Multatuli.online

Volledige Werken. Deel 9. Brieven en dokumenten uit de jaren 1846-1857

Voorbericht

Nota

Dekkers eerste huwelijksjaren

[27 juli 1846 Dekker benoemd tot lid van een verpondingscommissie]

[Bijlage I betreffende de residentie Bagelen]

[Bijlage II betreffende de residentie Bagelen]

[19 augustus 1846 Brief van Abr. des Amorie van der Hoeven]

[30 september 1846 Gouvernementsbesluit inzake gelden]

[7 november 1846 Dekker dient een declaratie in]

[9 november 1846 Verkoopakte van het huis van Dekkers vader]

[15 december 1846 Gouvernementsbesluit inzake vergoeding van verplaatsingskosten]

[Bijlage betreffende de rivier Bogowonto]

[Bijlage betreffende de residentie Bagelen in 1846]

[1847 Conduite-beoordeling over Dekker]

[15 maart 1847 Missive van de Ass.-Res. van Krawang aan de Res. van Bagelen]

[24-28 juli 1847 Bezoek van G.-G. Rochussen aan Poerworedjo]

[13 augustus 1847 Dekker neemt het ambt van Secretaris waar]

[25 november 1847 Missive van de Res. van Bagelen aan de G.-G.]

[Bijlage betreffende een overstroming]

[11 december 1847 Gedicht van Dekker voor Keesje de Mooij]

[16 december 1847 Missive van de Res. van Bagelen aan de Dir.-Gen. van Financiën]

[25 januari 1848 Besluit van de G.-G. inzake een gratificatie]

[3 februari 1848 Rekest van Dekker aan de G.-G.]

[13 februari 1848 Rekest van Dekker aan de G.-G., inzake het radikaal]

[14 februari 1848 Apostil van de Res. van Bagelen bij Dekkers rekest]

[20 maart 1848 Abr. des Amorie van der Hoeven overlijdt]

[31 juli 1848 Rekest van Dekker aan de G.-G. inzake verlof]

[11 augustus 1848 Besluit van de G.-G. inzake een maand verlof]

[16 september 1848 Besluit van de G.-G. inzake verlengd verlof]

[19 oktober 1848 Dekker wordt lid van een onderwijscommissie]

[27 oktober 1848 Dekker benoemd tot Secretaris van de residentie Menado]

[27 oktober 1848 Akte van benoeming]

[17 december 1848 K.B. inzake het radikaal]

[2 januari 1849 Dispositie inzake storting van contributies]

Dekker op Celebes

[8 april 1849 Besluit van de G.-G. inzake het radikaal]

[Bijlage betreffende de residentie Menado]

[28 april 1849 Aantekeningen van Dekker in een Memoriaal]

[september 1849 Aantekening onder een Maleise brief]

[17 september 1849 Dekkers broer Jan hertrouwt]

[september-december 1849 Aantekeningen in het Memoriaal]

[5 oktober 1849 Dekker wordt lid van een onderwijscommissie]

[november 1849 Aantekeningen bij een brief]

[7 december 1849 Dekkers zuster Catharina overlijdt]

[december 1849 Aantekening bij een brief]

[1849 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]

[28 januari 1850 Akte, door Dekker opgemaakt als notaris]

[maart 1850 Dekker koopt een klein landgoed]

[Bijlage inzake een slavenveiling]

[28 juni 1850 Brief van Dekker aan Tine]

[29 juni 1850 Brief van Dekker aan Tine]

[30 juni 1850 Brief van Dekker aan Tine]

[25 juli 1850 Overlijdensakte van Dekkers vader]

[25 juli 1850 Overlijdensadvertentie van Dekkers vader]

[Bijlage Testament van Dekkers vader]

[augustus 1850 Advertentie inzake de boedel van Dekkers vader]

[oktober 1850 Brief van Dekker aan Tine]

[december 1850 Dekker verhuist]

[1850 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]

[15 januari 1851 Brief van Dekker aan zijn broer Pieter]

[22 januari 1851 Missive, door Dekker ontworpen]

[22 februari 1851 Missive, door Dekker ontworpen]

[24 februari - 6 mei 1851 Brief van Dekker aan Kruseman]

[1 april 1851 Publikatie aan de bevolking van Menado]

[3 april 1851 Tine's grootmoeder overlijdt]

[3 april 1851 Verbaal betreffende de matroos Watts]

[1 mei 1851 Missive, door Dekker ontworpen]

[2 mei 1851 Verklaring van matrozen]

[8 mei 1851 Missive, door Dekker ontworpen]

[12 mei 1851 G.-G. Duymaer van Twist aanvaardt zijn ambt]

[13 mei 1851 De publikatie van 1 april wordt verzonden]

[28 mei 1851 Missive, door Dekker ontworpen]

[30 mei 1851 Missive, door Dekker ontworpen]

[30 mei 1851 Missive, door Dekker ontworpen]

[20 juni 1851 Ontslag van een Hoofd]

[20 juni 1851 Missive, door Dekker ontworpen]

[27 juni 1851 Missive, door Dekker ontworpen]

[17 juli 1851 Missive, door Dekker ontworpen]

[17 juli 1851 Aantekening van Dekker]

[20 juli 1851 Verslag over Menado, 1849]

[20 juli 1851 Verslag over Menado, 1850, fragment]

[23 juli 1851 Briefje van Dekker aan Tine]

[26 juli 1851 Voorstel om Dekker te benoemen tot ass.-res.]

