Multatuli.online

Volledige Werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886

Voorwoord

Verantwoording

Het jaar 1884

Brieven en dokumenten

[1 januari 1884 Advertentie in Het Nieuws van den Dag]

[2 januari 1884 Brief van Multatuli aan een onbekende]

[3 januari 1884 M.J. de Witt Hamer betaalt voor Tandem]

[januari 1884 Verschijning van Meer licht]

[8 januari 1884 Brief van Multatuli aan H.C. Muller]

[9 januari 1884 Brief van Multatuli aan J.H. de Haas en G.C. de Haas-Hanau]

[11 januari 1884 Briefkaart van Multatuli aan Omer Wattez]

[11 januari 1884 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer]

[12 januari 1884 Brief van Multatuli aan J.H. Rothmeyer]

[13 januari 1884 Brief van Multatuli aan G.C. de Haas-Hanau]

[januari 1884 Voorwoord 2de druk Een Zaaier]

[januari 1884 Deel brief van Multatuli aan een onbekende]

[17 januari 1884 Brief van Multatuli aan G.C. de Haas-Hanau]

[23 januari 1884 Brief van Multatuli aan G.C. de Haas-Hanau]

[25 januari 1884 Brief van Mimi aan C. Bremer-Snelleman]

[26 januari 1884 Brieffragment van Multatuli aan een onbekende]

[30 januari 1884 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt]

[30 januari 1884 Briefkaart van Multatuli aan M.J. de Witt Hamer]

[5 februari 1884 Brief aan Multatuli van de Nederlandsche Schrijversbond i.o.]

[5 februari 1884 Ontwerptekst Statuten van de Schrijversbond]

[6 februari 1884 Brief van Multatuli aan J.H. de Haas]

[februari 1884 Brief van Multatuli aan de Nederlandsche Schrijversbond i.o.]

[9 februari 1884 Brief van Multatuli aan G.C. de Haas-Hanau]

[11 februari 1884 Briefkaart van Multatuli aan H.J.J. Bos]

[12 februari 1884 Advertentie in Het Nieuws van den Dag]

[15 februari 1884 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels]

[19 februari 1884 Brief van Multatuli en Mimi aan J.B.H. Bremer en C. Bremer-Snelleman]

[22 februari 1884 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer]

[26 februari 1884 Brief van Multatuli aan J.H. de Haas]

[27 februari 1884 Briefkaart van Mimi aan C. Bremer-Snelleman]

[1 maart 1884 Brief van T.H. de Beer aan Multatuli]

[1 maart 1884 Gedicht van Wouter voor Multatuli]

[5 maart 1884 Brief van Multatuli aan M. Zürcher]

[5 maart 1884 Brief van Multatuli aan F. Domela Nieuwenhuis]

[8 maart 1884 Brief van Multatuli aan H. de Vries]

[8 maart 1884 Briefkaart van Multatuli aan J.B.H. Bremer]

[11 maart 1884 Brief van Multatuli aan A. Merens en C.J.J. Merens-Hamminck Schepel]

[16 maart 1884 Brief van Multatuli aan C.J.J. Merens-Hamminck Schepel]

[16 maart 1884 Brief van F. Domela Nieuwenhuis aan Multatuli]

[maart 1884 Herinnering van F. Domela Nieuwenhuis]

[22 maart 1884 Briefkaart van Multatuli aan F. Domela Nieuwenhuis]

[23 maart 1884 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[24 maart 1884 Bericht in Het Nieuws van den Dag]

[28 maart 1884 Brief van G.C. de Haas-Hanau aan Mimi]

[1884 Wilde Halmen van H. Cosman verschijnt]

[13 april 1884 Brief van Mimi aan C. Vosmaer]

[april 1884 Artikel van J. Hobbel in De Dageraad]

[21 april 1884 Brief van W.A. Paap aan C. Vosmaer]

[6 mei 1884 Brief van Mimi aan C. Vosmaer]

[14 mei 1884 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels]

[22 mei 1884 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[22 mei 1884 Brief van Mimi aan C. Bremer-Snelleman]

[22 mei 1884 Briefkaart van Multatuli aan W.A. Paap]

[24 mei 1884 Brief van G.L. Funke aan Multatuli]

[24 mei 1884 Brief van Multatuli aan W.A. Paap]

[27 mei 1884 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[31 mei 1884 Brief van Multatuli aan J.B.H. Bremer en C. Bremer-Snelleman]

[juni 1884 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels]

[3 juni 1884 Mededeling van J. Hobbel in De Dageraad]

[10 juni 1884 Brief van Mimi aan C. Bremer-Snelleman]

[12 juni 1884 Brief van G.L. Funke aan Multatuli]

[17 juni 1884 Brief van Multatuli aan W.A. Paap]

[29 juni 1884 Brief van Mimi aan C. Bremer-Snelleman]

[Zomer 1884 Herinneringen van F. van Eeden]

[12 juli 1884 Konceptbrief van J.B.H. Bremer aan Mimi]

[18 juli 1884 Brief van Multatuli aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch]

[20 juli 1884 Brief van Mimi aan J.B.H. Bremer en C. Bremer-Snelleman]

[20 juli 1884 Briefkaart van Multatuli aan J.M. Haspels]

[22 juli 1884 Konceptbrief van C. Bremer-Snelleman aan Mimi]

[16 augustus 1884 Brief van Multatuli aan F.C. Günst]

[17 augustus 1884 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels]

[september 1884 Fragmenten uit Macht tegen recht]

