Ideën, derde bundel
761. Vervolg: publieke voordrachten.
767. De algemeenheid van wanbegrip (541)
784. Raden en oordelen in verband met kansrekening. (541)
788. Wysbegeerte een roeping van allen. (542)
795a. Afkeer van arithmetische juistheid
796. Meeting te Batavia in mei 1848
797. Zekere theologieën. (554)
799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)
824. De onzedelykheid van de beloon-theorie in de opvoeding (561)
828. Het onderwys (561, vlgg.)
886. De schepping werd in weinig regels afgedaan. (563)
899. Het zyn liegt niet. (574)
913. Vervolg: Onderwys, in verband met het godsbegrip en met de studie van den aard der dingen.
922. Het beoordelen der zedelykheid (589).
572.
Doch nog andere oorzaken dan een professoraal verbod, kunnen ons beletten de waarheid op te sporen. Gelyk alles in de natuur, zyn wy onderworpen aan de wet der traagheid. Ik neem hier dit woord in wetenschappelyken zin. Een voorwerp, in luchtledige ruimte eenmaal in beweging gebracht, en volkomen vry van wryving, zou zich eeuwig met de aanvankelyke snelheid voortbewegen. Waarom? Wél, er is geen oorzaak voor het tegendeel. Zo ook bewegen wy ons meermalen, indien slechts onze omgeving zich medebeweegt en ons daardoor alle wryving bespaart, in zekere richting die ons van waarheid verwydert, en het terugkeren hoe langer hoe moeilyker maakt. Een zeeman heeft nautische kennis nodig, om waar te nemen dat de stroom hem wegdryft, en te berekenen met welke kracht dit geschiedt. De onkundige passagier, geen botsing ontdekkende tussen schip en water, meent dat hy stilligt, en zou ten laatste zeer verwonderd wezen ergens aan te landen waar hy niet wezen wilde. Zo voert ons ónze omgeving dikwyls een weg op, dien wy - aanhangers van Vrye studie, dat is: reizigers naar de haven van het ware - niet zouden gekozen hebben. Het stryden tegen dien stroom is niet gemakkelyk, maar onmogelyk, ondenkbaar is deze stryd, indien wy niet eenmaal weten dát die stroom ons meevoert.