Volledige Werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
Een en ander over Pruisen en Nederland
Een en ander over Pruisen en Nederland
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
Naschrift bij den tweeden druk
Een en ander over Pruisen en Nederland
755.
Die Mr Jacobus Scheltema was een auctor laureatus. Men vond z'n boek ‘heel mooi’. Willem I noemde het ‘bondig geschreven, en het kenmerk der waarheid dragende’. Het is een der deftigste werken die in ons land over de gebeurtenissen van 1815 verschenen. Scheltema behoorde tot de keur der natie, tot dat gedeelte namelyk, waaruit men ridders van den Leeuw en leden van 't Koninklyk Instituut koos. Z'n werk is weliswaar vol zotterny en gemeenheid, maar... 't is niet zotter of gemener dan de hele litteratuur van dien tyd, waarmee toch ons Nederland opgetogen was. Natuurlyk, men kon niet lezen!
Zotterny? Lezer, ik ben overtuigd dat ge niet weet wat alzo de gevolgen zouden zyn van 't huwelyk der Russische Grootvorstin met onzen Kroonprins? Dood-eenvoudig dat:
‘Niet alleen de betrekkingen tussen de Nederlanden en Rusland worden aaneen gevlochten, maar wy zien reeds door den tedersten band een sluitknoop gelegd, welke beide Ryken en Volken nauwer dan ooit verenigt.’
Hebt ge ooit iets van die tedere banden en sluitknopen gemerkt? Ik niet. Scheltema's boek wemelt van zulke frasen. En de Nederlandse lezer was tevreden... omdat-i niet lezen kon. Gemeenheid? In welk hoekje van z'n vaderlandlievende ziel verstopte vóór 1815 die schryver - en z'n legio geestverwanten! - al de bitterheid tegen Napoleon en de Fransen, die zich ná Waterloo zo uitbundig openbaarde in scheldwoorden? Is 't niet of de fabel van den coup de l'âne voor ons publiek geschreven is? (515, 516). Is er geen laagheid in dat uitjouwen van een verwonnen vyand? Laagheid vooral in verband met het kruipen voor z'n overmacht, toen men nog niet door schalke prinsen en ‘Heren’ van hem verlost was?
Maar de lezer was tevreden met al de zotterny en al de gemeenheid die de voorgangers van de Natie hem durfden voorzetten. Tevreden... omdat-i niet lezen kon.