[4 september 1884 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels]

[14 september 1884 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels]

[18 september 1884 Brief van J.J.A. Gouverneur aan A.W.C.M. Verhuell]

[20 september 1884 Bericht in De Protestant]

[30 september 1884 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels]

[1 oktober 1884 Brief van Multatuli aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch]

[4 oktober 1884 Bericht in De Protestant]

[13 oktober 1884 Brief van Mimi aan C. Vosmaer]

[18 oktober 1884 Bericht in De Protestant]

[8 november 1884 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[11 november 1884 Brief van het Brussels Studentenkongres aan Multatuli]

[november 1884 Artikel van J. Hobbel in De Dageraad]

[16 november 1884 Brief van Multatuli aan het Brussels Studentenkongres]

[16 november 1884 Briefkaart van Multatuli aan H.C. Muller]

[22 november 1884 Brief van H. Cosman aan Multatuli]

[23 november 1884 Brief van Multatuli aan F.C. Günst]

[23 november 1884 Brief van Multatuli aan H.C. Muller]

[25 november 1884 Brief van Multatuli aan H.C. Muller]

[25 november 1884 Ingezonden Brief van Multatuli in De Amsterdammer]

[29 november 1884 Bericht in De Protestant]

[2 december 1884 Kroniek in Het Nieuws van den Dag]

[2 december 1884 Brief van F. Domela Nieuwenhuis aan Multatuli]

[6 december 1884 Artikel in De Protestant]

[13 december 1884 Artikel in De Nederlandsche Spectator]

[13 december 1884 Ingezonden Brief van J. Hobbel in De Protestant]

[13 december 1884 Bericht in De Protestant]

[december 1884 Bericht in De Dageraad]

[17 december 1884 Brief van Multatuli aan J. Hobbel]

[21 december 1884 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[23 december 1884 Briefkaart van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[24 december 1884 Kaartje van Multatuli voor Wouter]

[27 december 1884 Artikel in De Nederlandsche Spectator]

[29 december 1884 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer]

Het jaar 1885

Brieven en documenten

[26 januari 1885 Kroniek in Het Nieuws van den Dag]

[30 januari 1885 Brief van M. Breunissen Troost-Coenders aan Multatuli]

[4 februari 1885 Skriptie van H. Gorter]

[5 februari 1885 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[12 februari 1885 Advertentie in Het Nieuws van den Dag]

[12 februari 1885 Verslag in Het Nieuws van den Dag]

[februari 1885 Artikel van J. de Gruyter in De Dageraad met Kommentaar van J. Versluys]

[17 februari 1885 Brief van Mimi aan J.H. de Haas]

[18 februari 1885 Brief van Multatuli aan D.R. Mansholt]

[februari 1885 M.J. de Witt Hamer betaalt voor Tandem]

[19 februari 1885 Gedicht van W.L. Penning jr]

[20 februari 1885 Brief van J.J.A. Gouverneur aan A.W.C.M. Verhuell]

[24 februari 1885 Brief van Multatuli aan D.R. Mansholt]

[26 februari 1885 Gedicht van J.J.A. Gouverneur voor Multatuli]

[2 maart 1885 Briefkaart van F. Domela Nieuwenhuis aan Multatuli]

[2 maart 1885 Gedicht van C. van der Zeyde voor Multatuli]

[5 maart 1885 Brief van Multatuli aan de Groninger Werklieden]

[6 maart 1885 Brief van Multatuli aan de Groninger Werklieden]

[10 maart 1885 Brief van J.J.A. Gouverneur aan A.W.C.M. Verhuell]

[19 maart 1885 Brief van G.L. Funke aan Multatuli]

[21 maart 1885 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[22 maart 1885 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[28 maart 1885 Brief van Multatuli aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch]

[15 april 1885 Opdracht van J. de Geyter aan Multatuli]

[17 april 1885 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[17 april 1885 Briefkaart van G.L. Funke aan Multatuli]

[18 april 1885 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[23 april 1885 Brief van G.L. Funke aan Multatuli]

[24 april 1885 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[27 april 1885 Brief van G.L. Funke aan Multatuli]

[3 mei 1885 Brief van M. Breunissen Troost-Coenders aan Multatuli]

[9 mei 1885 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[10 mei 1885 Brief van Multatuli aan H.C. de Wolff]

[18 mei 1885 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels]

[20 mei 1885 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[20 mei 1885 Brief van Mimi aan M.C. Funke-de Koning]

[28 mei 1885 Brief van C. Busken Huet aan J. Ten Brink]

[28 mei 1885 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer]

[4 juni 1885 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer]

[6 juni 1885 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[9 juni 1885 Brief van Multatuli aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch]

[10 juni 1885 Brief van C. Busken Huet aan G.L. Funke]

[11 juni 1885 Briefkaart van Multatuli aan F.C. Günst]

[17 juni 1885 Brief van Multatuli S.E.W. Roorda van Eysinga]

[17 juni 1885 Brief van Multatuli aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch]

[19 juni 1885 Brief van Multatuli aan S.E.W. Roorda van Eysinga]

[20 juni 1885 Artikel van S.E.W. Roorda van Eysinga]

[21 juni 1885 Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli]

[23 juni 1885 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[23 juni 1885 Brief van Mimi aan M.C. Funke-de Koning]

[27 juni 1885 Brief van G.L. Funke aan Multatuli en Mimi]

[27 juni 1885 Brief van Multatuli aan V. Bruinsma]

[1 juli 1885 Brief van Multatuli aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch]