[4 augustus 1851 Rekest van Dekker betreffende eventuele benoeming tot resident]

[6 augustus 1851 Missive van Resident Scherius, Rekest van Dekker betreffende eventuele benoeming tot resident]

[8 oktober 1851 Dekker benoemd tot ass.-res. van Amboina]

[15-22 november 1851 Brief aan Kruseman]

[22-24 november 1851 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]

[1851 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal, inzake inkomsten per kwartaal]

[februari 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal inzake gelden]

Dekker op Ambon

[Bijlage betreffende Amboina]

[Bijlage inzake de toestanden op Amboina]

[Bijlage met tekening, inzake Dekkers woning]

[1-9 maart 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]

[25 maart 1852 Rapport van de sergeant van de wacht]

[26 maart 1852 Missive aan de Gouverneur]

[8 april 1852 Missive aan de Gouverneur]

[april 1852 Missive aan de Gouverneur]

[april 1852 Aantekening van Dekker in het Memoriaal]

[26 april 1852 Dekker ontvangt een prospectus]

[12 juni 1852 Missive aan de Gouverneur]

[14-16 juni 1852 Besluit van Dekker]

[22 juni 1852 Missive aan Van Eijbergen]

[22 juni 1852 Missive aan Van Eijbergen]

[22 juni 1852 Missive aan Van Eijbergen]

[22 juni 1852 De Gouverneur verleent Dekker verlof]

[25 juni 1852 Missive van de Gouverneur aan de G.-G.]

[5 juli 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]

[7 juli 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]

[20-23 juli 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]

[21 juli 1852 Missive van de Gouverneur]

[24 juli 1852 Versje van Dekker]

[24 juli 1852 Vertrek van Dekker]

Dekker op reis naar Nederland

[juli 1852 Dekker op Banda. Aantekeningen in het Memoriaal

[1 augustus 1852 Besluit van de G.-G. inzake twee jaar verlof]

[7 september 1852 Certificaat van ophouding van betaling]

[7 september 1852 De rekenkamer belast Dekker met f360]

[11 september 1852 Brief van Dekker aan Kruseman]

[september 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]

[15 september 1852 Gouvernementsbesluit inzake Dekkers opvolging]

[19 september 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]

[september-oktober 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]

[27 oktober 1852 Missive van de G.-G. aan de Min. van Koloniën]

[11 november 1852 Aantekeningen in het Memoriaal, inzake St. Helena]

[november-december 1852 Aantekeningen in het Memoriaal na St. Helena]

[30 december 1852 Brief van Dekker aan Kruseman]

[30 december 1852 Aantekeningen van Dekker in het Memoriaal]

Dekker met verlof

[18 januari 1853 Besluit van de Minister van Koloniën]

[januari 1853 Brief van Mevrouw A.J. Kerkhoven-van der Hucht]

[januari 1853 Aantekening van dezelfde]

[11 februari 1853 Brief van Dekker aan Tine]

[17 februari 1853 Dekker ontvangt Leidse studenten]

[20 februari 1853 Brief van Johannes Bosscha]

[Bijlage inzake de ontvangst van de Leidse studenten]

[23 februari 1853 Besluit van de Minister van Koloniën]

[maart 1853 Brief van Dekker aan zijn broer Jan]

[april 1853 Dekker lid van de vrijmetselaarsloge te Gorinchem]

[Bijlage betreffende Dekkers aansluiting bij de vrijmetselaars]

[Bijlage betreffende Dekkers aansluiting bij de vrijmetselaars]

[11 augustus 1853 Dekker in Culemborg]

De erfenis-kwestie

Overlijdensdata van Tine's familieleden

Dokumenten betreffende het vermogen van Tine's familie

[8 september 1853 Rekest van Dekker aan de Min. van Koloniën]

[12 september 1853 Beslissing van de Minister van Koloniën]

[17 november 1853 Brief van Dekker aan de Minister van Koloniën]

[17 november 1853 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]

[21 november 1853 Missive van de Secr.-Gen. van Koloniën aan Dekker]

[3 december 1853 Brief van Dekker aan de Secr.-Gen. van Koloniën]

