Multatuli.online


1146.

Om van Fancy's spinsel en borduursel iets te leren begrypen, is 't noodzakelyk enige uren terug te gaan.

De lezer herinnert zich dat er dien middag ter uitspanning van de hoge personages die Amsterdam vereerden met 'n bezoek, 'n hardzeilery zou worden gehouden op den Amstel. Juffouw Laps had reeds de goedheid dit aan ons en de Pietersens mee te delen, en tevens dat de zaak mislukt was door 'n onhoffelyk gebrek aan wind. Ze had de waarheid gezegd. Hopen wy dat deze uitspatting geen al te nadelige gevolgen moge gehad hebben voor 't evenwicht van haar ziel....

Het was dien dag inderdaad bladstil. De mannen van 't vak beweerden ‘dat er geen zuchtjen aan de lucht was’. Wie zich anders uitdrukte, werd voor 'n landkrab gehouden.

Het plezier-roeien was nog niet in de mode - de mode had ongelyk, want het is 'n flinke mannelyke oefening - doch al ware dit anders geweest, Amstelboeiers zyn niet op roeien ingericht, en andere geschikte vaartuigen waren niet by-de-hand, om nu niet te spreken van 't gebrek aan eelt in de handen van de liefhebbers. In dit opzicht dan toch waren onze grootouders nog lamlendiger fatsoenlyk dan wy. Ze dachten er zelfs niet aan, dat zo'n ma-trozige inspanning 'n vermaak wezen kon zonder de minste schade voor deftigheid, en meenden al heel wat ferms uit te richten, wanneer ze als half lege meelzakken met den schoot in de hand in 'n stuurstoel lagen te dutten. De wind moest by die gelegenheden al het werk doen, en had dus eigenlyk alleen aanspraak op 't plezier.

Maar de wind deed nu eenmaal dien dag z'n werk niet. Hy scheen elders bezig, en floot misschien onzen tegenvoeters 'n spotdeuntje voor, op al de gefopte potentaten die tussen Ouwerkerk en Amsterdam heen-en-weer pauwden in stof en hitte.

Ja, 't was gloeiend heet. Koningen en prinsessen zweetten als mensen. De joujoux de Normandie - 't speel- en groettuig der beau-monde van dien tyd - klommen al trager en trager by hun koordjes op. Nu, dit stond zo kwaad niet, want de goede toon schreef voor, dat ze zeer langzaam stegen, en zich aanstelden alsof ze moeite hadden de hand te bereiken die ze had laten vallen. Dat, of zo-iets, heette: morbidezza. De beweging der vingers, die 't kleine rukje moest meedelen waardoor 't stygen werd teweeggebracht, behoorde onmerkbaar te zyn. Dit gold voor gratie, bekwaamheid, verstand, en zelfs by mangel aan beter, voor genie.