[5 juli 1885 Brief van C. Busken Huet aan J. ten Brink]

[7 juli 1885 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[20 juli 1885 Brief van Mimi aan M.C. Funke-de Koning]

[25 juli 1885 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[27 juli 1885 Brief van C. Busken Huet aan J. ten Brink]

[7 augustus 1885 Brief van C. Busken Huet aan J. ten Brink]

[10 augustus 1885 Brief van Mimi aan C. Vosmaer]

[15 augustus 1885 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[16 augustus 1885 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer]

[18 augustus 1885 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[24 augustus 1885 Brief van C. Busken Huet aan J. ten Brink]

[25 augustus 1885 Briefkaart van Multatuli aan C. Vosmaer]

[25 augustus 1885 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels]

[28 augustus 1885 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer]

[28 augustus 1885 Brief van Multatuli aan G.L. Funke]

[30 augustus 1885 Brief van Multatuli aan Haspels]

[augustus 1885 Herinneringen van M. Berdenis van Berlekom]

[4 september 1885 Brief van Mimi aan C. Vosmaer]

[6 september 1885 Brief van J. ten Brink aan C. Vosmaer]

[9 september 1885 Brief van Multatuli aan M. Berdenis van Berlekom]

[14 september 1885 Brief van Multatuli aan M.J. de Witt Hamer]

[19 september 1885 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer]

[3 oktober 1885 Brief van Multatuli aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch]

[4 oktober 1885 Brief van Multatuli aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch]

[8 oktober 1885 Brief van Multatuli aan Tj. van Holkema]

[11 oktober 1885 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer]

[12 oktober 1885 Brief van Multatuli aan M. Berdenis van Berlekom]

[12 oktober 1885 Biografische schets door C. Busken Huet I]

[16 oktober 1885 Biografische schets door C. Busken Huet II]

[16 oktober 1885 Reaktie van Mimi]

[17 oktober 1885 Biografische schets van C. Busken Huet III]

[18 oktober 1885 G.L. Funke overlijdt]

[20 oktober 1885 Telegram van Multatuli aan J. Funke]

[20 oktober 1885 In Memoriam G.L. Funke in Het Nieuwsblad voor den Boekhandel]

[21 oktober 1885 Brief van C. Busken Huet aan J. ten Brink]

[21 oktober 1885 Brief van Edu aan W. Kloos]

[22 oktober 1885 Herinnering van J. Funke]

[22 oktober 1885 Biografische schets van C. Busken Huet IV]

[23 oktober 1885 Verslag van de begrafenis van G.L. Funke]

[25 oktober 1885 Brief van Multatuli aan Wouter]

[27 oktober 1885 Biografische schets van C. Busken Huet V]

[27 oktober 1885 Brief van Multatuli aan T. Kouwenaar]

[29 oktober 1885 Biografische schets van C. Busken Huet VI]

[30 oktober 1885 Brief van Multatuli aan Wouter]

[31 oktober 1885 Biografische schets van C. Busken Huet VII]

[2 november 1885 Biografische schets van C. Busken Huet VIII]

[8 november 1885 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[9 november 1885 Brief van Y. Braunius Oeberius-Meyer aan V. en H. Bruinsma]

[18 november 1885 Brief van Multatuli aan C.F. Günst-Schrijver]

[18 november 1885 Brief van Multatuli aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch]

[november 1885 Brief van M. Breunissen Troost-Coenders aan Multatuli]

[20 november 1885 Artikel over Busken Huet en Multatuli in De Portefeuille]

[20 november 1885 Artikel over Busken Huet en Multatuli in het Algemeen Handelsblad]

[20 november 1885 Brief van Multatuli aan J.F. Snelleman]

[21 november 1885 Brief van Multatuli aan J.F. Snelleman]

[22 november 1885 Brief van Multatuli aan C.F. Günst-Schrijver]

[1 december 1885 Kroniek van W. Kloos in De Nieuwe Gids]

[2 december 1885 Advertentie in Het Nieuws van den Dag]

[december 1885 Ledenlijst van de Nederlandschen Schaakbond]

[13 december 1885 Brief van Mimi aan M. Berdenis van Berlekom]

[16 december 1885 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[16 december 1885 Advertentie in Het Nieuws van den Dag]

[18 december 1885 Brief van J.W.C.A. Zürcher aan G.C. de Haas-Hanau]

[18 december 1885 Koncept-brief van G.C. de Haas-Hanau aan J.W.C.A. Zürcher]

[23 december 1885 Advertentie in Het Nieuws van den Dag]

[27 december 1885 Artikel over Busken Huet en Multatuli in Het Vaderland]

[29 december 1885 Artikel over Busken Huet en Multatuli in de Nieuwe Rotterdamsche Courant]

[29 december 1885 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[1885 Aantekeningen in het Memoriaal]

[1885 Aantekeningen in het Memoriaal]

Het jaar 1886

Brieven en dokumenten

[1 januari 1886 Brief van Y. Braunius Oeberius-Meyer aan G.C. de Haas-Hanau]

[5 januari 1886 Brief van Multatuli aan J.W.C.A. Zürcher]

[8 januari 1886 Brief van Multatuli aan M.J. de Witt Hamer]

[8 januari 1886 Brief van Multatuli aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch]

[11 januari 1886 Aantekeningen van Mimi in het Dossier Bernhold]

[17 januari 1886 Brief van Multatuli aan J.H. de Haas]

[18 januari 1886 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt]

[21 januari 1886 Brief van Multatuli aan M.C. Funke-de Koning]

