Multatuli.online

Volledige Werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868

Voorbericht

Nota

Het jaar 1867

Brieven en dokumenten

[2 januari 1867 Van den Rijn (I)]

[3 januari 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[8 januari 1867 Van den Rijn (II)]

[9 januari 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[9 januari 1867 Advertentie Handelsblad]

[9 januari 1867 Brief van Huet aan Multatuli]

[10 januari 1867 Bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel]

[10 januari 1867 Brief van d'Ablaing aan Multatuli]

[10 januari 1867 Brief van d'Ablaing aan Lebègue]

[11 januari 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[15 januari 1867 Van den Rijn (III)]

[16 januari 1867 Brief van d'Ablaing aan Multatuli]

[17 januari 1867 Bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel]

[18 januari 1867 Van den Rijn (IV)]

[20 januari 1867 Uitnodiging van De Geyter aan Multatuli]

[23 januari 1867 Van den Rijn (V)]

[24 januari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[26 januari 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[28 januari 1867 Brief van Baron van Dedem aan Van Vloten]

[29 januari 1867 Van den Rijn (VI)]

[3 februari 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[5 februari 1867 Van den Rijn (VII)]

[8 februari 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[8 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[8 februari 1867 Van den Rijn (VIII)]

[11 februari 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Gelder Zonen]

[12 februari 1867 Van den Rijn (IX)]

[12 februari 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Bommel]

[13 februari 1867 Brief van Multatuli aan Ris]

[15 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[19 februari 1867 Van den Rijn (X)]

[20 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[22 februari 1867 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]

[23 februari 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[25 februari 1867 Van den Rijn (XI)]

[25 februari 1867 Circulaire voordracht te Antwerpen]

[25 februari 1867 Aankondiging in Le Précurseur]

[27 februari 1867 Aankondiging in Het Handelsblad]

[27 februari 1867 Aankondiging in De Koophandel]

[27 februari 1867 Bericht in Le Précurseur]

[27 februari 1867 Ingezonden Stuk in de Sneeker Courant]

[28 februari 1867 Brief van A. de Vos aan Multatuli]

[28 februari 1867 Voordracht van Multatuli te Antwerpen]

[28 februari 1867 Bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel]

[28 februari 1867 Verslag in de De Koophandel]

[2 maart 1867 Brief van Multatuli aan De Vos]

[2 maart 1867 Artikel in De Vlinder]

[2 maart 1867 Tweede voordracht van Multatuli in Antwerpen]

[2 maart 1867 Ingezonden stuk in de Sneeker Courant]

[3 maart 1867 Mededeling over Multatuli's voordrachten]

[4 maart 1867 Van den Rijn (XII)]

[6 maart 1867 Ingezonden stuk in de Sneeker Courant]

[7 maart 1867 Van den Rijn (XIII)]

[9 maart 1867 Van den Rijn (XIV)]

[9 maart 1867 Ingezonden stuk in de Sneeker Courant]

[12 maart 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[12 maart 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Helden]

[13 maart 1867 Van den Rijn (XV)]

[14 maart 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[16 maart 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[16 maart 1867 Rond den Heerd over Multatuli]

[17 maart 1867 Artikel in De Vooruitgang]

[20 maart 1867 Van den Rijn (XVI)]

[21 maart 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[22 maart 1867 Bericht over derde voordracht]

[23 maart 1867 Brief van Multatuli aan Van Vloten]

[24 maart 1867 Derde voordracht van Multatuli in Antwerpen]

[25 maart 1867 Van den Rijn (XVII)]

[26 maart 1867 Van den Rijn (XVIII)]

[28 maart 1867 Multatuli naar Kinderdijk]

[31 maart 1867 Multatuli keert terug naar Keulen]

[1 april 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[3 april 1867 Van den Rijn (XIX)]

[4 april 1867 Van den Rijn (XX)]

[4 april 1867 Brief van Multatuli aan Flemmich]

[4 april 1867 Brief van Multatuli aan Flemmich]

[5 april 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[5 april 1867 Van den Rijn (XXI)]

[6 april 1867 Brief van Multatuli aan mevrouw Flemmich]

[7 april 1867 Kritiek op Multatuli's derde voordracht]

[8 april 1867 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]

[Bijlage Kopie van brief aan Multatuli, november 1866]

