Volledige Werken. Deel 9. Brieven en dokumenten uit de jaren 1846-1857
[27 juli 1846 Dekker benoemd tot lid van een verpondingscommissie]
[Bijlage I betreffende de residentie Bagelen]
[Bijlage II betreffende de residentie Bagelen]
[19 augustus 1846 Brief van Abr. des Amorie van der Hoeven]
[30 september 1846 Gouvernementsbesluit inzake gelden]
[7 november 1846 Dekker dient een declaratie in]
[9 november 1846 Verkoopakte van het huis van Dekkers vader]
[15 december 1846 Gouvernementsbesluit inzake vergoeding van verplaatsingskosten]
[Bijlage betreffende de rivier Bogowonto]
[Bijlage betreffende de residentie Bagelen in 1846]
[1847 Conduite-beoordeling over Dekker]
[15 maart 1847 Missive van de Ass.-Res. van Krawang aan de Res. van Bagelen]
[24-28 juli 1847 Bezoek van G.-G. Rochussen aan Poerworedjo]
[13 augustus 1847 Dekker neemt het ambt van Secretaris waar]
[25 november 1847 Missive van de Res. van Bagelen aan de G.-G.]
[Bijlage betreffende een overstroming]
[11 december 1847 Gedicht van Dekker voor Keesje de Mooij]
[16 december 1847 Missive van de Res. van Bagelen aan de Dir.-Gen. van Financiën]
[25 januari 1848 Besluit van de G.-G. inzake een gratificatie]
[3 februari 1848 Rekest van Dekker aan de G.-G.]
[13 februari 1848 Rekest van Dekker aan de G.-G., inzake het radikaal]
[14 februari 1848 Apostil van de Res. van Bagelen bij Dekkers rekest]
[20 maart 1848 Abr. des Amorie van der Hoeven overlijdt]
[31 juli 1848 Rekest van Dekker aan de G.-G. inzake verlof]
[11 augustus 1848 Besluit van de G.-G. inzake een maand verlof]
[16 september 1848 Besluit van de G.-G. inzake verlengd verlof]
[19 oktober 1848 Dekker wordt lid van een onderwijscommissie]
[27 oktober 1848 Dekker benoemd tot Secretaris van de residentie Menado]
[27 oktober 1848 Akte van benoeming]
[17 december 1848 K.B. inzake het radikaal]
[2 januari 1849 Dispositie inzake storting van contributies]
[8 april 1849 Besluit van de G.-G. inzake het radikaal]
[Bijlage betreffende de residentie Menado]
[28 april 1849 Aantekeningen van Dekker in een Memoriaal]
[september 1849 Aantekening onder een Maleise brief]
[17 september 1849 Dekkers broer Jan hertrouwt]
[september-december 1849 Aantekeningen in het Memoriaal]
[5 oktober 1849 Dekker wordt lid van een onderwijscommissie]
[november 1849 Aantekeningen bij een brief]
[7 december 1849 Dekkers zuster Catharina overlijdt]
[december 1849 Aantekening bij een brief]
[1849 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]
[28 januari 1850 Akte, door Dekker opgemaakt als notaris]
[maart 1850 Dekker koopt een klein landgoed]
[Bijlage inzake een slavenveiling]
[28 juni 1850 Brief van Dekker aan Tine]
[29 juni 1850 Brief van Dekker aan Tine]
[30 juni 1850 Brief van Dekker aan Tine]
[25 juli 1850 Overlijdensakte van Dekkers vader]
[25 juli 1850 Overlijdensadvertentie van Dekkers vader]
[Bijlage Testament van Dekkers vader]
[augustus 1850 Advertentie inzake de boedel van Dekkers vader]
[oktober 1850 Brief van Dekker aan Tine]
[december 1850 Dekker verhuist]
[1850 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]
[15 januari 1851 Brief van Dekker aan zijn broer Pieter]
[22 januari 1851 Missive, door Dekker ontworpen]
[22 februari 1851 Missive, door Dekker ontworpen]
[24 februari - 6 mei 1851 Brief van Dekker aan Kruseman]
[1 april 1851 Publikatie aan de bevolking van Menado]
[3 april 1851 Tine's grootmoeder overlijdt]
[3 april 1851 Verbaal betreffende de matroos Watts]
[1 mei 1851 Missive, door Dekker ontworpen]
[2 mei 1851 Verklaring van matrozen]
[8 mei 1851 Missive, door Dekker ontworpen]
[12 mei 1851 G.-G. Duymaer van Twist aanvaardt zijn ambt]
[13 mei 1851 De publikatie van 1 april wordt verzonden]
[28 mei 1851 Missive, door Dekker ontworpen]
[30 mei 1851 Missive, door Dekker ontworpen]
[30 mei 1851 Missive, door Dekker ontworpen]
[20 juni 1851 Ontslag van een Hoofd]
[20 juni 1851 Missive, door Dekker ontworpen]
[27 juni 1851 Missive, door Dekker ontworpen]
[17 juli 1851 Missive, door Dekker ontworpen]
[17 juli 1851 Aantekening van Dekker]
[20 juli 1851 Verslag over Menado, 1849]
[20 juli 1851 Verslag over Menado, 1850, fragment]
[23 juli 1851 Briefje van Dekker aan Tine]
[26 juli 1851 Voorstel om Dekker te benoemen tot ass.-res.]