[8 december 1853 Beslissing van de Minister van Koloniën]

[1 januari 1854 Geboorte van Dekkers zoon]

[2 januari 1854 Advertentie inzake de geboorte van Dekkers zoon]

[2 januari 1854 Brief van Dekker aan A.C. Kruseman]

[23 maart 1854 Dekker opgenomen als Rozekruiser]

[16 april 1854 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]

[16 april 1854 Geneeskundige verklaring betreffende Dekker]

[22 april 1854 Beslissing van de Minister van Koloniën]

[2 mei 1854 Medisch rapport betreffende Dekker]

[6 mei 1854 Beslissing van de Minister van Koloniën]

[juni 1854 Brief van Dekker aan C.S. van der Pool]

[juni 1854 Brief van Dekker aan C.S. van der Pool]

[juni 1854 Brief van Dekker aan C.S. van der Pool]

[27 september 1854 Nota aan de Minister van Koloniën]

[4 oktober 1854 Beslissing van de Minister van Koloniën]

[6 oktober 1854 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]

[7 oktober 1854 Ambtelijke aantekeningen betreffende Dekker]

[7 oktober 1854 Beslissing van de Minister van Koloniën]

[31 oktober 1854 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]

[8 november 1854 Beslissing van de Minister van Koloniën]

[18 november 1854 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]

[20 november 1854 Aantekening bij het rekest]

[20 november 1854 Tweede aantekening]

[20 november 1854 Beslissing van de Minister van Koloniën]

[januari 1855 Dekker op reis naar Duitsland]

[23 januari 1855 Brief van Dekker aan Tine]

[28 februari 1855 Ambtelijke aantekeningen]

[7 maart 1855 Missive van de Secretaris-Generaal]

[8 maart 1855 Brief van Dekker aan de Minister van Koloniën]

[12-17 maart 1855 Drie aantekeningen]

[21 maart 1855 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën, met bijlage]

[24 maart 1855 Beslissing van de Minister van Koloniën]

[25 maart 1855 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]

[3 april 1855 Twee aantekeningen inzake Dekkers rekest]

[4 april 1855 Beslissing van de Minister van Koloniën]

[6 april 1855 Brief van Dekker aan de Minister van Koloniën]

[8-12 april 1855 Drie aantekeningen]

[11 april 1855 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]

[12 april 1855 Twee aantekeningen]

[13 april 1855 Missive van de Secretaris-Generaal]

[16 april 1855 Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]

[17 april 1855 Aantekening van Minister Pahud]

[18 april 1855 Beslissing van de Minister van Koloniën]

[19 april 1855 Adres van Dekker aan de Minister van Koloniën]

[20 april 1855 Missive van de Secretaris-Generaal]

[21 april 1855 Missive van de Secretaris-Generaal]

[21 april 1855 Missive van de Directeur van het Kabinet des Konings]

[21 april 1855 Missive van de Secretaris-Generaal]

[23 april 1855 Bericht van de rederij Van Hoboken]

[23 april 1855 Brief van Dekker aan de Secretaris-Generaal]

[24 april 1855 Besluit van de Minister van Koloniën]

[20 mei 1855 Vertrek van Dekker uit Hellevoetsluis]

Wachtende op herplaatsing

[10 september 1855 Aankomst van Dekker in Batavia]

[23 oktober 1855 Besluit van de Rekenkamer]

[23 oktober 1855 Besluit van de Rekenkamer]

[26 oktober 1855 Besluit van de Rekenkamer]

[31 oktober 1855 Missive van de Directeur van Financiën]

[7 november 1855 Missive van de Directeur van Financiën]

[21 december 1855 Besluit van de Rekenkamer]

[1 januari 1856 Minister Pahud wordt benoemd tot G.-G.]

[4 januari 1856 Besluit van de Rekenkamer]

[4 januari 1856 Dekker benoemd tot assistent-resident van Lebak]

[4 januari 1856 Extract uit het benoemingsbesluit]

[4 januari 1856 Officiële akte van benoeming]

[Bijlage inzake Dekkers benoeming]

[11 januari 1856 Missive van de Directeur van Financiën]

[17 januari 1856 Brief van Resident Brest van Kempen aan Dekker]

Het archief van Lebak

[Bijlage I Missive van 14 juni 1852 inzake karbouwroof]

[Bijlage II Missive van 26 oktober 1852 inzake karbouwroof]

[Bijlage III Klachten van de mandoers, 5 juni 1854]

[Bijlage IV Missive van 12 juni 1854]

[Bijlage V Missive van 15 juni 1854]

[Bijlage VI Onderzoek van klachten, 18 juni 1854]

[Bijlage VII Onderzoek van klachten, 18 juni 1854]

[Bijlage VIII Missive van 27 juni 1854 van de Regent]

[Bijlage IX Missive van 7 februari 1855 aan de Regent]