[april 1867 Nederland publiceert Huets beoordeling]

[9 april 1867 Mededeling postbeambte]

[9 april 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[10 april 1867 Van den Rijn (XXII)]

[11 april 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[12 april 1867 Brief van Multatuli aan Flemmich]

[14 april 1867 Brief van Multatuli aan mevrouw Flemmich]

[17 april 1867 Van den Rijn (XXIII)]

[20 april 1867 Van den Rijn (XXIV)]

[23 april 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[24 april 1867 Van den Rijn (XXV)]

[26 april 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[28 april 1867 Artikel over Multatuli in Het Vrije Woord]

[30 april 1867 Van den Rijn (XXVI)]

[1 mei 1867 Van den Rijn (XXVII)]

[2 mei 1867 Brief van De Vos aan Multatuli]

[6 mei 1867 Van den Rijn (XXVIII)]

[7 mei 1867 Van den Rijn (XXIX)]

[11 mei 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[11 mei 1867 Van den Rijn (XXX)]

[14 mei 1867 Van den Rijn (XXXI)]

[16 mei 1867 Van den Rijn (XXXII)]

[17 mei 1867 Van den Rijn (XXXIII)]

[21 mei 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[22 mei 1867 Van den Rijn (XXXIV)]

[27 mei 1867 Van den Rijn (XXXV)]

[28 mei 1867 Van den Rijn (XXXVI)]

[29 mei 1867 Van den Rijn (XXXVII)]

[31 mei 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[1 juni 1867 Artikel in The North British Review]

[3 juni 1867 Van den Rijn (XXXVIII)]

[6 juni 1867 Brief van Rooses aan De Geyter]

[7 juni 1867 Brief van J. van Lennep aan Multatuli]

[8 juni 1867 Van den Rijn (XXXIX)]

[10 juni 1867 Brief van Multatuli aan Van Lennep]

[14 juni 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[14 juni 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[14 juni 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[17 juni 1867 Van den Rijn (XL)]

[21 juni 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[22 juni 1867 Van den Rijn (XLI)]

[22 juni 1867 Brief van Rooses aan Multatuli]

[24 juni 1867 Brief van d'Ablaing aan Van Hall]

[25 juni 1867 Brief van d'Ablaing aan Koorn]

[28 juni 1867 Van den Rijn (XLII)]

[1 juli 1867 Van Vloten krijgt ontslag als hoogleraar]

[4 juli 1867 Van den Rijn (XLIII)]

[5 juli 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[6 juli 1867 Brief van Rooses aan De Geyter]

[10 juli 1867 Van den Rijn (XLIV)]

[22 juli 1867 Van den Rijn (XLV)]

[26 juli 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[27 juli 1867 Van den Rijn (XLVI)]

[29 juli 1867 Van den Rijn (XLVII)]

[29 juli 1867 Brief van d'Ablaing aan Scheurleer]

[1 augustus 1867 Artikel in de Revue Britannique]

[2 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[2 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[2 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Van Lennep]

[2 augustus 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[2 augustus 1867 Van den Rijn (XLVIII)]

[3 augustus 1867 Van den Rijn (XLIX)]

[9 augustus 1867 Van den Rijn (L)]

[10 augustus 1867 Van den Rijn (LI)]

[11 augustus 1867 Brief van J. van Lennep aan Multatuli]

[12 augustus 1867 Rondschrijven Van Crombrugghe's Genootschap]

[13 augustus 1867 Van den Rijn (LII)]

[14 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[14 augustus 1867 Van den Rijn (LIII)]

[14 augustus 1867 Programma van de feesten in Gent]

[17 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[17 augustus 1867 Aankondiging letterkundig feest]

[17 augustus 1867 Artikel in Het Volksbelang]

[19 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[19 augustus 1867 Programma feestavond]

[20 augustus 1867 Toespraak van Multatuli in het congres]

[20 augustus 1867 Verslag van Multatuli's toespraak]

[20 augustus 1867 Van den Rijn (LIV)]

[20 augustus 1867 Bericht in de Beurzencourant]

[21 augustus 1867 Multatuli op de derde Algemene Zitting]

[21 augustus 1867 Multatuli verdedigt De Geyter]

[21 augustus 1867 Multatuli aan het banket]

