Multatuli.online

Ideën, eerste bundel

Ideeën, eerste bundel

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.

11.

12.

13.

14.

15.

16.

17.

18.

19.

20.

21.

22.

23.

24.

25.

26.

27.

28.

28a.

29.

30.

31.

32.

33.

34.

35.

36.

37.

38.

39.

40.

41.

42.

43.

44.

45.

46.

47.

48.

49.

50.

51.

52.

53.

54.

55.

56.

57.

58.

59.

60.

61.

62.

63.

64.

65.

66.

67.

68.

69.

70.

71.

72.

73.

74.

75.

76.

77.

78.

79.

80.

81.

82.

83.

84.

85.

86.

87.

88.

89.

90.

91.

92.

93.

94.

95.

96.

97.

98.

99.

100.

101.

102.

103.

104.

105.

106.

107.

108.

109.

110.

111.

112.

113.

114.

115.

116.

117.

118.

119.

120.

121.

122.

123.

124.

125.

126.

127.

128.

129.

130.

131.

132.

133.

134.

135.

136.

137.

138.

139.

140.

141.

142.

143.

144.

145.

146.

147.

148.

149.

150.

151.

152.

153.

154.

155.

156.

157.

158.

159.

160.

161.

162.

163.

164.

165.

166.

167.

168.

169.

170.

171.

172.

173.

174.

175.

176.

177.

178.

179.

180.

181.

182.

183.

184.

185.

186.

187.

188.

189.

190.

191.

192.

193.

194.

195.

196.

197.

198.

199.

200.

201.

202.

203.

204.

205.

206.

207.

208.

209.

210.

211.

212.

213.

214.

215.

216.

217.

218.

219.

220.

221.

222.

223.

224.

225.

226.

227.

228.

229.

230.

231.

232.

233.

234.

235.

236.

237.

238.

239.

240.

241.

242.

243.

244.

245.

246.

247.

248.

249.

250.

251.

252.

253.

254.

255.

256.

257.

258.

259.

260.

261.

262.

263.

264.

265.

266.

267.

268.

269.

270.

271.

272.

273.

274.

275.

276.

277.

278.

279.

280.

281.

282.

283.

284.

285.

286.

287.

288.

289.

290.

291.

292.

293.

294.

295.

296.

297.

298.

299.

300.

301.

302.

303.

304.

305.

306.

307.

308.

309.

310.

311.

312.

313.

314.

315.

316.

317.

318.

319.

320.

321.

322.

323.

324.

325.

326.

327.

328.

329.

330.

331.

332.

333.

334.

335.

336.

337.

338.

339.

340.

341.

342.

343.

344.

345.

346.

347.

348.

349.

350.

351.

352.

353.

354.

355.

356.

357.

358.

359.

360.

361.

362.

363.

364.

365.

366.

367.

368.

369.

370.

371.

372.

373.

374.

375.

376.

377.

378.

379.

380.

381.

381.

382.

383.

384.

385.

386.

387.

388.

389.

390.

391.

392.

393.

394.

395.

396.

397.

398.

399.

400.

401.

402.

403.

404.

405.

406.

407.

408.

409.

410.

411.

412.

413.

414.

415.

416.

417.

418.

419.

420.

421.

422.

423.

424.

425.

426.

427.

428.

429.

430.

431.

432.

433.

434.

435.

436.

437.

438.

439.

440.

441.

442.

443.

444.

445.

446.

447.

Bylagen

Aantekeningen


304.

In den Havelaar spreek ik ergens over:

‘een dorp dat pas was veroverd door Nederlandse soldaten, en dus in brand stond.’

Dat ‘dus’ is pikant? Kunstig? Ik ben niet kunstig, en waar 'k pikant ben, is 't alleen omdat de waarheid pikant is. Ik begryp wel, dat handeldryvende Nederlanders - uit zuinigheid - my liever houden voor 'n kunstenschryver, dan voor 'n schryver die de waarheid zegt, omdat de kunst te koop is voor weinige centen huurgeld, en 't erkennen der waarheid heel duur kosten zou, maar toch wil 'k nu en dan 'n bydrage leveren tot de stukken van 't proces, dat eenmaal zal worden gevoerd tussen de Hollandse natie en myn nagedachtenis.