[22 januari 1886 Brief van Multatuli aan M.C. Funke-de Koning]

[28 januari 1886 Brief van Multatuli aan T.H. de Beer]

[januari 1886 Bespreking van Onze hedendaagsche letterkundigen in De Gids]

[7 februari 1886 Brief van Multatuli aan J.W.C.A. Zürcher]

[9 februari 1886 Briefkaart van Multatuli aan H.C. Muller]

[24 februari 1886 Brief van Multatuli aan J.W.C.A. Zürcher]

[maart 1886 Verschijning van La Restauration de la Royauté van A. von Daehne van Varick]

[16 maart 1886 Brief van M.J. de Witt Hamer aan M. Berdenis van Berlekom]

[1 april 1886 Brief van Multatuli en Mimi aan M. Berdenis van Berlekom]

[3 april 1886 Briefkaart van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[5 april 1886 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer]

[14 april 1886 Brief van Y. Oeberius-Meijer aan G.C. de Haas-Hanau]

[20 april 1886 Brief van Mimi aan M.C. Funke-de Koning]

[25 april 1886 Brief van Multatuli aan M.C. Funke-de Koning]

[30 april 1886 Briefkaart van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[1 mei 1886 C. Busken Huet overlijdt]

[mei 1886 Artikel van M.C. Piepers in De Indische Gids]

[8 mei 1886 Brief van Multatuli aan H.C. de Wolff]

[9 mei 1886 Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli]

[12 mei 1886 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[13 mei 1886 Brief van Multatuli aan M. Berdenis van Berlekom]

[mei 1886 Bezoek van F. van Eeden aan Multatuli]

[mei 1886 Brief van C. [Vernée-]Schuitemaker aan Mimi]

[mei 1886 Brief van Y. Oeberius-Meijer aan G.C. de Haas-Hanau]

[24 mei 1886 Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli]

[25 mei 1886 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[4 juni 1886 Kommentaar van T.H. de Beer in De Portefeuille]

[10 juni 1886 Brief van Mimi aan E. Bernhold]

[juni 1886 Artikel van Albert Verwey in De Nieuwe Gids]

[22 juni 1886 Brief van Mimi aan M.C. Funke-de Koning]

[23 juni 1886 Brief van F. van Eeden aan Multatuli]

[24 juni 1886 Brief van Multatuli aan H.C. de Wolff]

[29 juni 1886 Brief van Multatuli aan M. Berdenis van Berlekom]

[6 juli 1886 Briefkaart van J. Baarslag aan Multatuli]

[9 juli 1886 Briefkaart van B. de Jong aan Multatuli]

[12 juli 1886 Brief van E. Bernhold aan Mimi]

[20 juli 1886 Brief van Mimi aan J.H. de Haas]

[zomer 1886 Herinneringen van P.H. Ritter Jr]

[31 juli 1886 Briefkaart van Multatuli aan H.C. Muller]

[2 augustus 1886 Briefkaart van Multatuli aan J.F. Snelleman]

[augustus 1886 Herinneringen van H.C. Muller]

[augustus 1886 Herinneringen van H.C. Muller]

[4 augustus 1886 Brief van Multatuli aan M. Berdenis van Berlekom]

[5 augustus 1886 Briefkaart van Multatuli aan J.F. Snelleman]

[6 augustus 1886 Brief van Multatuli aan J.H. de Haas]

[12 augustus 1886 Brief van Mimi aan J.F. Snelleman]

[14 augustus 1886 Brief van P.H. Ritter aan Multatuli]

[15 augustus 1886 Brief van P.H. Ritter aan Multatuli]

[15 augustus 1886 Brief van Multatuli aan H.C. Muller]

[16 augustus 1886 Brief van P.H. Ritter aan Multatuli]

[16 augustus 1886 Schaaknotitie van Multatuli]

[17 augustus 1886 Brief van Multatuli en Mimi aan M. Anderson]

[18 augustus 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[20 augustus 1886 Brief van Multatuli aan H.C. Muller]

[zomer 1886 Herinneringen van F. Domela Nieuwenhuis]

[21 augustus 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[21 augustus 1886 Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli]

[22 augustus 1886 Briefkaart van Multatuli aan H.C. Muller]

[22 augustus 1886 Herinneringen van W. de Bom]

[22 augustus 1886 Herinneringen van W. de Bom]

[23 augustus 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[23 augustus 1886 Brief van Multatuli aan S.E.W. Roorda van Eysinga]

[23 augustus 1886 Brief van F. Domela Nieuwenhuis aan Mimi]

[24 augustus 1886 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels]

[26 augustus 1886 Brieffragment van Multatuli aan J.G. Robbers]

[26 augustus 1886 Brieffragment van Multatuli aan M.J. de Witt Hamer]

[30 augustus 1886 Brief van Multatuli en Mimi aan J.F. Snelleman]

[30 augustus 1886 Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli]

[30 augustus 1886 Artikel van A. van Assen in Het Vaderland]

[31 augustus 1886 Briefkaart van Multatuli aan M. Berdenis van Berlekom]

[1 september 1886 Brief van Multatuli aan V. Bruinsma]

[2 september 1886 Bericht in Het Nieuws van den Dag]

[2 september 1886 Brief van Multatuli aan M. Berdenis van Berlekom]

[3 september 1886 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer]

[5 september 1886 Brief van Multatuli aan H.C. Muller]

[5 september 1886 Briefkaart van Multatuli aan J.F. Snelleman]