[21 augustus 1867 Van den Rijn (LV)]

[21 augustus 1867 Ingezonden brief van Rolin-Jaequemyns]

[21 augustus 1867 Verslag in Le commerce de Gand]

[21 augustus 1867 Bericht in Le Bien Public]

[21 augustus 1867 Bericht in Het Vlaemsche Land]

[22 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[22 augustus 1867 Verslag in de Gentsche Mercurius]

[22 augustus 1867 Artikel in Le Bien Public]

[23 augustus 1867 Bericht in de Beurzencourant]

[24 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[24 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[24 augustus 1867 Artikel in de Beurzencourant]

[24 augustus 1867 Artikel in Le Bien Public]

[26 augustus 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[26 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Vreede]

[26 augustus 1867 Brief van Multatuli aan Te Winkel]

[27 augustus 1867 Brief van Vreede aan Multatuli]

[27 augustus 1867 Van den Rijn (LVI)]

[27 augustus 1867 Ingezonden brief van Rolin-Jaequemyns]

[27 augustus 1867 Bericht Utrechtsch Dagblad]

[28 augustus 1867 Van den Rijn (LVII)]

[28 augustus 1867 Bericht Utrechtsch Dagblad]

[30 augustus 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[31 augustus 1867 Hoofdartikel in Het Volksbelang]

[augustus 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[3 september 1867 Van den Rijn (LVIII)]

[10 september 1867 Van den Rijn (LIX)]

[10 september 1867 Brief van d'Ablaing aan Koning]

[13 september 1867 Van den Rijn (LX)]

[september 1867 Brief van Multatuli aan redactie Handelingen]

[17 september 1867 Van den Rijn (LXI)]

[19 september 1867 Van den Rijn (LXII)]

[20 september 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[23 september 1867 Van den Rijn (LXIII)]

[24 september 1867 Van den Rijn (LXIV)]

[26 september 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[28 september 1867 Van den Rijn (LXV)]

[2 oktober 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[3 oktober 1867 Van den Rijn (LXVI)]

[4 oktober 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[8 oktober 1867 Van den Rijn (LXVII)]

[10 oktober 1867 Van den Rijn (LXVIII)]

[12 oktober 1867 Brief van Multatuli aan Rooses]

[14 oktober 1867 Van den Rijn (LXIX)]

[14 oktober 1867 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]

[16 oktober 1867 Van den Rijn (LXX)]

[17 oktober 1867 Van den Rijn (LXXI)]

[19 oktober 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[19 oktober 1867 Bericht Sneeker Courant]

[23 oktober 1867 Van den Rijn (LXXII)]

[24 oktober 1867 Van den Rijn (LXXIII)]

[29 oktober 1867 Van den Rijn (LXXIV)]

[30 oktober 1867 Van den Rijn (LXXV)]

[1 november 1867 De Revue moderne publiceert Max Havelaar]

[5 november 1867 Van den Rijn (LXXVI)]

[8 november 1867 Brief van d'Ablaing aan De Mol van Otterloo]

[12 november 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[12 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[12 november 1867 Van den Rijn (LXXVII)]

[14 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[18 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[18 november 1867 Van den Rijn (LXXVIII)]

[19 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[21 november 1867 Brief van Multatuli aan De Geyter]

[22 november 1867 Van den Rijn (LXXIX)]

[23 november 1867 Feuilleton van H. de Pène]

[27 november 1867 Brief van Multatuli aan Rochussen]

[28 november 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[29 november 1867 Van den Rijn (LXXX)]

[30 november 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[3 december 1867 Van den Rijn (LXXXI)]

[6 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[7 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[7 december 1867 Van den Rijn (LXXXII)]

[10 december 1867 Van den Rijn (LXXXIII)]

[12 december 1867 Van den Rijn (LXXXIV)]

[13 december 1867 Rekest van Multatuli aan de Koning]

[13 december 1867 Van den Rijn (LXXXV)]

[14 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[15 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[15 december 1867 Huet schrijft een voorbericht]

[18 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[Bijlage De verkladde blaadjes]

[Bijlage Mededeling van C.Th. van Deventer]

[18 december 1867 Brief van Tine aan Potgieter]

[19 december 1867 De Minister van Justitie schrijft de Proc. Gen.]