[4 augustus 1851 Rekest van Dekker betreffende eventuele benoeming tot resident]
[8 oktober 1851 Dekker benoemd tot ass.-res. van Amboina]
[15-22 november 1851 Brief aan Kruseman]
[22-24 november 1851 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]
[1851 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal, inzake inkomsten per kwartaal]
[februari 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal inzake gelden]
[Bijlage inzake de toestanden op Amboina]
[Bijlage met tekening, inzake Dekkers woning]
[1-9 maart 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]
[25 maart 1852 Rapport van de sergeant van de wacht]
[26 maart 1852 Missive aan de Gouverneur]
[8 april 1852 Missive aan de Gouverneur]
[april 1852 Missive aan de Gouverneur]
[april 1852 Aantekening van Dekker in het Memoriaal]
[26 april 1852 Dekker ontvangt een prospectus]
[12 juni 1852 Missive aan de Gouverneur]
[14-16 juni 1852 Besluit van Dekker]
[22 juni 1852 Missive aan Van Eijbergen]
[22 juni 1852 Missive aan Van Eijbergen]
[22 juni 1852 Missive aan Van Eijbergen]
[22 juni 1852 De Gouverneur verleent Dekker verlof]
[25 juni 1852 Missive van de Gouverneur aan de G.-G.]
[5 juli 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]
[7 juli 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]
[20-23 juli 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]
[21 juli 1852 Missive van de Gouverneur]
[24 juli 1852 Versje van Dekker]
[24 juli 1852 Vertrek van Dekker]
Tussen Ambon en Amsterdam 1852
[juli 1852 Dekker op Banda. Aantekeningen in het Memoriaal
[1 augustus 1852 Besluit van de G.-G. inzake twee jaar verlof]
[7 september 1852 Certificaat van ophouding van betaling]
[7 september 1852 De rekenkamer belast Dekker met f360]
[11 september 1852 Brief van Dekker aan Kruseman]
[september 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]
[15 september 1852 Gouvernementsbesluit inzake Dekkers opvolging]
[19 september 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]
[september-oktober 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]
[27 oktober 1852 Missive van de G.-G. aan de Min. van Koloniën]
[11 november 1852 Aantekeningen in het Memoriaal, inzake St. Helena]
[november-december 1852 Aantekeningen in het Memoriaal na St. Helena]
[30 december 1852 Brief van Dekker aan Kruseman]
[30 december 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]
[18 januari 1853 Besluit van de Minister van Koloniën]
[januari 1853 Brief van Mevrouw A.J. Kerkhoven-van der Hucht]
[januari 1853 Aantekening van dezelfde]
[11 februari 1853 Brief van Dekker aan Tine]
[17 februari 1853 Dekker ontvangt Leidse studenten]
[20 februari 1853 Brief van Johannes Bosscha]
[Bijlage inzake de ontvangst van de Leidse studenten]
[23 februari 1853 Besluit van de Minister van Koloniën]
[maart 1853 Brief van Dekker aan zijn broer Jan]
[april 1853 Dekker lid van de vrijmetselaarsloge te Gorinchem]
[Bijlage betreffende Dekkers aansluiting bij de vrijmetselaars]
[Bijlage betreffende Dekkers aansluiting bij de vrijmetselaars]
[11 augustus 1853 Dekker in Culemborg]
Overlijdensdata van Tine's familieleden
Dokumenten betreffende het vermogen van Tine's familie
[8 september 1853 Rekest van Dekker aan de Min. van Koloniën]
[12 september 1853 Beslissing van de Minister van Koloniën]
[17 november 1853 Brief van Dekker aan de Minister van Koloniën]
[17 november 1853 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]
[21 november 1853 Missive van de Secr.-Gen. van Koloniën aan Dekker]
[3 december 1853 Brief van Dekker aan de Secr.-Gen. van Koloniën]
[8 december 1853 Beslissing van de Minister van Koloniën]
[1 januari 1854 Geboorte van Dekkers zoon]