Ik zeg: ‘dat dorp stond in brand, omdat het veroverd was door Nederlandse soldaten.’

Daarin ligt heel duidelyk de beschuldiging dat ons krygsvolk schandelyk huishoudt in veroverde plaatsen, en ik, die gewoonlyk vry juist meen wat er in myn uitdrukkingen ligt, verklaar dan ook by dezen dat inderdaad myn bedoeling was die beschuldiging in te brengen tegen de, voor hoog geld gehuurde, welgewapende colporteurs van Nederlandse beschaving en verdere deugden.

Ja, 't dorp was veroverd door Nederlandse soldaten, en stond dus in brand.

Op Nederlandse heldendeugd volgt brand. Nederlandse overwinning leidt tot verwoesting. Nederlandse krygsbedryven baren wanhoop.

Dit moest niet wezen, vindt ge wel? En als dat - door myn invloed - zal veranderd zyn, hoor ik reeds Mr Van Twist en consorten roepen: precies m'n idee!

Maar 't is jammer dat de man zo'n idee niet precies had, of althans dat-i niet zo'n precies idee had, toen de natie hem vry precies betaalde óm dat idee te hebben.

Ik heb - zonder betaling - de preciese waarheid gezegd, ook in dat woordje: dus.

De Havelaar verscheen in Mei 1860. Door de vriendelyke zorg van de firma De Ruyter en Van Lennep, werden er slechts weinige exemplaren naar Indië gezonden. Wie 't loochent, leze de klachten daarover in de indische bladen. 't Effect moest gedoofd worden - de anti-Amsterdamse spoorwegwet was gevallen - en daarom geschiedde de verzending langzaam, schoorhandend, met vrezen en beven, zoals men rottekruid toedient. De beoordeling van 't Bataviaas Handelsblad begint met de woorden: ‘Eindelyk is 't ons mogen gelukken dat boek machtig te worden.’ En vroeger reeds had het ‘aan Multatuli den raad gegeven, in 't vervolg een minder slaperigen uitgever te kiezen.’

Die beschuldiging nu was ongegrond. De uitgevers De Ruyter en Van Lennep waren niet slaperig geweest, maar integendeel redelyk wakker. Men kan heel actief zyn in 't opzettelyk nalaten.

Hoe dit zy, ik constateer dat de Max Havelaar, die in Mei 1860 verschenen was, eerst vier, vyf maanden daarna - en met belemmering altoos - te verkrygen was op Batavia.

Het betekenisvolle woordje: dus, dat brandstichting en Nederlandse heldenmoed koppelde tot 'n infaam huwelyk, kan daar populair zyn geworden in September of October van dat jaar. Als ik 'n kunstenchryver was, zou 't verzet tegen m'n kunstigheid moeten zyn uitgegaan van dezen of genen officier van 't Nederlandse leger.

In stede daarvan...

Ziehier - en wel van de meest bevoegde kant - een toestemmend antwoord op myn beschuldiging.

Dag-order
Hoofdkwartier Batavia, 5 October 1860

‘Bij het lezen van de vele goed bewerkte korpsgeschiedenissen, die het militair departement opvolgend zijn aangeboden, wordt men, te midden van het vele goede, dat men daarin vindt, weemoedig getroffen door een tal van daarin vermelde verwoestingen, die een schaduw werpen op zo menige schone bladzijde.

Men zoekt vergeefs naar den oorsprong van die heilloze gewoonte, die zo vele overwinningen en nederlagen doet gepaard gaan met de vernieling van het weinige wat het volk bezit. Vanwaar, vraagt men zich, heeft het leger, dat naar beschaafde en Christelijke beginselen bestuurd wordt, het recht geput, zo strijdig toch met het oorlogsrecht van beschaafde volken, om het private eigendom te vernielen, en schuldeloze vrouwen en kinderen of machteloze grijsaards bloot te stellen, om door gebrek om te komen?