[20 december 1867 Van den Rijn (LXXXVI)]

[21 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[23 december 1867 Brief van Huet aan Multatuli]

[24 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[24 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[24 december 1867 President Rechtbank schrijft Off. v. Justitie]

[27 december 1867 Van den Rijn (LXXXVII)]

[30 december 1867 Advies van de Officier van Justitie inzake rekest]

[31 december 1867 Brief van Multatuli aan Huet]

[31 december 1867 Brief van Multatuli aan Tine]

[31 december 1867 Van den Rijn (LXXXVII)]

Het voorjaar van 1868

Brieven en dokumenten

[1 januari 1868 De Revue moderne publiceert Max Havelaar]

[3 januari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[3 januari 1868 Besluit tot Kamerontbinding]

[4 januari 1868 Wintgens minister van Justitie]

[7 januari 1868 Rappel van de Minister van Justitie]

[8 januari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[8 januari 1868 Van den Rijn (I)]

[8 januari 1868 Advies van de Rechtbank te Amsterdam]

[9 januari 1868 Brief van Huet aan Multatuli]

[9 januari 1868 Rapport van de Procureur-generaal]

[10 januari 1868 Rapport van de Minister van Justitie]

[11 januari 1868 Van den Rijn (II)]

[11 januari 1868 Besluit van de koning inzake gratie]

[11 januari 1868 Bericht aan de Procureur-generaal]

[12 januari 1868 Brief van Nahuijs aan d'Ablaing]

[13 januari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[14 januari 1868 Brief van d'Ablaing aan Nahuijs]

[16 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[16 januari 1868 Van den Rijn (III)]

[17 januari 1868 Van den Rijn (IV)]

[18 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[18 januari 1868 Brief van Nahuijs aan d'Ablaing]

[18 januari 1868 Brief van Nahuijs aan d'Ablaing]

[19 januari 1868 Brief van d'Ablaing aan Nahuijs]

[21 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[22 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[22 januari 1868 Verkiezingen Tweede Kamer]

[24 januari 1868 Van den Rijn (V)]

[25 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[25 januari 1868 Van den Rijn (VI)]

[25 januari 1868 Brief van Tine aan Stéphanie]

[29 januari 1868 Van den Rijn (VII)]

[30 januari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[1 februari 1868 Van den Rijn (VIII)]

[februari 1868 De Engelse vertaling van de M.H. verschijnt]

[4 februari 1868 Van den Rijn (IX)]

[6 februari 1868 Brief van Tine aan Stéphanie]

[8 februari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[8 februari 1868 Brief van Rochussen aan Multatuli]

[10 februari 1868 Brief van Multatuli aan Rochussen]

[10 februari 1868 Beoordeling in de Daily News]

[12 februari 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[12 februari 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[14 februari 1868 Van den Rijn (X)]

[14 februari 1868 Beoordeling in de Evening Star]

[15 februari 1868 Brief van Huet aan Multatuli]

[17 februari 1868 Van den Rijn (XI)]

[19 februari 1868 Van den Rijn (XII)]

[20 februari 1868 Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]

[25 februari 1868 Van den Rijn (XIII)]

[3 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[3 maart 1868 Multatuli gaat naar Den Haag]

[4 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[4 maart 1868 Van den Rijn (XIV)]

[6 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[7 maart 1868 Artikel van Nahuijs in de Ned. Spectator]

[9 maart 1868 Brief van Multatuli aan Rochussen]

[9 maart 1868 Brief van Rochussen aan Van Zuylen]

[10 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[10 maart 1868 Brief van Tine aan Stéphanie]

[11 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[12 maart 1868 Koninklijk besluit inzake opdracht Huet]

[13 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[14 maart 1868 Artikel in de Sneeker Courant]

[16 maart 1868 Artikel in de Friesche Courant]

[16 maart 1868 Brief van Tine aan Potgieter]

[18 maart 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]

[19 maart 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[22 maart 1868 Brief van De Geyter aan d'Ablaing]

[23 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[23 maart 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]

[23 maart 1868 Artikel in de Friesche Courant]

[24 maart 1868 Van den Rijn (XV)]

[26 maart 1868 Onderhoud met Hasselman]

[26 maart 1868 Artikel in de Friesche Courant]

[27 maart 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]

