Volledige Werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
Aan den Heer...... Doctor in de Letteren.
Brief aan de kiezers van Nederland
Van een gouverneur-generaal in ruste
Over vryen arbeid in Nederlands Indië
[Over vryen arbeid in Nederlandsch-Indië]
132.
Maar zolang 't gekibbel over niet-bestaande zaken nadelig in werkt op dingen die wél bestaan... zolang ik moet vrezen dat de stemmen, hoe fors ook, van mannen die zich ten doel stelden de maatschappy te verlossen van den verderfelyken invloed der zogenaamde godsdienst, niet alom worden gehoord, zólang zal ik voortgaan met het geven van 'n zweepslag hier-en-daar. Zwygen waar spreken plicht is, noem ik misdadig.
Onlangs zyn, volgens de nieuwsbladen, in Spanje twee personen veroordeeld tot de galeien ‘wegens verspreiding van den bybel’. Ik vind dat vonnis schandelyk. Laat me dit vooraf zeggen, opdat niemand het recht hebbe voor te wenden dat ik party trek voor zulke barbaarsheid.
Maar, ééns aannemende dat zo'n straf mocht worden toegepast op 't verspreiden van een boek...
Aannemende dat die straf behoort te zyn in overeenstemming met de nadelen die er uit de verspreiding en 't lezen van zo'n boek kunnen voortvloeien, en hier en daar werkelyk voortgevloeid zyn...
Dit alles aannemende, is het vonnis waarby twee personen in Spanje zyn veroordeeld tot de galeien, wegens 't colporteren van den bybel, rechtvaardig en niet te streng.
Hoe zoudt gy 't vinden, lezer, als iemand uw kind krankzinnig maakte? Zó, dat het lag te brullen als een wild beest, met schuim op den mond?
Zoudt ge dat goedvinden? Ik denk neen. Zie hier:
Den Here H. Höveker, Boekhandelaar te Amsterdam.
Wel-Edele Heer! Met warme belangstelling heb ik gelezen het by Uweledele uitgekomen stukje: Verhaal ener geestelyke opwekking, enz. te Elberfeld. Ik geloof dat de algemene verspreiding der hoogstbelangryke mededelingen, die daar-in zo naar waarheid worden gedaan, zeer nuttig werken zoude. In weerwil van den lagen prys van dat werkje, is het niet genoeg overal gelezen, en ik ontwaar met smart, dat nog altyd velen by den dag voortleven, zonder het minste besef van de ontzaglyke, vreselyke, schrikbarende werkinge des Heiligen Geestes.
Ik ben enigszins schryver, en streef naar waarheid, vooral ten aanzien der dingen die des Geestes zyn. Myn vriendelyk verzoek is of Uweledele my zoudt gelieven toe te staan dat gehele boekje over de wonderbare werking des H. Geestes, over te nemen in zeker geschrift waaraan ik op het ogenblik bezig ben, en waarmee ik hoop enkelen die insliepen, wakker te schudden uit hun doodslaap.
Zodra ik met myn werkje gereed ben, zal ik de eer hebben Uweledele daarvan een exemplaar aan te bieden, als een gering bewys myner dankbaarheid voor de vergunning waarom ik met de meeste bescheidenheid ben verzoekende by dezen.
Onder betuiging myner byzondere hoogachting voor ieder die naar waarheid streeft, heb ik de eer te zyn,
Uw Wel-Edelh's dienstvaardige Dienaar en Broeder...
Amsterdam, 6 Februari 1862
En daaronder m'n naam.
Zodra ik toestemming heb van den heer Höveker, om gebruik te maken van het by hem uitgekomene boekjen over den noodlottigen invloed des bybels, zal ik dit Idee vervolgen.