Volledige Werken. Deel 6. Ideeën, vierde bundel. Ideeën, vyfde bundel
1045.
Ik richt het woord tot de sterkeren, die dwalende aanleggen op 'n verkeerd wit. Waarschynlyk zyn er velen die - als Post - menen iets degelyks te hebben verricht, door zich te verdiepen in bewondering voor de nieuwe verf waarmee men tegenwoordig de theologie tracht op te kleuren. Waarschynlyk zyn er die menen in ‘staatkunde’ gedaan te hebben, als ze 't een-of-ander ‘orgaan’ van de tegenparty betrapten op 'n fout.
Voorzover dit by vergissing geschiedt, kan een waarschuwing haar nut hebben. Ook moet de onnadenkende gewezen worden op de industrie dergenen, die niet uit vergissing hun orfèvredoeltje in de plaats schoven van 't geheel.
Betwyfelt men de juistheid van m'n slotsom?
Er bestaat een criterium dat we kunnen raadplegen. Het is de norm der persoonlykheden die sedert vele tientallen jaren door de natie werden waardig gekeurd haar te vertegenwoordigen op allerlei terrein. Men begrypt dat ik hiermede geenszins bedoel, ál die personen zelf aan te vallen, schoon velen hunner hiertoe lokkend genoeg uitnodigen. Doch neen, ik spreek nu van 't gemiddeld gehalte, dat getoetst moet worden aan klassische modellen, beoordeeld naar klassieken maatstaf.
Durft iemand beweren dat dit gehalte op de hoogte is van de eisen des tyds?
Ik geloof het niet!