ik was wel nooit heel kleurig, maar ik verlang zeer naar de koude om wat optefrisschen. Zult gij voor uwe gezondheid zorg dragen, lieve beste? Houdt vooral regel. Men is in Indië als een uurwerk.
De generaal Cleerens is hier ook geweest met nog den generaal Gagern en drie adjudanten. De Ass. Resident en zijn vrouw zijn goede menschen, maar hebben er geen slag van iemand te recipieeren. Veel spijs en weinig discours. Ik heb naast Gagern aan tafel gezeten. Hij deed mij de eer aan veel met mij te spreken, ook de generaal Cleerens herinnerde zich mij te kennen. Hij zeide mij dat het plan was niet naar P.S. te gaan, maar den Heer v.d. Hucht op Tjitjoewek te ontmoeten. Als mijn bannissement uit is ga ik over Tjanjor naar P.S. De generaal Cleerens verwacht mij. Bij het afscheid nemen (ik heb de heeren te paard uitgeleide gedaan) zeide hij: adieu tot Tjanjor! Het is een zeer zacht mensch. Al was de weg over Tjanjor niet korter, dan ging ik toch daarheen, omdat een Inlandsch hoofd van Sumatra daar gebannen is om voorgewende politieke redenen.
Het is een oud man die op Natal alle dagen bij mij aan huis kwam, en ik stel er belang in hem weder te zien. Drie jaar geleden bragt ik hem met gewapend volk naar de stoomboot. Hij schreide, en vraagde mij voor zijne vrouw en kinderen te zorgen, hetgeen ik zoo goed mogelijk gedaan heb. Hoe toevallig dat ik hem nu aan deze zijde van de linie wederzie.
Vaarwel lieve, lieve Everdine, ik moet volstrekt aan het werk. Van avond begin ik dadelijk een nieuwen brief.