[18 september 1886 Brief van C. [Vernée-]Schuitemaker aan Mimi]

[20 september 1886 Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan F. Domela Nieuwenhuis]

[23 september 1886 Brief van F. Domela Nieuwenhuis aan Mimi]

[28 september 1886 Brief van Mimi aan J.F. Snelleman]

[13 oktober 1886 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[oktober 1886 Drie briefpassages van Multatuli aan Mimi]

[19 oktober 1886 Brief van Multatuli aan Wouter]

[20 oktober 1886 Brief van Multatuli aan M. Berdenis van Berlekom]

[24 oktober 1886 Toegangskaart voor de Rotterdamsche Diergaarde]

[25 oktober 1886 Briefkaart van Multatuli aan W.J.C.A. Zürcher]

[oktober 1886 Brief van H.C. Muller aan Multatuli]

[9 november 1886 Bericht in Het Vaderland]

[9 november 1886 Bericht in Het Rotterdamsch Nieuwsblad]

[9 november 1886 Briefkaart van Multatuli aan P.H. Ritter]

[11 november 1886 Twee advertenties in Het Nieuws van den Dag]

[12 november 1886 Ingezonden mededeling van Multatuli]

[12 november 1886 Herinnering van J.A. Nieuwenhuis]

[13 november 1886 Bericht in De Nederlandsche Spectator]

[13 november 1886 Brief van F. Domela Nieuwenhuis aan Multatuli]

[15 november 1886 Bericht in Het Rotterdamsch Nieuwsblad]

[16 november 1886 Bericht in Het Vaderland]

[18 november 1886 Artikel van Apan in De Wageningsche Courant]

[19 november 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[19 november 1886 Brief van C. [Vernée-]Schuitemaker aan Mimi]

[20 november 1886 Bericht van J. Hobbel in Het Rotterdamsch Nieuwsblad]

[20 november 1886 Bericht in De Nederlandsche Spectator]

[20 november 1886 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]

[20 november 1886 Bericht in het Groninger Weekblad]

[22 november 1886 Briefkaart van Multatuli aan P.H. Ritter]

[23 november 1886 Brief van Multatuli aan M.J. de Witt Hamer]

[23 november 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[25 november 1886 Briefkaart van N. Braunius Oeberius aan G.C. de Haas-Hanau]

[28 november 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[29 november 1886 Ingezonden mededeling in Recht voor Allen]

[29 november 1886 Briefkaart van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[1 december 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[1 december 1886 Ingezonden mededeling in Recht voor Allen]

[6 december 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[7 december 1886 Briefkaart van Multatuli aan Marie Berdenis van Berlekom]

[7 december 1886 Brief van F. Domela Nieuwenhuis aan Mimi]

[8 december 1886 Briefkaart van Mimi aan M. Anderson]

[10 december 1886 Brief van Multatuli aan M. Berdenis van Berlekom]

[12 december 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[15 december 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[15 december 1886 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[18 december 1886 Briefkaart van Multatuli aan H.C. Muller]

[21 december 1886 Verschijning J.J. van Laars Register op de Ideën]

[23 december 1886 Brief van Mimi aan G.C. de Haas-Hanau]

[23 december 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[27 december 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[31 december 1886 Briefkaart van H.C. Muller aan Multatuli]

[31 december 1886 Brief van Mimi aan M.C. Funke-de Koning]

[31 december 1886 Brief van P.H. Ritter aan Multatuli]

[31 december 1886 Artikel van H.C. Muller in het Groninger Weekblad]

[31 december 1886 Herinnering van Mimi aan Oudejaarsdag 1886]

Biografische aantekeningen


[zomer 1886
Herinneringen van F. Domela Nieuwenhuis]

Zomer 1886

Herinneringen van F. Domela Nieuwenhuis aan Multatuli. In: F. Domela Nieuwenhuis: Van Christen tot anarchist. Amsterdam, 1910, blz. 134-140. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.) Fragmenten.

(....) In datzelfde jaar [3.] datzelfde jaar: 1885. D.N. vergist zich echter. Al in 1884 kwam hij - voor het eerst - in Nieder-Ingelheim op bezoek. kwam ik ook voor het eerst in persoonlijke aanraking met Douwes Dekker. Tijdens een verblijf in den Haag kwam hij mij opzoeken aan de drukkerij, maar vond mij helaas! niet, alleenlijk liet hij zijn visitekaartje achter met zijn naam en daarachter geschreven: ‘Voor 'n paar dagen in Holland zijnde, kom ik u even de hand drukken. Wat uw en mijn streven aangaat, och, wat 'n getob! Moedeloos ben ik niet, maar krachtig opgewekt kan ik me na jarenlange mislukking ook niet noemen. Ik ben suf van drukte en had toch maar kort kunnen blijven. Geheel en al sta ik niet op uw standpunt. Ja toch wel in oprechtheid. Dat is hoofdzaak.’ [4.] Het visitekaartje wordt gereproduceerd in V.W. XXIV. Reeds vroeger waren wij schriftelijk in aanraking, want na den dood mijner vrouw in 1884 bood hij mij aan om een mijner kinderen bij zich te nemen, welk vriendelijk aanbod ik afsloeg, omdat ik mijn troepje liefst bij elkaar hield in mijn omgeving. En aan zijn verzoek om hem te komen opzoeken heb ik pas in het jaar 1886 voldaan [5.] 24 jaar na dato herinnerde D.N. zich niet dat dit in feite het tweede bezoek betrof.. Eigenlijk heb ik er altijd tegen opgezien en wel ik had zoo ontzaggelijk veel genoten van zijn geschriften, ik had ze zoo innig lief gekregen en nu was ik bang dat de persoonlijke kennismaking mij vele illusies omtrent hem zou ontnemen. Dat is veelal het geval en psychologisch gezien kan het ook niet anders. De lust om godheidjes te hebben waartegen wij opzien, is bij ons menschen in den regel zoo sterk, dat we ze onszelven maken, ook dan wanneer we gebroken hebben met alle goden. Een schrijver, een denker dien wij liefhebben, wordt door ons op een voetstuk gezet, onze fantasie vult aan wat wij niet weten. Nu komt men met zoo iemand in aanraking en dan valt hij ons tegen, want het was toch een mensch van gelijke bewegingen als wij. De schuld van het tegenvallen schuilt dus voor een groot gedeelte bij onszelven door de overdreven voorstellingen die wij ons vooraf gemaakt hebben. En voor de rest heeft elk mensch zijn eigenaardigheden, zijn hebbelijkheden en wij stuiten bij persoonlijke aanraking op allerlei zwakheden, kleine en groote zelfs misschien, die ons hinderen en doen zeggen: zoo iets hadden wij van een man als hij niet verwacht. Slechts weinigen zijn er, die daaraan ontkomen - misschien wel niemand.

