Aan Tine
Ik heb het... ik weet het... ik voel het!... Myn hart is niet meer leeg!... Zy zond me...
O God, ik begryp alles!
Eerst de wil... nu de kracht... en in 't eind de overwinning!...
Tine... ik zal overwinnen! Ik beloof u, dat ik overwinnen zal! Wees gerust...
- Ga van tyd tot tyd eens kyken naar dien meneer op nummer zes! had de doctor in de letteren gezegd tot den bediende.
Deze voldeed daaraan, en vond den ‘man in de kamer’ zeer wél. Hy scheen opgeruimd en vrolyk.
Die bediende begreep dat de letterdokter verkeerd geoordeeld had.
En dat begryp ik ook.
Hoe gy dit begrypt, Publiek, is me om 't even.
Neen, niet geheel! Als gy 't ééns waart met dien bediende en my... zou ik me haasten te veranderen van opinie...
Tot ziens!