Ideën, tweede bundel
503.
Alles ondergaat aandoening. Maar niet alles ondergaat die
*
met bewustzyn, 'twelk op zichzelf ook aandoening is. En de individuen die bewustzyn hebben van de affectie, verschillen in de maat, in de logische continuïteit, in 't besef van dat bewustzyn, in macht en bekwaamheid tot regeling van de aandoeningen. Zeker zyn er nog meer verschillen, maar die heb ik hier niet nodig. Men kan zich elke eenheid, van 'n denkbeeldig atoom af tot den mens toe, voorstellen als een werf-depôt waar zich voortdurend recruten aanmelden.
By sommige depôts is de boel zo slecht ingericht, dat er niemand notitie neemt van 'n nieuweling.
By andere individuen - of eenheden, uit stof-individuen samengesteld - worden de recruten aangenomen met onverschilligheid. En de maat van bewustzyn is moeilyk te bepalen. Hiermee bedoel ik het opvangen van aandoeningen door planten en sommige dieren.
Wat hoger weer, worden de recruten ingeschreven, geboekt... maar niet in 'n behoorlyk register. Ook wordt er geen zorg gedragen dat de bruikbare recruten in dienst blyven. Als ze - verlokt door hoger premie - door meer attractie of affiniteit (172) - neiging hebben zich elders te verbinden, is er niets dat hen weerhoudt.
By 'n ander soort van werf-bureaux worden de aandoeningen die zich voordoen als recruut, wél opgenomen met bewustheid, wél ingeschreven, wél verplicht tot blyven, maar... men verzuimt ze af te richten tot soldaten, of - erger nog - men richt ze verkeerd af.
Het ideaal van volkomenheid is: veel flinke gezonde recruten te ontvangen, aan te nemen, in te schryven, aan zich te verbinden, te vormen tot goede krygslieden, en daarna hen te gebruiken in een rechtvaardigen en goed bestuurden oorlog.
De naam van den recruut die zich elke seconde by ons aanmeldt, is: gevoel. Het is onze plicht hem op te leiden tot flink soldaat, dat is tot: gevoelen, mening, opinie.