[28 maart 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[29 maart 1868 Voordracht van Multatuli in Utrecht]

[31 maart 1868 Bericht over Multatuli's voordracht]

[31 maart 1868 Van den Rijn (XVI)]

[1 april 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[1 april 1868 Beoordeling in The British Quaterly Review]

[1 april 1868 Beoordeling in The Westminster Review]

[1 april 1868 Beoordeling in The Contemporary Review]

[3 april 1868 Brief van Huet aan Multatuli]

[3 april 1868 Tine int een wissel]

[5 april 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[5 april 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[6 april 1868 Brief van Multatuli aan Hasselman]

[6 april 1868 Brief van Huet aan Multatuli]

[11 april 1868 Het zwarte boek I in de Sneeker Courant]

[15 april 1868 Het zwarte boek II]

[april 1868 Opinions of the Press]

[17 april 1868 Van den Rijn (XVII)]

[17 april 1868 Brief van Huet aan Multatuli]

[18 april 1868 Het zwarte boek III in de Sneeker Courant]

[19 april 1868 Brief van Multatuli aan Huet]

[21 april 1868 Van den Rijn (XVIII)]

[22 april 1868 Brief van Multatuli aan Tine]

[24 april 1868 Brief van De Geyter aan d'Ablaing]

[24 april 1868 L.A. te Winkel overlijdt]

[25 april 1868 Van den Rijn (XIX)]

[25 april 1868 Het zwarte boek IV in de Sneeker Courant]

[28 april 1868 Begroting van Buitenlandse Zaken verworpen]

[29 april 1868 Van den Rijn (XX)]

Biografische aantekeningen


[15 januari 1867
Van den Rijn (III)]

15 januari 1867

Bijdrage van Multatuli in de Opregte Dingsdagsche Haarlemsche Courant, no. 13.

Keulen: de bouw van de Dom begon in 1248, verslapte na een eeuw en werd in 1559 gestaakt. Onder romantische invloed ving men in 1842 aan met restauratie en voltooiing, een werk dat nog bijna veertig jaar in beslag nam. Over deze poging om in de 19de eeuw voort te zetten wat in de 13de eeuw begonnen was, maakt Multatuli een opmerking in de Max Havelaar (V.W. I, blz. 56-57).

Van den Rijn, 11 Januarij.