[2 januari 1854 Advertentie inzake de geboorte van Dekkers zoon]
[2 januari 1854 Brief van Dekker aan A.C. Kruseman]
[23 maart 1854 Dekker opgenomen als Rozekruiser]
[16 april 1854 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]
[16 april 1854 Geneeskundige verklaring betreffende Dekker]
[22 april 1854 Beslissing van de Minister van Koloniën]
[2 mei 1854 Medisch rapport betreffende Dekker]
[6 mei 1854 Beslissing van de Minister van Koloniën]
[juni 1854 Brief van Dekker aan C.S. van der Pool]
[juni 1854 Brief van Dekker aan C.S. van der Pool]
[juni 1854 Brief van Dekker aan C.S. van der Pool]
[27 september 1854 Nota aan de Minister van Koloniën]
[4 oktober 1854 Beslissing van de Minister van Koloniën]
[6 oktober 1854 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]
[7 oktober 1854 Ambtelijke aantekeningen betreffende Dekker]
[7 oktober 1854 Beslissing van de Minister van Koloniën]
[31 oktober 1854 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]
[8 november 1854 Beslissing van de Minister van Koloniën]
[18 november 1854 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]
[20 november 1854 Aantekening bij het rekest]
[20 november 1854 Tweede aantekening]
[20 november 1854 Beslissing van de Minister van Koloniën]
[januari 1855 Dekker op reis naar Duitsland]
[23 januari 1855 Brief van Dekker aan Tine]
[28 februari 1855 Ambtelijke aantekeningen]
[7 maart 1855 Missive van de Secretaris-Generaal]
[8 maart 1855 Brief van Dekker aan de Minister van Koloniën]
[12-17 maart 1855 Drie aantekeningen]
[21 maart 1855 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën, met bijlage]
[24 maart 1855 Beslissing van de Minister van Koloniën]
[25 maart 1855 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]
[3 april 1855 Twee aantekeningen inzake Dekkers rekest]
[4 april 1855 Beslissing van de Minister van Koloniën]
[6 april 1855 Brief van Dekker aan de Minister van Koloniën]
[8-12 april 1855 Drie aantekeningen]
[11 april 1855 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]
[12 april 1855 Twee aantekeningen]
[13 april 1855 Missive van de Secretaris-Generaal]
[16 april 1855 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]
[17 april 1855 Aantekening van Minister Pahud]
[18 april 1855 Beslissing van de Minister van Koloniën]
[19 april 1855 Adres van Dekker aan de Minister van Koloniën]
[20 april 1855 Missive van de Secretaris-Generaal]
[21 april 1855 Missive van de Secretaris-Generaal]
[21 april 1855 Missive van de Directeur van het Kabinet des Konings]
[21 april 1855 Missive van de Secretaris-Generaal]
[23 april 1855 Bericht van de rederij Van Hoboken]
[23 april 1855 Brief van Dekker aan de Secretaris-Generaal]
[24 april 1855 Besluit van de Minister van Koloniën]
[20 mei 1855 Vertrek van Dekker uit Hellevoetsluis]
[10 september 1855 Aankomst van Dekker in Batavia]
[23 oktober 1855 Besluit van de Rekenkamer]
[23 oktober 1855 Besluit van de Rekenkamer]
[26 oktober 1855 Besluit van de Rekenkamer]
[31 oktober 1855 Missive van de Directeur van Financiën]
[7 november 1855 Missive van de Directeur van Financiën]
[21 december 1855 Besluit van de Rekenkamer]
[1 januari 1856 Minister Pahud wordt benoemd tot G.-G.]
[4 januari 1856 Besluit van de Rekenkamer]
[4 januari 1856 Dekker benoemd tot assistent-resident van Lebak]
[4 januari 1856 Extract uit het benoemingsbesluit]
[4 januari 1856 Officiële akte van benoeming]
[Bijlage inzake Dekkers benoeming]
[11 januari 1856 Missive van de Directeur van Financiën]
[17 januari 1856 Brief van Resident Brest van Kempen aan Dekker]
[Bijlage I Missive van 14 juni 1852 inzake karbouwroof]
[Bijlage II Missive van 26 oktober 1852 inzake karbouwroof]
[Bijlage III Klachten van de mandoers, 5 juni 1854]