[Bijlage X Missive van 16 februari 1855 aan de Regent]

[Bijlage XI Missive van 27 februari 1855 aan de Regent]

[Bijlage XII Missive van 1 maart 1855 betreffende de Regent]

[Bijlage XIII Missive van 2 maart 1855 betreffende de Regent]

[Bijlage XIV Missive van 11 maart 1855 aan de Regent]

[Bijlage XV Missive van 19 maart 1855 aan de Regent]

[Bijlage XVI Missive van 22 april 1855 inzake vendutie]

[Bijlage XVII Missive van 26 mei 1855 aan de Regent]

[Bijlage XVIII Missive van 28 mei 1855 aan de Regent]

[Bijlage XIX Missive van 31 mei 1855 aan de Regent]

[Bijlage XX Missive van 4 juni 1855 aan de Regent]

[Bijlage XXI Extract uit de Agenda, 17 juli 1855]

[Bijlage XXII Missive van 21 juli 1855 betreffende personen zonder pas]

[Bijlage XXIII Missive van 28 juli 1855 betreffende beroving]

[Bijlage XXIV Missive van 31 juli 1855 aan de Regent]

[Bijlage XXV Missive van 1 augustus 1855 inzake arbitraire handelingen]

[Bijlage XXVI Missive van 20 augustus 1855 inzake bestraffing]

[Bijlage XXVII Missive van 22 augustus 1855 inzake bestraffing]

[Bijlage XXVIII Missive van 22 augustus 1855 aan de Regent]

[Bijlage XXIX Missive van 27 augustus 1855 aan de Regent]

[Bijlage XXX Missive van 6 september 1855 inzake bestraffing]

[Bijlage XXXI Nota van C.E.P. Carolus]

[Bijlage XXXII Nota van C.E.P. Carolus]

Dekker in Lebak

[22 januari 1856 Dekker aanvaardt zijn ambt in Lebak]

[26 januari 1856 Missive van de Directeur van Financiën]

[28 januari 1856 Aantekeningen van Dekker in zijn Memoriaal]

[5 februari 1856 Aantekeningen van Dekker in zijn Memoriaal]

[7 februari 1856 Notities van Dekker in het kopieboek]

[12 februari 1856 Lijst van 42 vragen aan de Regent]

[februari 1856 Brief van de Regent aan Dekker inzake bezoek]

[februari 1856 Brief van Dekker aan de Regent]

[februari 1856 Brief van de Regent aan Dekker inzake geld]

[februari 1856 Brief van Dekker aan de Regent]

[18 februari 1856 Lijst van vier vragen aan de Regent]

[18 februari 1856 Missive van Brest van Kempen aan Dekker]

[19 februari 1856 Dekker zendt de beantwoorde vragen aan de Controleur]

[19 februari 1856 Dekker zendt de beantwoorde vragen aan de Controleur]

[20 februari 1856 Briefje van de Controleur]

[20 februari 1856 Dekker zendt de grassnijders terug]

[20 februari 1856 Brief van de Regent aan Dekker betreffende de grassnijders]

[22 februari 1856 Missive van de Controleur aan Dekker inzake herendienst]

[23 februari 1856 Brief van de Regent van Tjiandjoer aan Dekker]

[februari 1856 Ontwerp van een missive van Dekker aan Brest van Kempen]

[24 februari 1856 Missive van Dekker aan Brest van Kempen (Aanklacht)]

[24 februari 1856 Afschrift van de voorgaande missive]

[25 februari 1856 Brief van Brest van Kempen aan Dekker]

[25 februari 1856 Missive van Dekker aan Brest van Kempen]

[25 februari 1856 Afschrift van de voorgaande missive]

[25 februari 1856 Geschrapt gedeelte]

[26 februari 1856 Brief van de Regent aan Dekker]

[26 februari 1856 Conferentie van Dekker met Brest van Kempen]

[26 februari 1856 Missive van Brest van Kempen aan Dekker]

[27 februari 1856 Brief van Dekker aan de Regent inzake paarden]

[28 februari 1856 Missive van Dekker aan Brest van Kempen]

[29 februari 1856 Missive van Dekker aan de G.-G.]

[29 februari 1856 Nota van Dekker onder een missive]

[29 februari 1856 Brief van de Regent aan Dekker inzake bezoek]

[29 februari 1856 Missive van Brest van Kempen aan de G.-G.]