De Allgemeine-Zeitung verzekert, dat het jagtregt in Nassau aan eene naauwkeurige herziening zal worden onderworpen. De overgangstoestand, waarin de reglementen op de jagt schijnen te verkeeren, strekt zeer in het voordeel der wilddieven; althans, in de aan Nassau grenzende Rijnsteden wordt aanhoudend allerlei groot wild tegen zeer lagen prijs te koop aangeboden. Het is dus van belang, dat er spoedig aan dezen toestand een einde kome. - Men schrijft uit Wiesbaden: ‘Tot eer onzer stad dient gezegd te worden, dat het gerucht, als zou het adres aan den Koning tot behoud van de speelbank, onderteekend zijn geweest door meer dan 3000 achtenswaardige burgers, gebleken is, valsch te zijn. Hoe vele handteekeningen op dat stuk gesteld zijn, weten wij niet; maar dit weten wij, dat het slechts geteekend is door aandeelhouders in de Bank, geëmployeerden en bedienden van die inrigting, door schoolkinderen en marktvrouwen. Ook beweert men, dat het stuk niet is doorgezonden aan den Koning, daar de burgerlijke commissaris zou geweigerd hebben, het aantenemen, toen het hem werd aangeboden door zekeren aandeelhouder in de Bank; een man, wien Hertog Adolf had gedecoreerd voor verdiensten van zeer dubbelzinnigen aard.’ De Mainzer-Beobachter, dit berigt mededeelende, zegt, niet te kunnen gelooven, dat geene ‘achtenswaardige’ bewoners van Wiesbaden daarop zouden hebben geteekend. ‘Achtenswaardig (zegt dat blad) in maatschappelijk-staatkundigen zin (en dit moet hier bedoeld worden, daar er geene spraak kan zijn van gewetens-onderzoek), achtenswaardig is ieder, die een flink huis bewoont; daarin een nuttig bedrijf uitoefent; behoorlijk zijne belasting opbrengt, enz. Daar nu nagenoeg alle bezitters en bewoners van huizen te Wiesbaden de middelen tot het ophouden hunner “achtenswaardigheid” moeten putten uit het verkeer, dat de speelbank in het leven roept, zou er eene zeer buitengewone maat van zelfverloochening vereischt worden om de opheffing van de speelbank onverschillig aantezien. Zeker zou het een ongewoon verschijnsel zijn in de wereldgeschiedenis, eene geheele stad bewoond te zien door Cato's en stoïcijnen. Die al te gewillige marktvrouwen moeten zich misplaatst gevoelen te midden van zoo veel deugd.’ - Ook in andere couranten wordt veel geschreven over de Wiesbadensche speelbank. De Coblenzer zegt: ‘Over het geheel spreekt men den vloek uit over de pogingen, die zekere lieden in het werk stellen om de Bank te behouden. Het zijn dezelfde personen, die door hunne zwendelarij Hertog Adolf in 't ongeluk sleepten, en zij meenen op de nieuwe Regering gelijken invloed te hebben als vroeger. Dit is eene misrekening: le jeu est fait...rien ne va plus.’ - Ook de domeinen-kwestie houdt in Nassau de gemoederen bezig. Van St. Goarshausen, Höchst, Königstein, Wehen, Hochheim, Eltville, Idstein, Dietz en Nassau zijn in de laatste dagen niet minder dan 78 adressen aan graaf Bismarck gezonden, in welke wordt aangedrongen op handhaving der beweerde regten van het Land. Men gelooft, dat dit vraagstuk zijne oplossing nadert, en dat de daaromtrent nog hangende werkzaamheden alleen de vormen betreffen. - Men leest in den Rheinischen-Kurier: ‘Wiesbaden is in groote onrust. Er loopt namelijk een gerucht, dat de Regering het geregtshof en de rekenkamer naar Frankfort zal verplaatsen. Indien dat gerucht zich bevestigt, zou het verlies onherstelbaar wezen. De misdaden in onze stad en op het land nemen in onrustbarende mate toe; diefstal is aan de orde van den dag, ofschoon ook andere misdaden niet ongewoon zijn. Vooral te Wiesbaden zelve hebben de agenten der politie de handen vol. De preventief-gevangenis was dezer dagen zóó gevuld, dat men een deel der gearresteerden heeft moeten overbrengen naar de crimineel-gevangenis.’ - Hertog Adolf van Nassau staat in de officiële ranglijst van het pruissische leger voor 1867 nog opgegeven als chef van het 4de uhlanenregiment. - De zoogenaamde gezondheids-apostel Ernst Mahner heeft dezer dagen gedurende 20 minuten in den Rijn bij Biberich gezwommen.

- De Mainzer-Zeitung spreekt over een handelsverdrag, dat tusschen Oostenrijk en Pruissen zou gesloten worden, bepaaldelijk met het oog op den invoer en de verspreiding van hongaarschen wijn in Pruissen. Of dit de markt van de Rijnsche wijnen bederven zou, weet men niet. - Prins Lodewijk van Hessen is naar Berlijn vertrokken, naar men zegt, om zich daar bezigtehouden met krijgskundige nasporingen. - Hoewel nu eindelijk op den 7den en 8sten dezer de manschappen van het 32ste regiment, welker diensttijd onbepaald was verlengd, inderdaad van Mainz vertrokken zijn, verneemt men, dat hun vertrek nog niet beschouwd worden kan als het definitive einde van de hun opgelegde straf. Eerst op de hoofdplaats van het district waartoe zij respectivelijk behooren, zal hun lot beslist worden. Toch blijft men verwachten, dat hun de vrijheid zal geschonken worden. - De Mainzer bisschop von Ketteler heeft eene brochure geschreven, die, naar men verneemt, in Februarij het licht zal zien. De titel is: ‘Onze toestand in Duitschland, na den oorlog van 1866’. Een vlugschrift van denzelfden prelaat, ‘Vrijheid, Overheid en Kerk’, dat in 1862 verscheen, werd bij duizenden verkocht, en in onderscheidene talen overgezet. - De werkzaamheden van het deel der Bonds-commissie, hetwelk belast is met het afdoen der zaken te Mainz, zullen waarschijnlijk eerstdaags ten einde loopen. Als datum van oplossing der betrekkingen is, naar men verneemt, de laatste December 1866 aangenomen, daar het al te lastig wezen zou, de scheiding te doen aanvangen op het juiste oogenblik, waarop Pruissen het Verbond verliet. Men verzekert, dat de zuidduitsche Staten, als zóódanig, vele uitgaven zullen te vergoeden hebben, die aan soldaten-tractement, schadeloosstelling van particulieren enz., geschied zijn, en welke Pruissen weigert, te valideren op de algemeene rekening van het Verbond.

