Volledige Werken. Deel 7. Ideeën, zesde bundel. Ideeën, zevende bundel. Aleid. Onafgewerkte blaadjes
1148.
Hoe dit zy, sommige kroniekschryvers beweren dat de oude puistige Paltsgravin 'n groot gedeelte van 't prestige in hofkringen, dat haar inderdaad niet kon worden ontzegd, te dan-ken had aan de handigheid waarmee ze wist om te gaan met den joujou de Normandie. Volgens Stuart Mill was zy de uitvindster van den zo beroemden horizontaalworp, en 't is niet geheel-en-al onmogelyk dat zy ook in 't bezit was van 't geheim om 't belangwekkend speeltuig loodrecht omhoog te werpen, en zeer langzaam te laten dalen langs de door 'n onnaspeurlyke oorzaak gespannen koord. Maar deze byzonderheid vereist bevestiging. Stuart Mill heeft de wreedheid gehad te sterven voor-i den Hollanders heeft voorgezegd wat ze hiervan te denken hebben, en alle kans op licht is dus afgesneden.
Dat ook de zeer hoge geboorte van de Paltsgravin meewerkte aan den invloed dien zy uitoefende op alle Europese hoven - op één na, want de edelste zaak heeft haar tegenstanders! - mag waar zyn, maar toch... haar virtuositeit op den joujou was en bleef hoofdzaak.
En ten rechte! Want men wordt geboren zonder dat men 't helpen kan - dit was zelfs met de Paltsgravin enigermate het geval geweest - terwyl er tot het wel besturen van 'n paar palmhouten schyfjes aan 'n koord, natuurgaaf en oefening nodig is. Vorsten en prinsen weten dit wel, en maken er dikwyls gebruik van. Me dunkt ik hoor 'n koning zeggen:
Ma toute bonne, vous qui avez la main si légère, ne pourriez vous pas me faire l'amitié de flanquer à la porte les trente milles hommes que mon diable d'...allié vient de loger dans ma capitale?
Of:
Ach, du meine liebe Cousine, wie du göttlich chouchouierst! Auf und nieder... nieder und auf! Wenn du einmal unsern sehr verehrten Vetter mit Usurpationsminen, Kaiserliche Majestät, so am Kördelchen hieltest und chouchouiertest?
Nu spreekt 'n prinsje:
- Auf Ehre, Durchlaucht sind zum küssen adorable! Nur der Respekt widerhält mich... auf Ehre! Clotho, ich beehre mich Ihr Sklave zu sein. Lachesis, Ihrer geschichtlenkenden Hand empfehle ich mein Schicksal! Schaffe mir den Erbprinzen vom Halse o Athropos! Schicke den... unbescheiden-frühergeborenen nach Italien ins Pfefferland, in den Krieg, in... Cytherëischen Vergnügungen, womit eine so gescheute Parke wie Durchlaucht, Lebenskördelchen abschneidet... zum Entzücken, verehrungswürdigste Parke Durchlaucht!
Zo spraken welopgevoede prinsjes van dien tyd. Laf was het, en heel mythologisch, o ja! De mythologie is weg, maar de lafheid is hier-en-daar gebleven. Er bestaan inderdaad tegenwoordig hooggeboren personages die niet de minste conversatie houden over schikgodinnen, en toch de moeite van 't aanhoren niet waard zyn. Meer nog. Zelfs sommige laaggeborenen veroorloven zich zo'n leegte. Ik heb kooplieden gekend, ja zelfs werklui, die praten konden als 'n... prins ná den bloei van de salon-mythologie. Maar we zyn nu met vorstjes bezig. Alzo:
Een prinsesje spreekt:
- Liebe mütterliche Cousine... aber nein, so geschickt wie du... nie da gewesen! Mit dém Händchen könntest du mir ganz bequem ein halbdutzend fette Provinzchen aus dem Deutschen Reichsmaraste zur Morgengabe zusammen fischen, Cousine!
'n Sterveling van lager soort:
- Königlich-Kaiserliche Hoheit, ich sehe, staune und... schweige! Wenn Königlich-Kaiserliche Hoheit nur beliebten... Gottes Erdreich wurde sich pflichtschuldigst freuen wenn Königlich-Kaiserliche Hoheit geruhten es gnädiglich balanzieren zu wollen auf Königlich-Kaiserliche Hoheits göttlichen Fingern! Ich schweige gehorsamst, doch... dass eine Ober-geheim-küchen-ceremonienmeisterstelle vaziert, ist untertänigste Warheit.
Enz. Enz.
Al deze mensen logen 'n beetje. Maar hun praatjes waren minder dom dan 'n oppervlakkige beoordelaar menen zou. Want ze bereikten dikwyls hun doel. Die laatste aanbidder, byv. kreeg inderdaad 'n aanstelling by 'n königlich-kaiserliche hofkeuken. Wat wil men meer?
