Volledige Werken. Deel 7. Ideeën, zesde bundel. Ideeën, zevende bundel. Aleid. Onafgewerkte blaadjes
1151.
Prins Eriks zuster had inderdaad geld nodig. Ze speelde Voorzienigheidje. Wat zy eigenlyk met de geleende som uitvoerde, weet ik niet, maar zeker is 't dat de dankbaarheid - d.i. de betuiging van die aandoening - haar wat druk werd. Ook drongen er zeer veel mensenvrienden toe, die haar ruimer gelegenheid wilden verschaffen tot het voortzetten van haar liefhebbery, dan goudbeursjen en gezond verstand toelieten.
We zullen maar aannemen dat er den vorigen dag te Ouwerkerk 'n zware brand was geweest - men assureerde niet in die dagen - of... 'n landman had al z'n koeien verloren aan de veepest - Thorbecke was nog niet geboren om die onaangenaamheid uit te roeien - of... 'n ongehuwde kraamvrouw kon geen plaatsje krygen om uit te rusten van haar zondige verlossing - de zedekundige lezer weet misschien dat de ‘deugd’ dit niet gedoogde in Wouters tyd - of...
Hoe 't zy, Prinses Erika had de een-of-andere weldadige gekheid uitgericht, 'n soort van débauche waaraan ze zich zeer dikwyls te buiten ging. Goed was 't zeker niet, maar er zyn erger ondeugden, en ik ken velen die 't recht niet hebben zulke karakterfouten te laken. Voorlopig hebben de moralisten dringender arbeid dan 't waarschuwen tegen fouten als die welke den hoofdtrek uitmaakten in 't karakter van prinses Erika.
By deze gelegenheid dan had ze haar koets verlaten, en was van haar gevolg afgeraakt. Om de menigte te ontwyken, die - juichend, dankend en... vooral lastig - op haar toedrong, was zy in 'n roeischuitje gesprongen, dat aan 'n steiger lag, en waarin 'n man zat te slapen of nagenoeg. 't Was zo warm! Het was Klaas Verlaan, de ‘Amstelhavenknecht’.
De bons van den sprong deed hem ontwaken, en al de toeschouwers barstten in lachen uit om 't malle gezicht dat-i zette.
Er was waarlyk reden toe! Prinses Erika droeg 'n vuurrood satynen kleed met 'n langen sleep dien zy echter - zo-even reeds by den brand zeker, of by de kraamvrouw, of by de koeien - had opgeg...
- Opgegeid, noemde 't Klaas Verlaan vele jaren daarna, als-i de historie vertelde aan z'n kleinkinderen.
't Was de pièce de résistance van z'n ondervinding. Nu, sommigen hebben minder beleefd!
- Se sag er uit as 'n fonk, zeid-i, en ik docht werachtich dat er 'n ster in m'n jol was gefalle, so flamde ze!
Komaan, we zullen Klaas Verlaan 't woord geven, maar ik heb geen lust z'n spelling te volgen. De lezer zal wel ongeveer weten hoe de man moet gesproken hebben.