- Men verneemt uit Keulen, dat de bijdragen voor het bouwen aan den Dom, gedurende het jaar 1866, 108,817 th. beloopen hebben.

- De gewezen Keurvorst van Hessen heeft te Frankfort het huis in de Neue Mainzer-strasse betrokken, hetwelk hij van den heer von Rothschild gehuurd heeft. - In het veld-lazareth te Frankfort liggen nog altijd 54 zwaar gewonde militairen (4 Oostenrijkers en 50 Pruissen), die echter in de aanstaande week naar het gewone militaire hospitaal zullen worden overgebragt. De burgerij heeft hun een kersfeest gegeven; de gewonden hebben rijke geschenken ontvangen; een soldaat ontving een koffer vol onder- en bovenkleederen.

- Er loopt een gerucht, dat de gewezen pruissische minister von Bethman-Holweg, een geboren Frankforter, als candidaat voor het noordduitsche Parlement zou gesteld worden.-

Het regeringsblad van Weimar maakt bekend, dat de leden van het noordduitsche Parlement een daggeld van 4 th. (7 fl.) en 1 fl. per mijl reiskosten uit de schatkist zullen ontvangen. Gelijk men weet, is den pruissischen Afgevaardigden geene vergoeding of belooning toegekend. - Men schrijft uit Mannheim: ‘Gisteren (1 Januarij) verkondigden vreugdeschoten, dat de Rijn vrij was; vrij, eindelijk, in den waren zin van het woord; vrij, ten laatste, na 19 eeuwen geboeid te zijn geweest in allerlei banden.’ Er is spraak van om den zetel der Rijnscheepvaart-commissie op nieuw naar Mainz te verleggen.

- Op den 8sten dezer is de Moezel bij Trier acht voet gewassen, en latere berigten vermelden, dat het stijgen van het water nog altijd aanhoudt.

- Naar men beweert, zouden de generaals von Manteuffel en von der Göben, die niet begrepen waren in de dotatie-wet, daarvoor schadeloos gesteld worden door den Koning, uit zijne particuliere fondsen.

- Door de vergrooting des Rijks zal de landweer worden vermeerderd met 22 bataillons infanterie, welke den naam zullen dragen van de hoofdstandplaats hunner staven. Hiervan komen 5 op de Elbe-Hertogdommen, 10 op Hannover, 2 op Nassau, 1 op Frankfort en 4 op Hessen. Zoo zullen dan voortaan, zonder de landweer van den tweeden ban, bij eene mobilisering, in het veld kunnen rukken 6 garde- en 126 linie-landweer-bataillons; 8 garde- en 168 linie-landweer-escadrons. Voor zundnadel-geweren en karabijnen is overal gezorgd.

- Volgens opgave van eenige Rijnsche bladen, zou de generale staf van het pruissische leger te Berlijn dezer dagen belangrijk uitgebreid zijn. Onder den generaal von Moltke staan: 1 luitenant-generaal, 1 generaal-majoor, 10 kollonels, 10 luitenant-kollonels, 37 majoors, 36 kapiteins, 3 ingenieurs-geografen, en 1 inspecteur van de ‘plankamer’; eene inrigting, waar de platte gronden en topografische beschrijvingen van alle bekende plaatsen der wereld zijn bijeengebragt.

- Het uitbreken der veeziekte in nederlandsche grensstreken, heeft aanleiding gegeven tot het verbieden van veemarkten in de presidentschappen Dusseldorp en Aken. De Coblenzer-Zeitung bevatte dezer dagen een uit Oost-Friesland ingezonden stuk, waarin het toenemen van de runderpest in Nederland wordt toegeschreven aan den strijd der partijschappen, die het nemen of doorzetten van gepaste maatregelen (volgens dat stuk) zou in den weg staan.