Volledige Werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
Aan den Heer...... Doctor in de Letteren.
Brief aan de kiezers van Nederland
Van een gouverneur-generaal in ruste
Over vryen arbeid in Nederlands Indië
[Over vryen arbeid in Nederlandsch-Indië]
Een salieavondje met wysgerige zysprongen op 't gebied der kunst. Dergelyk uitstapje naar Pompeii, via Fontainebleau. Mogelyke promotie van de baker. Vreselyke gaping in de geleerdheid van den Schryver, die niet eens weet wat Wimpie geantwoord heeft, en wie er schelde. Stoffels zoölogische geestigheid, oorzaak van 'n laatsten Punischen oorlog. Pennewip homoeopaath en vredestichter malgré-lui. Arme Wouter!
386.
- Heremens... dâ-doeme plissier dat uwe der al bent. Leentje, sê-chou die stoel wech, en cheef ereis 'n tessie in die stoof... toe, of 'k doe 't liefer sellif. En-oe maak je 't, mens? Juffrò-Laps k'mt ook, weetje? - Myntje, denk 'm je deeg, en skei uit mêkamme - ze ken niet f'n d'r hare blyfe, die meit, als 'r folk is... ga sitte, mens... nee, niet in die hoek... 't tocht 'r so...
Het tochtte in dien hoek niet meer dan in andere hoeken. Maar... vrouw Stotter was 'n ‘vrouw’ en geen ‘juffrouw’. Ze had dus geen recht op de ereplaats, want eens-voor-al, 'n juffrouw gaat boven 'n vrouw, zo goed als 'n mevrouw gaat boven 'n juffrouw. Ieder moet op z'n plaats blyven, vooral op bovenkamer III, 7, bI of c, (PP) waar de préséance nauwkeuriger wordt in acht genomen dan aan 't hof te Madrid, ja zelfs met 'n angstvalligheid, die 't ceremoniemeesterschap op die hoogte der maatschappy, tot 'n hoofdbrekend werk maakt voor menige juffrouw Pieterse.
Ik zeg dit maar, om door 't woord ‘hoofdbreken’ ongezocht te geraken tot de opmerking dat 'k zoveel moeite heb gehad met de juiste constructie der welkomstgroet van vrouw Stotter, en dat ik niet zal kunnen overgaan tot het meedelen van 'r antwoord voor 't afleggen van 'n bezoek op dezen of genen III, 7, bI, (PP).