Volledige Werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
Een en ander over Pruisen en Nederland
De Maatschappy tot Nut van den Javaan
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
Naschrift bij den tweeden druk
Een en ander over Pruisen en Nederland
583.
Een rampzalige belemmering van vrye studie is voorts: nationaliteit. Ik kan u - volgens myn vrye studie, die ik gaarne wil toetsen aan de uitkomsten van anderen - verzekeren dat ik nergens ter wereld een volk gevonden heb, dat overeenkwam met de beschryvingen die my over zulk volk waren opgedrongen. De Javaan is lui en lafhartig... een leugen! De Fransman is vrolyk en beleefd... twee leugens! De Duitser is sentimenteel... een leugen! De Engelsman is lomp... een leugen! De Hollander... bezit alle deugden. Hy is vryheidlievend, oprecht, edelmoedig, eerlyk... nu ja, dat alles is waarheid. Daarvan weet ik te spreken. Maar toch geloof ik niet, dat het zo terstond erkend zou worden door vreemdelingen die - zonder vóóroordeel - ons land tot onderwerp kozen van hun vrye studie.