Douwes Dekker nu was ongetwijfeld een neurasthenicus en wij kunnen nog de woede niet begrijpen van zijn vrienden, toen indertijd dr. Swart Abrahamsz [6.] Th. Swart Abrahamsz, Eduard Douwes Dekker (Multatuli), eene ziektegeschiedenis. Amsterdam 1888. dit konstateerde, want in de eerste plaats moet elkeen dit bespeurd hebben, die ooit met hem in aanraking is gekomen en in de tweede plaats is dat toch geen reden om er zich boos over te maken. (....)

Douwes Dekker was een uiterst prikkelbaar man, die niet de minste tegenspraak kon verdragen. En dit vond alweer zijn oor-sprong in het feit dat hij nooit flink was tegengesproken. Of hij werd kortweg doodgezwegen en vermeden, òf hij was te midden van aanbidders, die alles even mooi vonden wat hij zei en die tot hem opzagen als een orakel.

Toen ik hem in den zomer van 1886 opzocht en eenige dagen bij hem logeerde in zijn prachtig gelegen villa te Nieder-Ingelheim, waar men een onvergetelijk uitzicht had over de geheele Rheingau met de Loreley op den achtergrond en het Niederwald met het bekende monument aan de overzijde van den Rijn, toen werd ik op de vriendschappelijkste wijze opgenomen. Het was alsof wij oude vrienden waren. En hoewel het mij eenerzijds weldadig aandeed te mogen verkeeren met een man, die met zijn rijken geest mij zooveel te genieten had gegeven, anderzijds werd mijn vrees bewaarheid en overviel mij een gevoel van groote teleurstelling. O, als ik hem nooit gekend had, was hij voor mij grooter gebleven! Ik heb mij nooit kunnen begrijpen dat een zoo veelzijdige geest b.v. de socialistische arbeidersbeweging aan zich voorbij heeft laten gaan zonder er feitelijk notitie van te nemen. Zoo b.v. was hij toch tijdens de jaren 1863 en 1864, dat is tijdens de kampagne van Lassalle [1.] Lassalle: Ferdinand Lassalle (1825-1864), Duits sociaaldemokraat, die in 1863 de grondslagen legde voor de oprichting van de ‘Allgemeiner Deutscher Arbeiterverein’, de eerste sociaal-demokratische bond in Duitsland. In 1864 overleed hij aan een wond opgelopen bij een duel met de bojaar Racowitza, om zijn verhouding met Helène von Dönniges., in Duitschland en nooit heb ik gemerkt dat hij zich met deze heeft bezig gehouden of dat hij kennis had genomen van diens geschriften. En toch bestonden er tusschen beide mannen trekken van verwantschap genoeg, om te vermoeden dat hij zich voor Lassalle en diens dramatisch uiteinde moest interesseeren.

Toen ik hem vroeg of hij het Kapitaal van Marx had gelezen, gaf hij mij ten antwoord: ik ben er aan begonnen, maar het was taaie kost en ik bemerkte heel spoedig, dat die man niets van de ekonomie afwist. Dat was toch wel een beetje kras en oppervlakkig uitgedrukt. Dekker was ook de man niet om dit te kunnen beoordeelen, en het zal verwondering baren dat hij den moed bezat zoo ‘herablassend’ te spreken over een man als Marx. Mij viel het ten minste sterk tegen, want wat men Marx ook kan verwijten, onkunde op ekonomisch gebied zeker niet. In 't algemeen kon hij het maar slecht vinden met de sociaaldemokratie. Zijn meermalen gebleken ongeveinsde sympathie voor mij was strikt persoonlijk en betrof grootendeels het onrecht mij aangedaan, maar vooral niet de beginselen die ik voorstond. Zoo liet hij mij door zijn vrouw schrijven:


‘Zeg toch aan Nieuwenhuis dat ik hem hartelijk ben toegedaan en dat ik zeker ben dat wanneer de gelegenheid zich aanbood ik meer voor hem zou overhebben dan de meesten zijner aanhangers. Hij zegt dat het gehalte uwer geestverwanten u niet bekend kan zijn, omdat ge finantieel onafhankelijk zijt. Indien dit anders ware zoudt gij u bedroeven en dit zou invloed op uw meeningen hebben. Want meeningen zijn altijd voor een deel slechts indrukken en die indrukken worden versterkt door weerklank. Zoodra men bemerkt, dat deze weerklank onzuiver was, vervalt een der aanleidingen die ons een slotsom voor gegrond deden houden’.

