Volledige Werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
Aan den Heer...... Doctor in de Letteren.
Brief aan de kiezers van Nederland
Van een gouverneur-generaal in ruste
Over vryen arbeid in Nederlands Indië
[Over vryen arbeid in Nederlandsch-Indië]
144.
Er bestaat aantrekkelykheid in dwaling. Er is in onze ziel iets wat we noemen kunnen: horror vacui. Gewoonlyk geven we geen dwaling op, zonder daarvoor wel en deugdelyk een andere dwaling in de plaats te hebben gekregen. Verbeeld u dat er geroepen is: brand! Gy gaat uit om te helpen blussen. Neen, om te kyken. Neen, om wat emotie op te doen... uw dag was zo vervelend!
Daar ontmoet u iemand die verzekert dat er geen brand is. Die man neemt u iets af. Vraag eens ernstig aan uzelf, of er niet teleurstelling ligt in die mededeling?
Tegen die teleurstelling wilt ge u verzetten. Al zeggende: ‘Zo... des te beter!’ houdt ge uw hand dwars van 't oog, naar den kant der gaslantaarn. Gy staart in de lucht, en meent - neen, ge hoopt-rook te zien.
Er is een wolkje dat, om u genoegen te doen, zo goed is de gedaante van 'n rookzuil te vertonen. Of er is een veenbrand in Drente, die roden gloed geeft. Of... neen, er is niets, niets, volstrekt niets dat u 't recht geeft te blyven geloven aan brand, en toch... al zeggende: ‘des te beter!’ vraagt ge eindelyk:
- Maar... zou er dan misschien - neen, dát 's een wolk - maar... zou er ook misschien iemand in 't water zyn gevallen?
Als iemand daarop zegt: ‘neen, ook dat niet’ vindt ge hem onvriendelyk.