[5 maart 1856 Missive van Dekker aan de Controleur inzake prijzen]

[7 maart 1856 Missive van de Controleur aan Dekker inzake voedselgebrek]

[10 maart 1856 Brief van de Regent aan Dekker inzake geld]

[11 maart 1856 Advies van de Raad van Indië betreffende Dekker]

[12 maart 1856 Brief van de Regent aan Dekker inzake geld]

[maart 1856 Aantekeningen van Dekker over de toestanden in Lebak]

[maart 1856 Rapport inzake buffelroof]

[15 maart 1856 Missive van Dekker aan de Controleur inzake prijzen]

[17 maart 1856 Missive van de Controleur aan Dekker, inzake prijzen]

[18 maart 1856 Missive van Dekker aan Brest van Kempen, inzake prijzen]

[18 maart 1856 Concept-besluit van de G.-G. betreffende Dekker]

[22 maart 1856 Aantekeningen van Dekker in zijn Memoriaal]

[23 maart 1856 Besluit van de G.-G. betreffende Dekker]

[23 maart 1856 Kabinetsmissive betreffende Dekker]

[27 maart 1856 Missive van Brest van Kempen aan Dekker]

[27 maart 1856 Brief van Brest van Kempen aan Dekker]

[28 maart 1856 Staat van personen in hechtenis]

[29 maart 1856 Brief van Dekker aan Brest van Kempen]

[29 maart 1856 Dekker ontvangt de Kabinetsmissive]

[29 maart 1856 Dekker ontvangt het officiële besluit van overplaatsing]

[29 maart 1856 Dekker ontvangt een brief van Hoogeveen]

[29 maart 1856 Dekker ontvangt de Javasche Courant]

[29 maart 1856 Concept van Dekkers ontslagaanvrage]

[29 maart 1856 Rekest van Dekker aan de G.-G. inzake ontslag]

[29 maart 1856 Ontslagaanvrage van Dekker en missive aan Brest van Kempen]

[29 maart 1856 Vraagpunten aan de Controleur]

[30 maart 1856 Brief van Brest van Kempen aan Dekker]

[30 maart 1856 Brief van Brest van Kempen aan Dekker]

[31 maart 1856 Concept-antwoord van Dekker aan Brest van Kempen]

[31 maart 1856 Missive van Brest van Kempen aan de G.-G.]

[1 april 1856 Brief van de Regent aan Dekker betreffende de grassnijders]

[3 april 1856 Brief van Brest van Kempen aan Dekker]

[4 april 1856 Besluit van de G.-G. inzake Dekkers ontslag]

[april 1856 Aantekeningen voor een memorandum aan de G.-G.]

[april 1856 Aantekeningen voor een memorandum aan de G.-G.]

[9 april 1865 Ontwerp van een memorandum aan de G.-G.]

[april 1856 Overzicht van bewijsstukken]

[14 april 1856 Missive van Dekker aan Brest van Kempen]

[15 april 1856 Missive van Dekker aan de Controleur inzake klachten]

[16 april 1856 Besluit van Brest van Kempen]

[17 april 1856 Brief van Brest van Kempen aan Dekker]

Dekker zonder werk

[26 april 1856 Missive van de Controleur aan Brest van Kempen]

[26 april 1856 Brief van Van Hemert aan Dekker]

[6 mei 1856 Brief van Van Hemert aan Dekker]

[9 mei 1856 Ontwerp van een brief van Dekker aan de G.-G.]

[10 mei 1856 Brief van Van Hemert aan Dekker]

[22 mei 1856 G.-G. Pahud aanvaardt zijn ambt]

[23 mei 1856 Ontwerp van een brief aan Duymaer van Twist]

[30 mei 1856 Missive van Brest van Kempen aan de Proc. Generaal]

[23 juni 1856 Ontwerp van een brief van Dekker aan G.-G. Pahud]

[1856 Aantekeningen van Dekker]

[25 juli 1856 Missive van de Rekenkamer]

[18 augustus 1856 Besluit van de G.-G. inzake belastingen]

[25 augustus 1856 Brief van Ds. P. Douwes Dekker]

[20 september 1856 Missive van Brest van Kempen aan de G.-G.]

[13 oktober 1856 Missive van de Dir. der Kultures aan de G.-G.]

[28 oktober 1856 Brief van Dekker aan Tine]

[29 oktober 1856 Brief van Dekker aan Tine]

[5 november 1856 Brief van Dekker aan Tine]

[9 november 1856 Brief van Dekker aan Tine]

[10-13 november 1856 Brief van Dekker aan Tine]

[11 november 1856 Beslissing van de G.-G. inzake een rekest van borgen]

[14 november 1856 Missive van de Raad van Indië aan de G.-G.]

