Volledige Werken. Deel 6. Ideeën, vierde bundel. Ideeën, vyfde bundel
1049a.
Om Petrus te leren begrypen, den moedigsten van Jezus' volgelingen, behoeft men zich slechts voor te stellen dat er, vóór 't verraad, aan Judas gevraagd was: zyt gy ook niet uit zyn discipelen? Judas zou waarachtig niet neen gezegd hebben! Een betuiging kost den laaghartige niets, maar den oprechte is zy 'n daad. Petrus was niet gereed voor 'n offer, vooral omdat het gevorderd scheen zonder dat het op 'n offer geleek. Voorzeker zou hy z'n heer niet verloochend hebben, indien hem de vraag ware gedaan door gewapende en dreigende krygslieden. Hy had z'n karakter niet by de hand, omdat de ondervraging geschiedde door 'n dienstmaagd, en... eens verloochend hebbende struikelde hy over de geringe moeilykheid van 't terugkomen op z'n woord, hy die zich met moed en lust zou hebben teweergesteld tegen 't schrikkelykst gevaar. Waar 'n held zich klein toont, is 't by vergissing... het tonen niet, maar 't kleinvoelen zelf. We kunnen dien toestand vergelyken by de penurie van den ryke die, ongewoon aan geringe geldelyke bezwaren, verzuimd heeft zich by zekere gelegenheid te voorzien van pasmunt.
Wel jammer, dat die pasmunt zo'n grote rol speelt in de wereld! En heel onbillyk, dat lieden die gewoon zyn aan kopergeld, zich zo vermeien in den nood van den millionnair wanneer hy ten gevolge van hun armoed, z'n bankpapier niet gewisseld kan krygen!