Hij had niet op met de massa en elke massale beweging stond hem tegen. Hij was zoo naïf om te meenen het socialisme weerlegd te hebben met het gewone ‘deelpraatje’ en keek heel verbaasd op, toen ik hem vragenderwijs zei: maar wie van ons wil dat? Zoo dom zult gij ons toch wel niet aanzien, dat wij niet eens zouden begrijpen dat als van daag iedereen gelijk had door een algemeene deeling, het morgen weer ongelijk zou zijn. Maar is het niet karakteristiek uit den mond van zoo'n verstandig man zulke onnoozele dingen te hooren? Het zou mij ongelooflijk toeschijnen als ik het niet zelf ervaren had. Nu heb ik later zijn afkeer van het socialisme beter begrepen. Wat 'n gejuich ging er onder allerlei menschen op, toen Dekker in het Rotterdamsch Nieuwsblad per advertentie bekend maakte, dat naar zijn oordeel de meeningen der sociaaldemokraten over de middelen ter verbetering van den treurigen toestand in hoofdzaak onjuist waren. Maar in de eerste plaats: wij hadden Dekker nooit uitgegeven of uitgemaakt voor 'n sociaaldemokraat, in de tweede: wat heeft men aan dergelijke verklaringen, als zij niet gepaard gaan met een uiteenzetting der redenen waarom die meeningen onjuist zijn, en in de derde: alleen autoriteitsmannen, lieden die zweren bij het woord des meesters, zullen zeggen: ziet ge wel, Multatuli heeft zich verklaard tegen de sociaaldemokratie en dus zij is veroordeeld. Bovendien de plaatsing in zoo'n blad en niet in een min of meer neutraal blad als de Haarlemmer, levert het voldingende bewijs, dat Multatuli als balling slecht op de hoogte was van de toestanden.

De fout van Multatuli was dat hij alleen de eene strooming van het socialisme kende, de sociaaldemokratie met haar tucht en ge-reglementeer en geparlementeer. Vandaar den hekel dien hij eraan had. Was hij echter op de hoogte geweest van de anarchie, van het vrijheidlievend socialisme, hij zou er heel anders over gedacht hebben. Nu ontzag hij feitelijk het socialisme ter wille van zijn sympathie voor mij, den sociaaldemokraat, dien hij niet kwetsen wilde, maar dan zou hij met die sympathie voor den persoon tevens ingenomenheid hebben gehad met de zaak zelve. Zoo geheel naar waarheid zei zijn vrouw jaren later, toen ik anarchist was: gij zoudt elkander nu heel wat beter begrepen hebben! (....) Toch verwonderde het mij wel eens dat zoo'n machtige strooming als het socialisme is, over een man als Multatuli heen is kunnen gaan zonder hem eigenlijk te raken. Want als het mij gelukt is binnen zoo korten tijd het socialisme te doen ingang vinden in een land, welks bevolking niet gemakkelijk is in beweging te brengen, dan komt dit mede door Multatuli, ‘den zaaier die uitging om te zaaien’. Hij had geestelijk den bodem losgemaakt, hij had de geesten gerevolutioneerd en men ziet weer hoe de geestelijke revolutie elke andere is voorafgegaan.

Met wien kunnen wij Multatuli vergelijken? Wij weten het niet, want hij was heelemaal zichzelf. Soms doet hij denken aan Voltaire, aan Heine, aan Lassalle, een bewijs dat hij van allen iets had, maar toch niet voldoende met deze te vergelijken, maar wij zijn overtuigd dat als hij niet het ongeluk had gehad geboren te worden in een klein land, welks taal door weinigen wordt begrepen, hij zou ongetwijfeld een grooten naam hebben in de wereldliteratuur. Nu hij in Duitschland bekend is geworden door de verdienstelijke vertaling, die Wilhelm Spohr van zijn werken heeft gegeven en in Frankrijk door de bloemlezing van Alexander Cohen, met een zeer waardeerend en aanbevelend woord van Anatole France, nu ziet men dan ook de hooge ingenomenheid met zijn werken. En deze zal stijgen naarmate men hem beter leert kennen, want er zijn parelen in verborgen van de echtste soort en ongetwijfeld behoort Multatuli tot die weinige Nederlanders, wier naam zal blijven voortleven bij het nageslacht en die als alle anderen, onder wie zoovelen die nu de schouders over hem ophalen of heel wat op hem hebben af te geven, reeds lang dood en begraven zijn, zal schitteren als een glanzende ster aan den letterkundigen en wijsgeerigen hemel.

Als mensch was hij minder groot dan als denker en schrijver, maar veel is te verklaren uit zijn neurasthenie, zoowel het groote als het kleine en dikwijls wil het ons voorkomen, alsof men aan iemand als Multatuli niet denzelfden gewonen maatstaf mag aanleggen als aan anderen. Ik weet wel dat dit gevaarlijk is, omdat het zoo licht een dekmantel wordt waaronder het laagste en smerigste kan worden verborgen, maar het neemt niet weg dat men in dezen uiterst voorzichtig moet zijn en dat alles te weten zooveel is als alles te verklaren en te vergeven. Zulke mannen hebben zelf zooveel gegeven, dat het ons toch ten slotte past dankbaar te zijn. De miskenning, waaraan hij heeft blootgestaan, stemde hem tot ongewone bitterheid, maar werd ook oorzaak dat zijn geest is gebracht tot zijn allergrootste hoogte.