[Bijlage IV Missive van 12 juni 1854]
[Bijlage V Missive van 15 juni 1854]
[Bijlage VI Onderzoek van klachten, 18 juni 1854]
[Bijlage VII Onderzoek van klachten, 18 juni 1854]
[Bijlage VIII Missive van 27 juni 1854 van de Regent]
[Bijlage IX Missive van 7 februari 1855 aan de Regent]
[Bijlage X Missive van 16 februari 1855 aan de Regent]
[Bijlage XI Missive van 27 februari 1855 aan de Regent]
[Bijlage XII Missive van 1 maart 1855 betreffende de Regent]
[Bijlage XIII Missive van 2 maart 1855 betreffende de Regent]
[Bijlage XIV Missive van 11 maart 1855 aan de Regent]
[Bijlage XV Missive van 19 maart 1855 aan de Regent]
[Bijlage XVI Missive van 22 april 1855 inzake vendutie]
[Bijlage XVII Missive van 26 mei 1855 aan de Regent]
[Bijlage XVIII Missive van 28 mei 1855 aan de Regent]
[Bijlage XIX Missive van 31 mei 1855 aan de Regent]
[Bijlage XX Missive van 4 juni 1855 aan de Regent]
[Bijlage XXI Extract uit de Agenda, 17 juli 1855]
[Bijlage XXII Missive van 21 juli 1855 betreffende personen zonder pas]
[Bijlage XXIII Missive van 28 juli 1855 betreffende beroving]
[Bijlage XXIV Missive van 31 juli 1855 aan de Regent]
[Bijlage XXV Missive van 1 augustus 1855 inzake arbitraire handelingen]
[Bijlage XXVI Missive van 20 augustus 1855 inzake bestraffing]
[Bijlage XXVII Missive van 22 augustus 1855 inzake bestraffing]
[Bijlage XXVIII Missive van 22 augustus 1855 aan de Regent]
[Bijlage XXIX Missive van 27 augustus 1855 aan de Regent]
[Bijlage XXX Missive van 6 september 1855 inzake bestraffing]
[Bijlage XXXI Nota van C.E.P. Carolus]
[Bijlage XXXII Nota van C.E.P. Carolus]
[22 januari 1856 Dekker aanvaardt zijn ambt in Lebak]
[26 januari 1856 Missive van de Directeur van Financiën]
[28 januari 1856 Aantekeningen van Dekker in zijn Memoriaal]
[5 februari 1856 Aantekeningen van Dekker in zijn Memoriaal]
[7 februari 1856 Notities van Dekker in het kopieboek]
[12 februari 1856 Lijst van 42 vragen aan de Regent]
[februari 1856 Brief van de Regent aan Dekker inzake bezoek]
[februari 1856 Brief van Dekker aan de Regent]
[februari 1856 Brief van de Regent aan Dekker inzake geld]
[februari 1856 Brief van Dekker aan de Regent]
[18 februari 1856 Lijst van vier vragen aan de Regent]
[18 februari 1856 Missive van Brest van Kempen aan Dekker]
[19 februari 1856 Dekker zendt de beantwoorde vragen aan de Controleur]
[19 februari 1856 Dekker zendt de beantwoorde vragen aan de Controleur]
[20 februari 1856 Briefje van de Controleur]
[20 februari 1856 Dekker zendt de grassnijders terug]
[20 februari 1856 Brief van de Regent aan Dekker betreffende de grassnijders]
[22 februari 1856 Missive van de Controleur aan Dekker inzake herendienst]
[23 februari 1856 Brief van de Regent van Tjiandjoer aan Dekker]
[februari 1856 Ontwerp van een missive van Dekker aan Brest van Kempen]
[24 februari 1856 Missive van Dekker aan Brest van Kempen (Aanklacht)]
[24 februari 1856 Afschrift van de voorgaande missive]
[25 februari 1856 Brief van Brest van Kempen aan Dekker]
[25 februari 1856 Missive van Dekker aan Brest van Kempen]
[25 februari 1856 Afschrift van de voorgaande missive]
[25 februari 1856 Geschrapt gedeelte]
[26 februari 1856 Brief van de Regent aan Dekker]
[26 februari 1856 Conferentie van Dekker met Brest van Kempen]
[26 februari 1856 Missive van Brest van Kempen aan Dekker]
[27 februari 1856 Brief van Dekker aan de Regent inzake paarden]
[28 februari 1856 Missive van Dekker aan Brest van Kempen]
[29 februari 1856 Missive van Dekker aan de G.-G.]
[29 februari 1856 Nota van Dekker onder een missive]
[29 februari 1856 Brief van de Regent aan Dekker inzake bezoek]
[29 februari 1856 Missive van Brest van Kempen aan de G.-G.]