Een werktuig van wraak of bestraffing kan het niet zijn, - want de taak van het leger is niet om te kastijden noch om te kwellen, maar om te strijden, te overwinnen en de gevolgen van den oorlog zo min mogelijk schadelijk te maken. Een ander beginsel onteert den staat, onder wiens vlag de oorlog wordt gevoerd. Het kan ook niet zijn een middel, om de overwinning gemakkelijker te maken of de gestoorde rust spoediger te herstellen, - want in stede van verzoening, verwekt de verwoesting slechts verbittering, versterkt zij het verzet, en vergroot zij den dorst naar wraak. Hoe zou men ook kunnen menen, dat een onkundig, onbeschaafd en meestal misleid volk, wanneer al wat het bezit, ook zijn voedingsmiddelen, baldadig verwoest zijn, éérder genegen zoude zijn, om de wapenen neder te leggen en den overwinnaar te gehoorzamen, dan zo lang de kans nog bestaat door onderwerping weder in het bezit van have en goed terug te komen?

Evenmin kan zulks gerechtvaardigd worden door de allerwege gehuldigde beginselen van het volkenrecht. Toen twee eeuwen geleden (1674) de Palts door het Franse leger verwoest werd, liet gans Europa een kreet van verontwaardiging horen over deze afschuwelijke daad. Zoude dan het Nederlands-Indische leger twee eeuwen later mogen doen, wat in een minder beschaafden tijd reeds is veroordeeld?

Niets kan inderdaad die verwoestingen rechtvaardigen, en wanneer men ze niettemin ziet plaats grijpen, dan moet men ze wel houden voor het gevolg van verouderde overleveringen, die bereids lang hadden moeten verlaten worden, of van valse beschouwingen.

Wanneer in Indië oorlog gevoerd wordt, is het altijd voor een van deze beide oogmerken, te weten onder misleide en oproerige onderdanen de rust te herstellen; - of, om de regenten van onbeschaafde volksstammen, die nog het zelfbestuur hebben behouden, in het belang der beschaving, mildere beginselen van bestuur en van internationale betrekkingen op te leggen. Voor beide deze gevallen past een beschaafde en milde oorlog beter, en zal deze ook betere werking hebben en heilzamer indrukken nalaten dan brandstichting en verwoesting. Reeds zijn de gevolgen van de oorlogen op zich zelven zo verderfelijk voor de welvaart van het volk, dat het niet nodig is die opzettelijk te vermeerderen, om beter de kastijdende hand te doen gevoelen. Daarom is het wenselijk, om het tot dusverre gevolgde voor goed te verlaten, en de beginselen der beschaafde volkeren aan te nemen.

Daarom ook is het wenselijk dat de officieren, door het beoefenen van het volkenrecht, zich bekend maken met hetgeen als oorlogsrecht voor geoorloofd en ongeoorloofd wordt gehouden, en zich overtuigen van de onbetamelijkheid en onbevoegdheid van het aanrichten van opzettelijke verwoestingen. Aldus zullen zij, wanneer het uur der toepassing zal gekomen zijn, met overtuiging en kennis van zaken, te beter bij hun onderhorigen de edeler gevoelens, die toch bij alle dapperen aanwezig zijn, kunnen opwekken, om de minder edele te onderdrukken, en den oorlog niet tot een hardvochtig handwerk te maken.’


De Luitenant-Generaal,
Adjudant des Konings in buitengewonen dienst,
Kommandant van het Oost-Indisch leger,
Van Swieten.

Wy leven in 'n tyd van verkiezingen. Ik geef den kiezers in overweging, hun uitverkoren sociëteitspresidenten op te dragen, aan de Regering de vraag voor te leggen: Of het ook tyd wordt ‘om 't tot dusverre gevolgde voor goed te verlaten, en de beginselen van beschaafde volkeren aan te nemen?