Ideën, eerste bundel
9.
Ik zeide in 5, dat de optelling van veel middelmatigheden altyd gelyk blyft aan één middelmatigheid. Waarschynlyk had ik moeten zeggen: het gemiddelde ener verzameling van middelmatigheden, staat beneden de middelmatigheid.
Neem een schaal aan van 1o tot 100o. De middelmatigheid dobbert tussen 33o en 67o. Het merendeel der mensen staat zó naby graad 33 - dat is: zo naby de grens, waaróver onbruikbaarheid begint, of erger - dat de weinigen die zich bewegen naby 67o - in de buurt van uitstekend - niet in staat zyn het gemiddelde van 't geheel op te voeren tot 51o.
In cyfers is de zaak aldus:
Daarom zou ik stemmen tegen parlementaire regeringsvormen, als ik iets beters kon vinden.