[16 november 1856 Brief van Dekker aan Tine]

[28 november 1856 Besluit van de G.-G. inzake belastingen]

[2 december 1856 Missive van de Rekenkamer]

[11 december 1856 Besluit van de G.-G. inzake Lebak]

[20 december 1856 Missive van de Rekenkamer]

[18 februari 1857 Missive van de Dir. van Financiën]

[25 februari 1857 Antwoord van de Resident van Batiava]

[28 maart 1857 Missives van de Dir. van Financiën]

[2 april 1857 Antwoord van de Resident van Soerabaja]

[10 april 1857 Missive van de Dir. van Financiën]

[15 april 1857 Mededeling in de Javasche Courant inzake Dekkers vertrek]

[20 mei 1857 Antwoord van de Resident van Soerabaja]

[1 juni 1857 Geboorte van Dekkers dochter]

[Bijlage inzake Dekkers reis]

Twee Maleise gedichten

Biografische aantekeningen

Verklaring

Verbeteringen en aanvullingen


[Bijlage VI
Onderzoek van klachten, 18 juni 1854]

Bijlage VI

Onderzoek van klachten. Katern van 24 foliobladzijden, waarvan de rechterhelften beschreven zijn met Maleise tekst. (M.M.) Vertaling. Tweede gedeelte, handelend over klachten die op 18 juni 1854 zijn onderzocht. Voor de klachten zelf, ingediend op 5 juni 1854, zie Bijlage III.

Onderzoek

in de zaken van de demang van het district Tjilangkahan, Maas Angkawidjaija, naar aanleiding van aanklachten van de loerahs en mandoers van het district Tjilangkahan zoals die vermeld zijn in de verklaringen van de loerahs en mandoers in het procesverbaal er naast.

R. Betoeng den 18 juni 1854

Onderzoek van de beklaagde genaamd Maas Angkawidjaija, hoofd van het district Tjilangkahan, leeftijd ongeveer 33 jaar.

Antwoorden

van het districtshoofd Maas Angkawidjaija in de zaak:

1e zaak

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik in dit jaar 1854 van de verdiensten van de bevolking van de dessa Moehara Binoewangen een belasting geheven heb van f5 zilver per man, aanvaard ik in het geheel niet; mijnheer Rozij heeft dit zelf met de mandoer Mardjaij besproken, deze heeft f50 zilver geaccepteerd en op zich genomen dit aan de heer Rozij terug te betalen in de vorm van latex; ik heb deze zaak slechts geregeld.

2e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik Sandé, mandoer van de dessa Soekaradja of de bevolking van die dessa heb gelast latex te verzamelen, aanvaard ik in het geheel niet; het is ook de Heer Rozij die dit zelf met de mandoer Sandé heeft besproken, deze heeft f30 zilver geaccepteerd en op zich genomen terug te betalen met 2 pikoel latex; ik heb dit slechts geregeld.

3e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik dit jaar 1854 pachter geworden ben van de karbouwenslacht in het district Tjilangkahan, aanvaard ik in het geheel niet; er is een zekere Ardian, iemand van de dessa Tjilangkahan, die pachter is geworden van de karbouwenslacht, hij heeft die pacht gekocht van een Chinees genaamd Goewitta voor f200 zilver; ik heb mij daar niet mee bemoeid.

4e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik de bevolking of de mandoers verboden heb om ‘gebang’ of ‘talie agal’ in andere ressorten te verkopen, aanvaard ik niet; maar het is waar dat ik 12 pikoel van de bevolking gekocht heb en 1 pikoel heb ik gekocht voor f4 koper om daarmee een schuld af te doen aan de Chinees Tan Kong Larie te R. Betoeng ontstaan uit (de aankoop van) een kast voor bergplaats van belastinggelden te Tjilangkahan.

5e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik de bevolking of de mandoers heb verboden om cardamom in andere ressorten te verkopen, aanvaard ik niet; maar het is waar dat ik van de bevolking die cardamom-pitten tot 1 pikoel heb verzameld, want in de tijd dat de weg in R. Betoeng werd aangelegd heeft de loerah genaamd Kadier, dessa Tjikara een geldschuld van f15 zilver bij de Chinees Tan Kong Larie gemaakt en die cardamom was voor de betaling van die schuld aan de Chinees; ik heb slechts helpen regelen.

6e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik een karbouw met een waarde van f12.96 zilver heb geslacht en aan de loerahs en mandoers heb verkocht tot een bedrag van f50 zilver, aanvaard ik niet; maar het is waar dat ik een karbouw met een waarde van f25.72 heb geslacht en daarvan f30.78 gemaakt heb, maar aan deze slacht deden de loerahs en mandoers ook mede, de mandoer Armaija was er ook bij; de reden was dat die karbouw lastig was.

7e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik 2 mensen genaamd Masinah en Lia van de dessa Tjikansih vrijgesteld zou hebben van (heren-) dienst en dat ieder van hen f10 zilver moest geven, aanvaard ik niet; maar het is waar dat die twee mensen tezamen f10 zilver hebben gegeven want ik had een ‘soewassa’-omhulsel van een kris-schede met een waarde van f25 zilver van die twee mensen in pand genomen omdat zij indertijd wilden verhuizen naar een ander ressort, wat ik verboden heb omdat vele lieden mee wilden; maar ik heb het pand weer vrij gegeven.

