Volledige Werken. Deel 7. Ideeën, zesde bundel. Ideeën, zevende bundel. Aleid. Onafgewerkte blaadjes
Aleid Twee onafgewerkte bedryven uit een onvoltooid blyspel
Van Fancy
Daar heb ik nu drie maanjaren gewacht op antwoord, en 't komt niet. Is er dan geen nettigheid meer te plaatsen? Zyt ge boos?
Daar schiet my als 'n bliksem te binnen dat ge my iets gevraagd hebt, en dat ge my niet wilt helpen voor ik antwoord. Nu, ik zal 't haastig afdoen.
Lui, zegt ge? Ik schreef u immers al dat hy in de steenperiode thuishoort. Wat kan men van zo-iemand verlangen? Wees beleefd, en noem hem contemplatief. Overigens, wy hier houden hem niet voor luier dan de maan die alles bekykt en daarvan zwygend het hare denkt. Ook dit is gezegd door den wysneus die voorspeld heeft wie de scheepscorsetten zou uitvinden. We denken voor 't naast dat onze pupil ‘'t halve Rond bespiedt’. Misschien zoekt-i Phillis. Dát zal de reden zyn van z'n zwygen. Komaan, wees inschikkelyk. Mocht het u vervelen te wachten tot-i de ene halve bol heeft afbespied, troost u dan met de hoop dat er maar één tweede helft is. En kan ik intussen door m'n onderhoudend schryven u den tyd wat korten, met genoegen.
Pedant, zegt ge? Dit mag ik wel, als de kwaal maar van de goede soort is. Wie over de pedanterie van anderen klaagt, moet eens beproeven zich 'n paar weken pedant aan te stellen. Hy zal ondervinden dat het 'n zware taak is. O, vermoeiend! N 'est pas pédant qui veut, m'nheer. ‘Doe 't my eens na!’ zei de man die z'n neus had afgebeten. En ook is 't soms lastig niet pedant te wezen en zich onnozel genoeg voor te doen om niet by sommigen voor onbehoorlyk wys door te gaan. Daarvan zal ik u nu eens 'n geschiedenis vertellen, maar spreek er niet over, want de familie leeft nog. Een stekelbaarsje zou op visite gaan by 'n wurm, en moest voor die gelegenheid z'n schubbetjes afleggen om z'n gastheer niet te ontstemmen. Het stond zo geleerd, vonden de wurmen. 't Beestje heeft kou gevat en hoest er nog van.
Of wilt ge liever iets uit den voortyd? Ik herinner my als van gister, hoe uw voorvaders de neuzen optrokken toen 'n heetgebakerd genie kwam beweren dat 2 × 2 gelyk was aan vier. Zó 'n nieuwigheid was onverdraaglyk, zeiden zy. Thans vindt men wel-is-waar overal sommigen die blyk geven dat ze dit byna weten, maar nog worden ze aangegaapt als kermismonsters door de velen die in hun zieltjes geen plaats hebben voor zulke kolossale waarheden. Over z'n pedanterie alzo voor heden genoeg, schoon er over dit onderwerp nog veel te zeggen valt. Misschien later.
Ziekelyk. Neen, dat is hy niét! Hy ziet er wel naar uit, maar 't is foppery. Zet hem eens te-paard, en aan 't hoofd van 'n duizend man of wat - als ge zoveel mannen kunt by-een krygen - en ge zult zien. Of geef hem 'n vloot - zonder corsetten - of... daar zullen wy 't hebben! Misschien wil hy Paus worden! Kies hem eens by gelegenheid, en let op of-i niet terstond z'n krukken weg werpt.
Misschien ook zyn er nog andere middelen. Mama zal er wel iets op weten. Neen, waarde Heer, ziekelyk is-i niet.