Er zat in hem een heerscher en hij gevoelde dit best. Eens vroeg men hem waarom hij zich niet aansloot bij de Internationale; hij antwoordde dit wel te willen doen, maar dan moest hij als een diktator zijn bevelen kunnen geven en dat kon moeilijk toegelaten worden in een vereeniging die berustte op demokratischen grondslag. De uren met hem doorgebracht, zijn uren die men nooit vergeet. Nog zie ik ons in mijn verbeelding zitten op een kleine verhevenheid, waar een steen stond ter herinnering aan Karel den Groote en aan Napoleon, die beiden langs den grooten heirweg waren getrokken, die naar ik meen reeds door de Romeinen was aangelegd. Dat was met alle herinneringen daaraan verbonden, zijn lievelingsplekje. En dan gevoelde ik hoe iets van die mannen, den drang naar daden, ook in hem sluimerde, maar dat de weg daartoe voor hem was afgesloten. Uit mijn geheugen is die kombinatie van Karel den Groote, Napoleon en Multatuli nooit verdwenen.

Uit zijn later in 10 deelen verschenen Briefwisseling [2.] Briefwisseling in 10 deelen: de brievenuitgave van Mimi, Amsterdam 1891-1896. De ‘Volksuitgave’ van de wereldbibliotheek (1912) was nog niet verschenen. heeft mij als een donderslag één ding getroffen. Toen hij nl. bezig was te onderhandelen over de uitgave van zijn Max Havelaar, werd hem aangeraden met het manuskript te gaan naar den heer Rochussen, zoo wat den eenigen man die niet door hem in zijn geschriften aangevallen wordt, en hij helde daar sterk toe over, maar... dan zou hij kondities stellen en die waren: 1o. resident op Java, speciaal Passaroeang om zijn schulden te betalen; 2o. herstel van diensttijd, voor 't pensioen; 3o. een ruim voorschot; 4o. de Nederlandse leeuw. (Brieven 1859). Nog herinner ik mij den indruk, dien dit op mij maakte. Ik had het boek wel in den hoek willen trappen en ik kon niet voortlezen. Hoe nu? Zijn noodkreet ter wille der Javaansche bevolking, voor wier vertrapte rechten hij op zoo'n wegslepende wijze was opgekomen, zou gesmoord zijn geworden, als aan die kondities zou zijn voldaan! Het was dus gekrenkte ijdelheid, die hem zoo welsprekend had gemaakt! O, dacht ik, wat hebben ze hem toch een slechten dienst bewezen door die briefwisseling openbaar te maken! Ik althans had er een lief ding voor gegeven als ik dat nooit geweten had. Maar het is nu eenmaal niet anders, men moet een mensch nemen met zijn zwakheden en met zijn kracht en vergeten wij nooit dat de omstandigheden waarin wij verkeeren, zoo'n verbazenden invloed op iemands doen en laten hebben. Er moet een Spaansch spreekwoord bestaan, dat zegt: niemand is altijd moedig. Volkomen waar! Wij stellen ons den man, die een heldhaftige daad eenmaal in zijn leven heeft gedaan, voor als iemand die nu nooit anders dan zulke daden doet en toch hoe hebben wij het zelf meermalen ondervonden, dat dezelfde persoon, die het eene oogenblik een daad van buitengewonen moed bedreef, later handelingen pleegde, die hem stempelden tot een lafaard eerste klas! Het is al wel als iemand eenmaal een heldendaad verrichtte, want van de meesten kan dat niet worden getuigd. Elk heeft zwakke oogenblikken, waarover hij zichzelf eigenlijk schaamt en ook die zwakheden moeten wij op den koop toe meenemen, daar valt niets aan te veranderen.

Multatuli interesseerde zich bizonder voor mijn proces. Wat was hij boos over mijn verdediger voor den Hoogen Raad, mr. van Houten, die heel leuk zei: ‘de vraag van de waarheid of onwaarheid van het feit door het hof uitgemaakt, dat hij (D.N.) de schrijver zou zijn van het stuk, liet de spreker ter zij’. - ‘Groote goden! En die man had zijn opdracht toch van u, wordt door u betaald, stond daar als uw dienaar - en hij laat ter zijde of gij de dader zijt van het vergrijp - het is om woedend te worden’!

Hij wilde in mijn plaats gaan zitten, want aan hem was toch niets meer verbeurd, en hij heeft bepaald de laatste dagen zijns levens voortdurend over mij getobd. Deze belangstelling in mij heeft mij altijd bizonder getroffen en toen zijn vrouw mij bij het doodsbericht in de gevangenis schreef, dat ‘Dekker geleden heeft om hetgeen gij thans ondergaat, hij heeft het zoo smartelijk gevoeld’, toen gevoelde ik omgekeerd hoe waar het was.

Ja, wel is zijn leven één strijd, één voortdurende strijd geweest en toen hij zich Multatuli (ik heb veel geleden) noemde, toen kon hij nog niet beseffen hoe die naam een profetie was, want hij heeft daarna nog oneindig meer geleden dan tevoren. Hij was een zeldzaam man en al was de aureool dien ik om hem gemaakt had grooter gebleven als ik hem nooit persoonlijk had gekend, toch ben ik alles bijeengenomen blij hem gekend te hebben en zijn herinnering zal nooit verloren gaan.

(....)