8e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik opzichter van de dorpsschouten ben geworden omdat de oude opzichter was opgehouden, aanvaard ik niet, maar één van mijn mensen genaamd Miska is opzichter van de dorpsschouten geworden; omdat hij geen salaris ontvangt, krijgt hij slechts padi als betaling van 19 oostelijke mandoers, per mandoer 100 kattie, en die padi ontvangt Miska omdat dit van oudsher de gewoonte is; van kapas is geen sprake, doch ik heb mij er niet mee bemoeid.

9e id.

Hetgeen men mij ten laste legt dat ik 19 schoutsonderhorigen in het oosten gelast zou hebben dat zij katoen moesten afdragen en wel 25 kattie per onderhorige, aanvaard ik niet en daar wil ik niet naar luisteren; het betreft 100 kattie padi en die ontvangt eveneens Miska.

10e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik padi van 19 westelijke mandoers of schoutsonderhorigen gevraagd heb en per mandoer of onderhorige 100 kattie padi, aanvaard ik niet; het is ook die opzichter van de dorpsschouten Miska die 100 kattie ontvangen heeft, omdat dit van oudsher al ieder jaar de gewoonte is.

11e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik opzichter van de dorpsschouten ben geworden en 100 kattie padi van de westelijke schoutsonderhorigen vraag, aanvaard ik niet; het is ook Miska die opzichter van de dorpsschouten is geworden.

12e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik 2 karbouwen met een waarde van f23.56 heb geslacht in de dessa Baija en de dessa Sawarna en dat ik het vlees heb geruild tegen katoen en 1000 kattie heb verkregen of in geld uitgedrukt f100 zilver en dat ik die karbouwen heb geleend van de bevolking, aanvaard ik niet; inderdaad zijn die twee karbouwen van mij, maar die twee beesten heb ik contant gekocht, ik heb toen mijn schoonvader genaamd Kaiman, dessa Baija, deze beesten tegen geld laten verkopen, want die 2 karbouwen kostten f34,32 zilver; daarna kwam die Kaiman en hij deed weten dat die twee karbouwen waren geslacht en geruild tegen katoen waarvoor hij 960 bossen had verkregen; die het vlees gekocht hebben zijn de mandoers en ook de bevolking; dit is de waarheid.

13e id.

Het is waar dat ik eens een offermaaltijd voor de besnijdenis van mijn zoon heb gehouden en dat toen die loerahs en mandoers bij mij thuis kwamen; zij brachten een pan mee gevuld met karie en zij brachten rijst mede en karbouwen, maar ik weet het aantal karbouwen niet; al was dit zo, ik heb er echter niet om gevraagd en zij waren er niet toe gedwongen en die karbouwen hebben zij zelf geslacht en zelf met hun vrienden opgegeten.

14e id.

Hetgeen de loerahs en mandoers mij ten laste leggen dat ik een bijdrage heb geheven van f7 per loerah en van 8 loerahs f56 heb verkregen voor het feest aan het einde der vastenmaand, aanvaard ik niet; het is waar dat ik mijn best gedaan heb om 2 karbouwen naar het district te brengen en als er mensen waren die ze kopen wilden, verkocht ik ze.

15e zaak

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik geld aan de loerahs gevraagd heb, van elke loerah f7 en van 8 loerahs f56 verkreeg voor het feest in de maand Mahoeloed, dat aanvaard ik niet; het is echter wel waar, dat ik mijn best gedaan heb 2 of 3 karbouwen naar het district te brengen maar met de eigenaren er zelf bij, met de bedoeling ze daar te verkopen; dat ik geld gevraagd heb, dat is niet zo.

16e id.

Inderdaad heb ik in het jaar 1853 geld geleend van loerahs en mandoers want ik kwam te kort om de belastinggelden sluitend te krijgen; maar kort geleden heb ik enkelen voldaan bij voorbeeld

Mandoer Oemar f 97.48 zilver
Salidja 17.04 zilver
en Nassim 8.62 zilver
_____
Totaal f122.114 zilver

de anderen heb ik nog niet betaald.

17e id.

Inderdaad heeft in 1853 de mandoer Armaija huurgelden ad f221.80 zilver betaald en het is waar dat hem de procenten niet werden gegeven, maar dat kwam omdat hij verzocht die procenten er bij te doen.

18e id.

Inderdaad heb ik in het jaar 1853 105 stukken kadoet met een waarde van f21 zilver van de mandoer Armaija genomen, maar dat heb ik al betaald toen hij zijn huurgelden afdroeg.

19e id.

Het is waar dat ik in het jaar 1853 3 karbouwen van kleine lieden heb geleend

1 Moetot, Tjengengé 1 karbouw f19.30
2 Alwie, Rahong 1 id 10.80
3 Arina, id 1 id 8.62
_____
Totaal f38.52

Inderdaad heb ik die nog niet betaald.