Overdreven verwondering over den invloed van de Prinses, zou 'n blyk van onkunde wezen. Want al reike nu de historische kennis van den lezer niet toe om hem te doen raden welke persoonlykheid ik bedoel - men weet reeds dat ze rode puistjes in 't gezicht had, en ik voeg er nu by dat ze gewoon was te slapen tussen lakens van hollands linnen: dit is iets! - welnu, al kent men haar niet, toch mag ik verwachten dat ieder wete hoe macht, aanzien en invloed gewoonlyk gegrond zyn op kleinigheden. Misschien zou er enige verwondering te pas gekomen zyn wanneer ik m'n Paltsgravin had voorgesteld als verdienstelyk, of als bekwaam in belangryker zaken dan 't op-en-neerwippen van 'n joujou. Haarzelf lieten zulke kwestiën volkomen onverschillig. Een ruiter naderde haar koets.
- Eh bieng, zjefalier, n'est-ze-pas qu'il fait affreussemang chaud dang ze pays?
- Wie K.K. Hoheit befehlen.
- Ch'étouve!
- Zu dienen.
- Und wo steckt denn unsere kleine wilde Katze? Ist sie hinten? Ist sie vor? Wo ist sie?
De ‘chevalier’ werd door 'n toedringende volksmenigte van de koets gescheiden. Dit beviel hem wel. Vooreerst was-i uit de oude school, en hy durfde zich niet wagen aan 't duitse hoffrans van de Palatine, waaraan-i admirablemang wél deed. Ten tweede bezat-i te veel routine van nieuwer school, om gaarne te antwoorden op de vraag naar de ‘wilde kat’. Dit katje namelyk was 'n zeer superlatief-K.K. Hoheit. De halfbakken hoveling mocht dus niet te snel verstaan wie er bedoeld werd, en durfde zich evenmin schuldig maken aan niet-verstaan. Een groep welwillende zangers kwam z'n verschrikte diplomatie te hulp:
Amour à la plus belle,
Honneur au plus vaillant...
Ja, ja, lezer, er is 'n tyd geweest, dat de kracht van hollandse jenever - amsterdamse proef - zich openbaarde in franse romances. Of onze straatzangers dat refrein precies uitspraken en zongen naar de bedoeling van den auteur, van de auteur, liever...
De Paltsgravin scheen dit te ontkennen. Met haar joujou riep zy 'n zeer elegant jongmens van 'n jaar of achttien tot zich, dien zy in haar nabyheid ontdekte. De jonge ruiter groette ganz rittermässig met z'n karwats terug, en drong door de menigte heen.
- Ecoutez, mein Prinz? Das Pöbel singt la changsong de la Reine! Oh, mong Dié, quelle pronongziaziong!
- Vous avez l'oreille si délicate, ma Cousine!
- Ang férité! Aber, Prinz, sagen Sie mir 'nmal, wo ist denn Ihre Prinzessin Schwester, mein Waldkätzchen?
- Ma foi, il y a plus d'une heure que je ne l'ai vue! Elle s'amuse peut-être là-bas, au village d'Awercric. Qui sait si elle n'a pas passé l'eau. Vous savez, Palatine, qu'elle n'a pas l'habitude de se gêner...
Nu ja, dit wist de Paltsgravin. Dit wist ieder die ooit de eer had het prinsesje van naby gade te slaan, en de lezer zal er ook iets van te zien krygen, parole d'honneur!
- Honneur au plus vaillant! schreeuwde nu weer 'n troep al te opgetogen Nederlanders, en onze Paltsgravin reed opnieuw 'n ogenblik onverzeld. Van tyd tot tyd harkte zy met haar speeltuig dezen of genen ‘kavalier’ naar zich toe, en knoopte dan 'n gesprek aan, dat echter telkens door de volte werd afgebroken. Om de lokaalkleur te handhaven, gelieve de lezer by uitspraak van 't woord: ‘kavalier’ te rymen op: ‘duitse manier’ in welk geval 't niet ‘ruiter’ betekent, maar 'n ‘heer van den hove’ 'n hoffähiger gentleman, ja misschien zelfs by uitsluiting: 'n edelman. Niet zonder deernis met de miskende rechten van de etymologie, moet ik betuigen dat er by de zaak volstrekt geen paard nodig was, al zy 't dan dat in dit geval de ‘kavaliere’ werkelyk tevens ruiters waren. Nu ik toch aan 't uitleggen ben... 't woord: ‘harken’ is van my. Ik nam de vryheid daarmee alleraardigst te zinspelen op den befaamden horizontaalworp met den joujou.