Ideën, derde bundel
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
584.
Een hinderpaal op den weg van vry onderzoek is voorts: zinnelykheid. Ik neem hier - tegen myn gewoonte - dit woord in den gebruikelyken zin. Hoe ik 't overigens opvat, doet nu niet ter zake. Uit zinnelykheid nemen wy indrukken - behaaglyke of onbehaaglyke - gemakshalve als opiniën aan, en menen iets gedemonstreerd te hebben als wy uitdrukking geven aan indrukken of gevoel. We zyn op dit punt als sommige geneesheren, die koffie of wyn al dan niet gezond vinden, naarmate zyzelf min of meer op die dranken gesteld zyn. En meer nog, meent men dat het Katholicisme ooit zou geheerst hebben zonder schilderyen, stand- of hangbeelden? Zonder eeuwig-jonge maagden? Zonder beeldschone naakte Sebastianen of Laurentiussen? Zonder muziek, en zonder wierook?
Waarlyk, de dogmatiek van velen zit in neus, ogen, oren en... elders, en ik beweer dat deze organen geen behoorlyke werkplaatsen aanbieden voor de vrye studie van 't verstand.