[5 maart 1856 Missive van Dekker aan de Controleur inzake prijzen]
[7 maart 1856 Missive van de Controleur aan Dekker inzake voedselgebrek]
[10 maart 1856 Brief van de Regent aan Dekker inzake geld]
[11 maart 1856 Advies van de Raad van Indië betreffende Dekker]
[12 maart 1856 Brief van de Regent aan Dekker inzake geld]
[maart 1856 Aantekeningen van Dekker over de toestanden in Lebak]
[maart 1856 Rapport inzake buffelroof]
[15 maart 1856 Missive van Dekker aan de Controleur inzake prijzen]
[17 maart 1856 Missive van de Controleur aan Dekker, inzake prijzen]
[18 maart 1856 Missive van Dekker aan Brest van Kempen, inzake prijzen]
[18 maart 1856 Concept-besluit van de G.-G. betreffende Dekker]
[22 maart 1856 Aantekeningen van Dekker in zijn Memoriaal]
[23 maart 1856 Besluit van de G.-G. betreffende Dekker]
[23 maart 1856 Kabinetsmissive betreffende Dekker]
[27 maart 1856 Missive van Brest van Kempen aan Dekker]
[27 maart 1856 Brief van Brest van Kempen aan Dekker]
[28 maart 1856 Staat van personen in hechtenis]
[29 maart 1856 Brief van Dekker aan Brest van Kempen]
[29 maart 1856 Dekker ontvangt de Kabinetsmissive]
[29 maart 1856 Dekker ontvangt het officiële besluit van overplaatsing]
[29 maart 1856 Dekker ontvangt een brief van Hoogeveen]
[29 maart 1856 Dekker ontvangt de Javasche Courant]
[29 maart 1856 Concept van Dekkers ontslagaanvrage]
[29 maart 1856 Rekest van Dekker aan de G.-G. inzake ontslag]
[29 maart 1856 Ontslagaanvrage van Dekker en missive aan Brest van Kempen]
[29 maart 1856 Vraagpunten aan de Controleur]
[30 maart 1856 Brief van Brest van Kempen aan Dekker]
[30 maart 1856 Brief van Brest van Kempen aan Dekker]
[31 maart 1856 Concept-antwoord van Dekker aan Brest van Kempen]
[31 maart 1856 Missive van Brest van Kempen aan de G.-G.]
[1 april 1856 Brief van de Regent aan Dekker betreffende de grassnijders]
[3 april 1856 Brief van Brest van Kempen aan Dekker]
[4 april 1856 Besluit van de G.-G. inzake Dekkers ontslag]
[april 1856 Aantekeningen voor een memorandum aan de G.-G.]
[april 1856 Aantekeningen voor een memorandum aan de G.-G.]
[9 april 1865 Ontwerp van een memorandum aan de G.-G.]
[april 1856 Overzicht van bewijsstukken]
[14 april 1856 Missive van Dekker aan Brest van Kempen]
[15 april 1856 Missive van Dekker aan de Controleur inzake klachten]
[16 april 1856 Besluit van Brest van Kempen]
[17 april 1856 Brief van Brest van Kempen aan Dekker]
[26 april 1856 Missive van de Controleur aan Brest van Kempen]
[26 april 1856 Brief van Van Hemert aan Dekker]
[6 mei 1856 Brief van Van Hemert aan Dekker]
[9 mei 1856 Ontwerp van een brief van Dekker aan de G.-G.]
[10 mei 1856 Brief van Van Hemert aan Dekker]
[22 mei 1856 G.-G. Pahud aanvaardt zijn ambt]
[23 mei 1856 Ontwerp van een brief aan Duymaer van Twist]
[30 mei 1856 Missive van Brest van Kempen aan de Proc. Generaal]
[23 juni 1856 Ontwerp van een brief van Dekker aan G.-G. Pahud]
[1856 Aantekeningen van Dekker]
[25 juli 1856 Missive van de Rekenkamer]
[18 augustus 1856 Besluit van de G.-G. inzake belastingen]
[25 augustus 1856 Brief van Ds. P. Douwes Dekker]
[20 september 1856 Missive van Brest van Kempen aan de G.-G.]
[13 oktober 1856 Missive van de Dir. der Kultures aan de G.-G.]
[28 oktober 1856 Brief van Dekker aan Tine]
[29 oktober 1856 Brief van Dekker aan Tine]
[5 november 1856 Brief van Dekker aan Tine]
[9 november 1856 Brief van Dekker aan Tine]
[10-13 november 1856 Brief van Dekker aan Tine]
[11 november 1856 Beslissing van de G.-G. inzake een rekest van borgen]
[14 november 1856 Missive van de Raad van Indië aan de G.-G.]
[16 november 1856 Brief van Dekker aan Tine]
[28 november 1856 Besluit van de G.-G. inzake belastingen]
[2 december 1856 Missive van de Rekenkamer]
[11 december 1856 Besluit van de G.-G. inzake Lebak]
[20 december 1856 Missive van de Rekenkamer]
[18 februari 1857 Missive van de Dir. van Financiën]
[25 februari 1857 Antwoord van de Resident van Batiava]
[28 maart 1857 Missives van de Dir. van Financiën]
[2 april 1857 Antwoord van de Resident van Soerabaja]
[10 april 1857 Missive van de Dir. van Financiën]
[15 april 1857 Mededeling in de Javasche Courant inzake Dekkers vertrek]
[20 mei 1857 Antwoord van de Resident van Soerabaja]
[Bijlage
betreffende de residentie Menado]
Bijlage
betreffende de residentie Menado, ontleend aan de ongesigneerde ‘Statistieke aanteekeningen over de Residentie Menado’ (Tijdschrift voor Neêrland's Indie, derde jaargang, eerste deel; Batavia 1840; blz. 109-167). Het onderstaande omvat negen fragmenten uit dit belangwekkende artikel. In de eerste zin is het woord ‘oosterlengte’ een verbetering uit: lengte.