20e id.

Inderdaad is op vrijdag 28 januari 1853 Sapilah, iemand van de dessa Tjankerawang onder kampong Tjihara, oud ongeveer 53 jaar, omstreeks 2 uur 's middags overleden door verdrinking in de rivier Tjihara; de mandoer Kadier en de mandoer van de post genaamd Djaimoen kwamen het mij mededelen, maar met mijn rapport van 1 februari No 9 heb ik dit aan de Regent van Lebak gerapporteerd en hij is toen begraven op de juiste wijze zoals gebruikelijk is; het kwam doordat hij weer zwemmende de rivier Tjihara overstak; op ongeveer twee lanslengten van de oostelijke zijde is hij toen verdronken.

21e id.

Inderdaad kreeg in het jaar 1851 Njie Akoeb, dessa Soekaradja, in haar achterdeel een houw van een snoeimes van mijn bediende genaamd Ba Dassia van de dessa Tjilangkahan, maar slechts de huid was kapot; ik dacht dat het niets zou worden, maar ik heb de diepte en breedte niet onderzocht omdat zij zei dat ze daar te verlegen voor was, en toen vroeg zij naar huis te mogen gaan met de mandoer Sandé en de broer van de dorpspriester van wie ik de naam vergeten ben, omdat ze er in berustte geen klacht in te dienen; later in dit jaar 1854 is zij gestorven doordat zij getroffen werd door de cholera; wat het feit betreft dat ik f3 zilver aan Njie Akoeb zou hebben gegeven, dat aanvaard ik niet; het is echter waar dat ik te dien tijde geen rapport aan de regent heb uitgebracht.

22e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik als ‘djakat’-padi van de dessa Bolang van 139 Tjaeng als ‘djakat’ 13 Tjaeng 9 sanga heb gevraagd en heb ontvangen, aanvaard ik niet; maar ik weet wel dat in dat jaar als ‘djakat’ slechts 600 bundeltjes (padi) verkregen werd omdat de zaak in de war was; de mandoer had het al eerder van de bevolking genomen; die ‘djakat’ heeft de districtspriester geregeld en ontvangen, ik heb mij er niet mee bemoeid.

23e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik ieder jaar zelf de ‘djakat’-gelden en de ‘fitra’-rijst verzamel; met de regeling hiervan bemoei ik mij inderdaad zeer intensief, maar het is de districtspriester genaamd Aboedaham die het ontvangt en ik weet dat voor die ‘djakat’ en die ‘fitra’-rijst niet meer wordt gevraagd dan overeenkomstig de gewoonte.

24e id.

Inderdaad heb ik in het jaar 1852 één paard met een prijs van f30 zilver van de loerah Sardjie op schuld gekocht, maar ik heb afgedongen tot f25 zilver; hij kwam echter niet om dat geld vragen.

25e id.

Hetgeen men mij ten laste legt, dat ik 4 patjoels en een karbouw met een waarde van f13.104 zilver aan de mandoer Sadjen, dessa Soewakan verkocht heb, aanvaard ik niet; het is waar dat ik ponds-pondsgewijs 200 patjoels aan de loerahs heb verkocht en die patjoels had ik op schuld verkregen van Hadji Moetaha (vreemdeling) voor f200 zilver, want ik dacht aan de moeilijkheden van de bevolking en ik heb onder de aandacht van alle loerahs gebracht dat zij niet meer dan f1 mochten vragen; anders niets.

26e id.

De loerahs en mandoers hebben mij ten laste gelegd dat ik in dit jaar 1854 cijns van de levende karbouwen heb geheven naar het aantal karbouwen en de ressorten van de loerahs en mandoers, dat aanvaard ik niet en naar mijn mening heb ik mij in het geheel niet als pachter gedragen; maar naar mijn weten is Ardian pachter; ik heb mij in het geheel niet met deze zaak bemoeid.

27e id.

Inderdaad heb ik in dit jaar 1854 de loerahs en mandoers een opdracht tot een heffing gegeven; van de 18 loerah-gebieden in het oosten heb ik een heffing in geld gevraagd want in het oosten is geen ‘atap’ en geen ‘doek’ en de 19 loerahs of mandoers in het westen vroeg ik als heffing atap, doek en rottan, want dat geld en die atap en alles komt het land ten goede voor een districtshoofdswoning, een logeergebouw en voor een woning voor de Patih, anders niets;

ten aanzien van de hierboven vermelde zaken hoop ik dat de hoge heren mij slechts voor deze ene keer mijn domheid en tekortkomingen willen vergeven.

Districtshoofd van het district Tjilangkahan

Angkawidjaija

Verklaring van Maas Angkawidjaija voor mij

De Djaksa van Lebak