En oud? Man, waar haalt ge den laster vandaan? Uit 'n almanak? Uit registers van den Burgerlyken Stand? Uit couranten? 't Is in uw oog wat lang geleden dat-i geboren werd, nu ja, maar... oud? Dan moest ge m'n papa eens zien! Die bestaat veel langer dan onze vriend, en is nog altyd in 't best van z'n jaren. Ook m'n moeder. Ze werd geboren toen er verschil begon te komen tussen links en rechts, en nog altyd is ze zo fris als ik. Wat ernstiger, nu ja, maar ik geloof dat ze zich maar zo houdt omdat het nu eenmaal de gewoonte is dat 'n moeder zich deftiger gedraagt dan de dochter. My ziet ze graag fleurig, vrolyk, dartel en speels. En dit ben ik nogal. Daarom dan ook gaf ze my uw brief te beantwoorden, dien we hier heel grappig vonden. We hebben hagelstenen gelachen om uw mening dat onze vriend oud wezen zou. Met welken maat meet ge toch? Oud? Hy staat - zoals gy en al wat is - op den ondeelbaren stip die 't eeuwig verleden scheidt van de eeuwige toekomst. Weet ge niet hoeveel er reeds geschied was voor hy kwam? Ternauwernood had hy tyd en gelegenheid daarvan iets te weten te komen - met behulp myner ouders die hem in de leer namen - en hy zou reeds oud zyn? Wacht 'n paar ogenblikken en geef eens acht hoe jong hy wezen zal over honderd jaar, over duizend! Van denzelfden leeftyd als de Bethlehemse zuigelingen. Dat zult ge zien. Uw chronologie is zonderling daar beneden. Maar man, mens, onbekende, wat Mama maakt, wordt niet oud. Wist ge dát niet? Nu, ze neemt uw vergissing goedig op. Goedig is ze zeker altyd, maar nu byzonder omdat uw laatste klacht haar wel 'n beetje bezwaart. Dat breken van z'n woord, waarlyk, beste m'nheer, 't is háár schuld niet. Als ge wist hoe druk ze 't heeft! Overal Bulgaryens te bevredigen, overal Maatschappyen te redden, overal dynastieën gaande te houden... dát 's 'n getob! En nu sprak ik nog niet eens van nieuwe richtingen in Letterkunde, en van Jazon Kuyper's heldentocht ter verovering van 't gulden vlies der rechtzinnigheid! Man, als ge alles van naby wist, ge zoudt laten liggen wat ligt, en hier komen om ons te helpen. Wat al ontevredenheid, verzet, oproer, overal! Zelfs de zon klaagt. Hy zegt...
Waarom toch maakt gylieden dat ding tot 'n wyfje? Ik weet van zeer naby dat hy mannelyk is. We zyn buren.
Hy klaagt over miskenning van z'n verdienste, over gebrek aan promotie. 't Is 'n ware schande zegt-i, dat hy 't na zó langen diensttyd nog maar gebracht heeft tot planeet. Hy beweert namelyk aanspraak te hebben op centraalrang. Ge ziet dus wel dat hy 'n mannetjen is. Die soort van wezens willen altyd hoger op. Pas zyn ze korporaal of ze hunkeren naar de strepen van sergeant. Als men hun zin deed, waren ze al luitenant voor 't Papa schikt den helen boel uit elkaar te laten spatten om 't Heelal 'n nieuw leventje te laten beginnen. Ja, zo zyn die zonnen! Dat men hen op aarde aanziet voor wat stevigs, voldoet hun ydelheid niet. Ze willen hoger op, ze willen meer zyn! De hofhouding die om hen draait is hun te gering, en 't ergert hen dat zyzelf mét dat troepje mee draaien om wat anders. Om wat anders, dat ook alweer 't midden niet is, dat óók wentelt om iets van meer gewicht. En dat andere andere wil óók centraaltje spelen, met even weinig recht. En al die ontevredenen roepen hun kameraadjes by elkaar en eisen, verbeelje: Algemeen Stemrecht. ‘Ze zullen 't hebben’ zegt Papa. En hy zegt dit omdat...
Voor ik u nu kan uitleggen, m'nheer de Uitgever, waarom Papa 't hun zo klakkeloos toezegt, ben ik zo vry u te vragen of gy 'n liefhebber zyt van spekpannekoeken, en tevens of liever voornamelyk, of ge die spys voor schadelyk houdt: 1. in 't algemeen? 2. in byzondere gevallen, by voorbeeld. a. als de patiënt nog niet gespeend is. b. als hy lydt aan chronische geestverstomping of abnormale gal-afscheiding? c. als hy op sterven ligt?
Op deze vragen uw geëerd antwoord afwachtende, noem ik my groetend
de dochter van m'n Mama.