De Residentie Menado beslaat het noordwestelijk gedeelte van het noorder schier-eiland van Celébes en is gelegen op 1 graad 27 minuten noorderbreedte en 124 graden 38 minuten oosterlengte.
Zij is zamengesteld:
A. Het Bondgenootschap van Menado grenst ten westen aan het rijk van Bolang-Mogondo, en wordt ten noorden, zuiden en oosten door de zee bepaald.
Hetzelve bestaat uit zeven afdeelingen, welke zijn genaamd: Menado, Tanawanko, Tondano, Amoerang, Belang, Toncea en Licupang. Deze afdeelingen zijn weder verdeeld in distrikten, vroeger balken genaamd.
Onder de afdeeling Menado behooren acht distrikten: Menado, Ares, Negerij Baroe, Bantik, Tondano beneden, Klabat beneden, Klabat boven en Kakas kassing.
De Minahassa of het geheele Bondgenootschap van Menado bevat eene bevolking van 82.657 zielen,
Waarvan aan Inlanders | 78.770 |
aan Burgers | 2.865 |
aan Chinezen | 512 |
aan Lijfeigenen | 510 |
_____ | |
Te zamen | 82.657 |
De grond der Residentie Menado is over het algemeen bergachtig. De oost- en zuidkusten vooral zijn hoog en steil - de noorderstreken eenigzins lager gelegen.
Het terrein, overal afgebroken en met ontelbare ravijnen doorsneden, is bijzonder vruchtbaar en geschikt voor kultures van allerlei soort. De grond bestaat meerendeels uit zwarte aarde, opgeloste lava en andere vulcanische bestanddeelen. Nabij de stranden vindt men vette roodachtige klei, vermengd met zand. - De gronden, gelegen aan den voet van de bergen, bekend onder de namen Klabat en Sepontang bij Tonsawang, zijn onvruchtbaar, schraal en overdekt met een dik blaauwachtig zand, hetwelk die bergen nu en dan uitwerpen. Over het algemeen kunnen alle de landschappen tot de Minahassa behoorende, en inzonderheid de bovenlanden als bij uitnemendheid gezond gelegen worden aangemerkt. De natuur spreidt dáár alle hare pracht en luister ten toon; het plantenrijk biedt er overal rijkdom en verscheidenheid aan; de hoogste bergen zijn tot aan derzelver kruin toe met zware bosschen en gewassen begroeid; tot op eene vrij aanmerkelijke hoogte zijn ze met padie beplant; in één woord: de volmaaktste waschdom wordt er alom opgemerkt.
Daar het land, in verhouding tot deszelfs uitgestrektheid, schaars bevolkt is, zoo ligt ook een aanzienlijk gedeelte daarvan nog onbebouwd, en kunnen zelfs sommige distrikten hunne velden gedurende 3 en 4 jaren braak laten liggen.
De voornaamste rivier is die, welke haren oorsprong uit het meer van Tondano ontleent en zich nabij Menado in zee uitstort, zijnde dezelve onder geen bepaalden naam bekend. Deze rivier is, uit hoofde van hare menigvuldige bogten en kronkels, alsmede wegens de zich daarin bevindende klippen, tot op een' afstand van zes palen van Menado onbevaarbaar; doch van daar af strekt zij tot groot nut aan de bewoners van het distrikt Klabat boven, die langs deze rivier, hunne produkten op eene gemakkelijke wijze afvoeren door middel van vlotten, zijnde de rivier op sommige plaatsen zoo ondiep, dat ze zelfs voor kleine praauwen onbevaarbaar is. In den regentijd veroorzaakt de afloop van water uit deze rivier eenen merkbaren stroom in de baai van Menado. De overige uit het gebergte ontspringende rivieren, die in de verschillende distrikten worden aangetroffen, kunnen slechts als beeken worden aangemerkt, die voor den binnenlandschen handel van geen nut zijn.
Van de meren is dat van het distrikt Tondano het belangrijkste, hetwelk eene lengte van elf en eene breedte van drie palen beslaat en op sommige plaatsen vijftien vademen diep is. De bewoners van de langs dat meer gelegen distrikten Tondano Toulian, Tondano Toulimambot, Rembokken en Kakas vinden daarin een grooten overvloed van visch en kunnen zich tevens langs hetzelve op eene gemakkelijke wijze door middel van kleine praauwen, aldaar blattas genoemd, naar hunne nabij gelegen padievelden begeven, en de produkten, die zij naar Menado moeten afvoeren, tot aan Tondano in praauwen transporteren.
