Volledige Werken. Deel 7. Ideeën, zesde bundel. Ideeën, zevende bundel. Aleid. Onafgewerkte blaadjes
Aleid Twee onafgewerkte bedryven uit een onvoltooid blyspel
Toulon est là! Woedende uitval van den auteur tegen monologen, met 'n afschrikkend voorbeeld ter adstructie. (De uitval is gesupprimeerd, en de lezer krygt vandaag alleen 't voorbeeld.) Gesprekken op den Olymp, waarby Jupiter 't wel eens zou kunnen te kwaad krygen als-i zich waagde aan 'n antwoord. Boterhammen, onderbroeken, yverzucht en 'n pastoor, alles opgeluisterd door volslagen absentie van godzaligheid.
1117.
- Ja juist, dat zeg ik ook altyd, antwoordde juffrouw Pieterse. Want, wat doet-i? Hy verkwist z'n moeders goed. Als die man pruimen wil, laat 'm zelf tabak kopen. Daarvoor wordt-i door den koning betaald. Ik heb altyd zuur moeten werken voor m'n boeltje, nietwaar, Stoffel?
- Zeker, moeder! Maar ik blyf er by dat het 'n kinderachtigheid van Wouter is.
- Net wat ik zeg, 'n kinderachtigheid!
- Mens, je bent er niet! riep de oefenaarster. Ik zeg je dat-i rechttoe aanloopt op den trog van Lukas 15. Draf zal-i eten! Meen je dat de Heer z'n gelykenissen verkeerd maken zou? Stuur 'm 'ns by me. De fout ligt aan de dominees, geloof me, heel alleen aan de dominees. Ze verklaren de Schrift niet. Dát is het! Zend 'm 'ns by me.
- Als ik in-gods-heren-naam maar wist waaróm hy zulke dingen doet!
- Waarom? Wel, weet je dát niet? Uit hoogmoed...
Ze sprak de waarheid!
...uit puren klinkklaren hoogmoed! Precies Belsasar, of... Sanherib, of... Nebukadnezar, of...
Och, hoe dankbaar was Wouter voor al die koninklyke vergelykingen! Wat was de artseny zoet, die juffrouw Laps hem toediende! Als-i op dat ogenblik 'n briefje te schryven had gehad - aan Femke liefst! - zoud-i zeker geroemd hebben: ‘begryp eens hoe ik gegroeid ben! Ik ben zo slecht als drie oude koningen met hun allen!’
En dan te worden uitgescholden voor kinderachtig!
- Hoogmoed! zei juffrouw Laps. Hy is goud van boven, yzer in het midden, en z'n voeten zyn van klei. De Heer zal 'm wis en zeker omgooien! Stuur 'm 'ns by me.
De uitnodiging om den modernen koninklyken booswicht by haar in de leer te doen, werd zo dikwyls herhaald, dat men ten laatste wel genoodzaakt was, daarop iets te antwoorden. Noch de moeder, noch Stoffel hadden den moed, Wouters wegblyven voor hun eigen rekening te nemen. De grief van de weigering moest neerkomen op hém.
- Maar, m'n lieve juffrouw Laps, de jongen wíl niet! Koppig is-i... o! Wat moet ik doen met zo'n kind?
Wouter was te zacht om z'n moeder openlyk aan te klagen van valsheid. By elke gelegenheid immers bleek hem dat zy even afkerig was van lapsisch-theologischen invloed als hyzelf. En nu? Ze hield zich alsof ze...
Maar dit was weer een van de inconsequentiën die by karakterloze mensen elk ogenblik voorkomen, en waaraan-i dus gewoon was geraakt. Hy wist zeer goed wat er zou geschied zyn indien hy 't gewaagd had zich in dit geval te beroepen op 't oordeel van z'n moeder. In tegenwoordigheid van Laps zou men z'n opmerking bedolven hebben onder 'n stortvloed van verwytingen over z'n ‘brutaligheid’. En na 't vertrek van 't schepsel, had men hem gezegd:
- Je bent toch 'n dom kind! Begryp je dan niet dat ik 't mens toch niet in 'r gezicht zeggen kan dat ik 'n hekel heb aan haar geoefen? Hy zweeg dus. Doch zie, gedwongen om weer en weer en nog eens op te halen van z'n vergryp, ontsnapte hem 'n eenvoudig woord waaruit z'n belaagster 'n vrolyk ἐυρήϰα wist te putten.
- De man wou tabak hebben, zeid-i, en niemand durfde hem iets geven, en toen...
Juffrouw Laps wist genoeg. Wouter was háár! Of althans, ze wist nu waar Toulon lag, en van welken kant de vesting kón genomen worden... als ze neembaar was!
- Nu, als-i dan geen plezier heeft om by me te komen, moet je 'm niet dwingen, zei ze op allerzachtmoedigsten toon, by 't weggaan. Ferseren helpt niet. Men moet ieder z'n eigen sinnigheid laten. Ik geloof werachtig dat jelui 't kind te veel besikkeneert. Lieve god, wie zal nu zo'n bereddering maken om 'n stuiver!
- Dat zeg ik ook, antwoordde de moeder. 't Zou waarachtig wel lyken of 't me daarom te doen was! Zo nauw komt het er, goddank, niet op aan! We kunnen altyd nog wel 'n stuiver missen, wat zeg jy, Stoffel?
- Ja, moeder, maar 't wordt toch tyd dat Wouter...
- Komaan, wat 'n geseur om 'n pruimpie tabak! De Heer zal 't zeventigmaal-zeventigmaal weerom geven! ‘Zo wat ge den minsten myner broederen gedaan hebt...’
Met deze veelbelovende teksten op de lippen, verliet juffrouw Laps 't verbaasde gezin. Men rekende haar den voorspelden hemelwoeker niet hoger aan dan onder Christenen gebruikelyk is, maar vond het vreemd dat ze opeens zo inschikkelyk was geworden.
Ja, ja, 't is zo makkelyk niet, juffrouw Laps te doorgronden, en... sommige anderen!