De havens van Menado en Tanawanko zijn in de westmousson zeer gevaarlijk voor schepen, uit hoofde de ankerplaatsen vlak bij het strand zijn gelegen en men bij de snel doorkomende westewinden bezwaarlijk kan wegkomen. In de oostmousson behoeft men daarvoor wel minder te vreezen; dan ook in dat jaargetijde zijn die havens niet als volstrekt veilig aantemerken. Te Amoerang aan het einde van de uitgestrekte baai van dien naam gelegen, kan men zonder vrees voor gevaar ankeren. - De veiligste ankerplaats is aldaar voor de lijnbaan, nabij het dorp Romohon. Licupang is door deszelfs ligging in de nabijheid van vele eilanden steeds tegen hevige windvlagen beveiligd, en ook op Kema en Belang, hoezeer in de oostmousson dikwerf aan hooge zeeën blootgesteld, is men veilig.
Door de gehele Minahassa vindt men goed aangelegde wegen, die kosteloos voor het Gouvernement door de Inlanders worden onderhouden en, tot aanwijzing van den afstand, met palen van drie op één uur gaans zijn voorzien. De menigvuldige bergen, welke men alhier aantreft en waarvan sommigen, zoo als de Empong en Papelanpongan, zeer steil zijn, veroorzaken dat men zich volstrekt van geen rijtuig kan bedienen en slechts te paard of in een draagstoel kan reizen. Geregelde postwegen bestaan er niet. De correspondentie geschiedt door inlanders van negorij tot negorij en wel met de grootste naauwkeurigheid. De gemeenschap met Gorontalo en de verdere onder deze Residentie behoorende rijkjes geschiedt alleen over zee.
De Minahassers zijn over het algemeen wel gebouwd, sterk gespierd, gezond van lichaam en van eene middelmatige gestalte; hebbende de mannen gewoonlijk eene lengte van vijf voeten en minder. Hunne kleur is ligt bruin, bij sommigen aan het blanke grenzende. Zij bezitten een goed en buigzaam karakter, zijn zeer vatbaar voor toegenegenheid en daardoor voor onderwerping aan hooger gezag. Onder de Hoofden van de Minahassa treft men tamelijk beschaafde menschen aan, die het maleisch goed lezen, schrijven en spreken, op de europesche wijze gekleed gaan, en zich in hunne leefwijze gaarne schikken naar europische zeden en gebruiken, waartoe de welvaart die in de Minahassa alom wordt opgemerkt, hen in staat stelt. Die behagelijke onschuld en eenvoudigheid echter, welke bij volken, die nog in de kindschheid der beschaving verkeeren, wordt aangetroffen, vindt men hier slechts bij de bewoners van de bovenlanden, daar de ingezetenen der aan strand gelegen dorpen, door een langdurig en dagelijksch verkeer met vreemde natien langzamerhand uitheemsche zeden en gewoonten, en daardoor ook derzelver zwakheden en ondeugden hebben overgenomen.
Overigens zijn de Minahassers werkzaam en vlijtig, hetgeen vooral blijkt uit de moeite en zorg, die zij in het bouwen hunner huizen aan den dag leggen en uit de bearbeiding hunner velden.
De woningen der Minahassers zijn luchtig en ruim, en allen op min of meer hooge palen gebouwd. Sommige huizen zijn geheel van hout, anderen uit den bast van den woka-boom zamengesteld, terwijl in de meeste woningen twee en drie, Ja soms tien huisgezinnen onder één dak gehuisvest zijn, hetgeen men als een krachtig bewijs voor den vredelievenden aard van dit volk zou kunnen aanmerken. In andere Distrikten, zoo als dat van Langoan, heeft elk huisgezin eene afzonderlijke woning, hetgeen zoo wel voor de gezondheid als voor het onderhoud verkieslijker is, daar de Alfoeren gewoonlijk twisten wie verpligt is de noodige verbeteringen en herstellingen aan eene woning te doen.
De Minahassers kennen zeer weinige behoeften en zijn zeer eenvoudig in hunne zeden en gewoonten. Hun huisraad bestaat gewoonlijk uit eenige van bamboesen zamengestelde banken, tafels en slaapplaatsen en voorts uit gebloemde matten, waarmede zij den grond van het geheele huis versieren. De minvermogenden bedienen zich van een klapperdop tot bord en van aardenpotten tot het koken hunner rijst, doch de aanzienlijken van de negorijen gebruiken koperen potten en pannen en versieren de wanden hunner woningen met allerlei koperwerk, dat zij dan meestal met rotting omwinden. De Hoofden bedienen zich van Europisch huisraad, zoo als bereids hierboven is aangemerkt.
De mannen dragen een blaauwen of rooden doek om het hoofd en een tjidakko om den middel als een bedeksel, dat de menschelijke natuur allerwege als welvoeglijk aanbeveelt. Zij dragen ook wel broeken en kabaaijen, doch dit is geene dagelijksche gewoonte en heeft slechts bij bijzondere gelegenheden plaats, wan-neer zij tevens het hoofd versieren met vederen van Paradijs- en andere vogelen en om den hals verschillende soorten van koralen hangen, waarvan sommigen met goud zijn omzet. De vrouwen der Hoofden dragen gewoonlijk een sarong, en kabaai en bij plegtige gelegenheden zijden buikbanden, gouden kammen, haarspelden en oorringen. Bij den arbeid dragen zij meestal een sarong en kabaai van bamboes gemaakt, waarvan sommigen met keurige kleuren zijn bewerkt.
De voornaamste producten van het plantenrijk zijn rijst, jagon, koffij, goemoetoe, cacao.
De Rijst wordt gewoonlijk op hooge landen, en bij voorkeur op plaatsen, welke met zware bosschen overdekt zijn, geteeld. Men kan jaarlijks niet meer dan één oogst hebben. Sawa's worden er wegens gebrek aan levend water minder dan tipars aangelegd. De jaarlijksche opbrengst, die thans op 900 koijangs wordt begroot, is niet alleen toereikende voor de binnenlandsche consumtie, maar ook om er Ternate van te voorzien, alwaar de Menadosche rijst meer gezocht is dan te Amboina en Banda, op welke plaatsen aan de Java-rijst de voorkeur wordt gegeven.
Men vindt in de Minahassa onderscheidene rijst-soorten, zoo als groene-rijst, waarvan de korrel lang en dun is; fijne, met eene witte en roode schil; zwarte, zoo wel fijn als grof van korrel, en eindelijk nog eene soort padie-poeloe genaamd, die zoo vet is, dat men dezelve niet wel dan gemengd met andere rijst kan eten, waarom van die soort meestal tot het maken van gebak gebruik wordt gemaakt.
Over het algemeen 's de rijst niet van de beste soort, kunnende dezelve niet lang bewaard worden, zoo dat wanneer dit graan een jaar in de pakhuizen heeft gelegen, hetzelve bijkans geheel tot stof is overgegaan of eene zoo walgelijke kleur bekomt, dat het niet meer tot voedsel kan dienen.
Het Gouvernement heeft voor het Onderwijs jaarlijks eene som van f 2.568 afgestaan, waaruit een Onderwijzer en zestien Inlandsche Schoolmeesters worden bezoldigd. Het onderwijs der inboorlingen maakt vooral te Menado goede vorderingen. De kinderen schrijven het Maleisch met Italiaansche karakters en zingen de Evangelische gezangen in het Maleisch vertaald. Hun handschrift is over het algemeen zeer fraai. Het algemeen maken der kennis van de Maleische taal onder de ingezetenen van Menado is zeer geschikt om eene meerdere toenadering van de bevolking tot het Gouvernement te bevorderen.
Menado is eene fraaije negorij, naar gissing 4 □ palen in oppervlakte, aan de monding der rivier van dien naam en langs het strand der baai gelegen. De negorij is met regthoekige straten doorsneden, die aan weerskanten bebouwd zijn met huizen, wier uiterlijk van de innerlijke welvaart van derzelver bewoners getuigt. Men vindt er eene schoone overdekte passer, aan den oever der rivier Tondano gebouwd, en eene bevolking van 14.000 zielen, waaronder slechts weinige Chinezen.
De woningen der Europeanen zijn over het algemeen ruim gebouwd en tot gemak ingerigt. De meesten zijn van hout zamengesteld en met atappen-dakken gedekt. Men betaalt er voor een gewoon huis f 50 en minder maandelijks aan huur.
Het Fort Amsterdam, dat zeer antiek is, bestaat uit een langwerpige vierhoek aan drie zijden met breede, thans drooge grachten omgeven en door vier bastions verdedigd. Hoezeer vrij wel onderhouden, is echter het fort niet meer bruikbaar, zoodat men ter naauwernood meer een stuk kanon er van durft afschieten, waarom dan ook de saluten van eene strandbatterij, uit palissaden zamengesteld, worden gedaan. Op het fort staan 18 stukken van verschillend kaliber, die echter mede onbruikbaar zijn. Hetzelve bestreek vroeger de reede en landingplaats, doch kan thans weinig dienst meer doen, daar het in den omtrek aan drie zijden bebouwd is, en niet dan naar den zeekant daaruit kan geschoten worden. De kaserne met de daarbij staande keuken is somber en benaauwd, en de gevangenis daaronder een ongezond en vochtig hol. Het kruid-magazijn ziet er beter uit. De zeebatterij aan den waterkant gelegen bestrijkt de ankerplaats in de baai en kan bij eenige verbetering van nut wezen. Het Residentie-huis, een steenen gebouw in het fort met eene etage boven den wal van het fort uitgebouwd, is ruim en redelijk bewoonbaar, doch vereischt groote herstellingen.